Recensie: ‘Wereldkoers – en de eenwording van Europa als cultureel project’
Adriaan van der Staay – onder meer oud-directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) – vindt dat het emotionele belang van kunst onvoldoende wordt onderkend: “De grootgrutter is op dit moment de dominante figuur in de Nederlandse politiek”. Hij keert zich dan ook tegen een eenzijdige visie op Europa als een louter economisch project.
Van der Staay heeft zojuist een bundel essays over ‘culturele groei’ gepubliceerd. Het zijn heldere en zorgvuldig onderbouwde beschouwingen over grensoverschrijdende aspecten van culturele ontwikkelingen. De bundel valt in drie delen uiteen: de verbeelding (met als kernstuk ‘De verbeelding van de emotie’, over kunst als bindend element in de hedendaagse samenleving); Europa; de wereld (met een ‘Bezwaarschrift tegen botsende beschavingen’ (van Samuel Huntington). In de aanloop ‘Van Nederlander tot migrant’ schetst de schrijver zijn eigen ontwikkelingsgang en brengt deze in verband met de loop van de wereldgeschiedenis in de afgelopen 75 jaar.
Zijn geloof in democratisering van de samenleving en aristocratisering van de cultuur plus een mondiale visie botsen met hedendaagse neigingen tot xenofobie, fundamentalisme en geopolitiek realisme: “Het lijkt soms of de idealen van de jaren zestig zoals ik die voor mijzelf destilleerde, nog maar één toevluchtsoord in de
wereld van vandaag vinden: Europa. Europa is drager van oude spanningen tussen kosmopolitisme en identiteit, tussen aristocratie en democratie. Soms droom ik dat Europa zichzelf zal herpakken en weer de naïeve energie ontwikkelen zal, die het voor de wereld tot een spreekbuis maakt van hoop. Daarom beschouw ik de Europese eenwording als een groot cultureel project.”
Van der Staay werkt zijn visie op Europa uit in een viertal essays. Deze zijn deels gebaseerd op een beschouwing over de culturele identiteit van Europa die hij eerder voor de EBN heeft geschreven.
In het eerste essay verkent hij de geschiedenis op zoek naar eenheid. Hij stelt vast dat van een doorgaande geografische, politieke en culturele eenheid geen sprake is. Wel heeft Europa een aantal tijdperken gekend waarin sprake was van een gemeenschappelijke culturele en politieke ruimte die een flink deel van het continent omvatte. “De herinnering aan een machtig en cultureel rijk verleden zal Europa blijven inspireren (…) Europa heeft telkens energie ontleend aan het verleden, en daarin een dynamiek gevonden die zowel politiek als cultureel grenzen overschrijdt.”
In het eerste essay verkent hij de geschiedenis op zoek naar eenheid, de scheidslijnen die taal, religie en publieke moraal binnen Europa trekken. Een van de conclusies van het eerste essay is dat culturele eenheid niet hoeft samen te vallen met politieke eenheid. Dat betekent omgekeerd dat politieke eenheid géén noodzakelijke voorwaarde voor culturele samenwerking is. Kernvraag is: “Berust de Europese eenwording op een hechte overeenstemming over de publieke zaak?”
Het taalprobleem vindt hij een groot obstakel omdat de meningsvorming in Europa daardoor wordt gefragmenteerd. Maar hij vraagt vooral aandacht voor de grens tussen algemeen belang en eigenbelang. In een deel van Europa vieren ‘familisme’ en cliëntisme hoogtij en is de locale democratie slecht ontwikkeld.
In het derde essay zet Van der Staay de ‘naïeve energie’ van na de Tweede Wereldoorlog tegenover het ongeloof en de scepsis over het ‘project Europa’ van nu. Het meest ondermijnend noemt hij het intellectuele ongeloof aan de maakbaarheid van het eigen lot en van de publieke zaak. De verdere ontwikkeling van een eigen Europese identiteit is hard nodig – en deze zal vooral door de jeugd moeten worden gedragen: “Europa kan alleen bestaan als het gelooft in een verhaal over het verleden dat het herkent en waaraan het hecht, en aan de toekomstige taak die het zich toedicht. Een zich wegcijferend Europa, dat de wereld niet weet te vertellen wat het is, is een vacuüm dat gevuld wordt door andermans verhalen en belangen.”
Het vierde essay, ‘Europa en de geopolitiek’, sluit daarop aan. Het bespreekt de gevolgen van de veranderende verhoudingen in de wereld. Europa heeft een vitaal belang bij de erkenning van de Europese Unie als een evenknie van de VS, Rusland, China en India. Daarvoor moeten wel keuzes worden gemaakt.
Adriaan van der Staay, Wereldkoers – Culturele groei als mondiaal proces , uitgeverij Augustus (Amsterdam, Antwerpen) 2009, ISBN 978 90 457 0259 9, 224 pp., € 19,90.