My Blog

Het is hoog tijd voor een pleidooi voor Europa

Het is hoog tijd voor een pleidooi voor Europa
zondag 1 maart 2009, Drs. Gijs de Vries

De geschiedenis van Europa in de afgelopen honderd jaar wordt gedomineerd door drie ontwikkelingen: de Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog, en de Europese integratie. Wie enig besef heeft van het verleden kan niet anders dan met bewondering en dankbaarheid kennis nemen van het succes van de Europese integratie. Landen die generaties lang elkaar als erfvijanden beschouwden hebben geleerd hun meningsverschillen en belangenconflicten vreedzaam en volgens gemeenschappelijke rechtsregels op te lossen. Waar haat werd gezaaid en bloed werd verspild heersen nu vrede en recht. Waar miljoenen zuchtten onder dictaturen heersen nu vrijheid en democratie, verankerd en beschermd binnen de Europese Unie.

In november van dit jaar zal het twintig jaar geleden zijn dat Duitsland zich herenigde. Duitsland koos en kiest ervoor zijn rol als sterkste land van Europa uit te oefenen binnen de Europese instellingen i en gebonden aan het Europees recht. Nergens anders ter wereld zijn zulke positieve en verstrekkende lessen geleerd uit de geschiedenis. Mij vervult dit alles steeds opnieuw met ontroering en trots, en met diepe vreugde dat ik aan dit proces hier en daar een steentje heb mogen bijdragen.

Toch gaat die vreugde gepaard aan zorg. Niets in de geschiedenis is permanent. Onvrede over politiek en samenleving is in veel Europese landen i wijdverbreid. Onverdraagzaamheid jegens religieuze en etnische minderheden groeit; achter hooggestemde pleidooien voor vrijheid van meningsuiting schuilen maar al te vaak vooroordelen en xenofobie. De recente economische crisis wakkert deze spanningen aan. ‘Eigen volk eerst’-denken wint in veel landen aan populariteit. Er is weinig voor nodig dat die trend zich vertaalt in stemmingmakerij tegen de Europese Unie i.

Daarbij komt dat nationale politici – ook in Nederland – geen lering hebben getrokken uit de verwerping van het grondwettelijk verdrag in Frankrijk, Nederland en Ierland. Nog altijd spreken zij over wat de Unie niet mag doen, en zwijgen zij over het concrete beleid dat de Unie wel dient uit te oefenen. U bent toch ook tegen de superstaat, nietwaar?

Bovenal blijven politici het antwoord schuldig op de kernvraag: wat is hun visie op de toekomst van Europa? Ik verwacht dan ook dat de Europese verkiezingen van 4-7 juni een overwinning zullen opleveren voor nationalistische en xenofobe partijen. Die zijn tenminste duidelijk. De Europese Unie is dus kwetsbaar: veel brozer dan velen denken.

Eén cruciale les heeft Europa de afgelopen zestig jaar niet geleerd. De les dat de Europese Unie niet kan worden gebouwd buiten haar burgers om. Al te lang hebben politici de Europese integratie afgeschilderd als een economische en technische operatie, in plaats van als een politiek proces, waarop burgers volwaardige invloed moeten kunnen uitoefenen.

Maar in Brussel gaat het om macht. Noodzakelijke, gezamenlijk uit te oefenen macht, want onze nationale staten zijn niet langer in staat de belangrijkste publieke goederen –veiligheid, welvaart, gezondheid, recht – zonder hechte Europese samenwerking te waarborgen. De nationale staat in Europa kan niet langer zonder de Europese Unie. Toch blijven nationale politici doen alsof de Europese Unie wel zonder Europese burgers kan. Deze kortzichtigheid vormt de achillespees van de Europese Unie. Zij ondermijnt op termijn ook de legitimiteit van de nationale staat.

Wat is er nodig om meer burgers de overtuiging te geven dat de Europese integratie ook hun persoonlijk belang dient? In de eerste plaats duidelijkheid over de bijdrage van de Unie op drie essentiële terreinen van overheidszorg: economie, milieu, en veiligheid. Wat economie en werkgelegenheid betreft is het nu voor alles zaak protectionisme te voorkomen. De gemeenschappelijke Europese markt is onmisbaar om de economische crisis het hoofd te bieden. Die markt verschaft onze economieën een cruciaal concurrentievoordeel in de wereld. Juist nu moeten wij vasthouden aan de regels die de gemeenschappelijke markt dragen. Steun dus voor het mededingingsbeleid van Neelie Kroes i. Maar ook steun aan de pogingen om een wereldhandelsakkoord in de Doha-ronde tot stand te brengen.

Op het terrein van de handelspolitiek is de EU een mondiale grootmacht. Nu is het moment om die macht, samen met de Verenigde Staten, in te zetten voor een mondiaal handelsakkoord. Dit alles vergt politieke moed. Juist nu is er behoefte aan nationale politici die zich sterk maken voor de Europese markt. Ook als het gaat om steun aan nationale banken, waaronder ING.

Bij een Europese financiële markt hoort uiteraard ook Europees toezicht op die markt. Het is dringend nodig dat premier Balkenende en zijn collega’s in de Europese Raad i hiertoe de onvermijdelijke en noodzakelijke besluiten nemen. En uitleggen. Dit is geen tijd voor bange politici. De klimaatverandering vormt een groeiende bedreiging van onze veiligheid en welvaart. In december 2008 besloot de EU tot een ambitieus en krachtig klimaatbeleid om in 2020 twintig procent minder CO-2 uit te stoten. In december dit jaar moeten op de top in Kopenhagen besluiten volgen, onder meer om ontwikkelingslanden te helpen armoede en klimaatverandering te bestrijden. Ook hier zullen nationale politici het belang van krachtig Europees beleid moeten uitdragen.

Veiligheid is het derde hoofdterrein waar de nationale staat een krachtige Europese Unie nodig heeft. Klimaatverandering, bevolkingsgroei, armoede en falend bestuur werken buiten Europa instabiliteit en geweld in de hand. De proliferatie van kernwapens, extremisme, banditisme en interstatelijke conflicten dragen bij aan onveiligheid. In Bosnië en Kosovo zijn er onopgeloste politieke problemen. Rusland roert zich, China komt op, het Arabisch-Israëlische conflict ettert door. De internationale veiligheidssituatie wordt complexer, de onvoorspelbaarheid neemt toe. Geen land in Europa is sterk genoeg om die problemen op eigen kracht aan te kunnen. Diplomatiek en militair wordt van de Europese Unie dus een grotere verantwoordelijkheid gevraagd. Is Nederland daar klaar voor? Toen minister Verhagen vorig jaar waarschuwde ook Nederland meer zal moeten investeren in defensie, bleef het muisstil in Den Haag.

Veiligheid, welvaart en behoud van een gezond leefmilieu kunnen in Europa alleen nog worden gewaarborgd voor zover nationale politiek is ingebed in effectief Europees beleid. Dat vereist van nationale politici dat zij zich openlijk en met overtuiging uitspreken en inzetten voor zo’n Europees beleid, in plaats van de indruk te blijven wekken dat de politiek draait om hun nationale hoofdstad alleen. Het vereist dat politieke partijen scherp en duidelijk aangeven hoe de EU kan en moet bijdragen aan de oplossing van binnenlandse problemen. Meer eerlijkheid dus, en meer moed. Met minder kan Europa niet toe.

Maar er is meer nodig. Burgers van Nederland of Tsjechië, Duitsland of Polen moeten zich ook burgers kunnen voelen van Europa. Zestig jaar na de oprichting van de Europese Gemeenschap i dient eindelijk inhoud te worden gegeven aan het Europees burgerschap – niet als alternatief voor het nationaal burgerschap, maar als concrete aanvulling erop. Bijvoorbeeld via het onderwijs. Bijvoorbeeld door te financieren dat iedere school een scholenband kan aangaan met een andere school in de Unie. En door iedere scholier en student in Europa het recht en de mogelijkheid te geven een aantal maanden in een andere EU-lidstaat te studeren.

Waarom is het Erasmus-programma met meer dan een miljoen deelnemers zo’n succes? Omdat het jongeren een bredere blik geeft, en een betere start op de arbeidsmarkt. Omdat het Europa concreet maakt. Versterken dus, die Europese dimensie van het onderwijs. En natuurlijk hoort daarbij ook wezenlijke aandacht voor geschiedenis en cultureel erfgoed. Een nationale canon kan daarbij helpen, mits die een open oog heeft voor de inbedding van ons eigen land in Europa.

Lang hebben velen gedacht dat de Europese integratie vanzelf sprak. Dat de visie van Immanuel Kant uit Zum Ewigen Frieden het had gewonnen van die uit Thomas Hobbes’ Leviathan , en dat, om in de geest van Fukuyama te spreken, Europa definitief de overwinning had behaald op de eigen geschiedenis. Niets is minder waar. Kleingeestig groepsdenken en vooroordelen over vreemdelingen zijn van alle tijden. Vandaag knagen zij aan de wortels van de Europese integratie. Ook, en hoorbaar, in Nederland.

Het is tijd voor een tegengeluid, ook van de toonaangevende maar zwijgende Nederlandse politici: een pleidooi voor een krachtig en effectief Europa. Een Europa dat vrede en recht ook de komende generaties zal kunnen handhaven, en kan uitdragen in de wereld. Het is hoog tijd voor een pleidooi voor Europa.

 

administrator_ebnHet is hoog tijd voor een pleidooi voor Europa