Europese Beweging

EBN bij eerste 2024 Europadebat in Pakhuis de Zwijger

Op 30 januari 2024 waren tal van EBN-leden aanwezig bij een uitstekend eerste debat in de nieuwe 2024-serie over de toekomst van Europa, georganiseerd door Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. De EBN werkt dit jaar onder andere met het Pakhuis samen. Het past in ons nieuwe beleid om verspreid over Nederland op verschillende manieren mee te doen met constructieve Europese activititeiten van bevriende organisaties en fora.

Debat in Pakhuis de Zwijger

DIt jaar gaan er wereldwijd 2,4 miljard mensen naar de stembus. Vandaar dat de titel van het debat “De halve wereld naar de stembus” was. De Europese verkiezingen werden in de bredere context van de snel veranderende geopolitieke situatie geplaatst. Ook werd inzicht gegeven in wat andere cruciale verkiezingen dit jaar in de praktijk betekenen voor ons continent. Er waren mooie doordachte bijdragen van journalisten Gie Goris (over India), Rusland-correspondente Eva Cukier (over Rusland), en Laila Frank (over de VS). Dylan Ahern van De Kiesmannen en Anna van Soest (Atlantische Commissie) modereerden de avond. 

De conclusie van het debat was helder. De wereld gist en verandert snel. Dit is opnieuw een tijd voor een fundamentele Europese heroverweging van haar rollen en inzet voor grondwaarden als die van democratie. Daarin passen ook nieuwe verhoudingen met mensen en bewegingen in de rest van de wereld. 

Geen tijd dus om op onze handen te gaan zitten. Wel een tijd voor nieuwe beweging en samenwerking. Het debat zal de komende maand uitgezonden worden op AT5 en staat deels al op Youtube.

Europese BewegingEBN bij eerste 2024 Europadebat in Pakhuis de Zwijger
read more

WEEGT RUTTES CARRIERE ZWAARDER DAN ONZE VEILIGHEID?

   Ja, dit is een stevige kop, dat zal ik niet ontkennen. Maar die vraag moet, op grond van een combinatie van enkele ontwikkelingen de laatste tijd, toch echt gesteld worden. En dat betreft het Nederlandse Israëlbeleid.

   Vanouds staat Nederland om allerlei reden in extreme mate aan Israëlische zijde. Dat heeft gaat deels terug op de oude calvinistische oriëntatie op het Oude Testament – katholieken hebben daar veel minder mee – en daarmee zelfidentificatie met het joodse volk; al de Nederlandse Republiek beschouwde zichzelf als een tweede Israël, met Willem van Oranje als een soort nieuwe Mozes. In combinatie met de schuldgevoelens over de Shoah leidt dat tot vandaag in deze kring tot een vergaande mate van kritiekloosheid.

   Daarbij komt het verwantschapsgevoel met een ander klein dapper volk dat toch maar ‘uit het niets’ ondanks de vele vijandige buren (tja, hoe zou dat komen?) in ‘de woestijn’ een heel nieuw, welvarend land had opgebouwd, een soort Flevoland in het groot. Er waren ook veel Nederlandse joden naar het nieuwe Israël geëmigreerd, zodat er de nodige familiebanden met het oude vaderland bestonden; dat helpt bij zulke identificatie met de ander ook. En ter linkerzijde bestond lang het idee dat ginds met de kibboetsen een socialistische heilstaat werd opgebouwd.

   De keerzijde van het Israëlische succesverhaal – niet de Shoah, maar de Nakbah – werd niet gezien of bewust genegeerd. Een onderhuids negatief beeld van ‘de Arabier’, achterlijk en onbetrouwbaar, en ook nog eens in allerlei rare oosterse doeken en gewaden gehuld – mede via Amerika door decennia van clichématige Hollywoodfilms gevoed – droeg daar sterk aan bij. En de familiecontacten, die de Israëlische zienswijze ook hier ingang deden vinden, ontbraken; in dat opzicht hebben Arabische immigranten mede het beeld doen kantelen.

   Het beeld – niet het beleid. Dat is, ondanks de Israëlische bezettings- en bevolkingspolitiek op de Westbank, de facto nog niet echt gekanteld. Ook al kijkt een groot deel van de Nederlandse bevolking – autochtoon zo goed als allochtoon – er inmiddels anders tegenaan: het officiële beleid blijft haperen in wat ik maar even de Uri Rosenthal-groef van de Nederlandse Middenoosten-Langspeelplaat noem. Die weigerde naar het schijnt als minister van Buitenlandse Zaken zelfs enig bericht van zijn ambtenaren te lezen, waarin iets negatiefs over Israël stond.

   Na 7 oktober schaarde Rutte zich onverkort en onvoorwaardelijk achter Israël. We kregen weer de hele vaste riedel over haar recht op zelfverdediging te horen (de Palestijnen hebben dat kennelijk niet als het de kolonistenterreur betreft) in combinatie met de even vaste gratuite bezwering dat er straks natuurlijk wel ook voor de Palestijnen een politieke oplossing gevonden moest worden, iets waarvoor Nederland zich nooit écht hard heeft durven maken door dit puur van de (ontbrekende) Israëlische goodwill af te laten hangen.

   Waar andere Europese landen – met uitzondering van het door zijn verleden gegijzelde Duitsland – snel kritischer werden, bleef Nederland aan haar blinde steun vasthouden, in de lijn van Washington. Dat het bij de Hamas-pogrom vermoorde aantal Israëli’s intussen al tot een twintigvoud aan Palestijnse terreurbombardementsslachtoffers heeft geleid, was voor een land dat graag met het internationaal recht schermt, geen reden om een algemeen gedragen VN-oproep tot een staakt het vuren te steunen. Tot verbijstering van ieder weldenkend mens onthield Nederland zich van stemming, en naar het schijnt zou Rutte zelfs het liefst hebben tegengestemd (!), als hij niet nog met D66 rekening had moeten houden.

   Intussen maakt Nederland zich medeplichtig door gewoon onderdelen voor Israëlisch wapentuig te blijven leveren; ook wil het nog steeds niets weten van een boycot van producten uit de illegale nederzettingen – voorstanders daarvan worden stelselmatig verdacht gemaakt. De officiële ‘ontmoedigingspolitiek’, zo maakte een uitstekend stuk van Mandula van den Berg in de NRC afgelopen donderdag duidelijk, is niet meer dan een rookgordijn, waarachter de regering bedrijven bewust de vrije hand laat door gewoon weg te kijken.

   In hoeverre vloeit dit puur uit eigen overtuiging voort? Of spelen er ook andere motieven? Ruttes ambities, zo is inmiddels duidelijk, reiken verder dan het Torentje. Onthullend, en nu kom ik op het punt waarmee ik begon, is een stuk van Steven Derix in de NRC van 20 december, vanwege de benoeming van Geoffrey van Leeuwen tot interim-minister van Buitenlandse Handel, die, buiten zijn portefeuille om, het Gaza-beleid naar zich toetrekt: jarenlang Ruttes veiligheidsadviseur en fervent pleitbezorger van Israël. Zelf telefoneerde Rutte al vele malen met ‘vriend’ Netanyahu.

   Derix schreef: “Voor de demissionaire premier, die heeft laten weten dat hij graag de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO wordt, is het een kans om zijn internationale profiel verder te versterken. Daarbij mag Nederland onder geen beding afwijken van de Amerikaanse lijn”: vandaar dat Den Haag, ongeacht de op een hongerwinter uitlopende humanitaire catastrofe in de Gazastrook, niet voor een wapenstilstand wil pleiten. En het verklaart vast ook dat Nederland als enige EU-land meedeed aan de zinloze militaire exercitie tegen de Houthi’s eervorige week.

   Als dat inderdaad deels de reden is, dan worden de Palestijnen dus opgeofferd aan Ruttes ambities. Sterker: omdat de sinds 2023 moeizaam buiten het Westen bijeengesprokkelde steun voor Oekraïne als gevolg van de nu betoonde westerse hypocrisie – wel tien jaar illegale bezetting van de Krim veroordelen, een halve eeuw illegale bezetting van de Westbank negeren – implodeert, wordt daarmee ook onze eigen veiligheid in gevaar gebracht. Want dat Oekraïne de slag wint is voor het voortbestaan van Europa vele malen belangrijker dan een zege van Israël.

Thomas von der Dunk 

Europese BewegingWEEGT RUTTES CARRIERE ZWAARDER DAN ONZE VEILIGHEID?
read more

In memoriam Mathieu Segers

Deze week bereikte ons het verdrietige bericht dat Mathieu Segers op veel te jonge leeftijd is overleden aan een ongeneeslijke ziekte. Als kenner bij uitstek van de geschiedenis van de Europese eenwording speelde hij een belangrijke en energieke rol in het academische en publieke debat over de geschiedenis van de Europese eenwording. Hij was niet alleen hoogleraar Europese Geschiedenis en Europese Integratie aan de Universiteit van Maastricht. Hij bekleedde ook de bijzondere leerstoel EuropaChair bij Studio Europa Maastricht. Daarnaast duidde hij vaak ontwikkelingen in en over Europa (en de rol van Nederland daarin) in programma’s als Buitenhof. Ook was hij lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, met bijdragen als aan het WRR rapport -99: Europese Variaties. Daarnaast hij wist tijd te vinden voor het maken van de populaire podcastreeks Café Europa.

In 2014 was Mathieu Segers finalist-genomineerde voor de EBN EuroNederlander van het Jaar. Ook toen al was de aansprekende en toegankelijke manier waarop hij een breder publiek informeerde over het Europese integratieproces de reden hem te nomineren. Nooit simplistisch of eenduidig: Europa als complexe politieke en culturele arena, daarom ging het hem. Daarbij ging hij scherpe kritiek op het Europese beleid en de Nederlandse rol daarin niet uit de weg.

Met het overlijden van Mathieu Segers ontvalt ons een diepe bron van kennis en inzichten met betrekking tot Europa, en een vitale inzet die ons als EBN-leden altijd heeft geïnspireerd.

Mathieu Segers is 47 jaar geworden. We wensen zijn vrouw, kinderen, familie en nabestaanden veel sterkte in het dragen van dit verlies.

Lees hier het In memoriam van de Universiteit van Maastricht

Zie hier een overzicht van prachtige boeken, waaronder het veelgeprezen Reis naar het Continent, en The History of European Integration, die Mathieu Segers ons heeft nagelaten.

Zie hier Mathieu Segers’ inaugurale reden in Maastricht in 2017.

Europese BewegingIn memoriam Mathieu Segers
read more

FAALT HET WESTEN NU COMPLEET?

   De laatste weken waren in alle opzichten voor Europa rampzalig. Hoe de belangrijkste negatieve ontwikkelingen – de tweespalt in de VS, de interne ondermijning van de EU, de stagnatie aan het Oekraïense front, de escalatie van het Israëlisch-Palestijnse conflict en de ontsporing van het Nederlandse electoraat – in één column van 900 woorden met elkaar te verbinden? Bij deze een poging.

   Laat ik met Oekraïne beginnen – van alle problemen het meest cruciale voor onze veiligheid. Poetin gokt erop dat de tijd in zijn voordeel werkt, dat de Europeanen oorlogsmoe worden, en hij daarmee uiteindelijk wint. Voor dat doel is hij bereid ook miljoenen Russen op te offeren en Oekraïne letterlijk te vernietigen. Daarbij zal het niet blijven; zijn machtshonger is pas gestild als het Russische leger straks weer minstens aan de Oostzee en de Oder staat.

   En het rancuneuze Rusland van Poetin is, juist vanwege zijn nihilistische wraakzucht, veel gevaarlijker dan de Sovjet-Unie onder Chroestsjov of de verkalkte gerontocraten rond Brezjnev. Tegelijk staat het Westen er veel en veel zwakker voor dan indertijd, zowel extern als intern.

   Het Oekraïense zomeroffensief heeft te weinig opgeleverd om een doorbraak te kunnen forceren; het front zit vast – wat het Kremlin in zijn volharding sterkt. Dat ligt mede aan de halfslachtige materiële militaire steun die het Westen uit angst voor verdere escalatie verleent. Het is genoeg om Oekraïne niet evident te laten verliezen, te weinig om het evident te laten winnen.

   Enerzijds ligt het probleem bij Europa, waar Poetins maatje Orban elke voortgang doelbewust blokkeert en Brussel stelselmatig chanteert. Voor Orban vormt elke nieuwe geestverwante premier – zoals de Slowaak Fico – een dankbare hulpkracht om de EU van binnenuit te op te blazen. De EU loopt in haar antwoord vast in haar formalisme en haar heilige respect voor de eigen regels, in plaats van de grenzen naar Hongarije dicht en Orban eruit te gooien – nood breekt wet.

   Een tweede Europese handicap is dat bij de Europese bevolking onvoldoende het besef leeft dat deze oorlog ook onze oorlog is, en dus standvastigheid en offers vergt. Als is het maar, omdat Poetin zijn oorlog als zodanig opvat. Hier wreekt zich drie decennia neoliberalisme, die met de vermarkting van de samenleving de burger tot consument heeft gemaakt, die vooral moet worden behaagd en waarvan vooral niets mag worden gevraagd.

   Dan de Verenigde Staten, waar de Republikeinen en hun electoraat volledig de gevangene van Trump zijn geworden, een man die net als Poetin bereid is alles aan zijn eigen egomane geldingsdrang op te offeren. De diepe kloof die Amerika verdeelt kan ook voor Europa fatale gevolgen hebben. Anders dan tijdens de Koude Oorlog dreigen de Republikeinen, door isolationisme bevangen, de NAVO op te blazen. Nu blokkeren zij voortzetting van de militaire steun aan Oekraïne.

   Bij een zege van Trump – dan mede te wijten aan de koppige weigering van Biden om voor een kansrijker jonger opvolger plaats te maken – dreigt niet alleen ginds een halve dictatuur, maar ook hier de uitlevering van half Europa aan Poetin, met wie Trump als geestverwant maar al te graag een deal wil sluiten.

   In plaats van onvoorwaardelijke steun aan een zich opvallend beschaafde verdedigend Oekraïne, bepleiten de Republikeinen – dit net als helaas de meeste Democraten – onvoorwaardelijke steun aan een met haar ongekend zware terreurbombardementen elke beschavingsnorm overschrijdend Israël. Een land waarvan een deel van de huidige rechts-extremistische regering openlijk de verdrijving van alle Palestijnen bepleit, in de Israëlische staatspropaganda niet minder gedehumaniseerd dan de Israëli’s in die van Hamas.

   Los van de schrijnende onrechtvaardigheid jegens de Palestijnen, die mede door westers zwalken nooit enige reëel uitzicht op zelfs maar een bescheiden rompstaat hebben gehad, verzwakt het Westen daarmee mondiaal enorm zichzelf. Dat geldt ook voor de kortzichtigheid waarmee de Nederlandse regering na 7 oktober partij koos en nog steeds een oproep tot een wapenstilstand in de VN blokkeert en de Israëlische overreactie zelfs met wapenleveranties faciliteert.

   Terecht hebben honderden ambtenaren van BZ en Nederlandse diplomaten voor de gevolgen gewaarschuwd. Dit isoleert het Westen niet alleen van de Arabische landen, maar ook van de rest van de wereld, waarvan het de steun tegenover een agressief Rusland hard nodig heeft. Met het evidente meten met twee maten wordt alle moeizame verwerving van mondiale steun voor Oekraïne in één klap teniet gedaan. En die steun is voor het Westen, gezien het toegenomen gewicht van neutrale landen als India, Indonesië en Brazilië, essentiëler dan vijftig jaar terug.

   En dan de Nederlandse verkiezingsuitslag. Een ‘premier Wilders’ betekent verdere ondermijning van de EU, verraad aan Oekraïne en nog veel meer verblinding inzake Israël. Tal van factoren hebben aan de PVV-zege bijgedragen; ook een Europese – het feit dat Brussel ettelijke decennia de belangen van bedrijven boven die van burgers liet prevaleren, en met een beroep op zelfredzaamheid en flexibiliteit niet de door velen verlangde sociale-economische bescherming tegen de genadeloosheid van een grenzeloze markt wist te bieden.

   Specifiek Nederlandse factoren vormen op lange termijn de afbraak van de eigen verzorgingsstaat, op middeltermijn de schandalen en stuurloosheid van de laatste twee kabinetten-Rutte, en op korte termijn het electorale opportunisme van de VVD, die zowel het asielprobleem tot hoofdverkiezingsthema verhief als de deur naar Wilders openzette, waarmee zij hem zo groot heeft gemaakt. Als daardoor straks een Poetinist het Torentje betrekt en Europa ontwricht, zal het oordeel van later historici over deze dubbele misstap volstrekt vernietigend zijn.

Thomas von der Dunk, 11 december 2023   

Europese BewegingFAALT HET WESTEN NU COMPLEET?
read more

Hamas vernietigt de Europese geloofwaardigheid

   Het was weer eens een rake kop op de satyrische site De Speld: Poetin geeft Rutte tik op de vingers over VN-stemming: “juist nu gezamenlijk optreden tegen brute oorlog”. Het daaropvolgende stukje vervolgde: Rusland stemde afgelopen week met overtuiging voor de staakt-het-vurenresolutie in Gaza. Tot grote verbazing van president Poetin onthield Nederland zich van stemming. Poetin: “Rutte slaat hier een modderfiguur, juist nu moeten we naast elkaar gaan staan tegen dit gruwelijke geweld”.

   Tot zover de satire, maar deze fake-Poetin sloeg wel de spijker op de kop. Met de – zeker aanvankelijk – onvoorwaardelijke steun aan Israël na het door Hamas aangerichte barbaarse bloedbad hebben Nederland, Europa en Amerika zich wereldwijd geïsoleerd: voor Israël, dat al meer dan een halve eeuw illegaal gebied bezet houdt, gelden kennelijk andere normen dan voor Rusland, dat dit in de Donbass nog geen decennium doet. Een Kamermeerderheid bestond het recent zelfs om wapenleveranties aan Israël gewoon doorgang te laten vinden onder het mom van ‘het nakomen van internationale afspraken’.

   Want ja – en dat schijn je ook van Rutte niet te mogen zeggen, maar het is mijn taak als historicus om dat juist dan te zeggen, en speciaal tegen iemand die ooit zèlf geschiedenis schijnt te hebben gestudeerd – er ging natuurlijk wel wat aan vooraf. De in die onvoorwaardelijke steun verscholen suggestie dat op 7 oktober een oorlog zou zijn begonnen, is absurd. Die is al driekwart eeuw aan de gang.

   Cynisch gezegd is Hamas op 7 oktober politiek zeer succesvol geweest, want het heeft een dubbel resultaat geboekt: de weer wat vergeten onderdrukking van de Palestijnen staat opnieuw op de internationale agenda en het Westen heeft door zijn stupide pro-Israëlische Pavlovreactie de eigen mondiale geloofwaardigheid vernietigd. En naarmate de Israëlische terreurbombardementen op Gaza langer duren en het Westen langer aarzelt om die onvoorwaardelijk te veroordelen, zal het moeilijker zijn om dat verlies aan geloofwaardigheid te repareren.

   Vanuit het perspectief van Hamas is dat winst – en omdat de Palestijnen ondanks alle mooie woorden in de praktijk weinig van het Westen te verwachten hebben, zullen velen hunner die opvatting delen, en – nog belangrijker – miljoenen met hen sympathiserende Arabieren eveneens. Daarmee is het Westen in de val van Hamas gelopen, zoals Luuk Middelaar al op 1 november in de NRC constateerde.

   Het komt niet vaak voor dat in Den Haag honderden ambtenaren – en zeker ambtenaren op Buitenlandse Zaken – tezamen een open brief schrijven waarin zij waarschuwen voor het standpunt van hun politieke bazen. Zij waren niet de enigen; ook in Brussel gaven even zo vele ambtenaren, nu naar aanleiding van het onnadenkende solistische optreden van Ursula von der Leyen, van hun verontrusting over de gevolgen van deze blindheid blijk.

   In Nederland leidde dat tot enig obligaat gemopper: ambtenaren dienen zulke kritiek alleen intern voor te dragen. Ja ja. Dat dat vaak een zinloze exercitie is, omdat in een aantal dossiers – klimaat, stikstof, asylzoekers – vanwege voor populistische sentimenten gevoelige en dus tot leugens geneigde politici niet het verstand maar de onderbuik regeert, hebben we de afgelopen jaren herhaaldelijk gezien, met Henk Kamps rol in het toeslagenschandaal als dieptepunt.

   Dus dat ambtenaren met urgente kritiek soms niet wensen te wachten tot hun meerderen daar geestelijk aan toe zijn, snap ik zeker in dit explosieve dossier maar al te goed. Ik zou daarom ook ieder ander die daaraan nog níet geestelijk toe is, dringend aanraden toch eens het Volkskrant-interview met ex-diplomate Berber van der Woude van 14 november te lezen, die de vinger op de zere plek legt.

   Eén van die zere plekken bestaat uit de gemakzuchtige dooddoeners waarmee ministers zich van onwelgevallig commentaar afmaken, omdat ze inhoudelijk geen weerwoord hebben. In dit geval, in de ironische samenvatting van Van der Woude: “dat de minister mensen bedankt voor hun zorgen, dat het fijn is dat medewerkers hun hart op de juiste plaats hebben, maar dat het uiteindelijk hun rol niet is”. En dan Den Haag maar verbaast zijn dat burgers cynisch worden over de politiek.

   Het jarenlange westerse wegkijken bij die van de Israëlische regering, waarvan diverse rechts-extremistische leden inmiddels openlijk de totale verdrijving van de – door defensieminister Yoav Galant al als ‘menselijke dieren’ gedehumaniseerde – Palestijnen bepleiten, daartoe wapens aan kolonisten uitdelen en zich nu – in de rake formulering van NRC-columniste Hassnae Bouazza – gretig een weg naar het begeerde Groot-Israël from the river to the sea bombarderen, heeft twee gevaarlijke gevolgen voor Europa.

   Ten eerste: toenemende spanningen binnen de westerse samenlevingen zelf, resulterend in zowel een opleving van oeroud antisemitisme, als van even oeroude anti-Arabische clichés. Het verkrampte demonstratieverbod in veel landen en het dito discussieverbod aan sommige Amerikaanse universiteiten – dat steeds pro-Palestijnse uitingen betreft, nooit pro-Israëlische – werkt daarbij averechts.

   Ten tweede: met de verblinde steun aan Israël is alle moeite om bij het Mondiale Zuiden steun tegen Rusland te verwerven in één klap teniet gedaan. Een illegale bezetting met etnische zuivering, brute bombardementen waarbij zelfs ziekenhuizen niet worden gespaard: men ziet daarginds paralellen die wijzelf alsmaar niet willen zien, en constateert dus een hypocriet meten met twee maten.

   Moskou kijkt grijnzend toe hoe het Westen zichzelf in de vingers snijdt, en daarmee de Russische krijgskansen versterkt. En het behoud van Oekraine is voor onze eigen veiligheid toch echt belangrijker dan het behoud van een compleet ontsporend Israël, dat onze verhouding met de rest van de wereld zwaar belast.

Thomas von der Dunk, 14 november 2023

Europese BewegingHamas vernietigt de Europese geloofwaardigheid
read more

Europa verdwaalt weer in het Midden-Oosten

   Het komt niet vaak voor dat Moskou en Peking bij internationale conflicten meer gelijk hebben dan Brussel en Washington. Maar waar het de reacties op het door Hamas aangerichte bloedbad betrof, was dat bij uitzondering wèl het geval.

   Poetin: het bewijst het falen van Amerika, dat weigert op zoek te gaan naar “compromissen die voor beide kanten acceptabel zijn”. Met name de belangen van het Palestijnse volk worden genegeerd, “inclusief hun sterke wens van een eigen onafhankelijke staat”. Even afgezien van wie het zegt – zelf heeft Poetin die behoefte van Oekräine ook genegeerd – valt daar geen speld tussen te krijgen.

   Peking eveneens: “De fundamentele oplossing van het conflict ligt in het implementeren van de tweestatenoplossing en in het oprichten van een onafhankelijke Palestijnse staat”. De bozige reactie van Israël: “Als mensen worden vermoord, afgeslacht op straat, is het niet het moment om op te roepen tot een tweestatenoplossing”.

   Dat roept de vraag op, wanneer het dan wèl het moment daarvoor zou zijn.

   Wat de extreem-rechtse regering van Netanyahu betreft, is het antwoord daarop simpel: nooit. Als het ‘rustig’ zou zijn, houdt hij eveneens de boot af. Dat is ook de reden dat de eeuwige Europese oproep aan de Palestijnen om vooral geen geweld te gebruiken, vrome prietpraat is. Want wat hebben alle periodes van niet-geweld-gebruiken in het verleden opgeleverd? Alleen maar een voortzetting van de sluipende landroof door Israëlische kolonisten. “Geen geweld!” is dan de luxe van de bovenliggende partij, die belang heeft bij behoud van de status quo.

   Die Israëlische onwil is nu sterker dan ooit. Enkele regeringsleden bepleitten al een tijdje openlijk de gewelddadige verdrijving van alle Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever, en daardoor aangemoedigd zijn radicale kolonisten daar al eigenhandig mee begonnen. Zo’n tweehonderdvijftig Palestijnen zijn het afgelopen jaar al vermoord, en niet alleen de Israëlische regering, ook het Westen keek daarbij weg.

   Ja, het was niet op één dag, zoals nu bij Hamas, maar keurig gespreid over het hele jaar, dus dan valt het wat minder op. U vindt dat cynisch? Ja, dat is het ook. Er is namelijk alle reden om cynisch te zijn. Het eigen meten met twee maten is een van de redenen dat het Westen wereldwijd in een isolement is beland, en voor het actief steunen van Oekraïne elders zo weinig de handen op elkaar krijgt.

   Want de illegale Russische bezetting van de Krim en de Donbass in het afgelopen decennium heeft immers wel één volledig ongestraft gebleven precedent: de nu al meer dan een halve eeuw durende illegale bezetting van de Westelijke Jordaanoever door Israël. En de daarmee gepaard gaande onderdrukking en pogingen tot verschuiving van de etnische balans heeft dat ook. Netanyahu hoort in dit licht niet thuis in het rijtje van Zelensky, maar in dat van de erven Poetin.

   Mede dat maakt de reactie van Amerika en Europa, de Nederlandse regering inclusief, zo stupide. “Wij staan onverkort en onvoorwaardelijk achter Israël”, en: “Israël heeft het recht zich te verdedigen”.

   En de Palestijnen dan? Hebben die niet het recht te verdedigen tegen Israëlische landroof en staatsterreur? Hoe zouden wij reageren als op volslagen willekeurige gronden je grond en je huis worden afgepakt, en dat stelselmatig, jarenlang, op grote schaal? Eerst in 1948 verdreven nadat – deels met niet minder terroristische methodes, vraag het de Britten – de staat Israël was opgericht, dat ten koste van de Arabische bevolking volstroomde met joodse vluchtelingen en migranten. Dan nog eens nadat Israël in 1967 de Westelijke Jordaanoever had geannexeerd.

   Onverkorte en onvoorwaardelijke steun: dat is sowieso altijd onverstandig.  Daarmee geeft je een carte blanche, die Netanyahu en consorten maar al te graag zullen gebruiken. Zelfs Zelensky heeft die – terecht – niet gekregen, ofschoon hier de agressie wèl heel duidelijk van één kant komt.

   En laten we wel wezen: de Oekraiense reactie op de Russische barbarij is zeer beschaafd – er is nog geen Russische burger een haar gekrenkt, geen Russische stad op grote schaal beschoten, ook al is het aantal Oekraïense doden een veelvoud van het aantal Israëlische. Netanyahu daarentegen meent reeds nu een vrijbrief te hebben om de barbarij van Hamas met soortgelijke barbarij te wreken door – zoals al openlijk in zijn entourage wordt verkondigd – de Gazastrook naar het Stenen Tijdperk terug te bombarderen. Net zo min als Hamas trekt Israël zich veel van het oorlogsrecht aan.

   Een van de basisfouten van de Amerikaanse Midden-Oostenpolitiek – van een eigen serieuze Europese die uit meer dan pleisters plakken bestaat is nooit sprake – was het de facto negeren van het Palestijnse probleem, omdat dat als onoplosbaar gold. Althans: onoplosbaar, omdat het Westen nooit bereid was om Israël gewoonweg tot instemming met een oplossing te dwingen, want zelfs eentje waarbij de Palestijnen met slechts een kwart van het Heilige Land genoegen moeten nemen, is voor de thans ginds dominante zionistische zeloten al te veel.

   Het Westen richtte zich zodoende maar vooral op vredesverdragen tussen Israël en de omringende Arabische staten, in de hoop dat dat afdoende zou zijn. Dat begon in feite al onder Carter in Camp David met Egypte, en dat is – met als enig afwijkend intermezzo Clinton die Rabin en Arafat bij elkaar wist te brengen – de afgelopen tijd weer voortgezet, zowel onder Trump als nu onder Biden. Dat is natuurlijk ook veel makkelijker, want met de meeste Arabische staten, Syrië uitgezonderd, heeft Israël immers geen territoriaal conflict.

   De Palestijnen werd niets gevraagd. Hun door ieder genegeerde lot heeft Hamas nu met alle geweld weer onnegeerbaar op de kaart gezet: niet zonder ons over ons.

Thomas von der Dunk, 15 oktober 2023

Europese BewegingEuropa verdwaalt weer in het Midden-Oosten
read more

De BRICS vormen ook voor de EU een uitdaging

   Afgelopen week kwamen de regeringsleiders van de G20 voor het eerst in India bijeen. Althans: een van de beruchtste hedendaagse oorlogsmisdadigers, de door het Internationaal Strafhof gezochte Russische dictator Vladimir Poetin, achtte het niet opportuun om in New Delhi te verschijnen. Ook al is India niet aangesloten – evenmin overigens als pakweg Rusland, China, Amerika, Indonesië, Iran en Israël – je weet het met zo’n internationaal arrestatiebevel maar nooit.

   Ook Poetins Chinese collega Xi liet zijn neus niet zien, niet van zins om de pogingen van Modi om concurrent India als wereldspeler op de kaart te zetten, te faciliteren. De verhoudingen tussen New Delhi en Peking zijn niet al te best, om het zachtjes te zeggen. De staatsgrens tussen beide landen is op sommige stukken omstreden, regelmatig komt het tot militaire incidenten, en op een recente Chinese kaart is zelfs een hele Indiase deelstaat als Chinees grondgebied ingekleurd.

   Tegelijk behoren beide grote rivalen tot de BRICS. Een zeer ongelijksoortig gezelschap: naast de economische reus China en de aanstaande economische reus India ook het steeds verder aftakelende Rusland – inmiddels tot ruwe grondstoffen leverende vazal van Peking gereduceerd – en de Latijns-Amerikaanse reus Brazilië. En dan is er nog, als vijfde wiel aan de wagen, als de S van de BRICS die ook pas later werd toegevoegd, Zuid-Afrika, vergeleken bij de andere vier een dwerg.

   Ongelijksoortig ook in politiek opzicht: naast een totalitaire dictatuur en een landroofzuchtige maffiastaat een moeizaam functionerende democratie waarvan de leider – Modi – steeds autocratischer trekken vertoont, plus een democratie die nu na een autocraat met de nieuwe president – Lula – juist weer het goede pad is ingeslagen. En dan dus ook nog Zuid-Afrika, een ook dertig jaar na de Apartheid nog langs raciale lijnen diepverdeeld land.

   Ook de BRICS waren onlangs bijeen, in Pretoria, en ook daar liet Poetin zich veiligheidshalve niet zien. De Zuidafrikaanse president Ramaphosa, wiens land wèl het verdrag van het Internationaal Strafhof ondertekend heeft, kon – na enige druk van buitenaf – uit dien hoofde niet garanderen dat het vliegtuig dat Poetin uit Moskou zou komen brengen, na afloop ook weer mèt hem naar Moskou zou kunnen vertrekken, en er niet een ander vliegtuig voor hem gereed stond, naar Schiphol, met aansluitend een fijne cel in Den Haag.

   De volgende keer komt de BRICS bijeen in Rio de Janeiro, en dat stelt Lula – die graag ook met het Westen goede relaties onderhoudt – voor hetzelfde probleem. Eerst heette het dat Poetin gerust kon komen, nu dat Brazilië misschien toch niet kan garanderen dat Poetin niet wordt opgepakt. Verdragsverplichtingen immers – al kon Lula (terecht) niet nalaten zich af te vragen waarom niet alleen de andere grote drie van de BRICS, maar ook Amerika nog steeds niet bij het IS aangesloten was, met alle uitleveringsplichten ten aanzien van eigen onderdanen vandien.

   Zeker dat laatste is toch wel een dingetje, dat de westerse geloofwaardigheid ten aanzien van bloedbevlekte tyrannen ernstig schaadt: de Verenigde Staten staan kennelijk in eigen ogen boven de internationale wet en de in het IS belichaamde mensenrechtenwaarden van de VN. Maar, zoals toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice naar aanleiding van kritiek dat ook Amerika zich in Irak aan universele waarden moest houden riposteerde: Amerikaanse waarden zíjn universele waarden. All animals are equal, but American animals are much more equal than any other animal imaginable.

   Dat zoiets een vrijbrief voor anderen vormt om dan ook zo te denken, is evident. De EU valt dit verwijt gelukkig niet te maken, maar Brussel moet wel met dit probleem zien te dealen. En dat geldt dus ook voor de omgang met de BRICS, waarbinen men er eveneens zo zichtbaar mee worstelt. Ongeacht de interne vijandschap tussen China en India, en de voortdurende rivaliteit tussen China en Rusland bezit die BRICS kennelijk toch voldoende aantrekkingskracht om andere landen tot een verzoek om aansluiting te brengen.

   Op de nominatie om binnenkort inderdaad toe te treden staan zo Argentinië, Ethiopië, Egypte, Iran, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Van het eerste land – een democratie – afgezien, niet bepaald een fris gezelschap. Nummer twee en drie zijn hardvochtige dictaturen. Iran valt gezien zijn gijzelaarsdiplomatie en wapenleveranties aan de Russische agressor zonder meer als schurkenstaat te betitelen. De laatste twee zijn archaïsche autocratieën.

   Opvallend: ook twee vaste onfrisse militaire partners van Washington – Cairo en Riyadh – willen dus tot een gezelschap gaan behoren, die twee aartsvijanden van het Westen – Moskou en Peking – voor hun politieke karretje pogen te spannen. Wat niet betekent dat de andere leden – oude en nieuwe – daarin zomaar mee willen gaan. Iran zeker wel, Brazilië, Argentinië en Zuid-Afrika zeker niet; bij het Arabische drietal overheerst vooral ergernis over westers commentaar op de barbaarse bruutheid die intern tentoongespreid wordt. Tezamen vertegenwoordigen de BRICS-landen echter nu al een veel groter deel van de wereldbevolking, en ook al een groter deel van de wereldeconomie. Daarin zit hem, ondanks de interne verdeeldheid, ongetwijfeld een deel van de aantrekkingskracht.

   Maar niet te onderschatten valt – zie de implosie van Francafrique – het antikoloniale sentiment, waarbij de Global South niet bepaald een beeld van westerse onbaatzuchtigheid heeft, en dus bij Oekraïne denkt: waarom zouden we jullie daarin steunen als jullie je niet om onze door jullie veroorzaakte ellende bekommeren zoals de klimaatverwoesting? De trefwoorden lopen van Amerikaanse steun aan dictaturen – de coup tegen Allende ligt dezer dagen 50 jaar terug – tot Europese bescherming van vervuilende multinationals – zeg: Shell in Nigeria.

Thomas von der Dunk, 12 september 2023

Europese BewegingDe BRICS vormen ook voor de EU een uitdaging
read more

Possible Futures of Europe – De Frontlinies –

Kick-Off meetup

Tolhuistuin, de Zonzij zaal

IJpromenade 2, 1031 KT Amsterdam

Vrijdag 1 september 2023, 15.30-17.30 uur, met borrel

(Inloop vanaf 15.00 uur)

Op 1 september 2023, van 15.30-17.30 organiseert de Europese Beweging Nederland (EBN) in de Tolhuistuin in Amsterdam een brainstorm event voor mensen/clubs met serieuze, praktische interesse in de grote transities van onze tijd.

Afgelopen jaar vond de eerste ronde plaats van Ateliers Possible Futures of Europe in samenwerking met de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Den Haag, het Liaison-office van het Europees Parlement en Het Nationale Theater, over creatieve paden naar de toekomst. Deze eerste serie verkenningen bevatte vele inspirerende interacties en ontmoetingen rond grote veranderingen (next economy, new democracy, finance for the future, broad security, upgrading the green deal, the role of creative citizens), en mondde uit in een goedbezochte theatervoorstelling in het Nationale Theater in Den Haag afgelopen april en in het essay ‘Ateliers | Europa | Toekomsten: Ode aan de Oefenruimtes‘. 

De deelnemers aan de Ateliers waren het allemaal eens dat het meebouwen aan een brede beweging uit de huidige mondiale chaos nu van vitaal belang is. Het komend jaar wordt uitdagend, op vele terreinen van transitie tegelijk. In de aanloop naar de landelijke en Europese verkiezingen zullen de grote veranderingsthema’s van onze tijd overal centraal komen staan. Civiele beweging, inzet en verbinding zijn onontbeerlijk.

De Europese Beweging Nederland gaat daarom de komende tijd door met het faciliteren van Ateliers, nadrukkelijk als ‘rugdekking’ (en niet als ‘competitie) voor de vele creatieve initiatieven die momenteel overal opborrelen. Dus ondersteunend, verbindend, en op locaties waar dingen gebeuren, overal in het land. 

We willen samen met geïnteresseerden een agenda opbouwen voor deze serie Frontlinie Ateliers. En starten hiermee tijdens een speciale meet-up in de Tolhuistuin in Amsterdam (vlak achter Amsterdam CS, aan de overkant van het IJ met het pontje) op vrijdag 1 september, 15.30-17.30 uur met een borrel.

De tweede ronde Ateliers zal zich nadrukkelijk richten op aanhaakpunten voor concrete, praktische verandering (‘wat kan er wel en hoe’). Hoe komen we voorbij structurele hobbels waar iedereen tegenaan loopt? Waar zitten kansen en de sleutels voor echte transitie? En hoe versterken we elkaar in solidaire, onderlinge verbindingen?

We hebben al contact gehad met sommigen van de eerdere deelnemers over deze opzet van de nieuwe Frontlinie Atelierserie, en willen serieuze betrokkenen graag uitnodigen begin september aan te haken om met elkaar te brainstormen tijdens een speciale borrel. 

Het motto blijft: de toekomst zijn we zelf. 

Nadere informatie volgt. Mocht je interesse hebben mee te doen aan de meet-up, of al ideeën te hebben, mail even naar EBN, via gmvanheteren@xs4all.nl

Hartelijke groet, namens de EBN – Possible Futures of Europe Ateliers: De Frontlinies en Together for Europe,

Mark Zellenrath

Laura Fruhmann

Godelieve van Heteren

Europese BewegingPossible Futures of Europe – De Frontlinies –
read more

Laat Brussel zich door Tunesië en Turkije chanteren?

   Verkeert de NAVO in dezelfde ongemakkelijke situatie als in de jaren zestig? Dat men moet wegkijken bij autocratische ontsporingen in eigen kring om niet verdeeld tegenover de Russen te staan?

   Toen waren het de dictaturen in Portugal en Griekenland, die een forse smet wierpen op de pretentie dat het ‘vrije Westen’ de democratie verdedigde. Nu is het naast Hongarije vooral Turkije dat moeilijk in zo’n zwart-wit-schema past. Een halve eeuw geleden overigens ook al – een echte goed gewortelde democratie of rechtstaat is het door talloze militaire coups geplaagde land in het verleden evenmin ooit geweest.

   Nu Europa op het eigen continent in het nauw zit, is het steeds minder kritisch jegens de halve en hele dictatoren elders op deze aardbol. Macron omarmt Modi – letterlijk zelfs – ofschoon onder diens hindoe-nationalistische bewind India steeds verder afdrijft van de seculiere en tolerante principes waarop Nehru ooit de nieuwe democratie na de dekolonisatie grondvestte; een zelfde ontwikkeling die we overigens ook met de opmars van een fundamentalistische islam in Indonesië zien.

   In Tunesië wordt de nieuwbakken dictator Saied door Von der Leyen, Rutte en Meloni gefêteerd, omdat de – door de laatste twee deels zélf uit electorale motieven aangewakkerde – xenofobe paniek over het vluchtelingenprobleem in hun landen hoog opgelopen is. Waar men de democratische voorgangers van Saied na de omwenteling van 2011 jarenlang amper zag staan, vliegen nu de honderden miljoenen vanuit Brussel over tafel. Over de zonder voedsel en water in de woestijn gedropte Afrikanen geen woord – volgens Saied immers fake-news.

   Moeten de Tunesiërs nu van Brussel, Den Haag en Rome uit deze gang van zaken gaan concluderen dat je met een chanterende dictator in het buitenland voor je eigen land het meest bereikt?

   Die conclusie had Erdogan vast al veel eerder getrokken. Zweden mag nu, na Finland, van hem eindelijk ook tot de NAVO worden toegelaten. De Ottomaanse sultan in Istanbul – pardon: de Turkse president in Ankara – heeft, nadat hij de kandidaat lang heeft laten bungelen, eindelijk genadig van ja geknikt. Daarvoor moest Stockholm wel diep door het stof – juist op het punt dat een democratie nauw aan het hart moet liggen: de vrijheid voor politieke vluchtelingen.

   Stap één van elke dictator in spe is om alle politieke tegenstanders of kritische buitenstaanders – de pers – als staatsgevaarlijke ’terroristen’ verdacht te maken, en vervolgens op te sluiten. Saied is daarmee dus nu ook al ijverig begonnen, Erdogan is daarmee al veel langer bezig – in vrijwel geen enkel land zitten zoveel journalisten achter de tralies als in het zijne. Stap één-bis is dat je erin slaagt om de eigen bevolking dat normaal te laten vinden – gezien Erdogans recente verkiezingsoverwinning kan de helft van de Turken dit inderdaad weinig meer schelen.

   Stap twee is dat men eist dat ook het buitenland daarin meegaat. Men verlangt uitlevering van iedereen die als een bedreiging wordt beschouwd voor de eigen machtspositie en voor de nationale geloofwaardigheid van de leugens die daaraan ten grondslag liggen. In het Turkse geval zijn dat nu de Koerden – geen volk dat, omwille van hogere veiligheidsbelangen, zo vaak door het Westen in de steek is gelaten, nadat zij eerst dankbaar als pion in de strijd tegen IS waren omarmd. De Zweedse regering heeft, om het Turkse veto van tafel te krijgen, in dat opzicht een aantal dubieuze concessies gedaan.

   Erdogan schijnt het spel zelfs nog hoger te hebben willen opspelen, met zijn poging om een huidig Zweeds NAVO-lidmaatschap aan een snel Turks EU-lidmaatschap te koppelen. Daarin is men in Brussel terecht niet meegegaan, zich overigens vooral achter formele argumenten verschuilend – het ene Brussel is het andere Brussel niet, en ofschoon op NAVO- en EU-toppen voor een groot deel dezelfde regeringsleiders opduiken, houden we dat op geëigende momenten graag gescheiden. Ook nu de overlap – juist door het nieuwe NAVO-lidmaatschap van de tot dusverre neutrale EU-leden Zweden en Finland – steeds groter wordt.

   Op die toetreding rust overigens wel in andere zin een smet: dat in beide landen, lang net als de andere Scandinavische landen vrij voorbeeldige democratieën, extreem-rechts met de bijbehorende discriminatoire en antirechtstatelijke opvattingen salonfähig is geworden, iets wat een halve eeuw geleden ondenkbaar was. In Helsinki dreigt nu al weer een regeringscrisis, omdat sommige vertegenwoordigers van de desbetreffende rechts-extremistische partij hun dubieuze gedachtengoed geenszins blijken te hebben afgezworen, zoals ons ter geruststelling door hun christen-democratische coalitiepartners was beloofd.

   In dat opzicht staat het Westen er een stuk slechter voor dan tijdens de vorige Koude Oorlog; denk behalve aan het Trumpistische gevaar ook aan de (gewezen?) Mussolini-fan Meloni in Italië – door Rutte nog recent als een hele leuke vrouw betiteld – of aan Le Pen dan wel Wilders bij ons, wiens onfrisse opvattingen ook ooit via een gedoogconstructie aan legitimiteit konden winnen.

   Alleen in Duitsland – met een grotere historische gevoeligheid voor eigen antidemocratische ontsporingen dan veel lakse buurlanden – houden CDU en CSU tot dusverre óók op regionaal en lokaal niveau vast aan een brandmuur tussen hen en extreem-rechts. Na Nederland, Italië, Oostenrijk, Finland, Zweden en Denemarken is die recent ook in Spanje gesneuveld, waar Vox intussen in Castilië en Leon ‘gewoon’ een coalitie vormt met de Partido Popular.

   Het land voor wie het NAVO-lidmaatschap echt de meest urgentie bezit, kreeg dat op de recente top in Vilnius overigens niet: Oekraïne. Dat vormt, vanwege de nog veel grotere complicaties, een apart thema voor een volgende keer.

Thomas von der Dunk, 17 ju1li 2023

Europese BewegingLaat Brussel zich door Tunesië en Turkije chanteren?
read more

Gaat de EU Berlusconi’s erfgenaam Orban aanpakken?

   Over de doden niets dan goeds, zo luidt een gangbare ‘fatsoensregel’ in het maatschappelijk verkeer. In veel terugblikken na overlijden heerst dan ook een milde ondertoon, waarbij de pluspunten zwaarder aangezet worden, en de negatieve kanten wat minder aandacht krijgen. Ook bij het overlijden van Silvio Berlusconi enige weken terug was toch een zekere welwillendheid troef.

   Het is een uitgangspunt waarmee een historicus weinig kan beginnen. En zeker in het geval van Berlusconi is daar, gezien de situatie waarin ook zijn eigen land mede door zijn toedoen is beland, weinig reden voor. Met Berlusconi had Europa zijn eigen Trump, lang voor The Donald zélf op het idee kwam om zich voor het presidentschap kandidaat te stellen. Of die laatste dat voorbeeld nodig had, is overigens de vraag, want Trump maakt niet de indruk enig voorbeeld nodig te hebben: daarvoor is zijn maniakale ego als permanente drijfveer naar nog meer aandacht veel te groot.

   Beiden huldig(d)en het uitgangspunt dat – zoals Emil Ratelband het ooit formuleerde – ‘succes een keuze is’, en falen voor hen dus niet in aanmerking kwam. Net als Trump heeft Berlusconi zich nooit bij zijn verkiezingsnederlaag neergelegd, en is steeds naar terugkeer aan de macht blijven streven. De verslaving aan aandacht stond centraal, en beheersing van de media was daarvoor cruciaal. Net als Trump kende Berlusconi daarbij zowel als zakenman als als politicus geen enkele moraal, zag hij vrouwen als gebruiksvoorwerp en kreeg hij zo de nodige aanklachten wegens wangedrag aan de broek. Wat ‘grab them by the pussy’ voor Donald was, waren de bunga-bunga-feestjes voor Silvio.

   Hun mede op ongemanierdheid gebaseerde persoonlijke succes vormde in zekere zin ook de bron voor hun electorale succes: een deel van hun kiezers vond het prachtig, en herkende in beide selfmade-men het eigen levensideaal, waarbij zij – omdat de meesten van die kiezers dat zélf geenszins bereikt hadden – tevens hun frustraties verwoordden. Daarbij wisten beiden handig in te spelen op latente angst voor ‘ultra-links’ dat ‘alles’ zou willen afpakken, en op xenofobe onderbuikgevoelens jegens vreemdelingen, voor wie hetzelfde gelden zou.

   Nadat Berlusconi met zijn platte populisme – en daarin schuilt ook de parallel met de aanhoudende ontwrichting van de Amerikaanse Republikeinen door Trump – van de ineenstorting van de christen-democraten had geprofiteerd, kent het Italiaanse partijenlandschap geen normale gematigde rechtse partij meer. Uiteindelijk zijn we zo honderd jaar na Mussolini vorig najaar bij Meloni beland.

   Waarin de laatste zich overigens wel van Berlusconi onderscheidt, is de verschillende houding jegens de Russische agressieoorlog. Berlusconi is, ondanks alle Russische gruweldaden, stug partij voor zijn ‘vriend’ Poetin blijven kiezen. In dat opzicht is Europa nu van een belangrijke stoorzender verlost.

   Zeker: Berlusconi was in dat opzicht niet de enige Poetin-liefhebber – ten onzent hebben we Thierry Baudet en bij de oosterburen Gerhard Schröder. Maar de eerste heeft zichzelf door steeds bizardere complottheorieën volledig van de rest van de wereld geïsoleerd, en de tweede is door zijn eigen partij uitgekotst. Een politieke rol speelde Schröder niet meer, en anders dan Berlusconi was hij ook niets steeds bezig met een poging tot comeback.

   Berlusconi’s belangrijkste Europese geestverwant in Poetin-vraagstukken is momenteel de Hongaarse premier Viktor Orbán, die al jaren lang met veto-dreigementen de Europese Unie chanteert. Even corrupt als Berlusconi, huldigt Orbán dezelfde nihilistische opvattingen over democratie, rechtstaat en politiek  het algemeen: alles staat in dienst van zijn eigen machtsbehoud, over enige inhoudelijke visie beschikt hij amper – een essentieel verschil met de ultrarechtse Poolse regering, die juist ideologisch zeer gedreven is.

   Vanwege het vetorecht waarover Hongarije als elke andere lidstaat beschikt, kan het strenge Europese strafmaatregelen wegens schending van de rechtstaat voorkomen door te dreigen in zulk geval een collectief Europees veiligheidsbeleid te blokkeren. Dat betreft de hulp aan Oekraïne, sancties tegen Rusland, maar ook, net als bij Erdogan, zoiets als het Zweedse NAVO-lidmaatschap.

   Maar nu ligt er een mogelijkheid om Budapest op een gevoelige plek te raken, waarbij Orbán dat zelf niet verhinderen kan: het roulerende voorzitterschap van de EU. In 2024 is in beginsel Hongarije aan de beurt, in 2025 Polen. Het zou, gezien de systematische chantagepolitiek van beide betrokken regeringen en hun omgang met de waarden van de rechtstaat – en van Hongarije daarenboven de opstelling jegens Poetin – een blamage voor de EU zijn, als het in de huidige omstandigheden tot zo’n voorzitterschap kwam.

   Terecht heeft het Europese Parlement er nu reeds op aangedrongen om in dit geval beide landen over te slaan. De wettige mogelijkheid daarvoor bestaat – het komt op politieke wil en moed van de andere lidstaten aan. De hamvraag is of die voldoende is om het daaruit voortvloeiende ongemak – en het voorspelbare gebrul over ‘discriminatie’ vanuit Boedapest en Warschau – te trotseren. Het verleden biedt niet fantastisch veel hoop, in dat opzicht heeft men zich te vaak opportunistisch getoond teneinde zaken te kunnen doen. Ook de Haagse reactie bij monde van Wopke Hoekstra was weer van het vertrouwde ’tut-tut-ho-ho’.

   Maar het wordt eindelijk tijd een duidelijk voorbeeld te stellen. Daarbij is het van strategisch voordeel dat de grootste zondaar, Hongarije, als eerste aan de beurt is – dat heeft door zijn propoetinisme ook veel sympathie van voormalige vaste bondgenoot Polen verspeelt. Als men nu de moed heeft door te zetten, is dat een meteen een waarschuwing aan Warschau, die daar niet zal worden misverstaan.

Thomas von der Dunk, 23 juni 2023

Europese BewegingGaat de EU Berlusconi’s erfgenaam Orban aanpakken?
read more