Over strenge regels en stevige straffen
donderdag 2 februari 2012, 11:29, Paul de Hen
De jongste Europese top was, meer nog dan de voorgaande van dit jaar, een top van regels. Het conflict tussen de Britste eerste minister David Cameron i en (bijna) al zijn collega’s uit de rest van de lidstaten van de EU i betreft regels, en het besluit van de niet-Britse regeringsleiders om Camerons veto te omzeilen door dan maar een intergouvernementeel verdrag te sluiten gaat om de mogelijkheid om nog sterkere regels vast te leggen voor het begrotingsbeleid en het financieel-economische beleid in bredere zin voor de euro-landen en wie daar ooit bij wil horen.
Het is de visie van de financiële technocraten die wint. Als er maar regels zijn, met – uiteraard – stevige straffen op niet-naleving, dan zullen de financiële markten hun vertrouwen in de staatschuld van de euro-landen en in de soliditeit van het bankwezen daar snel hervinden. Dat betoogt Mario Draghi i, de nieuwe president van de Europese Centrale Bank i (ECB), en hij verwoordt er ideeën mee die in de kringen van centrale bankiers en financiële topambtenaren breed aanhang hebben. Draghi, ook afgereisd naar de top in Brussel, toonde zich tevreden met de voornemens van de niet-Britse regeringsleiders.
De Europese Commissie i, bij monde van economie-commissaris Olli Rehn i, ziet het ook wel zitten en denkt blijkbaar dat de ogenschijnlijk niet simpele opgave van de juridische vormgeving van nieuwe afspraken buiten de Britten om, oplosbaar is.
Wat er nu bekend is van de plannen versterkt in zaken van begrotingsbeleid de positie van de Commissie ten opzichte van de lidstaten nog verder dan al het geval was bij de net op 13 december in werking getreden zogenoemde ‘six-pack i’. Dat is het pakket samenhangende nieuwe regels waarbij de EU-lidstaten i onder meer verplicht worden hun begrotingsplannen niet alleen aan hun nationale parlement maar ook aan de Commissie voor te leggen. De Commissie kan landen voor wie een excessief tekort-procedure is afgekondigd (dat zijn momenteel op vier na alle lidstaten) met meer kracht een aanbeveling opleggen als zij zich niet houden aan de vooraf afgesproken maatregelen. Alleen met een gekwalificeerde meerderheid kunnen de andere lidstaten zo’n aanbeveling en de sancties op niet-naleving daarvan terzijde schuiven.
Dat kan dus nu al. Maar in de discussie over het six-pack pleitte de ECB met kracht voor nog meer automatisme in het opleggen van maatregelen aan landen die zich niet aan de aanwijzingen van de Commissie houden. Op gezamenlijk voorstel van Duitsland en Frankrijk moet de volgende stap nu worden dat alle euro-landen verplicht worden om net als Duitsland normen voor het vermijden van een overheidstekort in de wet, liefst zelfs in hun grondwet, vast te leggen. Een land dat zich daar niet aan houdt zou door de Europese Commissie voor het Hof van Justitie i in Luxemburg moeten kunnen worden gedaagd.
Een tekort- en een schuldnorm staan toch al in de Europese regels? Zeker, maar na de diepe recessie van 2009 kreeg naleving ervan niet de hoogste prioriteit. Ook niet in Duitsland en Nederland trouwens.
Zulke starre tekort- en schuldnormen zijn dan ook niet onomstreden. De Duitsers hebben nu wel een wettelijk norm maar gaven zichzelf ruim de tijd om die ook werkelijk te halen. Als er een Europese norm komt zal die rekening houden – dat staat ook in de voornemens – met de noodzaak om in economisch slechte tijden het tekort, en de overheidsschuld, te laten oplopen om de economie gaande te houden. Het ‘structurele tekort’ moet het uitgangspunt zijn, niet het werkelijke tekort van jaar op jaar. Helaas, het structurele tekort is helemaal niet zo simpel vast te stellen.
Niettemin denken de centrale bankiers en anderen dat alleen met hard gehandhaafde Europese normen de markten te overtuigen zijn. Dat moet maar blijken. Het six-pack heeft geen merkbaar effect gehad op het vertrouwen van de financiële markten. Waarom zou een begrotingsnorm dat effect wel hebben?
Partijen op de financiële markten klampen zich wel vast aan het idee dat de ECB na zulke maatregelen van de regeringsleiders bereid zal blijken om een kolossale ingreep op de markt voor overheidsobligaties te plegen. In die redenering speelt de ECB een hard spel om de regeringen (en de nationale parlementen) te dwingen de door haar gewenste begrotingsdiscipline te tonen, waarna zij eindelijk op ongekende schaal te hulp zal schieten bij de financiering van overheden die op de markt alleen nog tegen een hoge rente terecht kunnen.
Maar het staat allerminst vast dat de ECB inderdaad die inzet heeft – al is het maar omdat inderdaad haar wettelijk statuut directe financiering van overheden verbiedt. De ECB lijkt werkelijk te verwachten dat landen die hun tekort en andere elementen van hun economisch beleid op orde brengen het vertrouwen van de markten wel op eigen kracht zullen herwinnen. Daar heeft zij waarschijnlijk ook groot gelijk in. Alleen het ongeduld van marktpartijen kan een serieus probleem opleveren: krijgen de regeringen en de parlementen de tijd om de nodige maatregelen te nemen en te laten zien dat die inderdaad werken?
Interessanter eigenlijk dan een wettelijke tekortnorm en de mogelijkheid dat de ECB na invoering daarvan ineens geld naar overheden toe sluist, zijn andere Frans-Duitse voorstellen. In hun brief voorafgaand aan de top bepleitten Bondskanselier Angela Merkel i en president Nicolas Sarkozy i meer Europese regulering van de financiële markten, van de arbeidsmarkt en van de grondslagen voor het heffen van de vennootschapsbelasting (niet van de tarieven van die belasting). En zetten zij opnieuw een belasting op financiële trasacties op de agenda, en een gezamenlijk Europees beleid om de economische groei te bevorderen. Dat is niet allemaal zomaar overgenomen door de andere regeringsleiders van de euro-landen, maar de denklijn willen zij wel volgen.
Wel al overgenomen lijkt het idee dat de Europese Commissie niet alleen mee gaat kijken naar nationale begrotingsplannen, maar bij de landen die een excessief tekort hebben ook een oordeel geeft voordat de begroting wordt ingediend bij het nationale parlement, en vervolgens toeziet op de uitvoering van de begroting. Nogmaals, op vier na alle EU-lidstaten zitten in een excessief tekort procedure. Ook Nederland.