De titel van dit boek dekt de lading volledig. Martin Visser heeft op basis van zijn eerdere berichtgeving in het Financieel Dagblad een zeer leesbaar en nuttig overzicht geschreven van de falende aanpak van de Griekse crisis. Het is een relaas van de verschillende toppen waar op het allerlaatste moment steeds halve maatregelen werden genomen waardoor er weer een nieuwe top nodig was etc. etc. Dit heeft het vertrouwen van beleggers in de bereidheid van de regeringsleiders om achter de euro te staan ernstig verzwakt. De Griekse crisis besmette zo andere landen waardoor de reddingskosten alleen nog maar verder zijn opgelopen en de crisis veel gevaarlijker werd dan nodig.
In het pokerspel tussen de zwakke en de sterke landen dachten de sterke landen te lang dat ze het konden veroorloven niet met de ogen te knipperen. Dat is volgens Visser een grote inschattingsfout geweest. Maar niet de enige: zo werd de houdbaarheid van de Griekse schuldsituatie vanaf het begin overschat en negeerden Duitse en Nederlandse politici de waarschuwingen over de gevolgen van de aankondiging dat banken een vrijwillige bijdragen zouden moeten leveren. Daar kwam bij dat met name de Duitse politiek een zwalkend beleid voerde ten aanzien van de betrokkenheid van het IMF en de rol van de Europese Commissie i. Bovendien is de manoeuvreerruimte van de Nederlandse en Duitse politici, zoals Visser terecht aangeeft, beperkt door een sceptische electoraat, kritische coalitie- en gedoogpartners, en in het Duitse geval een zeer kritisch constitutioneel Hof.
Het boek illustreert twee weeffouten van de EMU i: de hoge mate van intergouvernementele besluitvorming en het ontbreken van mechanisme om landen in acute betalingsproblemen te helpen. Visser wijst terecht op het dieptepunt van de intergouvernementele besluitvorming in Deauville (oktober 2010) toen Merkel i en Sarkozy i een deal sloten waarbij Frankrijk akkoord ging met het laten meebetalen van de banken in ruil voor een verwatering van de plannen voor een strengere begrotingsdiscipline i. Die laatste plannen zijn gelukkig niet gerealiseerd. Visser vermeldt niet dat dit vooral te danken is aan de inzet van het Europees Parlement i waarbij Corien Wortmann i als rapporteur en onderhandelaar een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Het boek bevestigt daarmee de indruk dat de Europese politiek vooral bestaat uit het spektakel van de Toppen.
De bankencrisis en de eurocrisis hebben gemeen dat lokale problemen – terugbetalingsproblemen op een segment van de Amerikaanse hypotheekmarkt, gesjoemel met begrotingscijfers – mondiale proporties konden aannemen. Kennelijk zijn de kosten van falend toezicht en falend beleid zeer hoog geworden. Het is te hopen dat er de juiste lessen uit de falende aanpak van de Griekse crisis worden getrokken. Het noodfonds ESM wordt nu versneld operationeel. Nu moet het nog over adequate middelen beschikken. Er moeten ook goede procedures ontwikkeld worden die snelle besluitvorming op basis van adequate informatie mogelijk maken en daarbij een passende betrokkenheid van de ECB, de Europese Commissie en het IMF garanderen, zodat de politici de moeilijke en ongetwijfeld pijnlijke beslissingen zoveel mogelijk aan technocraten kunnen overlaten.
Martin Visser, De eurocrisis: onthullend verslag van politiek falen, Business Contact 2012, paperback, ISBN 978 90 470 04813, 240 pp.
Bart van Riel