Gloort er eind 2020 eindelijk weer meer licht aan de Europese horizon? Duidelijk is dat reeds nu de verkiezingszege van Biden in Amerika internationaal de bakens verzet. Sommigen pogen nog snel voor de aftocht van Trump een winstpuntje binnen te slepen, zoals degenen die met de moord op een Iraans atoomgeleerde – en daarmee het uitlokken van een overreactie van Iraanse hardliners – hopen een herstel van het atoomaccoord met Teheran te voorkomen.
Maar desondanks waait er al een andere wind. De eersten die dat merken zijn de Britten. Indien Trumps presidentschap gecontinueerd zou zijn, had Johnson voor Europa een alternatief achter de hand. Trump zou hem immers graag – zij het uiteraard op Trumps eigen voorwaarden, waarbij altijd de ánder de loser moet zijn – ter wille zijn geweest, om zo de Europese Unie te ondermijnen. Met Biden verandert het speelveld drastisch.
Die heeft al ondubbelzinnig laten weten dat de Brexiteers niet op enige privileges op basis van een vermeend special relationship hoeven te rekenen, omdat voor Washington goede verhoudingen met Brussel zwaarder wegen dan met Londen. En zeker als Johnson onbetrouwbaarheid tot principe gaat verheffen door in Westminster wetten aan te laten nemen die eerdere afspraken met Europa ondermijnen, zal hij op het Witte Huis de deuren gesloten vinden. Daarbij komt dat Biden, ook als nazaat van Ierse emigranten, de open grens van Ierland met Noord-Ierland voor ononderhandelbaar heeft verklaard, en hier duidelijk partij voor Dublin kiest.
Maar de grootste winst voor Brussel valt na de val van Trump te boeken aan de andere kant van de Europese Unie – mits Brussel nu durft door te zetten. Met Trump verliezen de xenofobe autocraten in Boedapest en Warschau, net als Trump voortdurend bezig omwille van de eigen macht in eigen land de rechtstaat te ondermijnen, hun belangrijkste internationale steunpilaar. Het is mede daarom, ook nu het kleine Slovenië eveneens dreigt af te glijden, voor Brussel nu of nooit.
Of het breekt nu het verzet van Orban en Kaczynski, of het staat een steeds verdere ondermijning van de rechtsstatelijke grondprincipes van de Europese Unie toe. Te lang heeft Brussel gedacht en getracht de doelbewuste ondermijning van de rechtstaat in Polen en Hongarije door welwillend overleg te kunnen keren. Maar de machthebbers aldaar wijken slechts voor macht. Dat is wat vooral Merkel te weinig in heeft willen zien – Macron snapt zoiets (zie ook zijn grotere onbuigzaamheid in Britse richting) al beter.
Die macht is vooral een financiële, en die moet nu worden ingezet. Is het toeval dat het Europese Parlement juist afgelopen maand, na de nederlaag van Trump, scherper dan ooit de noodzaak heeft geformuleerd om fondsen aan rechtsregels te koppelen? Het was voorspelbaar dat Warschau en Boedapest furieus reageerden.
Tot nu toe zijn ze met hun blokkadepolitiek altijd weggekomen, omdat Brussel steeds meende dat zij nooit zo ver zouden gaan en het dus niet op een breuk durfden aan te laten komen. Dat deden zij elke keer wel, omdat zij wisten dat Brussel uiteindelijk zèlf altijd voor de consequenties van zo’n breuk terugschrikt. Het maakt de toch al zo vaak moeizame samenwerking tussen 27 lidstaten namelijk nog moeizamer.
Orban en Kaczynski dreigen nu de hele Europese begroting inclusief het coronafonds op te blazen, als zij hun zin niet krijgen. Daarvan zijn vooral de Zuideuropese landen het slachtoffer, die naar die financiële hulp snakken. Omdat uit dat fonds echter ook broodnodige miljarden voor Hongarije en Polen bestemd zijn, ging Brussel ervanuit dat zij niet het risico zullen durven te lopen om niets te krijgen. Dat durven zij dus wel, in de wetenschap dat Brussel tot nu toe toch altijd aan hen heeft toegegeven.
Misschien mag ik eens een vergelijking met militaire conflicten maken. In Bosnië zette Nederland indertijd voortdurend in op redelijkheid bij het Servische geboefte, wat uiteindelijk uitmondde in Srebrenica – iedereen kent de gênante slotscène waarin Mladic Karremans volledig inpakt. De grondoorzaak: de Nederlandse neiging tot risicomijding. Toen de Britten eens geconfronteerd werden met zo’n bende Servische bandieten die hen de weg versperde, begonnen zij zeer demonstratief hun wapenarsenaal in stelling te brengen. De boodschap: wij wijken niet en zijn bereid om daarvoor ook het risico op slachtoffers in eigen kring te nemen. Toen hen dat duidelijk werd, kozen de Serviërs meteen het hazenpad.
Vertaald naar het huidige civiele conflict: om Europa te redden moet Europa nu zelf even het idee van collectief, op consensus gebaseerd Europees bestuur laten varen, in organisatorische zin een stap terug doen, van de gebruikelijke strict legalistische aanpak afzien om de bad guys hun plaats te kunnen wijzen. Als het niet via een centrale regeling kan op ónze voorwaarden, dan moet het via onderlinge samenwerking tussen de wel deugende Europese regeringen, met uitsluiting van de niet deugende. Van communautair dus tijdelijk terug naar multilateraal. Begin dus NU zeer demonstratief met het opzetten aan een alternatieve structuur, waarbinnen die aan de noodlijdende landen toegezegde fondsen uitgekeerd kunnen worden – met even demonstratieve uitsluiting van Polen en Hongarije.
Dat zet die landen de pin op de neus, en maakt vooral hun bevolking duidelijk dat hun regeringen niet ongestraft fundamentele Europese waarden aan hun laars kunnen lappen. Vermoedelijk zullen ook dan Orban en Kaczynski niet uit zichzelf opzij gaan – precies zoals ook Trump zich aan de macht vast blijft klampen. Mocht het dan tot een volksopstand moeten komen om hun beider regimes weg te vagen, dan verdient die, net als die in 1989, vanuit Brussel alle morele steun.
Thomas von der Dunk, 9 december 2020