Opinies

Is Brexit done?

   ‘Get Brexit Done!’ Het was de leuze waarmee Boris Johnson in december 2019 met overtuigende meerderheid de Britser verkiezingen won. Maar nog geen drie jaar later, afgelopen zomer, was het vooral het premierschap van Johnson dat ‘done’ was. Of misschien beter gezegd: ‘gone’.

   Als Johnson namelijk tijdens zijn kortstondige premierschap – nee, inderdaad niet zo ultrakort als dat van Lizz Truss (wie zegt U?) – iets niet gedaan heeft gekregen, dan toch wel een fatsoenlijke regeling van de begeerde Brexit. De vraag is achteraf, of hij daar ook echt in geïnteresseerd was.

   In ieder geval stond hij in de praktijk elke serieuze zoektocht naar een oplossing in de weg. Met zijn ramkoers liep hij internationaal weliswaar hopeloos vast en dreef hij veel van export afhankelijke Britse bedrijven tot wanhoop, maar dat was voor hem, gedreven door een op bewust gekozen Brexitfanatisme gebouwd electoraal machtsinstinct, secundair. Maar ook een machtsinstinct kan er wel eens naast zitten, zoals uiteindelijk bleek.

   Brussel was terecht niet bereid voor Boris te capituleren, en hield met grote ijzerenheinigheid aan de eigen uitgangspunten vast. Johnson, van zijn kant liet de zaak liever barsten dan ook maar een beetje te buigen. Nadat de beschaafde redelijkheid van zijn voorganger Theresa May niet het gedroomde 1-0 resultaat voor de Brexitploeg had opgeleverd, wierp hij het over de boeg van de onbeschaafde onredelijkheid. Liever geen accoord als eentje dat hem niet honderd procent zinde. Desnoods, zo dreigde hij, blies hij alle eerdere afspraken eenzijdig op. Dat alles leidde echter in de strijd Boris-Brussel niet tot 1-0, maar vooral op verlenging na verlenging, tot ver na blessuretijd.

   De blessures waren uiteindelijk voor de Britten. Johnsons opvolger Rishi Sunak – o nee, daar zie ik weer Truss over het hoofd! – was zo verstandig om het over een andere boeg te gooien. Zelfoverschatting maakte plaats voor realisme, indachtig het bon mot van Juncker dat Europa maar twee soorten landen telt: landen die klein zijn, en landen die nog niet dóór hebben dat ze klein zijn.

   Anders dan Johnson heeft Sunak wèl serieus onderhandeld, en dus inderdaad met resultaat: er ligt een definitief accoord. De vrede tussen Londen en Brussel lijkt getekend, de lucht over het Kanaal opgeklaard – het continent was niet langer geïsoleerd van het Herstelde Britse Wereldrijk van Gibraltar tot de Falklands (zij het weinig meer ertussenin) – en dat is in het licht van Poetin zeker winst.

   Maar dat accoord zelf? Aan de goede bedoeling ligt het vast niet, maar gaat dat in de realiteit ook werken? In dat opzicht valt te vrezen dat het erg tot het soort accoorden behoort waarin ons Binnenhof grossiert: ze bezweren een dreigende kabinetscrisis en zorgen ervoor dat men ginds weer even met elkaar voort kan, maar het geproduceerde papier heeft vervolgens niets van doen met de praktijk.

   Hèt hete hangijzer, zo was mij meteen na het Brexitreferendum duidelijk, was niet de financiële afrekening, waar de meesten elkaar toen eerst over in de haren vlogen, maar de Ierse kwestie. Financiële geschillen: daar komen regeringen uiteindelijk wel uit, daar is een compromis ook vaak een zinnig compromis.

   Dat gaat dan net als bij onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers: bod en eis liggen ver uit elkaar, en na lang en taai onderhandelen – heel belangrijk, dat lange en taaie, want daarmee kun je laten zien dat je er echt voor hebt geknokt – kom je in het midden uit. Jij eist 60, de tegenstander biedt 20, en met zuchten en steunen nemen beiden met 40 genoegen. Maar we hebben er hard voor geknokt!

   Bij de Ierse kwestie ligt dat fundamenteel anders. De hamvraag: waar komt de economische buitengrens van de EU? Tussen Belfast en Dublin, of midden in zee? De inzet van beiden was duidelijk: Dublin, gesteund door Brussel, wilde geen economische grens dwars door Ierland – anders kwamen de oude spanningen weer terug. Belfast, gesteund door Londen, wilde geen economische grens dwars door het VK: dan voelden de Noordierse protestanten zich door Ierland geannexeerd.

   Het was immers het gezamenlijke Britse en Ierse EU-lidmaatschap dat de angel uit het conflict kon halen, door de onderlinge staatsgrens onzichtbaar te maken. Ik heb het in 2010 ter plekke kunnen constateren: er stond niet eens een bordje dat meedeelt dat je nu Ierland of het Verenigd Koninkrijk binnenreed. Alleen aan de verkleuring van het asfalt – andere wegbeheerder – kon je zien waar de grens precies loopt. En dat de getallen op de wegwijzers plots veranderen, omdat de Ieren niet aan mijlen maar aan kilometers doen. Psychologisch een ideale oplossing: de nationalisten in Noord-Ierland konden zo een beetje denken dat eigenlijk heel Ierland weer verenigd was, de unionisten dat eigenlijk heel Ierland nog deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk. 

   Dat kan sinds de Brexit niet meer. De vierkante cirkel die nu gevonden moest worden was een grens die geen grens is. Maar met grenzen is het net als met abortus: een beetje zwanger bestaat niet. En een beetje grens dus evenmin. Een grens is nu eenmaal een grens of géén grens. De nu gekozen ‘oplossing’: Britse producten voor de Noordieren, die niet door de EU goedgekeurd mogen worden, krijgen voor verscheping een andere sticker dan Britse producten voor de Zuidieren, die door de EU goedgekeurd moéten worden. En wat dan in het noorden beland, mag natuurlijk nóóóóóit alsnog door naar het zuiden.

   Een sticker! Gelooft U dat dat werkt? Ik verzeker U: als er straks niet om de meter aan de Iers-Ierse grens een douanier staat, leidt dat grootschalige smokkel. En die sticker vormt vooral een grote stimulans voor de stickerindustrie. Er komt er vast eentje die onzichtbaar door een ander is te vervangen. Ja, illegaal, ik hoor Brussel al roepen: dat mag niet. Tja, dat geldt voor zoveel dat dan tóch gebeurt.

Thomas von der Dunk, 15 maart 2023

Europese BewegingIs Brexit done?
read more

Van Brexit naar Bregret?

Wat doet Brussel straks, als de Britten over een paar jaar om hertoetreding tot de Europese Unie verzoeken? Mogen ze er dan weer meteen bij of moeten ze achteraansluiten in de rij? In hoeverre heeft men daar definitief schoon genoeg van Westminster, omdat de Tory’s bij de afwikkeling van de Brexit onder druk van hun geradicaliseerde rechtervleugel steevast een harde confrontatiekoers gevaren hebben? En zegt men, om die reden, inderdaad: voorlopig even niet? En indien wel ooit weer, dan ook met al die gunstige uitzonderingsbepalingen die de Britten vóór hun uittreden in de loop der jaren bedongen hadden?

   De EU is immers geen hop-on-hop-off-bus, waar je een tijdje op meereist tot je op je tijdelijke bestemming meent te zijn aangekomen, om, als je daarop weer uitgekeken bent of gewoon in het reisdoel vergist blijkt te hebben, snel weer op de eerstvolgende voorbijkomende wagen te springen.

   Nu is het ginds nog even een taboe, want het Verenigd Koninkrijk heeft door de Brexit een trauma opgelopen, dat duidelijk dieper zit dan de vele dodelijke slachtoffers van Hitlers Battle of Britain tachtig jaar terug. Maar ja, die slag met Berlijn hebben de Britten uiteindelijk gewonnen, en dat geldt voor de slag met Brussel duidelijk niet. De kleine meerderheid die ‘Leave’ in 2016 bij het beruchte referendum haalde, zou, met de Britse kennis van nu (en de Europese kennis van toen) nu een royale meerderheid voor ‘Remain’ hebben opgeleverd, en bij een eventueel nieuw referendum vandaag vermoedelijk ook voor ‘Rejoin’.

   Veel overtuigde Brexiteers van indertijd zijn inmiddels in Bregretters veranderd – met spijt als haren op hun hoofd. Daarbij komt nog een natuurlijk demografisch verloop: hoe jonger, hoe pro-Europees. Het waren – mede door de lakse houding van veel jongeren die thuis bleven – de oudere generaties die bij de stembus de doorslag gaven. Die sterven toch echt vanzelf geleidelijk uit, en die fout van ’thuis blijven’ maken de jongeren vast niet nog een keer. Het gaat, en ging, immers bij het referendum om hún verpeste toekomst, terwijl het voor de bejaarde meerderheid der Brexiteers vooral om hun glorieuze verleden ging.

   Het zal weinigen ontgaan dat Groot-Brittannië, ongeacht haar voortrekkersrol bij de Oekraïnse zelfverdediging tegen Poetins aanvalsoorlog, dezer dagen in een crisis verkeert. Zelden zal daar het vertrouwen in de eigen regering zo laag geweest zijn als op dit moment.

   Dat die voorlopig geen verkiezingen aandurft, is begrijpelijk; op het absolute dieptepunt, tijdens het flitspremierschap van Lizz Truss, toen zelfs de harde economische kern van de Tory-achterban – banken en bedrijfsleven – tegen de voorgenomen megabelastingverlaging in opstand kwam, zouden volgens sommige peilingen de Tory’s van hun meer dan driehonderd huidige zetels er een dozijn overhouden; voor Labour lag een Noordkoreaanse meerderheid in het verschiet.

   Stakingen leggen het land nu volledig lam, en ook al kampt men in Parijs met soortgelijke massale onvrede als in Londen, er is één cruciaal verschil: de EU vormt daarbij in Frankrijk amper een thema. Ook Marine le Pen, jarenlang in dit opzicht de geestverwant van Nigel Farage, heeft al haar Frexit-propaganda voorlopig ingeslikt. In Groot-Brittannië vormt het EU-lidmaatschap nu wèl een thema – in omgekeerde zin als ettelijke jaren terug.

   Veel Britten zien namelijk in drie opzichten eindelijk het licht.

   Ten eerste constateren zij dat de Brexit niet de heilstaat heeft gebracht die de Brexiteers met hun Londen als ‘Singapore aan de Thames’ hadden beloofd. De covid-epidemie heeft het zichtbaar worden daarvan vertraagd, maar nu is het onmiskenbaar: Groot-Brittannië staat economisch, met het precovid-tijdperk vergeleken, als enige Europese land nog duidelijk in de min.

   Ten tweede, dat de obstinate houding van de opeenvolgende Brexit-premiers – Johnson, Truss en Sunak – bij de onderhandelingen een en ander heeft verergerd. Al die beloofde lucratieve handelsaccoorden: dat wil niet vlotten. Washington, waarop men tijdens mede-Brexiteer Trump nog zo de hoop had gevestigd, maakt onder Biden geen haast: de Europeanen bínnen de Unie wegen voor hem vanwege hun soortelijk gewicht zwaarder dan die op dat dwarse eiland voor hun kust.

   Die droom van een ’tweede Singapore’ lijkt er vooralsnog ook niet in te resulteren dat Londen groeit, maar juist tot inderdaad een tweede Singapore – een politiek tweederangs dwergstaat – wordt afgewaardeerd. Want de Londense blokkades zetten ook de interne eenheid stevig onder druk. De pro-Europese Schotten voelen zich door de Engelsen bekocht, en hoe harder de Brexit, hoe meer. Bij de Ierse kwestie drijft Noord-Ierland steeds verder richting Ierland af.

   En ten derde komen veel Britten er achter dat ook áls Londen al een tweede Singapore zou worden, zoiets helemaal niet erg aantrekkelijk is. De kloof tussen arm en rijk is het afgelopen decennium tot Singaporiaanse hoogte opgelopen, het leven voor veel gewone burgers onbetaalbaar geworden, terwijl een kleine bovenlaag zich enorm heeft verrijkt. Vandaar dat de stakers op zoveel sympathie kunnen rekenen, en het regeringsverhaal dat er geen geld is, onder verwijzing naar de woekerwinsten van energiebedrijven niet wordt geslikt. Er is voldoende geld – alleen is het oneerlijk verdeeld. Dat Sunak zelf miljardair is, versterkt diens geloofwaardigheid inzake aan te halen broekriemen uiteraard evenmin.

   De morele winnaar op afstand is ook ditmaal Brussel. Johnson poogde de EU economisch uit elkaar te spelen: dat is niet gelukt. Poetin poogde de EU politiek uit elkaar te spelen: ook dat is niet gelukt. Beide landen kampen nu met de desastreuze gevolgen van hun eigen illusies. Elders zijn alle Exit-geluiden, van de lunatic fringe rond Baudet afgezien, dan ook verstomd. Dat is winst.

Thomas von der Dunk, 14 februari 2023

Europese BewegingVan Brexit naar Bregret?
read more

Wanneer durft Duitsland een leidende rol te spelen?

   Olaf Scholz was mij net voor. Dat is knap, want Scholz is niet zo snel, om het zachtjes uit te drukken. Al bijna een jaar lang, sinds Poetins overval op Oekraïne maakt hij een weifelende en twijfelende indruk, waarbij hij zich meer de (veelal uiteindelijk onvermijdelijke) beslissingen op buitenlandspolitiek terrein van buitenaf laat opdringen, dan dat hij er actief op anticipeert en zelf het initiatief neemt.

   Wat dat betreft heeft zijn internationale opereren wel wat weg van dat van de kabinetten-Rutte op binnenlands terrein. Daar is, bij gebrek aan moed voor een vooruitziende blik, ook de gewoonte ontstaan om steeds naar geitenpaadjes te blijven zoeken om vervelende onvermijdelijke beslissingen toch zo lang mogelijk uit te stellen. Denk, als nieuwste loot aan deze wijd vertakte stam, aan de kwestie van het mestuitrijden, waar het geduld van Brussel nu terecht op is.

   Het heeft natuurlijk alles te maken met egalitaire politieke stelsels waar eerst alle neuzen dezelfde kant op moeten staan, voordat er een beslissing vallen kan. Soms zelfs formeel – denk ook aan de vereiste unanimiteit in NAVO en EU, waardoor Turkije of Hongarije nu Brussel gijzelen kan. Alleen heeft Nederlands binnenlands getreuzel over onwelriekend landbouwbeleid natuurlijk minder mondiale impact dan Duits buitenlands getreuzel in oorlogstijd. En niet alleen, omdat Duitsland nu eenmaal wat groter is, en het woord van Berlijn zwaarder weegt. Ten aanzien van Oekraïne was nu dan ook het Amerikaanse geduld duidelijk op.

   Er schijnen in Ramstein heftige woorden gevallen te zijn, waarbij de uitdrukking ‘gecremeerde kroket’ die nu in de dorpsruzie tussen Rachel Hazes en Yvonne Coldeweijer kennelijk door de Nederlandse rechtbank als incriminerend wordt beschouwd, mogelijk zelfs verbleekt. Het fijne weten we er nog niet van, en of we ooit achter de wederzijds gekozen bewoordingen komen, is onduidelijk, want een beroep op de WOO helpt ons volgens mij hier niet.

   Scholz was mij net voor – want ik had hier uiteraard willen schrijven over de Duitse aarzelingen ten aanzien van de leverantie van Leopard-tanks die volgens militaire experts nodig is om de balans ten gunste van Kyiv door te doen slaan. De strekking zou zijn geweest, dat het er wel van zou komen, maar dat het nog even zou duren, en in fases zou gaan: eerst toestemming aan Warschau en Helsinki om te leveren, gevolgd door zelf leveren. Nu gaat het zowaar in één keer.

   Dat betekent dat de druk heel groot moet zijn geweest – ook omdat men in oorlogstijd, met een tegenstander die zich poogt te herpakken en op tijdwinst hoopt, niet de tijd heeft om belangrijke beslissingen eindeloos uit te stellen. Zoiets kunnen kleine landen zich wat makkelijker veroorloven – ‘zij dronken een glas, zij deden een plas en lieten de zaak zoals het was’, zoals een bon mot over de regenten van de Nederlandse Republiek in de achttiende eeuw wil – dan grote, omdat van de beslissing van grote landen immers meer afhangt.

   Wat dat betreft heb je nu eenmaal A- en B-landen. Amerika is een A-land: zodra er iets in de wereld gebeurt, kijkt iedereen meteen naar Washington. Hoe reageert het Witte Huis? Nederland is een typisch B-land: een toeschouwersnatie die meestal eerst kijkt hoe de hazen lopen, en dan met veel andere hazen een bepaalde kant op meeloopt. Mooi voorbeeld: de Amerikaanse inval in Irak van 2003. De Nederlandse coalitie was intern verdeeld; tegen de tijd dat men er met een voor de buitenwacht onbegrijpelijke formule – wel politieke, maar geen militaire steun – uit was, hadden alle andere landen allang gekozen, en deed het er niet meer toe.

   Dat interne Haagse geworstel herinnert aan een soortgelijke kwestie van drie eeuwen terug, die de Republiek toen ook al tot de internationale risee dreigde te maken: bij de sluiting van twee verdra­gen in 1729 en 1731 die een nieuwe Europese oorlog om Spanje moesten helpen afwen­den. Slechts met de groot­ste moeite en pas na een klein jaar zag men dit verdrag door de Staten-Generaal aan­vaard, alleen omdat de wereldstad Den Briel – één van de achttien stemhebbende steden in de Staten van Holland – haar goedkeu­ring van de tussen de hoven van Madrid, Parijs, Londen en Wenen geslo­ten over­eenkomst afhan­ke­lijk had gemaakt van de benoe­ming van één van haar ingezete­nen tot officier in het Staatse leger en er dus eerst onderling het nodige uitonderhandeld moest worden.

   Frankrijk is binnen Europa ook een A-land, dat via Europa eveneens in de hele wereld een A-land wil zijn. Groot-Brittannië poogt sinds de Brexit hetzelfde buiten Brussel om, wat niet bepaald op alle vlakken lukt, maar in deze oorlog – waarin Londen zijn klassieke rol van anti-Russische antagonist weer oppakken kan – juist weer wel. Het probleem met Duitsland is dat het de rol van een A-land zou moeten spelen, maar veel Duitsers zich liever als een B-land gedragen.

   Dat was ook de mentale deal onder het Elyseé-verdrag zestig jaar geleden: Duitsland verschool zich, ofschoon economisch machtiger, politiek achter de rug van Frankrijk. En veel andere Europeanen vonden dat zeker op militair vlak lange tijd wel zo prettig: dat was ook dáár de mentale erfenis van Wereldoorlog Twee. De Duitse insteek die dit moest legitimeren – ‘hebben jullie in Europa vroeger dan niet genoeg Duitse soldaten gezien?’ – werd elders dan ook lang gretig beaamd.

   ‘Nie wieder Krieg’ en ‘Nie wieder allein’: dat waren lang de twee Duitse axioma’s om zich aan een voorhoederol te kunnen onttrekken. Nu botsen die op elkaar, en daarom draait Duitsland – en zeker de SPD, die van alle Duitse partijen het eerste met de Ostpolitik het meeste verinnerlijkt heeft – zo langzaam bij. Maar sinds 1945 is dat pacifistische sentiment iets dat in Duitsland natiebreed wordt gedeeld. In 2003, bij Irak, had Berlijn daarmee gelijk – nu echter niet. En in de grootste internationale crisis die Europa sinds 1945 treft zal Duitsland weer politieke en militaire leiding moeten nemen, hoezeer het dat eigenlijk niet wil.

Thomas von der Dunk, 25 januari 2023

Europese BewegingWanneer durft Duitsland een leidende rol te spelen?
read more

Hoe voorkomen we een tweede ‘Qatar’?

   Als gevolg van een corruptieschandaal is de ongemakkelijke kwestie ‘Qatar’ deze week pardoes in het midden van het Europese parlement beland. Het feit dat de kwestie zich concentreerde rond de vice-voorzitster, Eva Kaili, gaf de Hongaarse premier Orban, zelf tot over zijn oren corrupt, aanleiding tot enig honend commentaar in de geest van pot en ketel. Al slaat dit in feite als een boemerang op hemzelf terug, omdat Kaili in Brussel meteen van haar functie werd ontheven en uit de sociaal-democratische fractie werd gezet, terwijl er in Boedapest weinig verandert en de Augiasstal dáár nog steeds niet grondig gereinigd wordt.

   De door Qatar betaalde – want zo kunnen we het wel noemen – lofzang van Kaili op Qatar, daarmee in de categorie van ‘Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’ vallend, werpt uiteraard ook een nieuw licht op de eindeloze lofzang van FIFA-maffiabaas Infantino op datzelfde oliestaatje. Hoeveel geld is daarvoor de laatste tijd onder de tafel over tafel gegaan? Eerst de dure aankoop door de emir van het WK bij Infantino’s voorganger, vervolgens ook de vele uitgaven voor propaganda, waarbij Infantino net als Kaili precies zei wat er ginds van hem werd verwacht.

   Denk ook aan de Qatarese poging om Europese supporters voor een door Qatar betaald verblijf te strikken, in ruil voor positieve commentaren op de sociale media. Een aanbod waarop door nogal wat Nederlandse supporters gretig is ingegaan, want die behoren nu eenmaal tot de onnozelste en meest hebberige die er bestaan. Het is de vulgaire voetbalvertaling van de ‘sjieke’ Drie Dwaze Dagen bij de Bijenkorf, of de onnoemelijke populariteit van Black Friday: als je iets gratis kan krijgen zet je alle mogelijke morele bezwaren meteen opzij.

   De hele gang van zaken maakt duidelijk, hoezeer velen, waaronder ook de FIFA, zich, al dan niet moedwillig, voorafgaand aan het WK in illusies hebben gewenteld. De eigenmachtige veranderingen die Qatar op het laatst in de regels aanbracht, nadat de buit veilig binnen was. De leugens over de ‘maar drie doden’  die Infantino met grote ijver verkondigde, totdat dit getal door een hoge Qatarees achteloos van tafel werd geveegd. De op niets gebaseerde aanname dat een groot sportfestijn de mensenrechten in het gastland ten goede zou komen – Sotsji in 2014 en Peking in 2008 leerden het tegendeel: sindsdien zijn Rusland en China juist pas echt in totalitaire staten veranderd.

   En dan natuurlijk de stug volgehouden fictie door Europese voetbalbonden dat sport ‘niets te maken heeft met politiek’. Sport is altijd politiek – en zeker voor dictaturen. Dat kon men al sinds de Hitlerspelen van 1936 weten. De organisatie ervan wordt door obscure potentaten steevast als een publicitaire triomf gevierd. En om die triomf niet door ‘ongeregeldheden’ te laten bevlekken, worden de straten vaak letterlijk tijdelijk schoongeveegd – dit keer van al die uitgebuite arbeidsmigranten die in hun verblijven voor hossend Oranjevolk plaats moesten maken.

   Waar de FIFA angstvallig, om geen ongenoegen op te wekken, onder het mom van ‘geen politiek’ de One-Love-Band verbood – en de Europese voetbalfans even angstvallig voor dit late dictaat capituleerden, bleek half Qatar intussen volgehangen met Palestijnse vlaggen en symbolen en verscheen ook de Qatarese minister van justitie met een bijbehorende band naast Conny Helder met haar slechts met een microscoop zichtbare solidariteitsspeldje op de tribune.

   Laten we het pijnlijke feit onder ogen zien: Europa sloeg hier een volslagen modderfiguur, en de onmacht om dit te verhinderen, illustreert – in combinatie met de corruptie van de FIFA, die haar oren naar de grootse geldschieters laat hangen – de fundamentele verschuiving binnen de globale machtsverhoudingen van de laatste tijd. Democratie en vrijheid zijn wereldwijd op de terugtocht – niet alleen in de dictaturen China en Rusland, ook in niet veel minder belangrijke landen als India en Indonesië gaat het de foute kant op – en elders hebben in ieder geval de machthebbers steeds minder boodschap aan mensenrechten, die door het Westen als universeel worden beschouwd, maar ginds als blijk van westers superioriteitsdenken en cultuurimperialisme worden gehekeld.

   Wat moet en kan Europa doen om een herhaling van het Qatar-debacle te voorkomen? Ten eerste de handen ineenslaan en voortaan één gemeenschappelijke lijn trekken. Ten tweede onder ogen zien dat de FIFA, net als het IOC, corrupte organisaties zijn, moreel tot op het bot doorgerot. Ten derde erkennen dat sport altijd politiek is.

   Dat blijkt reeds uit het feit dat het thuishouden van de koning door Qatar als een politiek affront kon worden opgevat, met mogelijke economische consequenties. Het is dat het Oranje-elftal gelukkig bijtijds in de pan werd gehakt – dat heeft Den Haag een moeizaam dilemma bespaard. Want dienaangaande had het kabinet met de wens om vanwege de energieschaarste Qatar niet al te zeer te bruskeren, wel een punt. Het betekent wel dat de door omkoping tot standgekomen beslissing van een particuliere corrupte sportorganisatie kennelijk de politiek gijzelen kan.

   Omdat grote sportevenementen als het WK en de Olympische Spelen politieke kwesties met politieke consequenties zijn, dient dus ook bij ons de politiek er greep op te hebben. Dat heeft zij in alle dictaturen ook: sportbobo’s fungeren er als directe zetbazen van de eigen machthebbers. Het zou daarom naïef zijn om te blijven menen dat eerlijkheid hier het langst duurt. Dat betekent dat ook in Europese landen de regering dient te bepalen wie er naar FIFA of IOC wordt afgevaardigd, en met welke instructies, om een herhaling van ‘Qatar’ te voorkomen, omdat anders de staat daarvoor de politieke prijs betaalt.

   Want die herhaling dreigt. Saoedi-Arabië heeft zich al voor het WK van 2030 aangemeld. En geld om wel tien FIFA’s om te kopen hebben ze daar beslist zat.

Thomas von der Dunk, 14 december 2022

Europese BewegingHoe voorkomen we een tweede ‘Qatar’?
read more

Poetin versterkt met zijn agressie ongewild Europa

   “Elk nadeel heeft z’n voordeel”, om een bekend voetbalfilosoof te citeren. En hoe wrang het gezien de enorme verwoestingen en vele duizenden doden ook is: dat gaat in zekere zin eveneens op voor Poetins agressieoorlog tegen Oekraïne.

   De oorlog verenigt – nog wranger – allereerst de Oekraïners zelf. Waar er voor 24 februari zeker bij de buitenwacht gerede twijfel bestond of zij wel een (apart) volk vormden, en of niet veel Russischtalige inwoners in het oosten liever bij Rusland zouden horen, is die twijfel nu wel weg. Er zullen, na de massale barbarij die Moskou het afgelopen halfjaar bedreven heeft – tot op het ‘individuele’ niveau van marteling en mishandeling van gewone burgers door Russische soldaten toe – maar weinig Oekraïners zijn, die aan de knoet van het Kremlin boven de regering in Kyiv de voorkeur zullen geven.

   Als Oekraïne niet al een natie vormde, dan is die Oekraïense natie alsnog door en in deze oorlog ontstaan. Dat is iets, wat in het verleden wel vaker is voorgekomen: dat buitenlands geweld het besef doet groeien dat men ondanks alle binnenlandse twisten meer gemeen heeft dan dat men van elkaar verschilt.

   Ook onze eigen Nederlandse Republiek is ooit dankzij een buitenlandse onderdrukker ontstaan, in dit geval de Spaanse, namelijk pas tijdens de Opstand. Het was niet zo dat op basis van een gemeenschappelijk natiebesef een al mentaal verenigd Nederland in opstand kwam, het werd pas door de opstand mentaal verenigd, waardoor ook dat gemeenschappelijke natiebesef werd gecreëerd. Tot dan toe had het provinciaalse besef van eigenheid overal hoogtij gevierd; het zou overigens ook daarna nog voor lange tijd beslist niet geheel verdwijnwen. Pas echt een natie werd Nederland in de vormende jaren van de Bataafs-Franse tijd, toen de oude confederatie der Zeven Provinciën in een eenheidsstaat werd omgezet.

   Maar het waren niet de Nederlanders zelf geweest, maar de Bourgondiërs en Habsburgers die vanaf de vroege vijftiende eeuw eerst die (uiteindelijk) zeventien gewesten tegen hun zin bij elkaar gebracht hadden – Gelderland kwam er als laatste pas in 1543 bij, precies een kwart eeuw voor het ‘officiële’ begin van de Tachtigjarige Oorlog – waarna die vervolgens, omdat Filips II met zijn religieuze rigiditeit in vrijwel alle gewesten dezelfde weerzin opriep, in de strijd tegen Spanje hun inmiddels gegroeide gemeenschappelijkheid ontdekten.

   Die onbedoeld verenigende functie van boeman van buiten die de ’tyran’ in Madrid toen voor Nederland vervulde, vervult nu diens evenknie in Moskou, eveneens onbedoeld, voor de Europese Unie. Ook die is nu meer verenigd dan voorheen, en het besef van gemeenschappelijkheid en van lotsverbondenheid is in het aangezicht van de Russische agressie sterker dan ooit in de afgelopen dertig jaar. En datzelfde geldt voor de NAVO, waarvan het grondgebied binnen ons continent immers een sterke overlap met dat van de Europese Unie vertoont.

   Niet alleen willen steeds meer zich nu opnieuw door Moskou bedreigd voelende buurlanden van Rusland zich bij (één van) beide organisaties aansluiten, om zo onder die collectieve paraplu die individuele veiligheid garandeert te schuilen. Zie de NAVO-lidmaatschapsaanvraag van voorheen neutrale landen als Zweden en Finland; zie Moldavië en Georgië, die als ex-Sovjet-republieken (moeten) vrezen dat zij ook het slachtoffer van Poetins revanchistische landhonger kunnen worden. De recente Paneuropese top in Praag maakt duidelijk hoezeer Rusland alle anderen bijeen gedreven heeft, en zijn hoop met zijn overval op Oekraïne de Europeanen uit elkaar te spelen, in het tegendeel is verkeerd.

   Over een mogelijke volgende Exit uit de EU – Nexit, Italexit, Frexit – heeft niemand het meer. Ook de leiders van de meeste extreem-rechtse partijen in de diverse lidstaten als Wilders en Le Pen hebben dit strijdpunt stilzwijgend laten vallen; alleen Baudet, die steeds verder van het padje af is, laat zich als Poetinvereerder ook in dit opzicht voor het Russische karretje spannen.

   De nieuwe Italiaanse regeringscoalitie zou, waar het dat trekken van één Europese lijn tegenover Rusland betreft, met oude Poetinvriendjes als Salvini en Berlusconi een risico kunnen vormen, maar juist de aanstaande premier Meloni heeft in dat opzicht steeds onvoorwaardelijk stelling tegen Moskou genomen. Het gevaar dat van haar nieuwe coalitie in Rome uitgaat, betreft niet zozeer de buitenlandse politiek, als wel de rechtstaat – met een nativistische natieopvatting, ultraconservatieve socioculturele opvattingen en een xenofoob vluchtelingenbeleid.

   Wat Poetin ook teweeg heeft gebracht: de destructieve as tussen Warschau in Boedapest – tussen twee regering die stelselmatig de rechtstaat afbreken – is stuk. Waar Polen onvoorwaardelijk voor Oekraïne kiest, sympathiseert Orban nog steeds met Poetin, waarmee hij zich volledig isoleert. Mede dat heeft het in Brussel mogelijk gemaakt om nu eindelijk Hongarije hard aan te pakken, met financiële sancties – die inderdaad het effect lijken te hebben dat Hongarije eindelijk buigt. De hamvraag is, of Brussel dat – gezien Polens positieve rol in de Oekraïense kwestie – ook in het Poolse geval aandurft, en beide dossiers weet te scheiden.

   En wat tenslotte de EU ook helpt, is dat de volgens de Brexiteers zo veelbelovende Brexit toch niet helemáál het beloofde positieve effect blijkt te hebben. De soapachtige totale chaos waarin Westminster door de kamikwasi-politiek van de in no time uit zijn ambt gekukelde nieuwe Britse minister van Financiën is beland, vormt geen aanmoediging voor potentiële Exiteers elders in Europa om het ook eens te proberen. Er zullen althans best wel negatieve kwalificaties voor de inzake Rusland standvastig opererende commissievoorzitter Von der Leyen in omloop zijn, maar nog niemand heeft haar, zoals de Daily Star doet Liz Truss, vergeleken met een verwelkende krop ijsbergsla.

Thomas von der Dunk, 16 oktober 2022

Europese BewegingPoetin versterkt met zijn agressie ongewild Europa
read more

Blijft Nederland een vrijbuiterstaat binnen Europa?

   Beseft Den Haag wel dat het oorlog is? EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen hamert er herhaaldelijk op dat Poetins overval op Oekraïne Europa en haar lidstaten tot een fundamentele koersverandering dwingt, vooral op het gebied van energiebeleid. De Duitse bondskanselier Olaf Scholz sprak van een Zeitenwende. De Franse president Emmanuel Macron richt zich herhaaldelijk met toespraken tot de bevolking, waarin hij het belang en de gevolgen van 24 februari uitlegt. En er viel heel veel op Boris Johnson aan te merken, maar niet dat hij eromheen draaide dat de Russische agressie grote consequenties heeft.

   En Den Haag? Rutte heeft nog geen enkele keer de natie toegesproken – zoals hij zich al twaalf jaar lang bij élk probleem veilig op de achtergrond houdt. Minister Jetten van Energie is tot dusverre niet verder gekomen dan wat weinig energieke vrijblijvende aanbevelingen aangaande Uw thermostaat.

   Vergelijk dat met het stevige ingrijpen van Den Uyl tijdens de oliecrisis een halve eeuw geleden, die toch echt een stuk minder ingrijpend en gevaarlijk dan de huidige situatie was: rantsoenering van de benzine op basis van het beginsel van verdelende rechtvaardigheid, zodat niet een kleine welvarende bovenlaag schaars geworden cruciale goederen tegen een voor de rest van de bevolking onbetaalbare meerprijs voor zichzelf voor niet-urgente zaken opkopen kan.

   Waarom bijvoorbeeld niet een verbod op de verwarming van privé-zwembaden – sowieso met de stijgende waterschaarste in de toekomst een onhoudbare luxe – en dito terrassen, en nog zo wat? Waarom niet ook rantsoenering van gas? Brussel komt met ingrijpende voorstellen: een prijsplafond voor energie, afromen van woekerwinsten van energiebedrijven. De Haag ligt dwars – want de sacrosancte markt! En nieuwe belastingen? Dat kan onze fiscus, en ook de rest van het door dertig jaar neoliberale afbraak uitgeklede overheidsapparaat niet meer aan.

   Dat een oorlog een oorlogseconomie vergt, met vergaand overheidsingrijpen – eigenlijk wil deze coalitie daar nog steeds niet aan. En daardoor hobbelt zij er in Europa ook weer steeds achteraan. Waar in Londen zelfs de Tory’s, die met Thatcher zo’n beetje het marktfetisjisme hadden uitgevonden, snappen dat ook Shell zijn deel moet leveren, vindt Den Haag dat allemaal heel erg ingewikkeld. Ja, misschien dat we dat voor elkaar zouden kunnen krijgen in 2025 of zo.

   Want bij stevig ingrijpen horen stevige, en dus pijnlijk keuzes, en dat vergt moed en gezag, wat de regering volledig ontbeert, omdat zij al zolang elke pijnlijke keuze uit de weg is gegaan. Bij de eerste boerenhooivork gaat de minister van Buitenlandse Zaken met zijn partij namelijk door de knieën en keert de meerderheid van de leden van de premierspartij zich tegen de wetenschap. Ook bij het asylvraagstuk vluchten zij uit angst voor een electorale vloedgolf in de illusie dat met een magische ‘asielstop’ alles anders wordt.

   Door dit voodoo-beleid bereidt de Nederlandse regering boeren en burgers er amper op voor dat het juist de andere kant op zal gaan. De stikstofnormen zijn in Europese ogen niet te streng, maar eerder te slap. En niet langer pikt Brussel die uitzonderingen voor Nederlandse boeren bij het uitrijden van de mest. Regels zijn regels: het eeuwige getraineer wordt niet langer gepikt.

   Nederland staat er toch al niet al te best op: als een soort egoïstische vrijbuiterstaat die anderen op hoge toon over regels de les leegt maar zichzelf snel aan regels onttrekt als de naleving ervan voor de éigen achterban vervelende consequenties heeft. Denk ook aan Nederland als lucratief belastingzwendelparadijs – ‘een goed vestigingsklimaat’ heet dat dan in Haagse Newspeak – waaraan slechts schoorvoetend en onder grote druk heel traag een einde wordt gemaakt. Hoe zit het bijvoorbeeld met de jacht op het bezit van Russische oligarchen? Sinds zijn aanstelling als jachtopziener is van Stef Blok niets meer vernomen.

   Wat wel in het nieuws kwam, is dat Nederland nu weer Qatar de mogelijkheid biedt om Spanje, Polen en Indonesië van wettige belastinginkomsten te beroven – de Amsterdamse Zuidas gaat gewoon onverstoorbaar met haar praktijken door. En de verhouding met onze oosterburen dreigt belast te worden door de weigering uitzendbureaus aan te pakken die net over de Duitse grens in Emmerik en Goch voor een prikje woningen opkopen om hun uitgebuite Oosteuropese werknemers in overlastgevende krotten te kunnen huisvesten: een van de zoveelste uitwassen van onze ‘winstgevende’ flexeconomie – wij de lusten, de anderen de lasten – die terecht steeds minder door die anderen wordt gepikt.

   Maar ingrijpen in de markt, tja, dat is zo’n ding. Dat leidt maar tot vervelende lobby’s en gezeur aan het sponsordiner – voor 3000 Euro in de partijkas mag immers elke ondernemer een vorkje meeprikken met de top van de VVD. Iedere eigen kiezer koest houden en dus keuzes vooruitschuiven: dat is veel makkelijker.

   In feite zien we dat ook bij de Defensienota. Heel mooi dat er fors extra geld beschikbaar komt, maar opnieuw: geen keuzes, geen prioriteiten op basis van enige diepere analyse. Elk krijgsmachtonderdeel krijgt weer wat, zodat niemand dwars gaat liggen. De interne rust binnen de organisatie is als vanouds belangrijker dan de externe effectiviteit – dat leidde indertijd al tot de uitzending van Tom Karremans naar Srebrenica: niet omdat hij daarvoor het meest geschikt was, maar omdat hij aan de beurt was, en hem passeren maar tot scheve gezichten leiden zou.

   Waardoor komt het dat Den Haag weer zo’n weinig doortastende indruk maakt? We kunnen dan niet voorbijgaan aan de premier, die stelselmatig van zijn afkeer van ‘visie’ kond heeft gedaan. Want wie geen visie heeft, weet niet waar hij heen  wil en wat daarvoor belangrijk is. Die kan geen prioriteiten stellen en tracht vooral door iedereen aardig gevonden te worden. Totdat dat echt niet langer gaat.

Thomas von deer Dunk, 15 september 2022

Europese BewegingBlijft Nederland een vrijbuiterstaat binnen Europa?
read more

Houdt de Europese energie-solidariteit straks stand?

Wie heeft nu wie in de greep, als het om de Europese energievoorziening gaat? Rusland Europa, doordat Poetin Europa naar believen van het gas kan afkoppelen, en Europa zo met de dreiging van een koude winter chanteren kan? Of juist Europa Rusland, omdat Poetin voor zijn vernietigingsoorlog tegen Oekraïne – bij voorlopig gebrek aan andere afnemers als volwaardig alternatief – niet zonder de Europese gasinkomsten kan?

   Duidelijk is dat het Kremlin met de gaskraan speelt. Eerst kleine landjes pesten door die – niet zonder ogenschijnlijke willekeur in de keuze van het slachtoffer – stuk voor stuk van het Russische gasnet af te koppelen om zo te proberen heel Europa een zenuwinzinking te bezorgen – wie is het volgende slachtoffer? – en daarmee de Europese eenheid onder druk te zetten. Want als Poetin iets haat en vreest, is het een verenigd Europees front tegenover zich.

   Het Hongarije van Orban, zelf sowieso al meer van buiten-Europese autocraten dan van Europese democraten gecharmeerd, heeft Poetin al met bijzondere gunsten en afzonderlijke regelingen in zijn netten gevangen. Het is daarmee tot een permanente stoorzender voor Brussel uitgegroeid.

   De vraag is ook wat de Italiaanse verkiezingen deze hete (of eerder koude?) herfst na de val van het kabinet van Draghi zullen brengen, gezien Salvini’s eerdere banden met het gangsterregime in Moskou. Italië is in grote conflicten wel vaker een wat wankelmoedige bondgenoot geweest, dat moesten de Duitsers zowel in 1915 als in 1943 ook al eens tot hun grote schade ontdekken.

   Of moeten we hoop putten uit het feit dat de volgens de peilingen gedoodverfde winnaar, Giorgia Meloni van de ultrarechtse Fratelli d’Italia, juist de Russische overval op Oekraïne scherp veroordeeld heeft, anders dan haar rechts-extremistische kompanen elders in Europa als Thierry Baudet, die in deze donkere dagen een feestje rond de Russische ambassadeur meende te moeten gaan bouwen?

   Een aantal Middeneuropese landen is nu in een ijltempo begonnen de eigen gasafhankelijkheid van Rusland te verminderen, om uiteindelijk straks zélf de gaskraan te kunnen dichtdraaien, en daarmee Rusland voor te zijn. Het oogt immers altijd souvereiner als je zelf de stekker er uit trekt, in plaats van dat je belager dat doet.

   Zolang dat niet gebeurd is, kan Poetin met de gastoevoer spelen, wat hij niet nalaat. Vermoedelijk gooit hij bewust de kraan niet in één keer dicht, niet alleen vanwege de dan gederfde inkomsten, maar ook omdat hij dan een economisch wapen kwijt is. Chanteren kan immers alleen als je daartoe ook nog over geëigende middelen beschikt. Heb je die eenmaal uit handen gegeven door die volledig in te zetten om een verpletterende indruk te maken, dan heb je niets meer in handen voor een volgende keer, als die inzet toch niet dat effect heeft gehad.

   De snelle afkoppeling van het Russische gas stelt de afnemers in elk geval voor de noodzaak om nu intern keuzes te maken en prioriteiten te stellen, gezien de daardoor nog verder uit de pan rijzende energieprijzen. Wat gaat vóór? En dus: wie of wat zal het het eerste zonder gas moeten stellen? In Berlijn heeft de regering dat al begrepen, in Madrid – ofschoon juist níet van de Russen afhankelijk – ook: zie de verplichting om nu bij 40 graden de airco lager te zetten.

   Maar heeft Den Haag wel óók de urgentie door? Van minister Rob Jetten horen we vooral sussende woorden – het loopt zo’n vaart allemaal niet – zoals we dat van collega Ernst Kuipers maandenlang inzake corona hoorden. Sussende woorden, gepaard aan wegkijken, zijn zeker onder Rutte een Haagse specialiteit geworden, waardoor het kabinet nu overal hardhandig tegen de wand knalt: inzake het klimaat, de boeren, de woningnood, de vluchtelingen, het vliegverkeer en nog zowat. Waarbij de verantwoordelijke bewindslieden bij het vinden van een oplossing vooral elkaar in de weg zitten, want een makkelijker oplossing van het ene probleem maakt die voor een ander probleem juist moeilijker.

   Met een gasafhankelijkheid van 15% loopt Nederland natuurlijk minder risico’s dan Duitsland, maar met vrijblijvende oproepen tot energiebesparing komen ook wij er niet. Als de voorspelling uitkomt dat de maandlasten met wel 500 Euro kunnen stijgen, komen miljoenen burgers in het nauw. Dat vergt een gerichte politiek van herverdeling van de schaarste, om door wettelijk afgedwongen vermindering van de vraag de prijzen in de hand te helpen houden.

   Dat iedereen kan koken is belangrijker dan dat sommigen ook ’s winters aardbeien kunnen eten. En men zal aan luxepaardjes moeten durven komen, als terrasverwarming en verwarmde privé-zwembaden. Als dat niet gebeurt, en een rijke bovenlaag zich de jacuzzi kan blijven veroorloven, terwijl anderen verkleumen, krijgen we een volksopstand waarbij die boerenrellen verbleken.

   En kan Den Haag wel zijn beloftes aan Groningen gestand blijven doen? Ook als in Duitsland de gasnood stijgt? En hoe solidair zijn dan de landen die zelf nauwelijks van Russisch gas afhankelijk zijn, zoals Spanje? In het zuiden zit de wrevel over de noordelijke bezuinigingsdictaten – omdat men boven zijn stand geleefd zou hebben – bij de oplossing van de eurocrisis tien jaar terug nog diep. “Anders dan in andere landen hebben de Spanjaarden op het gebied van energie niet boven hun stand geleefd”, zo sloeg de Spaanse milieuminister Teresa Ribera naar aanleiding van Duitse oproepen tot energiesolidariteit fijntjes terug.

   Nederland mag zich gelukkig prijzen dat het het vermoedelijk wel net in z’n eentje redt, want met Wopke Hoekstra op Buitenlandse zaken is men, gezien diens betweterige arrogantie tegenover Italië in de coronacrisis twee jaar terug, in het zuiden anders vast ook niet tot grote coulantie tegenover Den Haag geneigd.

Thomas von der Dunk, 4 augustus 2022

Europese BewegingHoudt de Europese energie-solidariteit straks stand?
read more

Door Oekraine wordt EU definitief geopolitiek

Tot 1989 was de wereld vanuit Haags perspectief decennialang zeer overzichtelijk. De drie belangrijkste internationale organisaties waarvan Nederland lid was, vervulden daarbij ieder een andere taak. Voor de veiligheid was er de NAVO. Voor de handel was er de EEG. En voor mooie verheven dingen als mensenrechten en ontwikkelingshulp was er de VN. Die heldere driedeling was alleen daarom al handig, omdat de VN veruit de meest machteloze van de drie organisaties was, zodat die verheven dingen het handel drijven of de veiligheidsbelangen niet teveel in de weg zouden staan.

   Ook toen de EEG na de Val van de Muur tot EU transformeerde, en daarmee van een economische gemeenschap tot een politieke unie, bleef men op het Binnenhof de facto aan dit overzichtelijke wereldbeeld vasthouden. ‘Politiek’, en zeker geopolitiek was wat Den Haag betrof in Brussel uit den boze. Zelden is het zo plomp verwoord als door Uri Rosenthal in de kortstondige periode dat hij minister van Buitenlandse Zaken – we zijn vooral EU-lid omdat het goed is voor onze afzetmarkt – maar de insteek werd vrij breed gedeeld. Het verklaart mede waarom ook Rutte nog zeer lang bleef volhouden dat de aanleg van Nordstream puur een technisch-economische kwestie was.

   In de praktijk lag het natuurlijk al met de EEG wat ingewikkelder. Stond voor Nederland, van een handvol Europese idealisten afgezien, bij de toetreding het economisch profijt voorop, voor Frankrijk en Duitsland prevaleerde en prevaleert het politieke aspect van de Europese eenwording.

   Parijs en Berlijn zien de EU niet allereerst als een economisch, maar als een politiek project. Ja, een politiek project met gebruik van economische middelen, maar dat is iets wezenlijks anders – en een verschil dat Nederland, puur door het economisch-financiële aspect gebiologeerd, stelselmatig onderschat. Het verklaart menige aanvaring met de Fransen, die bij uitstek geopolitiek denken, en de EU ook graag – voor Nederland traditioneel een nefaste gedachte – tegenover de NAVO plaatsen, om de Europese onafhankelijkheid van Amerika te bevorderen.

   Die nadruk op het geopolitieke verklaart ook een soepeler omgang met economische regeltjes en financiële afspraken als die dat geopolitieke belang in de weg blijken te staan. En de Haagse blindheid daarvoor leidt er regelmatig toe dat Nederland plots alleen dreigt te komen te staan, omdat Berlijn uiteindelijk, net als Parijs, andere zaken de doorslag laat geven. Dat gold voor de begrotingsregels als daardoor een scheuring tussen Noord en Zuid dreigt, en het geldt voor uitbreiding van de EU in oostelijke richting, waar de Nederlandse regering inzake een mogelijk lidmaatschap van Oekraïne tot een plotselinge volte face gedwongen is ten einde niet in een isolement te belanden, omdat men niet tijdig aan wilde zien komen dat ook bij Duitsland het geopolitieke belang de doorslag zou geven.

   Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. En dat is de Russische agressie met alle middelen wordt gestopt, omdat Poetin zich ook door een halve zege gesterkt zal voelen en dan over een paar jaar opnieuw de aanval zal inzetten. Laat men geen illusies koesteren: het Kremlin verstaat alleen de taal van de macht, en de huidige dictator zal, als niemand hem tegenhoudt, gezien zijn imperialistische visioenen waarbij hij zichzelf als een nieuwe Peter de Grote beschouwt en Stalin als inspirerende voorganger ziet, niet rusten tot zijn leger weer aan de Oder staat.

   Voldoet Oekraïne aan de regels voor het EU-lidmaatschap? Nee, bij lange na niet, en dat is terecht de afgelopen maand al vele malen benadrukt, ter geruststelling van de regelfetisjisten. En laat ik er meteen – en daar wordt vervolgens wèl meestal omheen gedraaid – aan toevoegen: het zal daaraan ook niet al over tien jaar voldoen. Dat mooie beloftes en voornemens in dat opzicht niet voldoende zijn, bewijst de bijzonder trage voortgang op de Westelijke Balkan, alsmede de regressie in Bulgarije, Roemenië en Hongarije na hun toetreding.

   Als we er vanuit moeten gaan – en dat lijkt mij verstandig – dat de kans groot is dat ook over twintig, dertig jaar Oekraïne niet aan de huidige regels voldoet, en we tegelijk dit land ook niet zo lang in het vagevuur kunnen houden omdat dat dat Poetin en trawanten alle gelegenheid geeft om het land (en daarmee ook Europa) verder te destabiliseren, dan moet Brussel daarop anticiperen. En wel reeds nu.

   Het dilemma in de kern geformuleerd is dit. Ofwel de EU houdt aan haar regels vast, en dan blijft niet alleen de Oekraïne, maar ook de westelijke Balkan nog zeer lang buiten staan, met alle risico’s dat de Russen – of de Chinezen! – er economisch en/of politiek greep op krijgen: uiteindelijk een groot veiligheidsrisico voor Europa zelf. Ofwel de EU gaat een andere koers varen, waardoor vanwege het geopolitieke belang ervan lidmaatschap van deze landen toch veel eerder mogelijk wordt, ook als ze nog niet aan de regels voldoen.

   Het voornaamste obstakel daarvoor is uiteraard dat zo’n wegens disfunctionerende rechtstaat en notoire corruptie ‘voortijdig’ lidmaatschap de EU intern zou ontwrichten. Dus moet er over een andere oplossing worden nagedacht, en niet toevallig is het in Parijs, dat dat al als eerste is gebeurd: het plan van Macron voor een soort ‘provisorisch’ politiek bondgenootschap met de kandidaatleden in een schil rond de EU, waarbij de EU de facto bescherming biedt, zonder dat die landen al op gelijke basis binnen de EU participeren..

   Laat het woord ’tijdelijk’ daarbij maar eerlijkheidshalve achterwege – dat suggereert teveel dat het maar om een handvol jaren gaat. En laten we andermaal eerlijk zijn: er ontstaat zo natuurlijk een Unie met A- en B-leden. Zonder dat iemand dat nu zo durft te benoemen, is dat de onvermijdelijke consequentie. En tevens de enige oplossing om zowel de EU te vergroten als te behouden.

Thomas von der Dunk, 13 juli 2022 

Europese BewegingDoor Oekraine wordt EU definitief geopolitiek
read more

Wandel durch Handel

   Tot de belangrijke geopolitieke gevolgen van Poetins roofoverval op Oekraïne behoort de enorme draai die de grootste lidstaat van de Europese Unie, Duitsland, heeft moeten maken – zowel economisch als militair. Wat tot 24 februari ondenkbaar was, is inmiddels al gebeurd: Duitse wapenleveranties in een Europese oorlog. Wat daarmee feitelijk ten einde komt, is meer dan een halve eeuw Ostpolitik. Voor andere Europese landen behoort wantrouwen jegens Rusland tot hun tweede natuur. Dat geldt uiteraard allereerst voor Polen, dat vanaf de Poolse Delingen altijd vrezen moest tussen twee machtige buren gemangeld te worden.

   Maar het geldt ook voor Groot-Brittannië, dat al sinds tenminste twee eeuwen Rusland als een gevaarlijke rivaal beschouwt; ook de huidige spanningen tussen Moskou en Londen bestonden al veel langer, en Boris Johnson hervindt nu een klassieke Britse rol van Churchilliaanse onverzoenlijkheid. En in het verlengde van Londen is dat – na het vierjarige interval van Trump – tevens in Washington het geval. Voor Rome en Madrid, veel meer op het zuiden dan op het oosten gericht, vormt Rusland historisch amper een thema, en in Parijs poogt Macron, passend bij de oude Franse neiging om á la De Gaulle een soort middenpositie in te nemen, zich als bemiddelaar op te werpen, tot dusverre zonder veel resultaat.

   De langzame, late en nog steeds halfslachtige draai van Berlijn, waar men lang – en dat geldt niet alleen voor Gerhard Schröder die zijn ziel aan het Kremlin heeft verkocht – voor het despotische en agressieve karakter van het Poetinregime de ogen had gesloten, valt niet los te zien van de economische verstrengeling tussen Duitsland en Rusland gedurende de afgelopen decennia, waarbij Schröders politiek de facto onder Merkel is voortgezet. Zeer lang is men daarom in Berlijn het geopolitieke karakter van Nordstream blijven ontkennen.

   Overigens heeft Nederland weinig recht om dienaangaande met verwijten te komen: diezelfde neiging tot ontkenning van het onvermijdelijk geopolitieke karakter van economische relaties is in Den Haag diepgeworteld. Ook daar staat nu bij het nemen van sancties het eigen economisch belang en de angst voor protesten van machtige lobby’s indien hun belangen onder zulke sancties lijden, hoog genoteerd. Denk aan de lamlendige aanpak van het Russische oligarchengeld op de Zuidas. En in feite gold dat tot voor kort ook voor de antipolitieke Nederlandse kijk op Nordstream, die niet erg van de Duitse verschilde.

   En net als Duitsland was ook Nederland de decennialang nalatig in het op peil houden van de krijgsmacht, zich wentelend in het gelukzalige idee dat met de Val van De Muur het einde van de geschiedenis aangebroken en een periode van eeuwigdurende vrede begonnen was. De rancune van Poetin is stelselmatig onderschat, waarschuwingen over zijn revanchisme werden weggewuifd. De kansen die de Russische markt voor de eigen handel beloofde, stonden voorop.

   Vooral in Duitsland was het Nie wieder Krieg al na 1945 tot een breed gedeeld grondbeginsel geworden, dat na 1989 moeiteloos kon worden voortgezet. Tot 1989 wist men zich in Duitsland, waar het NAVO-oproepen tot meer militaire verantwoordelijkheid betrof, achter twee argumenten te verschuilen: Duitsers schieten niet op Duitsers, en: hebben jullie in het verleden niet al genoeg Duitse soldaten in Europa gezien? Dat laatste deed het ook ná 1989 nog heel lang goed.

   Was, gezien Ruslands huidige onverhulde agressie, daarmee de hele Duitse Ruslandpolitiek, mede gebaseerd op het uitgangspunt Wandel durch Handel, a priori fout? Dat gaat veel te ver. In de eerste decennia vanaf Willy Brandt kan zij, ook met de kennis van nu, als succesvol worden beschouwd. Tot de Val van de Muur – die slechts door zeer weinigen werd voorzien – bood zij binnen de vanwege de kernwapens als onwrikbaar beschouwde machtsblokken mogelijkheden tot ontspanning, ook op puur menselijk vlak. Het afnemende wantrouwen tussen Oost en West maakte uiteindelijk onder Gorbatsjov een doorbraak mogelijk, uitlopend op de terugkeer naar Europa van de westelijke Sovjet-satellieten, die zonder dat moeilijk denkbaar was geweest. De groeiende economische interdependentie na 1989 hield wel degelijk zinnige beloftes op vreedzame coëxistentie in.

   Maar er zijn nadien door Europa twee grote fouten gemaakt, nog los van de verwaarlozing van de eigen defensie voor geval van nood. Dat is enerzijds dat Europa, samen met de eigen neoliberale afbraak van de staat en vermarkting van cruciale algemene nutsvoorzieningen op energiegebied, zich vervolgens veel te afhankelijk heeft gemaakt van Russische fossiele grondstoffen. Economisch goedkoop is politiek duurkoop gebleken: de enorme Duitse en Italiaanse gasimport uit Rusland verhindert nu een snelle omschakeling die de permanente aanvulling van Poetins oorlogskas lamlegt. Waarbij kennelijk de staat niet in staat is om bij de grote energiebedrijven in eigen land naleving van de sancties af te dwingen.

   En de tweede fout, is dat men deze conciliante politiek veel te lang heeft volgehouden, ook toen, vooral in het tweede decennium van deze eeuw, duidelijk werd dat het met Rusland volledig de foute kant opging. Dat Poetins politieke koers een wezenlijk andere is dan die van Jeltsin, en zeker die van Gorbatsjov, heeft men te lang niet willen zien, omdat het voortzetten van de handel, op basis van dat niet-willen-zien, te profijtelijk was.

   Daarmee is niet met terugwerkende kracht de hele Duitse verzoeningspolitik vanaf de jaren ’70 gediskwalificeerd. Wie dat doet, omdat op Gorbatsjov Poetin is gevolgd, diskwalificeert daarmee ook de westerse verzoeningspolitiek jegens Duitsland ná 1919, omdat op Ebert en Stresemann na 1933 Hitler is gevolgd. Alleen: zoals men indertijd tegen beter weten in te lang bleef hopen dat Hitler voor fatsoen en rede vatbaar zou zijn, zo heeft men dat ook te lang bij Poetin gedaan.

Thomas von der Dunk, 30 mei 2022

Europese BewegingWandel durch Handel
read more

Pyrrhuszege Macron is waarschuwing voor de hele EU

Uiteindelijk viel het verschil nog meer in het voordeel van Macron uit dan voorspeld, omdat uiteindelijk toch meer kiezers met dichtgeknepen neus voor het minste kwaad gekozen hadden. Zo, en niet anders moet zijn verkiezingszege worden verklaard. Als massale steun voor Macrons beleid mag de uitslag zeker niet worden geïnterpreteerd. Veel burgers vonden het alternatief alleen nog erger.

   Die beschouwen zich niet geheel zonder reden in sociaal-economisch opzicht als het slachtoffer daarvan. Zij hebben ditmaal nog de Franse Republiek gered door hun persoonlijk belang daaraan op te offeren. Ook Europa is daarmee voorlopig gered – maar óók niet meer dan voorlopig. En Macrons zege zal een Pyrrhusoverwinning blijken, als niet eindelijk – eindelijk – in heel Europa de lessen uit de opkomst van het rechtsradicale populisme worden getrokken.

   In heel Europa – ook in Nederland. Want dat staat er electoraal niet echt veel florissanter voor. Overal in Europa voelen steeds meer kiezers zich door de staat in de steek gelaten, en vertrouwen die de overheid niet meer, omdat die hun belangen negeert, maar tegelijk wel als gewillige dienstbode voor een elite functioneert, zodra díe tegen iets haar onwelgevalligs protesteert.

   Wat de door haar afgedwongen afschaffing van de vermogensbelasting – ‘anders vertrekken de rijken’ – door Macron in Frankrijk was, was Ruttes door Shell en Unilever ingestoken poging tot afschaffing van de dividendbelasting – ‘anders vertrekken we de bedrijven’ – bij ons. Tegenover multinationals en multimiljonairs, die jarenlang onder het motto van een goed vestigingsklimaat met fiscale rulings werden bediend, staan de toeslagenouders die jarenlang door de fiscus werden achtervolgd. En anders dan de CEO’s van Shell en Unilever beschikken die niet over het telefoonnummer van het Torentje.

   Onze Gele Hesjes: dat zijn de flitsbezorgers met hun flexbaantjes, of het grondpersoneel op Schiphol, dat tegen een hongerloontje lichamelijk slopende slavenarbeid verricht, opdat onze nationale luchthaven, nationale trots, nationale banenmotor – vult U de propagandaprietpraat op de spreadsheets van de duurbetaalde consultants daar boven in de directietorens maar in – voor een prikkie met bulkvervoer andere vliegvelden de loef afsteken kan. Het onzekere bestaan van velen garandeert de megawinst voor enkelen. Voor soortgelijke wantoestanden bij PostNL is in België de verantwoordelijke bedrijfstop, die zich bij ons dan achter een systeem van onderaannemerschap verschuilt, de bak ingedraaid. Er zijn momenten, waarop we aan onze zuiderburen een voorbeeld zouden kunnen nemen.

   De oorlog in Oekraïne versterkt die sociale kloof nog verder. Daardoor dreigt nu voor miljoenen mensen basale energie onbetaalbaar te worden, terwijl anderen van die groeiende schaarste profiteren – vaak opnieuw met een beroep op ‘Europa’ en de daarmee onlosmakelijk verbonden ‘vrije markt’.

   Tegelijk gaat bovenaan het onbeschaamde gegraai door. Neem Philips. Goed of slecht resultaat, problemen met apparatuur of niet: de bonus blijkt een basisrecht, en Frans van Houten ziet, vanwege zijn eigen genialiteit, geen reden om daarvan af te zien. Want elders lachen zijn soortgenoten nu al om zijn hongerloon.

   Als iets de totale vervreemding van een zelfzuchtige bovenlaag belichaamt, dan deze habitus, waarin zij moreel in niets van de Russische kleptocratie verschilt – het enige verschil is, dat dit door neoliberale wetgeving juridisch is afgedekt. Niets is in heel Europa fataler voor het vertrouwen in de democratie van degenen die het – ook met zichzelf – minder hebben getroffen dan het laten voortetteren van zulke wantoestanden, en de politieke onwil om daaraan paal en perk stellen.

   Zonder onderbezoldiging van het grondpersoneel gaat het niet, zo mocht een of andere expert – die zelf vast voor zijn eigen bureaustoelwerk nog niet met een tienvoudig uurloon genoegen zou nemen – laatst weer eens onder verwijzing naar de vrije markt in het journaal uitleggen. Dat is de kern van het veelgeroemde profijtelijke businessmodel, dat Schiphol Mainport mogelijk maakt. Bij zo’n redenering is dan ook door veel Haagse politici, wier kernelectoraat uit veel van zulke bureaustoelexperts bestaat, jarenlang instemmend geknikt.

   Wel, als het bestaande businessmodel fatsoenlijke bezoldiging verhindert, dan is de oplossing simpel: dan moet het businessmodel worden aangepast. Ook de slavernij vormde eeuwenlang een heel lucratief businessmodel, dat plantage-CEO’s een mooie bonus opleverde. En ook toen waren hunnerzijds de bezwaren tegen beëindiging van hun businessmodel niet van de lucht. En ook toen hadden die betere lijntjes met de machthebbers. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 werden de slavenhouders ruimschoots gecompenseerd. De slaven kregen niets.

   Wat de grondwerkers op Schiphol terecht eisen, is meer baanzekerheid en fatsoenlijke salariëring. Precies hetzelfde wat die vele Franse kiezers wilden die in de eerste ronde op Mélenchon stemden, en in de tweede met tegenzin Macron – die verwachten daarvoor nu terecht iets terug. En dat is niet een voortzetting van de fêtering van een verwende rijke bovenlaag. Hetzelfde speelt in veel andere landen. Ook daar wordt vaak naar de Europese vrije markt verwezen, die die schrijnende ongelijkheid ‘nu eenmaal’ met zich meebrengt. Als de Europese politiek nu niet eindelijk bij zulke uitwassen drastisch durft in te grijpen, dan zal zich dit ook tegen Europa keren, en zit Marine le Pen in 2027 in het Elysée.

   Bij één Nederlandse partij is het kwartje duidelijk nog steeds niet gevallen – en zal het dus ook wel nooit vallen. Op tv kwam VVD-woordvoerder Daniel Koerhuis jammeren over die arme ouders met hun nog armere kindertjes in de wachtrij. Over de uitgebuite grondwerkers, die zowel die goedkope vliegtripjes als de megasalarissen van de top mogelijk maken, geen woord. Ik herhaal: geen woord.

Thomas von der Dunk, 12 mei 2022 

Europese BewegingPyrrhuszege Macron is waarschuwing voor de hele EU
read more