My Blog

Benoem een minister voor Europese Zaken in nieuw kabinet

Benoem een minister voor Europese Zaken in nieuw kabinet
woensdag 17 oktober 2012, 13:55, Monica den Boer (Lid Adviesraad EBN), Godelieve van Heteren (Voorzitter EBN), Evert-Jan Mulder (hoofd PBQL Europa)
Paleis Noordeinde

In het buitenlandse beleid van de Nederlandse regering wordt sinds de Tweede Wereldoorlog een bijrol ingeruimd voor Europese Zaken. Sinds 1957 hebben 20 staatssecretarissen voor Europese Zaken deze bijrol vervuld. De laatste moest het zelfs combineren met de portefeuille Ontwikkelingssamenwerking.

Gedwongen door de financiële crisis staat de Europese Unie i nu op het punt vergaande stappen te zetten in de overdracht van nationale bevoegdheden naar het Europese niveau. Vanwege onze verwevenheid en afhankelijkheid van de Europese Unie staan er voor Nederland grote politieke en economische belangen op het spel. Het wordt dus tijd om van Europa weer “Chefsache” te maken. De toekomst van Europa is immers essentieel voor de welvaart en het welzijn van de Nederlandse burgers.

In het recente verleden is in diverse adviezen geopperd om Europese Zaken meer strategisch gewicht te geven binnen het kabinet. Er werd geadviseerd de functie te beleggen bij de Minister-President. Naar onze mening is het beter in het nieuwe kabinet een aparte plaats in te ruimen voor een minister van Europese Zaken. Twee argumenten spelen daarbij een belangrijke rol.

In de eerste plaats zal de discussie over Europa de komende jaren vooral een discussie zijn over de verdere bestuurlijke vormgeving van de Europese Unie. Het is niet uitgesloten dat er een opvolger van het Verdrag van Lissabon i komt, om de nieuwe verhoudingen tussen lidstaten onderling en met de Europese Unie te bekrachtigen. De toekomstige bestuurlijke vormgeving van d Europese Unie vraagt om een degelijke politieke voorbereiding en coördinatie, en een duidelijke Nederlandse standpuntbepaling. Hiervoor is een bestuurlijk zwaargewicht binnen het kabinet nodig, die direct aanspreekbaar en verantwoordelijk is. Collega-ministers hoeven niets te vrezen, want zij blijven verantwoordelijk voor de vormgeving van EU beleid op hun eigen terrein. In dit model blijft de Minister-President de algemene politieke strategie bewaken. Het ministerie van Algemene Zaken i krijgt dus niet de verantwoordelijkheid voor Europese Zaken. Het risico dat Europese Zaken daar dezelfde ondergeschikte rol krijgt toebedeeld als het nu krijgt op het ministerie van Buitenlandse Zaken i moet namelijk worden voorkomen.

In de tweede plaats dient deze bewindsman (of –vrouw) kritisch te kijken naar de verhouding Europa in Nederland. Sinds het Verdrag van Lissabon kent het huis van Thorbecke een vierde, Europese, bestuurslaag. De integratie van het Nederlandse bestuur met het Europese bestuur is een taak die vraagt om een grondige heroriëntatie en deels herinrichting van bestaande structuren en processen. De positie die Nederland inneemt in de Europese politiek wordt voornamelijk bepaald door de wijze waarop Nederland in eigen land die politiek vorm geeft. Steeds vaker stuit Nederland op de grenzen van zijn eigen bestuurlijke systeem, dat gekenmerkt wordt door een hoge mate van bestuurlijke fragmentatie en een sterke focus op het Binnenhof in plaats van Brussel. De nieuwe Minister van Europese Zaken moet zich daarom actief inzetten voor de broodnodige implementatie van Europese wet- en regelgeving. We hoeven misschien niet het beste jongetje van de klas te zijn, maar boetes en veroordelingen incasseren dragen niet bij aan het imago van een betrouwbare en constructieve Europese partner. Ook dient de nieuwe bewindspersoon te kijken naar kansen om nationaal beleid te uploaden naar het Europese niveau. Vooral binnen de grote uitvoeringsorganisaties als het Kadaster, Rijkswaterstaat of de Belastingdienst zijn diverse ‘parels’ te vinden, waarmee Nederland goede sier kan maken op Europees en internationaal niveau. Tot slot is het ook geen overbodige luxe het achterstallig onderhoud in Europese kennis en kunde bij de gemiddelde ambtenaar aan te pakken. De Europese Unie zou geen vrijblijvend maar een verplicht onderdeel moeten zijn binnen de reguliere opleidingen en trainingen.

Ongetwijfeld zijn er nog meer en betere argumenten aan te halen voor een Minister van Europese Zaken. Ook andere factoren kunnen zeer bepalend zijn voor het terugbrengen van het vertrouwen in het Europese project. Het doorslaggevend argument is dat Nederland nu het belang van Europa moet verstevigen in het regeringscentrum. Een minister van Europese Zaken is de aangewezen figuur om die rol vanaf het Binnenhof te vervullen, zowel naar Brussel als de rest van het binnenland.

 

administrator_ebnBenoem een minister voor Europese Zaken in nieuw kabinet