Poetin is gaandeweg zijn imperiale oorlog aan het verliezen – en dat weet hij. Het is op dit vroege moment ongetwijfeld nog gewaagd dat te beweren, en militaire deskundigen waarschuwen voor voorbarig optimisme, omdat Moskou nog onnoemelijk veel materiële en personele reserves achter de hand heeft, maar de voortekenen wijzen toch wel in die richting. Als menig dictator lijkt ook Poetin hier het slachtoffer van zijn eigen leugens te worden, omdat niemand in zijn omgeving het aangedurfd heeft zijn rooskleurige verwachtingen te ontkrachten.
Dat het Poetin nog lukt om Kyiv zonder zeer grof geweld op de knieën te krijgen, wordt met de dag twijfelachtiger. Het verrassingseffect van de erste dagen is weg, de tijd werkt in dat opzicht nu tegen hem. Niet alleen het hardnekkige Oekraïense militaire verzet, dat mede dankzij de in steeds groter getale geleverde westerse wapens steeds succesvoller blijkt in de uitschakeling van Russische tanks, wijst in die richting: de opmars stageert. Iets wat Poetin duidelijk heeft onderschat, evenals de eensgezinde politieke frontvorming – de Duitsers kennen daarvoor het onvertaalbare woord Schulterschluss – en de genadeloze financiële en economische sancties die nu al Rusland beginnen te ontwrichten.
Bovenal de recente rede van Poetin wijst daarop, waarin zondebokken worden aangewezen en zuiveringen worden aangekondigd. De eerste functionarissen zijn al van hun post ontheven, en deels onder huisarrest geplaatst; wat straks ongetwijfeld op de rol staat, is een stalinistisch schijnproces. Iets waarin Rusland onder Poetin dit decennium in steeds heftiger mate naar teruggrijpt – van de nepdemocratie die het twintig jaar geleden was en de autocratie van tien jaar terug verandert het nu weer steeds meer in een totalitaire dictatuur, waarbij elke potentïele oppositie met draconische maatregelen de kop in moet worden gedrukt. Niet toevallig wordt (de Georgiër) Stalin inmiddels door het Kremlin zo’n beetje als de ‘grootste Rus’ aller tijden gevierd.
Maar het meest veelzeggend was Poetins uitval naar de oligarchen, zijn oude bondgenoten, die ooit de Russische staat hebben leeggeroofd, en sindsdien dankzij megabankrekeningen op de Amsterdamse Zuidas in megapaleizen in Londen en megajachten aan de Côte d’Azur hun miljardairsbestaan vieren. Het koude Rusland is slechts hun melkkoe geweest, hun leven speelt zich grotendeels af in het warme Westen, hun kinderen studeren er, etcetera – ook in Nederland.
Het zal U misschien verbazen, maar ik kan bij wat Poetin in zijn inmiddels beruchte rede over hén te berde bracht, niet anders dan instemmend knikken. Hij schetste een beeld van verwende rijke Russen die verslaafd zijn aan “foie gras” en “oesters”, die niet langer loyaal zijn aan het Russische volk – gewoon nooit geweest, zou ik zeggen, evenmin als de heer V.P. – maar aansluiting zoeken bij een zelfzuchtige internationale beau monde.
Zeg maar de wereld van de topvoetballers van Chelsea, zo kan men daaraan toevoegen, die dankzij zo’n oligarch hetzelfde jetsetgedrag kunnen vertonen. Of van onze ‘eigen’ Max Verstappen, die ook in het fiscale roversnest Monaco zijn officiële optrekje heeft en net als de Abramovs graag in een privéjet rondvliegt.
“Zulke mensen zouden hun eigen moeder nog verkopen”, aldus Poetin – en ook daartegen valt weinig in te brengen. Medelijden met deze oligarchen die nu plots tussen twee vuren komen te zitten – in Europa eindelijk als Poetinbendelid uitgekotst, in Rusland daarentegen als decadente collaborateur van het Westen weggezet – is niet op z’n plaats, en men kan juist handig gebruik maken van de uiterst ongemakkelijke situatie, waarin deze lui zich nu bevinden. Nog even, en ze mogen immers niet meer kiezen tussen foie gras en oesters, maar tussen een Europese cel wegens belastingzwendel of een Russisch strafkamp wegens Poetinverraad.
Het is een van de breuklijnen die nu binnen het Russische gangsterregime zichtbaar wordt: dat de oligarchen, die zolang van het Kremlin hebben geprofiteerd, door het Kremlin tot staatsvijand zijn verklaard. Dat biedt voor het Westen perspectieven, waarvan het niet moet schromen gebruik te maken. Tegen een oorlogs- en vernielzuchtige dictator kom je er nu eenmaal niet door je uitsluitend tot methodes te beperken die je op de zondagschool hebt geleerd.
Kortom: een mogelijkheid is nu dat al die miljardairs een paar miljoen bijelkaar leggen, om aan Poetins bewind een fysiek einde te maken. Dat Poetin daar zelf ook best benauwd voor is, is evident. De geschiedenis van de Romanovs biedt voldoende verschillende opties om daarvoor concrete inspiratie op te doen. Er is niets op tegen, wanneer westerse geheime diensten daarvoor ondershands zulke oligarchen met enige suggesties benaderen, daarbij aan de boven aangestipte alternatieve toekomstscenario’s refererend, mochten zij zich niet meteen inschikkelijk tonen. Misschien gebeurt dat inmiddels ook al.
De tweede potentiële breuklijn is er eentje binnen de Russische staatsbureaucratie zelf. Afgaande op een bericht in de NRC van 19 maart, was bij een grote manifestatie ter meerdere glorie van Poetin een deel van de verplicht aanwezige Russische ambtenaren al naar huis voor de dictator aan zijn verhaal begon, met de afgestempelde kaartjes – waarmee ze hun aanwezigheid konden bewijzen – op zak. Ook schijnt er tussen het verplichte gejuich tevens al enig gefluit vernomen te zijn – zo begon het ooit met het einde van Ceaucescu.
Zover is het nog niet, maar dat Poetins speech, waarmee hij min of meer met de fysieke vernietiging dreigde van iedereen die hem nog dwars durft te zitten, hogerop tot ongerustheid heeft geleid, mag als zeker worden beschouwd. Wie, zo zullen veel Poetincraten zich afvragen, is de volgende die in ongenade valt? Als er maar voldoende zijn die zo’n lot vrezen, is een staatsgreep snel gepleegd.
Thomas von der Dunk, 21 maart 2022