Opinies

Eigen middelen van de EU: opbouw en afbraak van het stelsel

Eigen middelen van de EU: opbouw en afbraak van het stelsel
maandag 6 december 2010, 16:02

Door het conflict tussen Raad en Europees Parlement i (EP) staat de financiering van de Europese begroting weer in het middelpunt van de belangstelling. Volgens het Verdrag wordt de EU- begroting i gefinancierd uit eigen middelen (als alternatief voor financiële bijdragen door de lidstaten). Vanaf 1970 vormen de landbouwheffingen en invoerrechten eigen middelen. Daaraan is vervolgens een heffing op de geharmoniseerde btw-grondslag toegevoegd.

Vanaf de jaren tachtig is het stelsel van eigen middelen ernstig aangetast, vooral door toedoen van de twee lidstaten – het Verenigd Koninkrijk en Nederland – die nu het verzet tegen de plannen van het EP aanvoeren. Het waren eerst de Britten hun geld kwamen opeisen. Mevr. Thatcher bedong in 1984 een zeer royale kortingregeling. Nadat Nederland in de jaren negentig van netto-ontvanger uit ‘Brussel’ netto-betaler was geworden, ging het zich, om een stevige korting te kunnen opeisen, de gemeenschappelijke invoerrechten als nationale inkomsten respectievelijk nationale bijdrage aan ‘Brussel’ toerekenen. Daarmee heeft ons land, onder aanvoering van minster Zalm i, een belangrijke bijdrage geleverd aan de pervertering van het stelsel van financiering van de EU-begroting.

Harry Notenboom, lid van het Europees Parlement tussen 1971 en 1984, en in de periode maar liefst tien jaar lang rapporteur Eigen Middelen, heeft de opbouw en afbraak van het stelsel van eigen middelen systematisch in kaart gebracht. Daarmee voorziet hij in een behoefte. Zelfs op de meest betrokken departementen zijn de achtergronden van het fenomeen ‘eigen middelen’ niet (meer) bekend.

Zijn heldere overzicht eindigt in mineur: “De geschiedenis van de Eigen Middelen is helaas een soap geworden. Erger nog. Alle betrokkenen, ook wetteksten blijven gewagen van ‘Eigen Middelen’ terwijl daar in de realiteit geen sprake meer van is. Er zit geen redelijke grondgedachte meer achter. Het is een ‘non-stelsel’ geworden. De regels en cijfers zijn een resultaat van compromis op compromis, van visieloosheid en chantage.”

De heer Notenboom heeft de EBN toestemming gegeven zijn studie (van 23 pagina’s) op de website te plaatsen.

Open de tekst (pdf)

 

administrator_ebnEigen middelen van de EU: opbouw en afbraak van het stelsel
read more

Nederland in Europa: onverantwoord en onbeholpen

Nederland in Europa: onverantwoord en onbeholpen
maandag 6 december 2010, 15:46, Bob Molenaar

Terwijl wij nog midden in de nasleep van de financiële crisis zitten en land voor land moeten bijstaan om de Euro i overeind te houden, en bovendien nog druk bezig zijn om de nieuwigheden van het Verdrag van Lissabon i in de praktijk te brengen, hebben twee landen de aanvaarding van een compromis met het Europees Parlement i over de begroting voor 2011 verhinderd, zodat alles weer over moet en het Europese gebeuren begin volgend jaar ernstig in de knoop komt. Was er dan teveel gevraagd? Welnee, Parlement en Commissie waren akkoord gegaan met de door de Raad i zelf al aangegegeven 2.9% verhoging. Enige voorwaarde van de kant van het Parlement: overleg over de toepassing van twee nieuwe artikelen in het Lissabonverdrag, die gaan over meerjarenbegrotingplanning en eigen inkomsten voor de Europese Unie i. Het verdrag bepaalt dat het EP daarbij medezeggenschap heeft, maar hoe je dat realiseert moet uiteraard nog worden uitgewerkt. Wie zijn er dan tegen overleg? Groot Brittannië en ….Nederland.

Intussen heeft het Parlement nog een tweede kans geboden om in een nieuwe Raadszitting de schade te herstellen; of dat ervan komt, moeten wij maar afwachten.

Hoe heeft het zover kunnen komen dat nu uit andere lidstaten, Parlement en Commissie geen goed woord over Nederland meer te horen valt en er – onterecht – zelfs voor wordt gepleit om hulp aan Nederlandse werklozen maar even te laten wachten? Dat het blokkeren van de begrotingsbehandeling in de huidige Europese crisissituatie onverantwoord was lijdt geen twijfel. En onbeholpen?

Om dat te beoordelen zijn twee benaderingen nodig, een kritisch bezien van de Nederlandse mogelijkheden in het Europese gebeuren, en een blik op de achtergronden van de Britse houding. In het Europa i van vandaag zijn de mogelijkheden van elk land om een eigen aanpak wet te doen worden uiteraard beperkt: je hebt een meerderheid, soms de instemming van alle 26 andere lidstaten plus een meerderheid van het Parlement nodig om je plannetje te realiseren. Alleen dwars gaan liggen mag een enkele keer nodig zijn, het kost je wel veel goodwill voor alles wat je wel wilt bereiken. Dan maar rondzwerven en zo nu en dan tegen de ene grotere broer, dan weer tegen de andere grote broer aan gaan liggen? Dan word je de speelbal van de groten, je bent blijkbaar te koop. En veel levert dat niet op. Er zou best een andere weg gekozen kunnen worden, die je van speelbal tot medespeler maakt. Nu draait elke zitting van de Europese Raad om wat Merkel en Sarkozy de voorgaande dagen en uren gezegd of juist niet gezegd hebben. Andere stemmen hoor je vrijwel niet. Dat kan, en was wel eens, anders. Natuurlijk is het hoogst belangrijk dat de twee grootste Euro-landen samen optrekken, maar de rest doet er ook toe. Goed voorbereid Benelux i-overleg en op aanvaarding door een brede meerderheid afgestemde gezamenlijke standpunten van de Drie zouden wel degelijk een echo krijgen in debatten en media. De Drie hebben onderling geen gelijkluidende aanpak? Dat geldt zonder meer voor de totale 27 waarvoor hun standpunt bedoeld is. Uitzoeken dus, wat kan!

In de begrotingskwestie zijn wij de Britten te hulp geschoten. Alleen de zaak blokkeren had hen in een te moeilijk parket gebracht, maar samen met een van de oprichterstaten kon je het wel doen, moet Londen geredeneerd hebben. En wat is de achtergrond van dat Londen, van premier Cameron? Om daar een oordeel over te geven neem ik mijn toevlucht tot een anekdote. Cameron heft al herhaaldelijk Margaret Thatcher als zijn lichtend voorbeeld ten tonele gevoerd. Daarom deze herinnering.

Een anekdote moet onze Europaminister Ben Knapen i wel tot lering kunnen trekken. Hij komt immers van de NRC i, en elke avond neem ik na de voorpagina allereerst de achterpagina van mijn NRC door. Vanwege het Ik-je en Frits Abrahams, anekdotische bijdragen doorgaans. Nu de mijne.

Margaret Thatcher werd in 1975 door de Britse Conservatieven i als Leider van de Oppositie aangewezen. In die hoedanigheid bracht zij ook een officieel, door de Britse ambassade georganiseerd, bezoek aan Nederland, en ontmoette ministers, politici, topmensen uit het bedrijfsleven. De Britse ambassadeur – een persoonlijke vriend, die een groot voorstander was van de Europese integratie en van een actieve deelname van zijn land daaraan – gaf een receptie. `Toen ik aankwam, zei hij tegen mij: Bob, ik zet jou met haar op een sofa. Jij moet proberen haar te overtuigen over Europa, veel succes! Zo kwam het dat ik meer dan een half uur op een rustieke Britse sofa met de Iron Lady heb gediscussieerd. Zonder succes natuurlijk. Toen ik dat aan de ambassadeur rapporteerde, zei hij: “Dat verwachtte ik al. She is utterly provincial.” Destijds een krasse kenschets van een diplomaat, maar wel tekenend, niet alleen voor Thatcher, maar ook voor haar bewonderaar Cameron. Ook voor zijn bondgenoot Nederland?

Zijn wij een provinciaal denkend landje ergens aan de rand van Europa? Met excuses uiteraard aan onze provincies, die ik hoger pleeg te schatten, als oud-regiobestuurder, dan de gemiddelde Nederlander, maar provinciaal opereren brengt je in Europees verband niet veel verder. Onbeholpen dus. Nederland is een betere aanpak waard, en heeft die broodnodig. Want dat brood, met beleg, komt uit dat Europa.

BOB MOLENAAR

oud-voorzitter Europese Beweging Nederland

oud-secretaris-generaal internationale Europese Beweging

 

administrator_ebnNederland in Europa: onverantwoord en onbeholpen
read more

Robert Menasse en Europa

Robert Menasse en Europa
maandag 18 oktober 2010, 14:28, Robert Menasse

Robert MenasseRobert Menasse (1954) is een vooraanstaande Oostenrijkse schrijver, vertaler en essayist. Hij heeft in Wenen, Salzburg en Messina Germanistiek, Filosofie en Politicologie gestudeerd. In 1980 is hij gepromoveerd; de titel van zijn proefschrift was Der Typus des Außenseiters im Literaturbetrieb. Am Beispiel Hermann Schürrer. In 1988 publiceerde Menasse zijn eerste roman, Sinnliche Gewißheit.

Vijf van zijn boeken zijn, vertaald door Paul Beers, in het Nederlands verschenen. Het gaat om: Zalige tijden, breekbare wereld ; Bar Hopeloos ; De verdrijving uit de hel ; Kentering ; Don Juan de la Mancha of de leerschool van de lust . In 1999 was hij drie maanden ‘Writer in residence’ in Amsterdam.

Robert Menasse schrijft ook essays. Daarin heeft hij vaak heden en verleden van Oostenrijk op kritisch-ironische wijze besproken. Sinds 2006 krijgen ook Europa en de globalisering volop zijn aandacht. Zijn kritiek richt zich daarbij vooral op de ‘democratische tekorten’.

Menasse werkt nu aan een roman die moet spelen in het Europa van 2030. Voor zijn onderzoek heeft hij dit voorjaar enige weken doorgebracht bij de Europese instellingen in Brussel. Dat verblijf heeft hem tot nieuwe inzichten gebracht, onder meer over de aard van de Europese Commissie en van het democratisch tekort in de Europese Unie. Over zijn ‘bekering’ heeft hij inmiddels in verschillende media getuigenis afgelegd. Bijv. eind augustus via de Duitse zender ZDF. Zijn bijdrage (van vijf minuten) is – evenals een onversneden eurofederaal pleidooi van Pierre Boulez – te zien via:

Aspekte: Robert Menasse über Europa

Door bemiddeling van mevr. Daria Bouwman (Oostenrijkse ambassade) heeft Robert Menasse ons toestemming gegeven zijn impressies uit Brussel te publiceren.

Robert Menasse over Europa (pdf)

 

administrator_ebnRobert Menasse en Europa
read more

Frans-Duitse visie op het GLB: behoudzucht troef

Frans-Duitse visie op het GLB: behoudzucht troef
donderdag 14 oktober 2010, Marko Bos

In 2013 lopen zowel de meerjarige begrotingskaders van de EU (Financiële Perspectieven) als de afspraken over het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) ten einde. De komende jaren wordt onderhandeld over het EU-budget en het GLB voor de periode na 2013. Doordat het GLB relatief veel middelen uit de EU-begroting vergt, zijn die twee discussies sterk met elkaar verknoopt.

In september hebben de Franse en de Duitse minister van Landbouw, Bruno le Maire en Ilse Aigner, een gemeenschappelijke standpunt over het GLB na 2013 neergelegd (het stuk is te vinden op www.bmelv.de). Daarin geven zij aan dat het GLB aan nieuwe uitdagingen moet worden aangepast. Deze betreffen zowel de wereld om ons heen (o.a. toenemende vraag naar voedsel en biomassa, sterkere prijsschommelingen, klimaatverandering en toenemende gezondheidsrisico’s) als de wensen en behoeften van de burgers van Europa ten aanzien van voedsel, landbouwproductie en landschapskwaliteit.

De beide ministers stellen te kiezen voor voortzetting van de lijn van marktgerichte hervormingen en plaatsen deze in het kader van de Europa 2020 strategie i. Maar vervolgens houden zij vast aan de huidige inrichting van het GLB en aan de bestaande betalingen aan boeren (en hun lidstaten). Het bestaande tweepijlermodel van het GLB – waarbij de eerste pijler van de marktordening vooral op inkomenstoeslagen berust, en de tweede een breder georiënteerd plattelandsbeleid omvat – moet gewoon in stand blijven: “Jegliche Änderungen der derzeitigen Form des 2-Säulen-Modells zur Erhöhung der Akzeptanz der GAP innerhalb der Gesellschaft (‘Greening’) muss mit klaren Vorteilen für die Landwirte, ländlichen Räume und die Umwelt verbunden sein. Sie sollten keine finanziellen Nachteile für Mitgliedstaaten und Landwirte mit sich bringen.”

Door aan de hervorming van het landbouwbeleid en de vermaatschappelijking van de landbouw zulke strikte voorwaarden te verbinden, sluiten de twee lidstaten die de meeste landbouwsteun ontvangen – Frankrijk bijna € 10 miljard en Duitsland bijna € 7 miljard in 2009 – opties voor een grondige hervorming van het GLB bij voorbaat uit. Ook de suggestie van (nationale/lokale) cofinanciering van bedrijfstoeslagen wordt afgewezen; terwijl deze hervormingsrichting met het oog op het subsidiariteitsbeginsel juist logischer wordt naarmate de betalingen aan boeren meer gebaseerd worden op publieke diensten die boeren buiten de markt om aan de maatschappij leveren (bijvoorbeeld in de vorm van natuur- en landschapsbeheer). En zelfs is niet bespreekbaar de omzetting van uiteenlopende, historisch bepaalde toeslagen in een vaste toeslag per hectare (‘flat rate’) – die een convergentie met het landbouwregime in de nieuwe lidstaten zou bewerkstelligen.

De Franse en de Duitse minister van landbouw kiezen gewoon voor de financiële status quo op hun beleidsterrein. Daarmee wordt niet alleen een noodzakelijke herijking van doelstellingen en middelen van de landbouwpolitiek geblokkeerd, maar ook een heroriëntatie van de EU-begroting op de prioriteiten van de Europa 2020 strategie. Die vraagt om meer Europese investeringen in onderzoek, kennis, innovatie, energie en milieu.

Helaas staan de Duitsers en de Fransen niet alleen in hun behoudzucht. De onderhandelingen over het GLB en het EU-budget zullen daardoor weer vooral in het teken staan van de verdeling van gelden over de lidstaten. De nadruk op ‘juste retour’ belemmert niet alleen een goede afweging van Europese uitgaven op hun toegevoegde waarde maar ook de terugkeer naar een doorzichtig en rechtvaardig systeem van inkomsten (resp. bijdragen van de lidstaten).

De EVP i, de fractie van de christendemocraten in het Europees Parlement i, wil de invoering van een Europese belasting overwegen. Deze zou bijvoorbeeld kunnen worden gelegd op financiële transacties of vliegreizen. Op zich is dat een positief signaal. Maar zolang ‘juste retour’ denken hoogtij viert en ook invoerrechten – pure eigen middelen van de EU – door lidstaten als Nederland als een nationale bijdrage worden beschouwd, heeft de discussie over een Europese belasting veel weg van een vlucht naar voren.

De Europese integratie is meer gediend met een grondige heroverweging van de uitgaven ten laste van de EU-begroting. Doelmatigheid, doeltreffendheid, solidariteit en subsidiariteit zouden daarbij leidraad moeten zijn.

 

administrator_ebnFrans-Duitse visie op het GLB: behoudzucht troef
read more

Het regeerakkoord en Europa

Het regeerakkoord en Europa
woensdag 13 oktober 2010, 12:36, Marko Bos

Het regeerakkoord VVD – CDA legt nog eens duidelijk vast dat Europa essentieel is voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. “Blijvende betrokkenheid bij het Europese proces is daarom in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven.” Dat klinkt goed, al loopt het stelselmatig mijden van de term ‘integratie’ hier wel erg in het oog.

Aan toekomstige uitbreidingen van de EU worden geen extra belemmeringen in de weg gelegd. Over deze politiek gevoelige kwestie valt slechts één zin te vinden die een diepe waarheid bevat: “De Europese Unie kan echter niet onbeperkt uitbreiden.” Geen veto op de toetreding van Turkije i dus – maar die toetreding is voorlopig ook niet aan de orde.

Vervolgens stelt het regeerakkoord dat de EU zich dient te beperken tot de kerntaken die gericht zijn op welvaart, vrijheid en veiligheid. Dan komt het uiteraard aan op de praktische consequenties en politieke keuzes die aan dit uitgangspunt worden verbonden. Mogen wij rekenen op goede politieke debatten over de meerwaarde van Europa op diverse terreinen?

De passage over de EU-begroting is ronduit een meevaller, zeker vergeleken met het VVD-programma dat inzette op halvering van de afdrachten aan de EU. De substantiële vermindering van de afdrachten waarop het regeerakkoord doelt, komt feitelijk neer op continuering van de korting van € 1 miljard na 2013. Hopelijk gaat deze doelstelling niet ten koste van de inzet voor een grondige hervorming van de EU-uitgaven.

Het regeerakkoord toont verder weinig ambitie op het Europese speelveld, behalve naturlijk waar het gaat om immigratie. Het ‘strenge maar rechtvaardige’ asiel- en migratiebeleid dat de nieuwe regering samen met de PVV i voorstaat, vergt aanpassing van een reeks internationale verdragen en EU-richtlijnen (die bepaalde fundamentele vrijheden en rechten waarborgen). Daarin wil het kabinet de komende jaren dus veel onderhandelingskapitaal steken, met heel onzekere uitkomsten en grote risico’s op conflicten. Zo zullen pogingen om het associatieverdrag met Turkije te veranderen op vel weerstand stuiten – niet alleen in Turkije, maar ook in lidstaten als Duitsland en Frankrijk waar een alternatief voor een volledig lidmaatschap van Turkije wordt nagestreefd. Hoe dan ook gaat deze inzet de mogelijkheden beperken van Nederland om op andere terreinen positief vorm te geven aan de Europese integratie.

Het regeerakkoord stelt heel terecht: “Binnen een Unie van 27 leden is besluitvorming ook een kwestie van het sluiten van compromissen. Bij positiebepaling houdt Nederland onze structurele belangen voor ogen.” Er is alle aanleiding om het kabinet daartoe veel wijsheid te wensen.

 

administrator_ebnHet regeerakkoord en Europa
read more

Een stille revolutie

Een stille revolutie?
dinsdag 1 juni 2010, Marko Bos

Op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken i staat te lezen wat een halve eeuw als hoeksteen van het Nederlandse Europa-beleid gold: De Europese Commissie i waakt als onafhankelijk orgaan over het algemeen belang van de Unie. Maar hoe lang nog?

De Tweede Kamer lijkt inmiddels in overgrote meerderheid een andere mening toegedaan. Op 7 mei jl. is met steun van PvdA i, GroenLinks i, D66 i, VVD i, ChristenUnie, SGP i, CDA i, PVV i en het lid Verdonk een motie van de leden Weekers (VVD) en De Nerée tot Babberich aanvaard (Tweede Kamer, 21 501-07, nr. 713). Daarin wordt terecht vastgesteld dat de bewaking van het Stabiliteits- en Groeipact i bij de Raad van ministers i niet in goede handen is. De motie verzoekt de regering “het initiatief te nemen tot een rigoureuze hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact en tot mogelijk een onafhankelijk orgaan te komen dat belast wordt met de handhaving van het pact en daartoe het mandaat en de middelen krijgt om eigenstandig begrotingsdiscipline bij een lidstaat af te dwingen”.

‘Een onafhankelijk orgaan’? Waarom niet gewoon de Europese Commissie? Kamerlid Weekers vindt dat de Commissie een slechte staat van dienst heeft als het erom gaat landen aan begrotingsafspraken te houden, en zijn collega De Nerée sluit zich in wat andere bewoordingen bij dat oordeel aan.

Deze bijna Kamerbreed ondersteunde motie is om verschillende redenen ondoordacht. Zij gaat geheel voorbij aan de – dringend gewenste – versterking die het Verdrag van Lissabon i (art. 126 VWEU i) heeft gebracht in de positie van de Commissie om lidstaten te dwingen buitensporige begrotingstekorten terug te dringen. Zij schaadt daarentegen het aanzien en de positie van de Commissie – ook op andere beleidsterreinen (denk aan het mededingingsbeleid). En zij suggereert een (niet uitgewerkt) alternatief dat zonder een nieuwe Verdragswijziging niet te realiseren valt.

Waar is de Tweede Kamer (exclusief de SP i) op uit?

 

administrator_ebnEen stille revolutie
read more

Het EU-buitenlandbeleid in wording

Het EU-buitenlandbeleid in wording

De Wall Street Journal beschrijft haar als een buikspreekpop en de Financial Times heeft het over machtsspelletjes – Catherine Ashton i kan het onmogelijk goed doen in haar nieuwe functie als Hoge Vertegenwoordiger voor het Europese buitenlandbeleid.

Ook de blauwdruk voor de nieuwe diplomatieke dienst onder haar leiding die zij op 25 maart presenteerde is in Europa op zijn zachtst gezegd met scepsis ontvangen. Daarbij gaat het niet zo zeer om de innovatie van de ruim 130 EU-ambassades, die voortaan door Europese diplomaten zullen worden bemenst. Maxime Verhagen steunde in Brussel al plannen om deze posten op termijn ook consulaire taken te laten overnemen.

Deze op de keper beschouwd toch revolutionaire ontwikkeling voor de vertegenwoordiging van EU landen in den vreemde valt weg in het wapengekletter waarmee de instellingen en lidstaten ten strijde trekken over de bevoegdheidsverdeling van de ‘EDEO’. Op het voorziene organogram van de nieuwe dienst met de naam als een schoonmaakmiddel wordt de komend weken in Brussel en de hoofdsteden exegese gepleegd. Kern van de discussie is natuurlijk de machtsverhouding tussen de lidstaten en de Europese instellingen op het speelveld van het Brusselse buitenlandbeleid.

Dit speelt bijvoorbeeld als het gaat om de vraag wie de lead mag nemen in het bepalen van de geldstromen voor Europese ontwikkelingssamenwerking. Hoeveel armslag houdt Europees Commissaris Piebalgs? Gelijksoortige vragen spelen op het terrein van het nabuurschapsbeleid, dat door de HV als een van haar drie prioriteiten is aangemerkt. Ook de managementstructuur van de nieuwe organisatie is voer voor discussie. Door wie mag Cathy Ashton zich laten vervangen op het wereldtoneel of wanneer zij verantwoording aflegt in het Europees Parlement? Gezien haar moordende reisschema voorwaar geen onbelangrijke vragen. En hoe houdt datzelfde EP een vinger in de pap als het gaat om de financiering van buitenlandse missies? Eind deze maand willen de lidstaten de blauwdruk afzegenen, wat gezien de eerste reacties een ambitieuze planning genoemd mag worden. De Tweede Kamer praat verder over de EDEO tijdens het Algemeen Overleg voor de RBZ van eind april.

Mendeltje van Keulen

 

administrator_ebnHet EU-buitenlandbeleid in wording
read more

Subsidiariteitskramp

Subsidiariteitskramp
zaterdag 1 mei 2010, Marko Bos

Na de kredietcrisis is er brede overeenstemming gegroeid dat stevig Europees toezicht op financiële instellingen nodig is en dat scherper moet worden toegezien op een juiste naleving van het stabiliteits- en groeipact (SGP). De Griekse crisis bracht de onbetrouwbaarheid van statistieken aan het licht; het Griekse tekort bleek veel groter dan eerder gerapporteerd. De Europese Commissie i heeft daarop in februari een voorstel ingediend dat haar ruimere bevoegdheden geeft om in het kader van de buitensporige tekortenprocedure de kwaliteit van de statistische gegevens te controleren. Dan gaat het onder meer om het mogen inzien van de onderliggende boekhoudingen.

Dat gaat een aantal lidstaten te ver. De Commissie zou geen ‘carte blanche’ mogen krijgen, maar de extra bevoegdheden alleen selectief mogen gebruiken, in speciale van tevoren omschreven omstandigheden (bijvoorbeeld wanneer tijdens bezoeken blijkt dat de statistieken van de overheidsfinanciën niet op orde zijn). Het verrast niet dat er lidstaten zijn die de controlebevoegdheden van de Commissie aan banden willen leggen; het verbaast mij wel dat de Nederlandse overheid daaraan steun wil geven.

In het fiche dat de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) heeft opgesteld (Tweede Kamerstuk 22 112, nr. 1003) wordt vastgesteld dat extra controlebevoegdheden voor de Commissie ‘onontbeerlijk’ zijn gebleken. Daarmee is de subsidiariteits horde genomen. Maar de werkgroep vindt de proportionaliteit nog niet goed geregeld. Er moet eerst sprake zijn van ernstige risico’s of significante problemen; bovendien moet de Raad betrokken worden bij de besluitvorming over de inzet van de extra bevoegdheden. Als dat niet in de verordening wordt vastgelegd, kan Nederland niet akkoord gaan.

Waarvoor is Nederland nu meer benauwd?

Voor overijverige Commissieambtenaren die willekeurig overheidsboekhoudingen willen gaan uitpluizen, of voor nieuwe onregelmatigheden bij lidstaten? De financieel-economische schade van een ‘tweede Griekenland’ lijkt mij veel en veel groter dan die van een extensief gebruik door de Commissie van controlebevoegdheden. Moet ons land dan lidstaten behulpzaam zijn bij vertragingstactieken?

Pikant is overigens dat het feit dat het voorstel geen gevolgen heeft voor de EU-begroting voor Nederland een belangrijke voorwaarde voor instemming vormt. Tussen haakjes: waarom zou een betere kwaliteitscontrole van wezenlijke statistische gegevens niets extra mogen kosten? Maar praktisch is deze vraag niet aan de orde: volgens de Commissie is geen extra budget nodig. Zou het feit dat de controle met de bestaande middelen moet worden uitgeoefend, niet het vertrouwen kunnen geven dat van de nieuwe bevoegdheden niet lichtvaardig een overmatig extensief gebruik zal worden gemaakt?

Tot slot wil ik nog een winstpunt noteren. De afgelopen jaren is veel werk gemaakt van een betere toetsing van Commissievoorstellen op subsidiariteit. In de praktijk blijkt het antwoord op de subsidiariteitsvraag vrijwel altijd positief. Alleen de proportionaliteit roept wel eens vragen op. De kop boven deze bijdrage is een beetje misleidend, maar dat had u al begrepen.

 

administrator_ebnSubsidiariteitskramp
read more