EBN Leden Interview: Gesprek met EBN-erelid Hans van Borselen
Terwijl Europa van alle kanten onder druk staat, borrelen tegelijkertijd overal nieuwe initiatieven op. En gaat een aantal Europeanen van het eerste uur intussen gestaag door. Hans van Borselen is een van de mensen die sinds jaar en dag de slogan hanteert dat de regio de sleutel tot Europa is. Van Borselen, 37 jaar lid van de EBN en sinds de zomer van 2016 erelid van de Vereniging stond aan de wieg van het Europa Netwerk Noord-Nederland, dat drie tot vier keer per jaar bijeen komt om met enthousiaste Europeanen uit Groningen, Friesland en Drenthe thema’s te bespreken die mensen direct raken. Daarnaast spreekt Hans als ervaringsdeskundige veel met jongeren over Europese zaken.
Wat motiveerde je destijds om lid te worden van de EBN ?
Dat heeft te maken met de belangstelling voor Duitsland. Mijn eerste vrouw was half-Duits. In 1977 schreef Jerome Heldring een column geschreven in de NRC over hoe weinig er geschreven werd over Duitsland en dat het beginnen met Duitslandstudies zeer gewenst zou zijn. Ik heb hem de volgende dag opgebeld met de vraag of hij en ik aan de slag konden gaan met de voorbereidingen voor het stichten van een Duitsland –Instituut. Heldring organiseerde samen met mij een werkgroep met zwaargewichten uit politiek, wetenschap en journalistiek. Er zijn daarna in 1979 twee goede conferenties georganiseerd met personen uit boven genoemde sectoren. Thema’s waren de Duitse eenheid, de Duitse veiligheid, de situatie in de Bondsrepubliek en de Nederlandse-Duitse betrekkingen. In de discussie kwam geregeld de relatie tussen Duitsland en Europa aan de orde. Die inleidingen zijn gebundeld in het boekje In de schaduw van Duitsland.
Vlak daarna heeft de EBN een lezing georganiseerd over Duitsland in het kader van de EU. De inleiding werd gehouden door Wim van Eekelen, toen staatssecretaris Europa. Een werkgroep uit de EBN wilde een rapport schrijven over de situatie in de BRD en de gevolgen daarvan voor Nederland. Het initiatief voor dit rapport werd genomen door Yvonne van Rooy, toen voorzitter van de EBN afdeling den Haag. De werkgroep bestond uit Jan Bron Dik, Bert Doorn en ondergetekende. De drie thema’s waren politiek, economie en defensie. De titel van dit rapport was “Is Duitsland ( ons) de baas” ? Wanneer je Duitsland noemt heb je het gauw over Europa ?
Wat zijn de veranderingen in de Europese zaak die jou het meest beziggehouden hebben de afgelopen jaren?
Dat burgers weinig of geen belangstelling hebben voor de EU. Dat de EU moeilijk in elkaar steekt, maar dat met concrete en praktische zaken een en ander verduidelijkt kan worden en dat de EU veel bereikt heeft voor de Europese burgers, met name vanwege de positieve effecten van de Interne markt. Tenslotte zijn te veel Europeanen ervan overtuigd dat de EU de baas is van de EU-landen. Velen weten niet dat de Europese Commissie alleen voorstellen doet op basis van initiatieven van Europese landen, dat de nationale regeringen daarmee instemmen en dat daarna het Europese Parlement zijn goedkeuring moet verlenen.
Wat is jouw analyse van de huidige situatie waarin Europa zich bevindt ?
Algemeen wordt geconcludeerd dat er te veel en overbodige regelgeving bestaat evenals een zware bureaucratie. Een aantal EU-leden wil zo min mogelijk bemoeizicht vanuit “Brussel” of wil zelfs uittreden, zoals dat zich ontwikkelt in het VK, en mogelijk ook in andere landen. Als gaat blijken dat uittreden grote negatieve economische gevolgen heeft dan zullen andere landen zich nog eens achter de oren krabben. Volgens mij gaat de Brexit op de duur naar een Bretin, en beseffen de lidstaten dat er weer meer eenheid komt om Europa sterk te houden, onder het voorbehoud dat kritisch wordt gekeken welke hervormingen binnen de EU broodnodig zijn.
Wat zijn je belangrijkste ervaringen met het Europese Netwerk van Noord-Nederland?
Er zijn veel niet-commerciële en commerciële organisaties en instellingen die meer en meer geïnteresseerd zijn in de EU. Maar tot begin van deze eeuw was er nog geen platform in het noorden des lands waar deze organisaties elkaar regelmatig konden ontmoeten om samen de relaties met “Brussel” te bespreken en op verschillende punten gezamenlijk op te treden. We hebben dat platform opgebouwd. En vanwege alle contacten zijn er ook bilaterale samenwerkingsverbanden tussen deelnemers ontstaan, voornamelijk gericht op “Brussel”. Het Netwerk trekt veel deelnemers, zeker als bekende Europa-deskundigen het woord voeren. We richten ons op actuele ontwikkelingen vanuit deze regio die een Europees karakter hebben. Sinds het begin van dit platform is er bovendien altijd een groep studenten MBO/HBO uit Friesland betrokken geweest, die veel gelezen hebben over Europa en binnen hun opleiding al een basiskennis over de EU verworven hebben.
Waarom is voor jou de regionale benadering het antwoord op de Europese malaise?
Het gaat om de schaal van betrokkenheid. Het is niet voor niets dat een groot deel van de middelen van de EU bestaat uit gelden die bestemd zijn voor regio’s. De drie noordelijke provincies vormen samen zo’n regio die een goed aanzien heeft bij Europese Commissie in Brussel. De schaal van het Platform zelf is ook zo: het is niet te ver of te dichtbij en deelnemers zijn bereid om een bepaalde reis te maken naar Groningen, Leeuwarden of Emmen. We vergaderen per toerbeurt in deze drie gemeenten. Het ligt in de bedoeling om bijeenkomsten van het Platform samen te organiseren met aanverwante en relevante organisaties in desbetreffende gemeenten. Deze aanpak levert meer deelnemers en meer inkomsten op.
Voor cv van EBN erelid Hans van Borselen, zie pdf