Als gevolg van een corruptieschandaal is de ongemakkelijke kwestie ‘Qatar’ deze week pardoes in het midden van het Europese parlement beland. Het feit dat de kwestie zich concentreerde rond de vice-voorzitster, Eva Kaili, gaf de Hongaarse premier Orban, zelf tot over zijn oren corrupt, aanleiding tot enig honend commentaar in de geest van pot en ketel. Al slaat dit in feite als een boemerang op hemzelf terug, omdat Kaili in Brussel meteen van haar functie werd ontheven en uit de sociaal-democratische fractie werd gezet, terwijl er in Boedapest weinig verandert en de Augiasstal dáár nog steeds niet grondig gereinigd wordt.
De door Qatar betaalde – want zo kunnen we het wel noemen – lofzang van Kaili op Qatar, daarmee in de categorie van ‘Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’ vallend, werpt uiteraard ook een nieuw licht op de eindeloze lofzang van FIFA-maffiabaas Infantino op datzelfde oliestaatje. Hoeveel geld is daarvoor de laatste tijd onder de tafel over tafel gegaan? Eerst de dure aankoop door de emir van het WK bij Infantino’s voorganger, vervolgens ook de vele uitgaven voor propaganda, waarbij Infantino net als Kaili precies zei wat er ginds van hem werd verwacht.
Denk ook aan de Qatarese poging om Europese supporters voor een door Qatar betaald verblijf te strikken, in ruil voor positieve commentaren op de sociale media. Een aanbod waarop door nogal wat Nederlandse supporters gretig is ingegaan, want die behoren nu eenmaal tot de onnozelste en meest hebberige die er bestaan. Het is de vulgaire voetbalvertaling van de ‘sjieke’ Drie Dwaze Dagen bij de Bijenkorf, of de onnoemelijke populariteit van Black Friday: als je iets gratis kan krijgen zet je alle mogelijke morele bezwaren meteen opzij.
De hele gang van zaken maakt duidelijk, hoezeer velen, waaronder ook de FIFA, zich, al dan niet moedwillig, voorafgaand aan het WK in illusies hebben gewenteld. De eigenmachtige veranderingen die Qatar op het laatst in de regels aanbracht, nadat de buit veilig binnen was. De leugens over de ‘maar drie doden’ die Infantino met grote ijver verkondigde, totdat dit getal door een hoge Qatarees achteloos van tafel werd geveegd. De op niets gebaseerde aanname dat een groot sportfestijn de mensenrechten in het gastland ten goede zou komen – Sotsji in 2014 en Peking in 2008 leerden het tegendeel: sindsdien zijn Rusland en China juist pas echt in totalitaire staten veranderd.
En dan natuurlijk de stug volgehouden fictie door Europese voetbalbonden dat sport ‘niets te maken heeft met politiek’. Sport is altijd politiek – en zeker voor dictaturen. Dat kon men al sinds de Hitlerspelen van 1936 weten. De organisatie ervan wordt door obscure potentaten steevast als een publicitaire triomf gevierd. En om die triomf niet door ‘ongeregeldheden’ te laten bevlekken, worden de straten vaak letterlijk tijdelijk schoongeveegd – dit keer van al die uitgebuite arbeidsmigranten die in hun verblijven voor hossend Oranjevolk plaats moesten maken.
Waar de FIFA angstvallig, om geen ongenoegen op te wekken, onder het mom van ‘geen politiek’ de One-Love-Band verbood – en de Europese voetbalfans even angstvallig voor dit late dictaat capituleerden, bleek half Qatar intussen volgehangen met Palestijnse vlaggen en symbolen en verscheen ook de Qatarese minister van justitie met een bijbehorende band naast Conny Helder met haar slechts met een microscoop zichtbare solidariteitsspeldje op de tribune.
Laten we het pijnlijke feit onder ogen zien: Europa sloeg hier een volslagen modderfiguur, en de onmacht om dit te verhinderen, illustreert – in combinatie met de corruptie van de FIFA, die haar oren naar de grootse geldschieters laat hangen – de fundamentele verschuiving binnen de globale machtsverhoudingen van de laatste tijd. Democratie en vrijheid zijn wereldwijd op de terugtocht – niet alleen in de dictaturen China en Rusland, ook in niet veel minder belangrijke landen als India en Indonesië gaat het de foute kant op – en elders hebben in ieder geval de machthebbers steeds minder boodschap aan mensenrechten, die door het Westen als universeel worden beschouwd, maar ginds als blijk van westers superioriteitsdenken en cultuurimperialisme worden gehekeld.
Wat moet en kan Europa doen om een herhaling van het Qatar-debacle te voorkomen? Ten eerste de handen ineenslaan en voortaan één gemeenschappelijke lijn trekken. Ten tweede onder ogen zien dat de FIFA, net als het IOC, corrupte organisaties zijn, moreel tot op het bot doorgerot. Ten derde erkennen dat sport altijd politiek is.
Dat blijkt reeds uit het feit dat het thuishouden van de koning door Qatar als een politiek affront kon worden opgevat, met mogelijke economische consequenties. Het is dat het Oranje-elftal gelukkig bijtijds in de pan werd gehakt – dat heeft Den Haag een moeizaam dilemma bespaard. Want dienaangaande had het kabinet met de wens om vanwege de energieschaarste Qatar niet al te zeer te bruskeren, wel een punt. Het betekent wel dat de door omkoping tot standgekomen beslissing van een particuliere corrupte sportorganisatie kennelijk de politiek gijzelen kan.
Omdat grote sportevenementen als het WK en de Olympische Spelen politieke kwesties met politieke consequenties zijn, dient dus ook bij ons de politiek er greep op te hebben. Dat heeft zij in alle dictaturen ook: sportbobo’s fungeren er als directe zetbazen van de eigen machthebbers. Het zou daarom naïef zijn om te blijven menen dat eerlijkheid hier het langst duurt. Dat betekent dat ook in Europese landen de regering dient te bepalen wie er naar FIFA of IOC wordt afgevaardigd, en met welke instructies, om een herhaling van ‘Qatar’ te voorkomen, omdat anders de staat daarvoor de politieke prijs betaalt.
Want die herhaling dreigt. Saoedi-Arabië heeft zich al voor het WK van 2030 aangemeld. En geld om wel tien FIFA’s om te kopen hebben ze daar beslist zat.
Thomas von der Dunk, 14 december 2022