Verslag verkiezingsdebat 9 mei 2019 ter gelegenheid van komende Europese verkiezingen op donderdag 23 mei. Het debat werd gehouden in het Auditorium van NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden. Een groep studenten European Studies van de Thorbecke Academie, onderdeel van de Hogeschool, hadden voor de stellingen van de avond gezorgd. Het debat stond onder leiding van Simone Scheffer, journalist bij Omrop Fryslân. Het debat werd georganiseerd door het EU Netwerk Noord-Nederland, dat is gelieerd aan de Europese Beweging Nederland.
Negen kandidaten, zeven vrouwen en twee mannen, van negen verschillende Nederlandse politieke partijen. Eén ding hadden ze gemeen: het debat ging over de wijze waarop de Europese Unie functioneert en wat de inhoudelijke taken zouden moeten zijn. Ze konden zich allen vinden in de boodschap van de Europese Raad, eerder die dag bijeen in Sibiu: De Europese Unie is een blijvertje. Maar wat maken we ervan?
Arme Annie Schreijer-Pierik, die in het Europees Parlement ijvert voor afschaffing van de zomer- en wintertijd. Negen forumleden, waaronder Eveline Herben (CDA), willen er geen strijdpunt van maken. Laten we maar alles rondom het verschuiven van de klok houden, zoals het is. Er zijn belangrijker zaken! Dat was het opwarmertje, niemand had daar echt problemen mee.
Het debat kwam los bij stelling 2: het klimaatbeleid. Hoewel, alle forumleden vinden dat er Europees klimaatbeleid nodig is. Meer of minder Europees, daar zaten wel verschillen. Tineke Strik (GroenLinks en lid van de Eerste Kamer) was daar het meest uitgesproken over. Lijsttrekker Bas Eickhout van haar partij leeft voor dat Europese klimaatbeleid.
Maar wie dit punt belangrijk vindt, kan veilig op haar of zijn partij van voorkeur stemmen. Hooguit kwam er gemor, vooral van CDA-zijde, dat Wopke Hoekstra in zijn rede in Berlijn van dinsdag 7 mei ook zou hebben bedoeld Nederland te straffen met minder geld uit de Europese schatkist, als er bij ons zoals tot nu toe, niet genoeg gebeurt aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, zoals kooldioxide.
‘Wopke’ zou vooral horen bij stelling 3: wie niet genoeg bijdraagt aan de solidariteit van een Europees migratiebeleid, moet worden gestraft. Dat was veilig, want dan praat je niet direct over Nederland, maar over lidstaten uit Centraal-Europa. Opvallend was de neiging van velen in het forum om toch echt tot ‘scheiding bij de bron’ over te gaan tussen ‘arbeidsmigranten’ en ‘echte vluchtelingen’.
In de regio, waar vluchtelingen terecht komen vlak na hun vlucht moet al worden bepaald wie ‘echt vluchteling’ is en door mag naar Europa. Binnen de Europese Unie moet een eerlijke verdeling naar draagkracht plaats vinden en dienen alle lidstaten daaraan bij te dragen. Wie weigert, wordt gekort uit de Europese kas. Het Vluchtelingenverdrag (1951) moet wel blijven.
Voor de Europese Unie vooral als taak een stevig beleid voor Afrika te voeren, waarin nadruk ligt op de verdere economische ontwikkeling van het continent. De inwoners van dat continent dienen, door een zekere welvaart te ervaren, te worden gestimuleerd om hun toekomst in eigen land of regio te zoeken. Eveline Herben noemt de tuinbouwontwikkeling als voorbeeld. Op die manier zou de stroom illegale immigranten naar de Europese Unie tot staan gebracht moeten worden
Opvallende eensgezindheid tussen forum en publiek was er rond Stelling 4. Cultuur en ondersteuning van minderheidstalen werd erg belangrijk gevonden. Er hoeft niet zo zeer veel meer geld voor te worden uitgetrokken. Maar de Europese Unie dient wel degelijk actief op dit gebied de ontwikkeling van de regio’s te ondersteunen. Raquel García Hermida-van der Walle (D66) was in dat opzicht rolmodel: geboren in Madrid, wonend in Gorredijk, Spaanse, Friezin en Europeaan, zo vertelde ze. Ze maakte zich in het forum sterk voor zowel dat klimaatbeleid als voor steun aan de diversiteit van de Europese cultuur.
Misschien niet heel opvallend voor een debat in de voormalige Europese culturele hoofdstad Leeuwarden, maar de zaal reageerde opvallend afwijzend toen er enige relativering werd aangebracht inzake nog grotere diversiteit binnen het Europees Parlement. Is ook niet nodig, zei zittend europarlementariër Jan Huitema (VVD), die veel kans op herverkiezing heeft. Hij vertelde laatst in het Fries te hebben gesproken tijdens een debat. “De tolken hadden er opvallend weinig moeite mee”, vertrouwde hij de aanwezigen toe.
Het debat kwam echt los toen de geopolitieke verhoudingen aan bod kwamen (“De Verenigde Staten is een grotere bedreiging voor de EU dan China”). Waar zijn de tijden gebleven dat partijen aan de linkerzijde van het politieke spectrum in Nederland nogal snel een anti-Amerikaanse houding innamen?
Maar nee, op de dag dat Federica Mogherini in een officiële verklaring namens de Europese Unie haar ernstige zorgen uitsprak over het Amerikaanse beleid inzake Iran, waarmee ook de Europese Unie in de kou wordt gezet, sprak ook Fardau Procee (PvdA) zich in Leeuwarden uit voor een blijvend stevige relatie met de Verenigde Staten. “Ondanks het feit dat ik het beleid van President Trump verkeerd vindt” zei ze.
Nilüfer Vogels van nieuwkomer Volt kwam op dit punt los. “Kom op, Europese Unie, kom op voor jezelf”. Zij en anderen in het forum voerden een pleidooi voor het loslaten van de regel van unanimiteit in het buitenlands beleid. Daarmee is het Europese buitenlandse beleid vleugellam en dat moet veranderen. Ook van belang, lieten een aantal forumleden weten, voor een versterking van de Europese samenwerking op het terrein van defensie.
Niemand in het forum durfde het op dat punt aan, de kiezer te vertellen vóór een Europees leger te zijn. Samenwerken bij de aanschaf van spullen voor het leger, akkoord. Een Duits-Nederlands legerkorps of een Belgisch-Nederlandse marine? Is er al, geen probleem. Maar Nederlandse soldaten laten uitzenden door politieke besluiten op Europees niveau? Absoluut niet. En toch klonk de formulering van CDA’ster Eveline Herben (“In het komende decennium in ieder geval niet”) wat minder absoluut, dan we haar partijgenoten als minister Ank Bijleveld (defensie) en lijsttrekker Esther de Lange regelmatig horen zeggen op dit punt.
Is Nederland te zuinig op Europees vlak (stelling 6)? Nou, je moet niet meer uitgeven dan strikt nodig is. En mogelijk valt er het nodige te halen uit het budget voor landbouw (nu 38% van de begroting) en regionale subsidies (35%). Zelfs veehouder Jan Huitema wil vooral zijn eigen inkomen kunnen verdienen op een duurzaam te runnen bedrijf. Herben vindt dat de mededingingsregels nu alleen rekening houden met de consument en niet met de (kleine) producent.
Maar de Europese Unie moet wel de mogelijkheden faciliteren voor zo’n duurzame landbouw, zei Huitema (stelling 7). Dat bleek in goede aarde te vallen bij zijn mede-forumleden. Luuk van der Veer (namens de Partij voor de Dieren) ondersteunde dat. “Ik ben lid geworden van de PvdD, toen in 2011 Europese regels het verplicht ruimen van vee na een uitbraak van mond- en klauwzeer bleken te bevatten”. Dat was niet duurzaam, zei hij. Hij kon zich daarom vinden in een op meer duurzaamheid gericht gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Moet de Europese Unie hervormd worden (laatste stelling)? Meest uitgesproken: Fenna Feenstra (SP). Haar partij wil zoveel mogelijk taken terug brengen naar het nationale niveau. Maar Anja Haga (ChristenUnie en SGP) was heel realistisch. Wat Europees moet, dat steunen we ook. Maar we willen vooral ‘Europese variaties’, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid WRR onlangs heeft geadviseerd. Als dat mogelijk is, moeten ook kleinere groepen van lidstaten samen iets kunnen ondernemen, zei ze.
Koos van Houdt, voorzitter EU Netwerk Noord-Nederland