Is dezer dagen eindelijk een keerpunt in de crisis bereikt? De Witrussische dictator Loekasjenko, die wekenlang uit wraak voor eerdere Europese sancties de Poolse grens met vluchtelingen bombardeerde in de hoop dat de EU zou bezwijken, is begonnen om de door hem zelf daartoe binnengehaalde mensen nu weer terug op het vliegtuig naar het Midden-Oosten te zetten.
Weliswaar riep hij tegelijk dat hij daartoe slechts bereid was als (en omdat) Europa óók meehielp – d.w.z. een deel van de mensen die aan de grens vastzitten zou opnemen – maar Brussel ontkende stellig dat dat laatste het geval is. Als Brussel hier onverkort de waarheid spreekt – dat is in eigen berichtgeving inzake internationale diplomatie niet bij voorbaat een gegeven – dan weet je: dit duidt op het begin van de aftocht, waarbij de verliezer zijn gezichtsverlies poogt weg te poetsen door te doen alsof de ander ook gezichtsverlies heeft moeten lijden.
Heeft Loekasjenko ingezien dat zijn confrontatiepolitiek niet werkte, of voor zijn regime zelfs averechts werkte? Of is er – al dan niet tijdens of in het kielzog van Merkels telefoontje met Minsk – een deal gesloten, waarvan wij (nog) niet mogen weten? Of is het via Moskou gelopen, waar Poetin de afgelopen jaren zijn greep op Loekasjenko steeds verder heeft weten te versterken, omdat laatstgenoemde geen andere opties heeft dan zich dit te laten welgevallen?
Brussel stond en staat in elk geval voor een dilemma, dat Loekasjenko haarfijn bloot wist te leggen, omdat hij de EU op twee zwakke punten had geraakt: de gevoeligheid voor humanitaire nood – iets waar cynische manipulatoren als Poetin en Loekasjenko geen last van hebben – en de immer wankele onderlinge solidariteit van de lidstaten, die uit angst voor een extreem-rechtse electorale vloedgolf thuis zo’n probleem graag op het bordje van de buren laten. De eerste zou met de winter voor de deur alleen maar verder groeien, de tweede dan verder onder druk komen te staan. Is Brussel net bijtijds door het oog van de naald gekropen?
Brussel had, om haar zelfbeeld inzake mensenrechten niet te schande te maken, vermoedelijk niet veel langer kunnen blijven wegkijken bij de menselijke ellende voor de poorten van Fort Europa; de eerste doden waren al gevallen. En het intern toch al sterk gepolariseerde Polen dreigde ook langs die lijnen te splijten: tegenover individuele naastenliefde stond het toenemende vlagvertoon van militante nationalisten, die gereed stonden zelf aan de grens orde op zaken te gaan stellen.
Tegelijk kon Brussl niet voor de politieke chantage van Loekasjenko wijken, die na zijn vliegtuigkaping nu voor de tweede keer ver over de schreef ging van wat toelaatbaar wordt geacht. In dat opzicht verschilt Loekasjenko ook van Erdogan, van wie hij zijn drukmiddel heeft afgekeken: Turkije had die miljoenen vluchtelingen al ongevraagd binnen gekregen, en vond vervolgens dat Europa daarin moest delen; Loekasjenko heeft de zijne zelf doelbewust opgehaald.
Dat laatste is kenmerkend voor deze dictator, die geen enkele morele grens kent; ook in dat opzicht bestaat er, bij alle kritiek op Erdogans autocratische gedrag, nog altijd een verschil met de Turkse president. Niet alleen is die elke keer – ook al verliepen de verkiezingen door mediamonopolies, waarover ze in Polen en Hongarije ook kunnen meepraten, niet geheel volgens het Brusselse boekje – nog democratisch herkozen, waar Loekasjenko gewoon iedere tegenkandidaat opsluit, grootscheeps fraudeert en het volksverzet daartegen met bruut geweld in elkaar heeft geslagen. Ook beschikt Erdogan over een duidelijk – door religie gekleurd – politiek program, waaraan zijn partij begin deze eeuw mede haar electorale opmars te danken had. Bij Loekasjenko ontbreekt elk ideologie en gaat het puur om het behoud van de macht – en daarvoor gaat alles opzij.
Voor zijn beschermheer Poetin geldt hetzelfde: eveneens gedreven door cynisme en rancune, zonder enig streven naar – en werkelijk geloof in – een beter perspectief voor de Russen zelf. Wat dat betreft is Poetin de tegenhanger van Xi: het Chinese regime is totalitairder, maar wel ideologisch gedreven – juist daarom is het ook totalitair. Het meent serieus dat het eigen systeem superieur is aan de in zijn ogen decadente en aan verval onderhevige westerse democratie. De enorme economische groeicijfers van de afgelopen decennia – waar Rusland totaal niet op kan bogen – versterken dit Chinese zelfvertrouwen, dat om die reden vermoedelijk eveneens door een groot deel van de Chinese bevolking wordt gedeeld.
Dat vooral van de grote tegenspeler Amerika, waar Trump zijn greep op de Republikeinen nog geenszins verloren heeft, het democratische imago met de door veel Republikeinen gebagatelliseerde Capitoolbestorming fors gebutst is en de democratie daardoor ginds zwaar onder druk staat, draagt daaraan niet weinig bij. De Chinese assertiviteit stoelt op het idee van een machtiger toekomst, de Russische op de angst voor een machtelozer.
Dat de Europese Unie deze aanslag van Loekasjenko vooreerst overleefd lijkt te hebben, is geen garantie voor komende conflicten. Wat elke keer een snelle krachtdadige reactie verhindert, zijn de divergerende economische belangen van de lidstaten, en daarmee de bereidheid om sancties op te leggen die ook zelf pijn doen. Nu ging het om de afhankelijkheid van de Ieren en Belgen van Witrussische kunstmest. Dan maar even geen Witrussische kunstmest, zou ik zeggen. Maar welke politicus durft dan tegenover de eigen bedrijfslobby’s pal te staan?
Ook Nederland heeft op zulke momenten graag zwakke knieën. Denk aan de aarzeling om de staatsgaranties voor fossiele brandstofwinning stop te zetten, nadat Rutte in Glasgow om actie had geroepen. En toen Shell van de week besloot naar Londen te verkassen, holde ook meteen een deel van het kabinet in Pavlovreactie met dividendbelastingafschaffingspogingen achter de directie aan.
Thomas von der Dunk, 21 november 2021