My Blog

Opnieuw beginnen met Europa

Opnieuw beginnen met Europa
door Wim van Eekelen (Europa in Beweging nr. 4) (2005)

De Europese Unie heeft zich tot november 2006 de tijd gegeven voor bezinning op de toekomst nu Frankrijk en Nederland per referendum de Constitutie hebben afgewezen en Engeland de behandeling heeft opgeschort. De nee-stemmers hebben de plicht aan te geven hoe zij vinden dat het verder moet. Deze column werd geschreven vóór Prinsjesdag, zodat ik nog niet wist wat in de “Staat van de Unie” is geschreven over de brede maatschappelijke discussie die in ons land door het presidium van de Tweede Kamer in samenwerking met de staatssecretaris van Europese Zaken georganiseerd zou worden. Geen enkele optie is aantrekkelijk en er is geen duidelijk “Plan B” dat voor de Constitutie in de plaats kan komen. We hebben de historische precedenten van Denemarken en Ierland waar Europese verdragen met een aanvullende verklaring opnieuw en met succes aan een nieuwe volksstemming werden onderworpen. Dat lijkt voor Nederland moeilijk want de redenen van afwijzing waren daar te verscheiden voor. Niets doen en voortmodderen met het verdrag van Nice biedt ook geen antwoord op de uitdagingen van dit moment, zowel economisch als politiek. Met 25 lidstaten moet de besluitvorming duidelijker en democratischer worden geregeld om niet in een neerwaartse tendens te vervallen.

Aanpassing van Nice?

De Duitse Bertelsmann Stiftung heeft een ontwerp gemaakt voor een amendering van het verdrag van Nice die de meest belangrijke verbeteringen uit de Constitutie overneemt, maar geen grondwettelijke ambities heeft. Een nieuwe intergouvernementele conferentie zou die teksten moeten vaststellen. Het gaat daarbij om:


institutionele verbeteringen: de semi-permanente voorzitter van de Europese Raad, de minister van Buitenlandse Zaken die tevens zitting heeft in de Commissie en leiding geeft aan een Europese buitenlandse dienst, versterking van de positie van de voorzitter van de Commissie, en regeling van teamvoorzitterschappen van de vakraden.

besluitvorming via de dubbele meerderheid van lidstaten en bevolkingsaantallen ( in de Constitutie gesteld op respectievelijk 55 en 65 %), waardoor een groot aantal kleine lidstaten nodig zijn om een meerderheid te vormen, maar de grote landen niet bang behoeven te zijn te worden overstemd door een conjunctie van kleintjes. Tevens versterking van de rol van het Europees Parlement door co-decisie en van de nationale parlementen door de subsidiariteitstoets.

mechanismen van gedifferentieerde integratie zoals nauwere samenwerking van een groep van landen, open coördinatie, de permanente gestructureerde samenwerking op defensiegebied en het defensie-agentschap.

structurele verbeteringen zoals een juridisch bindend Handvest van grondrechten; omschrijving van de competenties van de Unie; de “passerelle” bepalingen die het mogelijk maken met unanimiteit veranderingen aan te brengen zonder dat ratificatie nodig is; de solidariteitsclausules in geval van terroristische aanslagen of andere rampen, maar ook bij een gewapende aanval.

Een dergelijke amendering zou niet de inhoudelijke beleidsterreinen omvatten die in deel III van de Constitutie voorkomen en die de tekst zo dik hebben gemaakt zonder veel nieuws toe te voegen aan de bestaande situatie. Het ontwerp is daardoor aanzienlijk korter en het Handvest van grondrechten zou een apart document blijven. Voordeel is dat duidelijk wordt wat nieuwe bepalingen zijn. Nadeel echter dat de samenhang minder is dan in de Constitutie en men niet toekomt aan de simplificatie van procedures en instrumenten van de Unie.

Waarom ging het mis ?

Volgens de eurobarometer vond 19 % van de nee-stemmers dat Nederland invloed verloor en 13 % dat Europa te veel geld kostte. Het woord grondwet of Constitutie heeft ook velen afgeschrikt. Tegelijk dacht 65 % dat bij heronderhandeling onze belangen beter verdedigd konden worden. Dat zou pleiten voor de Bertelsmann aanpak. Maar wat zijn onze belangen? Toch bij uitstek een gemeenschap met een vrij handelsverkeer die Europese belangen definieert en grensoverschrijdende problemen aanpakt, een evenwicht biedt tussen groten en kleinen, democratisch functioneert en nationale identiteiten respecteert. Kortom het devies bij de Constitutie: eenheid in verscheidenheid. Blijkbaar blijft de overgrote meerderheid van ons volk pro Europa, maar voor welk Europa? Dat kan niet in een vrijblijvende diplomatieke samenwerking. Wij moeten terug naar de basis. Uitleggen dat Europa een vitaal belang vertegenwoordigt voor onze welvaart, werkgelegenheid en veiligheid. Een Europa waarin niemand helemaal zijn zin krijgt, maar zich toch blijft herkennen in zowel het proces als het resultaat. Wij moeten af van het idee dat wij het braafste jongetje van de klas zijn. Dat zijn wij niet en zijn wij ook nooit geweest. Het gaat er ook niet om dat wij teveel betalen – iedereen draagt bij op basis van dezelfde principes – maar dat wij te weinig terug zouden krijgen sedert het zuivelbeleid werd aangepast. Daarom is het legitiem om te pleiten voor beleidsaanpassingen en die zullen er zeker komen. De EBN zal een rol spelen in de maatschappelijke discussie in samenwerking met de aangesloten organisaties. Onze platformfunctie is een uniek element. Maar ik doe ook een beroep op onze individuele leden om hun mening kenbaar te maken. Welke oplossing kiest u? Wat denkt u van heronderhandeling (gesteld dat de lidstaten die wel ‘ja’ hebben gezegd dat accepteren) en wat zijn voor u de kernpunten?

 

administrator_ebnOpnieuw beginnen met Europa