My Blog

De Benelux: flukse symboolpolitiek onder de Haagse kaasstolp

De Benelux: flukse symboolpolitiek onder de Haagse kaasstolp
dinsdag 18 juni 2013, 12:11, Marko Bos

De Tweede Kamer heeft gesproken. Bij motie van het lid Verheijen (VVD i) is de regering verzocht “zich in te spannen voor een substantiële reductie van taken en bijbehorend budget van het secretariaat van de Benelux i”. Aanleiding daarvoor vormde de verandering in de verdeelsleutel van de financiering tussen de drie lidstaten. Het aandeel van Nederland gaat omhoog van 48,5% naar 53%. Bij een budget van € 7,7 miljoen betekent dit een slordige € 300.000 aan extra kosten.

De Kamer let op dus op de kleintjes, maar had dan ook een kritische beleidsevaluatie van Nederlandse makelij in handen. Deze wijst uit dat de eerdere voornemens om de Benelux effectiever en slagvaardiger te maken, niet zijn geslaagd. Dat blijkt vooral te wijten aan een gebrek aan politieke inzet en sturing.

Wat moet het kabinet nu doen? Overleg zoeken met de regeringen van België en Luxemburg, met de inzet om samen alsnog een heldere keuze te maken tussen ofwel meer politieke inzet en sturing, ofwel een kleiner secretariaat? Of België en Luxemburg met een voldongen feit confronteren? Minister Timmermans i is zo wijs de motie naast zich neer te leggen.

De Kamer heeft nog een tweede motie aanvaard, van het duo Verheijen en Van Bommel i (SP i). Daarin spreekt de Kamer uit “om in overleg met de Eerste Kamer i en de overige betrokken parlementen de activiteiten van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad te beëindigen en de parlementaire controle weer via de nationale parlementen te laten verlopen”. Deze motie is een uiting van flukse symboolpolitiek. In de motie zelf wordt terecht geconstateerd dat in de Interparlementaire Raad – een adviesorgaan immers – geen politieke besluitvorming en controle plaatsvindt. Waarom dan toch de suggestie wekken dat de opheffing van die adviesraad gevolgen kan hebben voor de nationale parlementaire controle?

Heus, de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad staat bij mij niet hoog genoteerd. Eerlijk gezegd had ik niet gedacht ooit nog eens een goed woordje te doen voor dit ‘samenraapsel’ van nationale (en gewestelijke) parlementariërs uit de drie landen. Tussen haakjes: bovengenoemde Verheijen is een van die ‘Benelux-parlementariërs’. Maar het gebrek aan respect voor (partners in) gemeenschappelijke instituten stuit mij tegen de borst.

Als je vindt dat een instelling waarvan je deel uitmaakt, slecht functioneert, stel je dat eerst bij die instelling zelf aan de orde. Dat ligt voor de hand, zegt u? Niet voor iedereen. Tijdens de jongste plenaire vergadering van de Beneluxraad, van 15 en 16 maart jl., was onder meer een debat over de meerwaarde van de Benelux geagendeerd. Maar de Nederlandse delegatie hield daar de kaarten tegen de borst, onder verwijzing naar het begin april te houden Kamerdebat over het Nederlandse evaluatierapport. Eenmaal teruggekeerd onder de Haagse kaasstolp kwamen er dus die moties om het mes te zetten in de Benelux-samenwerking en om het Benelux-parlement maar op te doeken. Minder vergaande moties, van Sjoerdsma (D66) en van Servaes (PvdA), werden verworpen. Zo maak je geen bondgenoten. Deze opstelling vormt geen goede basis voor samenwerking, niet in de Benelux en niet in Europa.

 

administrator_ebnDe Benelux: flukse symboolpolitiek onder de Haagse kaasstolp