My Blog

Fundamenteel gesprek nodig over democratische instrumenten na Nederlands ‘Nee’ in Oekraïne referendum

“Het geeft toch een beetje een katterig gevoel,” zegt mr Pieter Jan Wolthers, oud-ambassadeur voor Nederland in Kyiv, naar aanleiding van de uitkomst van het referendum over het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne: “Een lage opkomst, maar wel voldoende om het raadgevend referendum als zodanig geldig te doen zijn, en met twee-derde afwijzing van de goedkeuring van het Associatieverdrag.”

We interviewden Pieter Jan Wolthers eerder over zijn visies op dit verdrag (https://europesebeweging.nl/interview-over-associatie-overeenkomst-met-oekraine-met-oud-ambassadeur-mr-p-j-wolthers/).

Als mede-oprichter van de Stichting Stem voor Nederland was Wolthers de laatste maanden intensief betrokken bij de campagne van de voorstanders, zeker niet kritiekloos t.a.v. Oekraïne, maar wel met oog voor het belang van dit verdrag voor de toekomst, zowel van Oekraïne alsook van de EU en Nederland.

“Het is een vreemd proces geweest. Zeker na de zelfontmaskering van het Burgercomité EU, dat duidelijk heeft aangegeven dat het hun met hun ‘nee’-campagne helemaal niet om Oekraïne te doen was maar om verzet tegen de EU, dachten veel mensen uit het ja-kamp: ‘Daar ga ik dus niet meer aan meedoen!’. Die mensen zijn thuisgebleven, met alle gevolgen van dien.”

Wolthers is van huis uit jurist en heeft in zijn lange diplomatieke carrière te maken gekregen met verschillende gangbare instrumenten van de democratie. “Als een referendum bedoeld is om de burger dichter bij de politiek te brengen, dan moet worden geconstateerd dat dit hier toch faliekant is mislukt. Tweeëndertig procent opkomst, dat is slechter dan in de meest belabberde lokale verkiezingen. Ook als het ja-kamp zou hebben gewonnen, dan kan deze lage opkomst bepaald niet worden gevierd als een ‘feest van de democratie’.”

Wolthers is niet ten principale tegen referenda, maar denkt wel na over de mogelijke toegevoegde waarde ervan, zeker waar het thema van het referendum complexere zaken betreft: “Hier zit de crux van de zaak. Hoeveel vertrouwen hebben mensen nog in de reguliere democratische instrumenten? De klassieke democratische route is die van de parlementaire behandeling. Dat geldt voor wetten en verdragen. In die behandeling kunnen bredere argumenten naar voren worden gebracht en kunnen mensen, als individu of verenigd in belangenorganisaties, op allerlei manieren van zich laten horen. Ook over dit Associatieverdrag, waarvan de goedkeuring door het Kabinet aan het Nederlandse parlement is voorgesteld, is in dat parlement uitvoerig gesproken, eerst in de Tweede Kamer, daarna in de Eerste Kamer; en het voorstel werd telkens, op goede gronden, met ruime meerderheid aangenomen. Maar in het referendum van 6 april is door een meerderheid van uitgebrachte stemmen de goedkeuring aan dit verdrag alsnog onthouden, en, naar het voorkomt, helaas niet altijd op inhoudelijke, Oekraïne-gerelateerde gronden, maar eerder uit een emotioneel gevoelde weerzin tegen ‘Europa’ in het algemeen, waarop door de tegenstanders van het verdrag met succes kon worden ingespeeld.”

Wolthers vindt die ontwikkeling zeer verontrustend. “In de eerste plaats omdat de Europese Unie het volstrekt niet verdient zo te worden afgeserveerd – wij danken aan de naoorlogse Europese integratie immers een periode van vrede, stabiliteit en welvaart die in de wereld zonder precedent is . Maar tevens is het van groot belang te onderkennen dat de klassieke politieke besluitvormingsorganen blijkbaar niet meer worden vertrouwd. Mensen willen kennelijk, nadat alle constitutioneel vereiste stappen voor goedkeuring van een wet of verdrag zijn doorlopen en een besluit langs democratische weg tot stand is gekomen, alsnog een spaak in het wiel kunnen steken. Wat dit betekent voor politieke besluitvorming in het algemeen, is nog helemaal niet doordacht. Wat dit doet voor het vertrouwen dat landen onderling hebben in elkaar, vooral bij multilaterale afspraken, ook niet.”

Tot slot: Hoe reageren mensen in de Oekraïne?

Wolthers:“De uitslag is in Oekraïne met gemengde gevoelens ontvangen. Ik hoor sommige jongeren die zich door de uitslag van het Nederlandse referendum gelukkig niet laten ontmoedigen, zeggen: ‘We moeten het gewoon zelf doen’. Anderen voelen zich echter door Nederland in de steek gelaten: ‘Men moet ons niet’, is daar het gevoel, en dat speelt Poetin toch wel in de hand.”

administrator_ebnFundamenteel gesprek nodig over democratische instrumenten na Nederlands ‘Nee’ in Oekraïne referendum