Verklaring over het nieuwe Europese Verdrag
van de Europese Beweging Nederland
Een kleine twee jaar lang wist de Nederlandse politiek zich geen raad met het ‘nee’ tegen het grondwettelijke Verdrag. Het nieuwe kabinet i doorbrak dit voorjaar de impasse en vertaalde het ‘nee’ alsnog in een handvol harde voorwaarden aan een nieuw Europese Verdrag. Inmiddels is een korter verdrag, ontdaan van grondwettelijke aspiraties, binnen handbereik. De Europese Beweging Nederland i roept het kabinet op om zich nu voluit in te zetten voor versterking van de efficiency, de doorzichtigheid en het democratische gehalte van de Europese besluitvorming.
De Europese Unie is geen staat, laat staan een ‘superstaat’ – dat is een spookbeeld. Maar de symboliek van vlag, volkslied en de aanduiding ‘grondwettelijk’ Verdrag zetten veel mensen op het verkeerde been. De Europese integratie kan het prima zonder een verdragsmatige verankering van deze symbolen stellen. Er is geen enkel bezwaar om het nieuwe Verdrag te gieten in de vorm van een wijzigingsverdrag.
Wat rest is een harde kern van institutionele hervormingen die nodig zijn om het Europa van 27 lidstaten i slagvaardig, transparant en democratisch te laten functioneren. Voor Nederland schadelijke erosie van de interne markt i dreigt als door uitblijven van dergelijke hervormingen geen groot onderhoud meer wordt gepleegd.
Wetgevingsprocedures en het vaststellen van gekwalificeerde meerderheden voor besluitvorming behoeven dringend vereenvoudiging. Meerderheidsbesluitvorming door de lidstaten moet consequent gepaard gaan met medebeslissing door het Europees Parlement i. Dat zijn evidente institutionele verbeteringen die het grondwettelijke Verdrag biedt. Daar komt bij dat Europa op terreinen als terrorismebestrijding i, energiezekerheid i en klimaatbeleid i niet kan presteren zolang nationale veto’s mogelijk blijven. Daarom is verruiming van meerderheidsbesluitvorming nodig.
Meer democratie is zeker wenselijk, maar dan wel via de koninklijke weg. De EBN vindt het Nederlandse voorstel om de ‘gele kaart’ procedure i van het grondwettelijke Verdrag aan te scherpen tot een ‘rode kaart’ procedure géén goed idee. Het voorstel om een meerderheid van nationale parlementen Europese wetgeving te laten blokkeren, staat haaks op het streven naar meer efficiency, doorzichtigheid en democratie. Het verstoort het evenwicht tussen de Europese instellingen en maakt het besluitvormingsproces juist minder transparant. Het is bovendien geheel onnodig: als een parlement vindt dat een bepaald voorstel niet aan de beginselen van subsidiariteit i en/of proportionaliteit voldoet, kan het de eigen regering daarop aanspreken. De betrokken bewindspersoon brengt dat standpunt over in de Raad van Ministers i, waar een blokkerende minderheid voldoende is om het voorstel te laten sneuvelen.
Nederland moet zich niet willen verbinden met een kleine groep lidstaten die fungeren als ‘remmers in vaste dienst’ van de Europese integratie. Die rol past ons land niet. Niet alleen omdat wij een van de grondleggers van het integratieproces zijn, maar ook omdat het niet in ons belang is om de besluitvaardigheid van de Europese Unie te ondergraven. Europa moet voor burgers toegevoegde waarde leveren, maar moet dat ook kunnen doen!
Donderdag 21 juni 2007