My Blog

Keiharde normen of Europese beleidsafstemming?

Keiharde normen of Europese beleidsafstemming?
donderdag 1 maart 2012, 10:59, Paul de Hen

Wie gelooft eigenlijk dat economen tot op de halve procent nauwkeurig kunnen uitrekenen wat over acht jaar de Griekse staatsschuld – of die van welk ander land dan ook – bedraagt in procenten van het Bruto Binnenlands Product i dat dan wordt bereikt? Toch zeker niet ministers van Financiën en de topambtenaren van hun ministeries.

Een schuldquote van 120,5 procent in 2020 staat niettemin in de verklaring van de Eurogroep over de herfinanciering van de Griekse staatsschuld, waarschijnlijk als een van de zoveel maatregelen om druk te houden op de Grieken: het moet menens zijn met de ingrijpende maatschappelijke hervormingen die de Eurogroep van medelid Griekenland eist als prijs voor de herfinanciering. En 2020 is comfortabel ver weg. Inderdaad, zoals zoveel commentatoren al constateerden, er is tijd gekocht. Om de Grieken financiële ruimte te geven hun economie en misschien zelfs hun samenleving drastisch te reorganiseren. Of, voor de pessimisten, om het onvermijdelijke faillissement van de Griekse staat nog een paar jaar uit te stellen. Voor optimisten: in de loop der jaren kan veel gebeuren. Tien jaar terug schreef een Nederlands blad: ‘Duitsland is de oude zieke man van Europa.’ Nu geldt het als dé economische motor.

Mogelijk wacht inmiddels in de coulissen het volgende probleem: Portugal, dat ook een steunpakket kreeg van de EU i en het IMF i (totaal 78 miljard toegezegd). The Financial Times citeerde onlangs een Portugese bankier die meent dat er 30 miljard euro extra financiering nodig zou zijn.

Vergeleken met de 130 miljard onder garantie van andere landen voor de tweede herfinanciering van de Griekse staatsschuld en de Griekse banken is dat kleingeld. Ook heeft Portugal al een reeks maatregelen doorgevoerd; regering en parlement kan niet verweten worden dat ze stil zaten. Het is evenwel een indicatie van het vraagstuk waar de eurozone i mee worstelt: de bezuinigingen waartoe de lidstaten zich verplicht hebben, maken economisch herstel op korte termijn alleen maar lastiger. Van eerder verwachte groei is veel minder of helemaal geen sprake. De eurozone als geheel komt volgens de Europese Commissie i dit jaar in een ‘milde recessie’.

Overheden die nog het vertrouwen van de beleggers in hun staatsobligaties genieten, komen financieel wel weg met een tegenvallende groei, al betalen hun burgers evengoed het gelag in de vorm van de inkomensdaling en werkloosheid waarmee ingrijpende economische en sociale herstructurering blijkbaar onvermijdelijk gepaard gaat. Overheden, zoals op dit moment Portugal, die het vertrouwen kwijt zijn, kunnen tot bezuinigingen gedwongen worden die de herstructurering ook nog eens dwars zitten. Dat zou een goede reden zijn voor aanvullende kredieten zolang het land niet op redelijke voorwaarden toegang tot marktfinanciering heeft.

De lidstaten van de Europese Unie zijn het er tegenwoordig over eens dat meer gezamenlijk economisch beleid dient te worden gevoerd. In plaats van vrijblijvendheid op dat terrein kwam afgelopen najaar de zogenoemde Six-pack wetgeving tot stand, die de Europese Commissie in staat stelt macro-economische onevenwichtigheden in lidstaten niet alleen te signaleren, maar bij hen ook maatregelen af te dwingen, desnoods via boetes. De gezamenlijke lidstaten kunnen Commissievoorstellen daartoe slechts met betrekkelijk veel moeite van tafel vegen. Het duurt ongetwijfeld een paar jaar voor duidelijk wordt of het beter werkt dan het mislukte oude stelsel zonder boetes. Voorlopig is van de nieuwe boetes nog geen sprake.

In haar recent gepubliceerde eerste ‘Alert Mechanism Report’ (http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/documents/alert_mechanism_report_2012_en.pdf) op basis van de nieuwe Europese wetgeving i signaleert de Commissie alleen maar de zwakheden. De Commissie is zo wijs, te beloven dat zij de reeks van indicatoren waaraan zij de situatie in de lidstaten afmeet niet als keiharde normen zal hanteren.

Dat laatste gebeurt nu wel met de tekortnorm volgens het Stabiliteitspact. Ook daar zijn vernieuwingen. Landen die langdurig niet aan de norm voldoen kunnen gekort worden op de Europese subsidies die ze krijgen. Hongarije is onlangs als eerste getroffen met het voorstel van de Commissie om de betaling van 495 miljoen euro uit de cohesiefondsen op te houden. Achtereenvolgende Hongaarse regeringen hadden sinds de toetreding van het land tot de Europese Unie in 2004 nooit voldaan aan de tekortnorm. Opmerkelijk genoeg voldoet Hongarije er op papier nu juist wel aan, maar op basis van projecties voorziet de Europese Commissie nieuwe overschrijdingen in de komende jaren. Het land – geen euro-land – verkeert inmiddels in grote financieringsproblemen.

Als de harde lijn waarmee de Hongaren nu te maken krijgen ook voor Griekenland gevolgd was, was al jaren eerder tegen die lidstaat opgetreden. Dat was waarschijnlijk heilzaam geweest.

De nieuwe harde lijn heeft ook haar risico’s. Met name, dat te weinig ruimte wordt geboden voor tijdelijke overschrijding van de tekortnorm als een land serieus werk maakt van macro-economische herstructurering. Denk nog maar eens aan Duitsland. Om de het stempel van oude zieke man af te schudden greep de regering-Schröder stevig in onder meer de sociale zekerheid. Een paar jaar had Duitsland ten opzichte van de norm te grote tekorten. Het wist echter – ondanks fel Nederlands verzet – steun van voldoende andere lidstaten te verwerven om niet in gebreke te worden gesteld. Nu zou dat anders kunnen zijn. En Duitsland onder Merkel is de kampioen van harde normstelling geworden.

Dat is niet zonder gevaar. Strikte naleving van normen is iets anders dan het voeren van een weloverwogen economisch beleid voor het hele eurogebied. Zelfs als surrogaat is het onvoldoende. Spanje en Ierland waren tot voor een paar jaar modellanden als het aankwam op overheidstekort en staatsschuld. Beide raakten door de ongetemde boom op hun onroerend goedmarkt toch in financieringsproblemen. De nieuwe normen voor macro-economisch evenwicht die de Europese Commissie nu hanteert, zouden daarin misschien verbetering hebben gebracht. Zo is een van de normen de ontwikkeling van de woningprijzen, een andere het niveau van de schulden van particuliere sector. Maar is het probleem niet, dat een volgende cruciale onevenwichtigheid zich in een of andere lidstaat heel goed zou kunnen voordoen op een terrein waar nu nog niet aan wordt gedacht?

Voor Griekenland, Portugal en Ierland komen de Six-pack regels sowieso te laat. Zij staan al onder curatele van IMF, Europese Commissie en ECB. Inderdaad, een vergaande aantasting van hun nationale soevereiniteit. Bij IMF-steun is dat overigens sinds jaren gebruikelijk. Het Fonds geeft geen leningen zonder beleidseisen te stellen aan de schuldenaar.

Voldoen aan de eisen van de krediteuren is iets anders dan het voeren van een goed Europees afgestemd beleid. Zouden de probleemlanden behalve met kredieten en herstructurering ook niet geholpen zijn met conjunctuurstimulerende maatregelen in die eurolanden die zich dat kunnen veroorloven?

Paul de Hen

 

administrator_ebnKeiharde normen of Europese beleidsafstemming?