Brexit kwam dit keer anderhalve week vroeger. Net als bij zoveel in 2020, gooide ook ditmaal covid roet in het eten. De al snel vilein als ‘Britse’ variant betitelde extra besmettelijke virusversie zorgde ervoor dat de havens van Nederland, België en Frankrijk dicht gingen. Continent isolated! Het bleek toch eerder Groot-Brittannië te zijn, dat werd geïsoleerd.
De voorspelde chaos is vooreerst uitgebleven, maar wat niet is, kan nog komen. Veel bedrijven hadden immers nog voor 1 januari massaal goederen over de Noordzee verscheept om een buffer aan te leggen. Daarom bleef in Hoek van Holland die megaparkeerplaats voor vrachtauto’s met ontoereikende papieren nog eenzaam leeg. Maar wat, als die buffervoorraad opraakt? In elk geval wacht een forse papierwinkel, die vooral bij versproducten voor fataal oponthoud zorgen kan.
Op het allerlaatst wisten Barnier en Johnson een accoord te bereiken, waaraan de Europese Commissie meteen haar fiat heeft gehecht. Terecht protesteerde het Europese Parlement tegen de gang van zaken: een fatsoenlijke behandeling is zo niet mogelijk, men wordt zo voor voldongen feiten geplaatst.
Te vrezen valt, dat dit niet de laatste keer zal zijn: voor Johnson was het bewuste tactiek om zowel – met het oog op aan Europese zijde gevreesde chaos – in Brussel meer concessies af te kunnen dwingen, als om het Lagerhuis – met het oog op een soortgelijke vrees bij veel Remainers – onder druk te zetten. Van de tandenknarsende steun van de oppositie kon hij zeker zijn: het alternatief – geen accoord – was erger dan een beroerd accoord. In dat opzicht neemt Labour nu meer verantwoordelijkheid dan de geharnaste Brexiteers in Johnsons eigen fractie. Was het misgelopen, dan hadden de Britten zelf op Boris’ blaren moeten zitten.
De ergste onruststoker was overigens al even eerder op vakkundige wijze kaltgestellt: Johnsons tot dan toe sacrosancte adviseur Dominic Cummings, de Steve Bannon van de Britten. Het was een klein Shakespeariaans drama, te danken aan de kordate interventie van de toch geheel particuliere vriendin van Johnson, Carrie Symonds, inmiddels bijgenaamd ‘Princess Nut Nuts’. Die stelde hem keihard voor de keus: of hij eruit, of ik. Om het familietheater compleet te maken, verklaarde Boris’ vader kort daarop dat hij een Frans paspoort heeft aangevraagd.
Bij Johnson won de angst voor eenzaamheid in bed het kennelijk van de angst voor eenzaamheid op kantoor. Als in de dagen van Madame de Pompadour won de maîtresse het zo van de functionaris. Dat kan in Europa vandaag alleen nog maar in Engeland: dat de liefde de politiek zo sterk doorkruist. Drie eeuwen terug was dat ook elders niets bijzonders – een afgewezen huwelijksaanzoek kon voor vorsten een legitieme reden zijn een oorlog te beginnen – want dat is vandaag toch wel ondenkbaar: dat zoiets in Berlijn of Parijs de gang van zaken zo sterk bepaalt. Maar er is in Engeland wel meer dat doet denken aan drie eeuwen terug.
Hoeveel jaren de Britten – in eeuwen denken gaat wat ver – nu door Brexit economisch teruggeworpen zullen worden, is afwachten. Johnson zal niet schromen om dat aan corona te wijten – voor zijn aanhang ligt het paradijs van Global Britain nog steeds om de hoek. En hoeveel Britten zoveel jaren teruggeworpen zullen worden, is de volgende vraag – want doen de Schotten straks nog wel met de Engelsen mee? In Edinburgh aast premier Nicola Sturgeon op elke kans een nieuw referendum uit te schrijven, waarin Schotse onafhankelijkheid de facto aan Europese toetreding gekoppeld wordt.
Daarvoor zou zich nog wel eens onverwachts een unieke gelegenheid kunnen voordoen: indien Trump – zoals sommige geruchten willen – inderdaad om strafvervolging te ontlopen na 20 januari naar zijn golfresort in de Highlands vlucht. Wat als justitie in Washington dan om uitlevering vraagt? Donald rekent er vast op dat zijn goede vriend Boris daaraan niet mee wil werken – zoals Thatcher zich indertijd in de dagen van Blair tegen de uitlevering van haar vriend Pinochet verzette. Maar wat als Sturgeon dan dreigt om dat zelf te doen? Ze zou natuurlijk tegen Johnson kunnen zeggen: ik doe het niet, op voorwaarde dat…
Gezien het onvermijdelijk politieke aspect dat aan uitlevering van criminele politici kleeft, waarbij soms naar vergezochte argumenten wordt gezocht om daaraan te ontkomen, is koehandel minder onwaarschijnlijk dan voor een objectieve rechtsgang wenselijk is. Dat speelt ook nu in Washington bij de poging Trump af te zetten – Republikeinse senatoren houden angstvallig de gevolgen voor hun eigen herverkiezing in het oog. Overigens: ook in Den Haag gaat politiek soms voor recht – denk aan de Lockheedaffaire, waar om een constitutionele crisis te voorkomen van vervolging van prins Bernhard werd afgezien.
Dan tot slot het Brits-Europese accoord zelf. Omwille van de lieve vrede heeft Brussel misschien de Britten in ruil voor de facto ongelimiteerde toegang tot de Europese markt toch net teveel ruimte gelaten om zelf straks afwijkende kwaliteitseisen te kunnen stellen. Het is de mogelijke kloof tussen papier en praktijk, die ook bij de beloofde rechtstaatstoets t.a.v. Hongarije en Polen speelt: in hoeverre hopen de boosdoeners toch hun zin door te kunnen drijven en de toets tot een dode letter te maken, omdat sancties pas jaren later kunnen volgen?
Minder problematisch in principiële zin lijkt mij de zo hoogopgelopen kwestie over de visvangst. Al die extra vis die de Britten nu voor zichzelf mogen reserveren, kunnen ze toch niet zelf opeten, en voor de verkoop aan het continent gelden Europese regels. Sneu voor de Nederlandse vissers dat die achter het net vissen? Vast – maar stemmen niet juist die vissers in zo groten getale op de Brexit- en Nexitvoorstanders Wilders en Baudet? Misschien dat ze zich nu eindelijk realiseren dat dat misschien toch niet zo’n goed idee is.
Thomas von der Dunk, 12 januari 2021