Op 31 maart vond in ‘Het Kasteel’ in Groningen een door het EU-netwerk Noord-Nederland georganiseerd debat plaats in de aanloop naar het referendum in Nederland op 6 april 2016 over de goedkeuringswet voor het Associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne.
Koos van Houdt zond ons het bijgaand verslag.
Noem het Associatieverdrag met Oekraïne niet ‘neo-liberaal’
GRONINGEN – U bent tegen dat Verdrag, omdat het ‘neo-liberaal’ zou zijn. Die term ken ik ook goed uit de monden van mijn gewaardeerde SP-collega’s in de Eerste Kamer. Een mooie term, die niets zegt. Het staat niet in het verdrag, het is uw uitleg ervan, die je ook kunt omschrijven als een diskwalificatie van het Associatieverdrag.
Aan het woord is Hans Engels, lid van de fractie van D66 in de Eerste Kamer en hoogleraar staatsrecht aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Hij verdedigde donderdagmiddag tijdens een debat van EU-netwerk Noord-Nederland in ‘Het Kasteel’ in Groningen een voor-stem tijdens het komende referendum in ons land op 6 april. Hij kruist op haast serene wijze de degens met Harry van Bommel, al heel lang lid van de Tweede Kamer voor de SP en erkend campagnekanon van deze partij. Overeenkomstig een slogan van lange tijden her verdedigt hij ‘Stem tegen’.
Het is 31 maart en in het zaaltje zitten minder mensen dan waarop vooraf gehoopt of op gerekend was. Een voorbode voor de te verwachten opkomst bij dat referendum? De betrokkenheid van de aanwezigen bij het thema is desondanks groot en het bevordert de kwaliteit van het debat. Iedere aanwezige heeft en neemt de kans een bijdrage te leveren.
In de boze buitenwereld leest intussen iedereen inmiddels de ‘bekentenis’ van de initiatiefnemers, verenigd in het Burgercomité EU in NRC Handelsblad: “Ons werkelijke doel is de relatie tussen Nederland en de Europese Unie onder spanning te zetten. Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen.”
Harry van Bommel zeilt er vakkundig omheen. Dat Burgercomité EU, zegt hij, zou er nooit zelf in zijn geslaagd een referendum op poten te zetten. Daarvoor hadden ze de jongens van GeenPeil nodig. Die weten weer veel beter hoe je zo’n campagne voert. Samen is het hen gelukt de noodzakelijke handtekeningen te verzamelen. Daarom spreken we nu met elkaar over Oekraïne en het Associatieakkoord.
Want daar gaat het referendum toch over en dat nemen we serieus, zegt Van Bommel. Hij herhaalt nog eens hartstochtelijk Europeaan te zijn, de Europese Unie te zien als redelijk succesvol in het streven de vrede op dit continent zwaar te verankeren, maar het project bedreigd te zien door mensen “die veel verder willen gaan”.
De economie van Oekraïne met veel slecht geleide en weinig rendabele staatsbedrijven zal zwaar te leiden krijgen door de economische ontwikkelingen die worden bevorderd door het Associatieverdrag. Door privatiseringen van de beste delen van deze staatsbedrijven zullen in de komende tien jaar velen in dit land hun baan verliezen zonder uitzicht op wat anders, analyseert Van Bommel.
Maar juist het deel dat gaat over economie en handel in het Associatieverdrag zal een eventueel ‘nee’ van de Nederlandse kiezer moeiteloos overleven. Dat deel gaat over handel en daar gaan niet de lidstaten, maar de Europese Unie als zodanig over. Die stelling maakt onderdeel uit van de analyse van hoogleraar Engels. In die functie (“dat is het objectieve deel van mijn verhaal”) heeft hij nagedacht over de staatsrechtelijke gevolgen van zo’n eventueel ‘nee’.
Inderdaad nog niet eerder betreden terrein, erkent hij. Waarschijnlijk zal bij een Nederlands ‘nee’ het verdrag in twee stukken worden geknipt. Het handelsdeel blijft overeind, twee andere delen zullen in een nieuw verdrag worden gegoten, waar Nederland dan niet aan mee hoeft te doen. Althans, dat is zo’n typisch ‘Brusselse’ oplossing die in het verleden al wat vaker is gezien na referenda in andere lidstaten. Nederland draagt dan niet bij aan bevordering van de opbouw van de rechtstaat en versterking van de positie van de mensenrechten in dat land, zegt Engels. En Nederland staat dan buitenspel bij politieke afspraken over het buitenlands beleid en de bevordering van de vrede in dat kwetsbare deel van Europa.
Hij wil “als senator van D66” nu niet zeggen wat de politieke stellingname van Nederland moet zijn na zo’n onverhoopt ‘nee’. “Dat is in de eerste plaats een zaak voor onze politieke leider, dan voor onze fractie in de Tweede Kamer en daarna pas voor ons als senatoren. Maar we hebben er al wel zorgvuldig met elkaar over nagedacht”, zegt hij. Nu gaat het erom of we woensdag voor of tegen stemmen. Dan vindt D66 dat het ondanks alle onzekerheden een “ondersteuning in de goede richting” is om ‘ja’ te stemmen. Het is een stimulans voor de jongere generaties die nu voorop gaan in de strijd tegen de corruptie in dat land. Afwijzing levert voor hen geen betere positie op, zegt Engels.
Van Bommel zegt in dat verband dat we op dit moment zeker te maken hebben met een legitieme regering in Oekraïne, hoewel die er af en toe een rommeltje van maken. Maar moeten wij die regering klakkeloos volgen of mogen we er zelf ook nog wat van vinden? Die vraag moet ook bevestigend worden beantwoord, want “we zijn als Nederland lid van de Europese Unie en dus partij bij dat verdrag. Dan mogen we ook kritiek oefenen op wat we niet goed vinden aan het huidige beleid in Kiev”, meent hij.
Eén van de aanwezigen in de zaal bouwt aan de hand van allerlei concrete feiten waarover hij zegt te beschikken, de stelling op dat het helemaal niet meer gaat om een democratische regering. Oekraïne is vervallen tot een politiestaat, waar knokploegen soms vrij spel hebben om mensen te doden die een niet gewaardeerde mening hebben. Met een dergelijk regime kun je geen zaken doen en daarom zou je op morele gronden tegen moeten stemmen.
Engels erkent: “Op ons als politici mag altijd ook zo’n moreel beroep gedaan worden. Maar dit verdrag is in zijn ogen geen belemmering, maar juist een stimulans om dit soort praktijken te bestrijden. Hij is er overigens wel op tegen om het argument te gebruiken dat de Russische president Poetin in zijn vuistje zal lachen bij een tegenstem. “Ik ben niet van die school”, zegt hij. Op dat punt vinden Van Bommel en Engels elkaar. Van Bommel: “ik verdedig het ‘nee’ niet omdat dit Poetin beter uit zou komen”.