Laten we beginnen met in deze bizarre tijden ons in Europa gelukkig te prijzen dat wij hier te maken hebben met een overheid die bij de oplossing van de coronacrisis de oplossing zelf centraal stelt, en niet met criminele autocraten als Xi, Poetin, Bolsonaro en Trump, die bereid zijn om het leven en welzijn van duizenden ingezetenen te offeren aan het behoud van hun macht. Bij alle onderlinge verschillen qua aanpak tussen de Europese regeringen, en ongeacht de nonchalance in Westminster tot Boris Johnson zelf op de intensive care belandde (waarvoor de Britten inmiddels de prijs van het hoogste aantal Europese doden betalen), moet dat vooropstaan. Ook in Den Haag kwam men overigens wat traag op gang – anders dan in Berlijn, waardoor in Duitsland het aantal slachtoffers veel meer kon worden beperkt.
Desondanks zijn we in Europa in zo’n crisis beter af dan vrijwel overal elders op de wereld. Je zult als Chinees maar te maken hebben met een totalitair regime, waarvan het dogma van de onaantastbare onfeilbaarheid van de Partij impliceert dat de uitbraak van een dodelijk virus door de lagere autoriteiten lang niet kan worden toegegeven en artsen die alarm slaan van de aardbodem verdwijnen. Het verklaart het lang aanhouden van de aanvankelijke verdoezelpogingen in Wuhan om pijnlijk falen te verhullen, een aandrang die als zodanig natuurlijk niet wezenlijk verschilt van de Haagse inzake Hawija.
Je zult als Rus maar te maken hebben met een macho in het Kremlin, die lang elk probleem ontkent om zijn plebiscitaire Machtergreifung met bijbehorende megalomane overwinningsparade door te kunnen drukken, en waar medici die ernstige tekorten in de ziekenhuizen signaleren, als ‘saboteurs’ worden gesanctioneerd. Je zult als Braziliaan maar te maken hebben met een soort Bokito die de corona-epidemie tot een communistische hoax verklaart en zich met veel borstgeroffel op zijn eigen sportieve gestel beroept om elke preventieve maatregel voor onzinnig te verklaren.
En je zult als Amerikaan maar te maken hebben met een narcistische kleuter als president, die in vier jaar tijd meer leugens dan al zijn voorgangers in twee eeuwen bijelkaar heeft geventileerd, zijn bevolking het slikken van een ontsmettingsmiddel adviseert, zijn incompetentie met hol gebral over fantastische eigen prestaties compenseert, elke kritische journalist demoniseert, en stelselmatig zijn positie misbruikt om bij de toewijzing van medische goederen politiek bevriende gouverneurs te belonen dan wel zich op andere te wreken, waarbij hij niet schroomt de bevolking tegen hen op te hitsen, zodat ultra-rechtse gewapende milities ongestraft het State Capitol in Michigan kunnen binnendringen. Dat gaat nog een stapje verder dan FDF-boeren die het Brabantse provinciehuis met een handvol trekkers tot politieke capitulatie weten te bewegen.
De ontsporing van Amerika is voor Europa uiteraard het grootste probleem, omdat Trump geen bondgenoten accepteert, maar de wereld in vijanden en dienaren onderverdeelt. Op basis daarvan tracht hij, net als Xi en Poetin, Europa uit elkaar te spelen, omdat hij tegenover een gesloten Europees blok moeilijk op kan, en afzonderlijke landen veel makkelijker in te pakken zijn. Londen heeft hij al half in zijn netten gevangen, en de beoogde ommekeer van de relatie tussen ex-moederland en ex-kolonie werd al vorig jaar op symbolische wijze duidelijk toen de familie Trump zich al selfie-schietend bij een staatsbezoek in Buckingham Palace gedroeg alsof dat nu de dependance van het Witte Huis geworden was.
Zeker in het licht van de opmars van China is die Amerikaanse ontsporing een probleem. China vormt inmiddels amper een geringere bedreiging voor Europa dan de Sovjet-Unie ooit was. Geen militaire, maar een economische – wat de Russen ook in Stalins tijd nooit waren – en daarmee uiteindelijk een veel grotere, omdat de omvang van de economische macht uiteindelijk die van de politieke macht bepaalt. Zo marxistisch geschoold om die correlatie onder ogen te zien mogen we ook in het Westen nog wel zijn. Afgezien van het geleidelijk opzuigen van eerst Hong-Kong en straks Taiwan, is China niet op territoriale expansie uit, maar wel op onaantastbaarheid, ook van het eigen totalitaire systeem: landen die zich ‘vriendelijk’ gedragen worden beloond, kritische geïntimideerd.
Het paait en dreigt, ook in deze coronacrisis, door naar believen gunsten en straffen uit te delen, ten einde de buitenwereld in het Chinese gareel te dwingen. Het weet door gebrek aan interne Europese solidariteit en coördinatie daarbij ook in Europese hoofdsteden binnen te dringen. Dat is op zich voor een supermacht natuurlijk niets nieuws; ook de Verenigde Staten hebben na 1945 decennialang wortel en stok gehanteerd – tegenover de Marshallhulp voor de braven stond steun aan coups (Iran 1953, Cuba 1961, Chili 1973) in landen die van de Amerikaanse kar dreigden af te springen. En wee de tegenstanders van sacrosanct Israël!
Alleen had Europa daar toen baat bij, en dreigt thans gevaar. In dat opzicht dient het eindelijk geopolitieke lessen uit de coronacrisis te durven trekken, omdat – gezien de rel over het Commissierapport inzake Chinese desinformatie – Beijing niet schroomt om ook Brussel onder druk te zetten. Dat betekent: de opbouw van eigen strategische reserves en een einde aan dat goedkope just-in-time-uitgangspunt waarbij de productie van essentiële goederen aan lage-lonen-landen is uitbesteed.
Noch voor mondkapjes, noch voor cruciale technologie (Huawei!) dienen we van de goodwill van China of Amerika afhankelijk te zijn. Daar dient Europa één lijn te trekken, en moeten de lidstaten ophouden om steeds voor hun eigen particuliere voordeeltje te gaan – ook Nederland. Financiering van die opbouw kan geschieden door een forse Europese belasting op kerosine en Amerikaanse ICT-giganten.
Thomas von der Dunk, 19 mei 2020