Een Nieuwe Europese Lente?
maandag 5 december 2011, 10:44, L.J. Brinkhorst
Op 18 november jl. nam prof.mr. L.J. Brinkhorst i afscheid van de Universiteit Leiden met de volgende rede.
Vlak voor zijn vertrek als president van de ECB i, zei Jean Claude Trichet i dat Europa de ernstigste crisis doormaakt sinds de Tweede Wereldoorlog. We moeten oppassen voor grote woorden, maar het is wel waar. Commissiepresident Barroso sprak gisteren van een “systeemcrisis”.
Europa was jarenlang voor de gemiddelde burger een ver-van-zijn-bed show, voer voor specialisten. Sinds een jaar weten we wel beter, iedere dag overspoelt ons het nieuws (meestal het slechte) uit andere Europese landen. Wij worden met de neus op de Europese feiten gedrukt. Een goede vrind, nooit erg geïnteresseerd in Europa, zei mij onlangs: “ik geloof sinds kort eigenlijk dat Nederland niet relevant is, maar Europa wel”. Voor hem was dat een grote openbaring. En dat geldt voor velen met hem.
Lange tijd leek het of de schuldencrisis zich zou beperken tot de zgn. perifere landen, grotendeels in Zuid-Europa, maar sinds eergisteren is dat niet langer waar. De crisis versnelt en raakt nu ook de kern van de zgn. stabiele landen, dus ook Nederland. Daarmee is deze crisis wel heel dicht bij huis gekomen. Wij zijn in Europa in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. Eén ding staat vast. Voortgaan op de oude voet kan alleen tot een economische en politieke catastrofe leiden. Maar er is een paradox. Want datzelfde in brede kring groeiend besef vergroot tegelijk de kansen op een sprong vooruit. Europa is altijd pas na crises sterker geworden.
Een Europese lente
Daarom wil ik, tegen het heersende pessimisme in een tegenpleidooi lanceren voor een nieuw geluid, voor het werken aan een nieuwe Europese lente. Ter vermijding van ieder misverstand: Er is géén analogie met de Arabische lente waarbij dictaturen worden omver geworpen. Maar in Europa zijn zittende regeringen die onmachtig waren en het vertrouwen van de bevolking hadden verloren, nu wél vervangen, zoals deze week in Griekenland en Italië is gebeurd.
De kern van een Europese lente is de erkenning dat het pappen en nathouden van de afgelopen twee jaar de oplossing van de schuldencrisis niet dichterbij heeft gebracht. Integendeel, op alle halfhartige en verlate maatregelen van de Eurozone, zijn nieuwe en steeds fellere reacties van de financiële markten gevolgd. Het gaat uiteindelijk om een diepe politieke crisis. Deze uit zich in een breed gedragen gebrek aan vertrouwen: nationale politieke leiders zijn bij alle onderlinge economische afhankelijkheid in Europa niet in staat gebleken geloofwaardige Europese besluiten te nemen. In het verre Australië sprak de Amerikaanse President Obama gisteren over het ontbreken van politieke wil in Europa.
De geschiedenis van de EU en de EG als voorganger – is altijd een geschiedenis van crises geweest, te beginnen met de politiek van de lege stoel van Generaal de Gaulle.
Maar het verschil met toen is dat door de globalisering de wereldwijde effecten van de crisis nu veel ernstiger zijn en dat er voor ons allen veel meer op het spel staat. Tekenend voor de veranderde machtsverhoudingen in de wereld was de recente G-20 top in Cannes. De vraag werd gesteld of het Europese noodfonds (EFSF) niet deels gefinancierd kon worden door de overschotten van China en andere BRIC-landen. Het antwoord was kristalhelder: wij willen zeker in Europa investeren, een markt van een half miljard mensen, al was het maar als tegenwicht tegen Amerika. Maar zolang Europa zelf zo weinig solidariteit toont om de crisis te beheersen, kan men van ons, de nieuwe machten in de wereld, niet verwachten dat wij ons als meer Europees gedragen dan U Europeanen. En zo is het!
Wij beleven in Europa het uur van de waarheid. Bestaande en voor velen van ons onaantastbaar geachte verworvenheden staan op het spel. De keuzen die de komende periode – eerder in maanden dan in jaren geteld – gemaakt worden, zullen voor lange tijd beslissend zijn. Angela Merkel i zei het heel pregnant: “Die Zukunft der Euro ist die Zukunft Europas”. Het gaat in eerste aanleg niet om economie, maar om politiek en ook om onze cultuur. Het gaat in wezen om de vraag of de huidige generatie politici – nationale en Europese – in het oog van de huidige orkaan aan een nieuwe lotsverbondenheid in Europa gestalte kunnen geven.
Discipline – en solidariteit – zijn daarbij bepalende elementen en onverbrekelijk met elkaar verbonden. Ik moet in deze tijd veel denken aan de beroemde fabel van La Fontaine, ‘La cigale et la fourmi”, ‘de krekel en de mier’. De krekel die de hele zomer gezongen heeft, vraagt aan de mier om wat graankorrels om de winter door te komen. Door al dat zingen heeft de krekel natuurlijk niet gespaard. Natuurlijk zal ik u terugbetalen “interêt et principal” zegt zij. Maar de mier die de hele zomer hard gewerkt heeft en er warmpjes bij zit, houdt niet van lenen en antwoordt: “Vous chantiez?, j’en suis fort aise et bien: Dansez maintenant.”
Meer discipline is voor de krekel even belangrijk als voor de landen die jaren een onverantwoord economisch beleid hebben gevoerd. Daaraan moet zo spoedig mogelijk een eind komen. En die discipline kan alleen onder Europees toezicht worden gehandhaafd. Vandaar het net geaccordeerde ‘sixpack’ waaraan ook Nederland van harte heeft meegewerkt. Maar dat betekent ook een wezenlijke en noodzakelijke overdracht van soevereiniteit aan de Europese Unie, ondanks de bepalingen in het vorig jaar gesloten regeerakkoord. Waarom wordt dat niet gezegd?
Maar naast discipline is solidariteit even beslissend voor de oplossing van de crisis. Voor wie die term ethisch te beladen is, welbegrepen eigenbelang op een iets langere termijn. Voor een land als Nederland, met zijn grote afhankelijkheid van een goed functionerende Europese interne markt, is het voortbestaan van die markt een levensvoorwaarde. Maar dat kan alleen als de Euro niet uiteenvalt. We mogen op dat punt geen illusies hebben. Mario Monti i, de nieuwe Italiaanse premier, zei bij zijn aantreden dat het eind van de euro ook het eind van de interne markt betekent. Het recente CPB i-rapport ‘Europa in crisis’ berekent dat de kosten van een eventuele break up van de euro voor alle landen gigantisch zouden zijn. Ook noordelijk Europa wordt dan niet gespaard. De passagiers op de Titanic in de eerste klasse gingen destijds ook ten onder. “If we do not hang together, we will hang separately”, zei de Amerikaanse president Benjamin Franklin ooit. Daarom is de discussie over Neuro’s en Zeuro’s, laat staan over de terugkeer tot de Nederlandse gulden, onverantwoorde vrijblijvende prietpraat.
Wat staat ons dan concreet te doen? Allereerst moet het economisch bestuur van de Eurozone in de vorm van nauwere samenwerking binnen het Verdrag van Lissabon i gestalte krijgen. De communautaire methode moet aanzienlijk worden versterkt als waarborg voor de belangen van alle euro lidstaten en als correctie op het Frans-Duitse duopolie. Besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid is belangrijk. Ik ben blij dat de Nederlandse regering na een jaar van negatieve uitspraken over Europa, het belang van een versterkte Europese Commissie i nu ook inziet.
Verder moet het bestaande noodfonds aanzienlijk worden vergroot om een geloofwaardige ‘bazooka’ te kunnen vormen. Tenslotte zal een vorm moeten worden gevonden om Eurobonds uit te geven, het ultieme teken van Europese lotsverbondenheid, uiteraard onder de voorwaarde van sterke discipline. Dat zou twee voordelen hebben. Een verlaging van de rentevoeten in Europa als geheel is belangrijk om weer economische groei mogelijk te maken. Bezuinigen alleen zal de recessie slechts verlengen. Maar daarnaast is een internationale markt voor Europese obligaties nodig om de Euro als internationale munt beter te laten functioneren. Uiteraard moeten middelen worden gevonden om Duitse zorgen te compenseren. De gezamenlijke Duitse economische instituten hebben daar vorige week een interessante aanzet voor gegeven. Meer Europa en niet minder Europa is dus het antwoord op die onderlinge verwevenheid van economieën en schuldposities. Nogmaals, dat kan alleen met discipline èn solidariteit.
Door de ongekende machtsverschuivingen in de laatste twintig jaar van West naar Oost, heeft de politieke dimensie van Europa in het toekomstig krachtenveld van een multipolaire wereldorde een nieuwe urgentie gekregen. Als de grootste landen binnen de Eurozone zijn Frankrijk en Duitsland zich daarvan zeer bewust, ook al hebben zij soms heel verschillende belangen. Maar voor beiden geldt dat een sterker en politieker Europa een voorwaarde is om op het internationale toneel een rol te kunnen spelen. Door het steeds meer afwezige Amerikaanse economische en politieke leiderschap, staat Europa er in de wereld eigenlijk alleen voor. Dat is voor President Sarkozy en Bondskanselier Merkel dan ook uiteindelijk de reden geweest om gezamenlijk, na het onvolmaakte topakkoord van de Eurozone van eind oktober, voor het front van de G20 eerst Papandreou en vervolgens Berlusconi tot de orde te roepen. Een unieke gebeurtenis! Erst kommt das Fressen, dan die Moral! Over het antwoord van de BRICs had ik het al.
Voor Frankrijk en Duitsland is de Euro vooral een geopolitieke werkelijkheid. En daarom kunnen zij zich,na hun gezamenlijke optreden in Cannes, ook niet meer permitteren uiteindelijk de Euro op te geven en de financiële markten te laten winnen. Wegvallen in irrelevantie of verdere Europese integratie is de werkelijke keuze waar Europa. Naarmate de crisis voortschrijdt, wordt die keuze voor de grote landen in Europa dwingender.
Het pleidooi voor een nieuwe Europese lente, een boodschap van hoop en niet van angst, moet ook in Nederland doordringen. Dat is niet gemakkelijk. Al bijna twintig jaar bestaat de belangrijkste bijdrage van Nederland aan het Europese integratieproces uit de aanhoudende klacht dat wij te veel aan Europa betalen. Wie wind zaait, zal storm oogsten en het waait momenteel behoorlijk hard rond Nederland. Maar het nadrukkelijke Nederlandse onbehagen over Europa is veel fundamenteler dan de te hoge bijdrage aan de Europese begroting.
In wezen houdt het verband met onze afkeer van een politiek Europa. Wij zien Europa vooral als markt, als afzetgebied voor onze producten en dat is altijd zo geweest. Maar, anders dan de grote Europese landen of de landen die al langer bewust zijn van hun relatieve positie, hebben wij het moeilijk met de gedachte van Europa als potentiële machtsfactor. Wij denken commercieel: zolang wij kunnen afzetten, soms letterlijk. Dat is ons om het even, met of zonder Europa. Wij hebben meer Europese politieke eenheid nooit als doelstelling, eerder als bedreiging ervaren. Tekenend is dat het debat in Nederland over de Eurozone geheel door economen wordt gedomineerd. Tot nu toe heb ik geen politicus in Nederland gehoord over de geopolitieke betekenis van de crisis in de Eurozone.
Een sterkere en meer politieke eurozone binnen de EU van 27 heeft ook voor Nederland grote politieke gevolgen en dat vertaalt zich in het huidige ongemak en recalcitrantie van ons land. Wij moeten hard werken aan een cultuuromslag in Nederland. Maar er is geen alternatief. Vluchten kan niet meer!