Amper vier maanden zijn de Britten echt helemaal de Europese Unie uit, of het Vereningd Koninkrijk rammelt al aan alle kanten. Verkiezingen: de separatisten winnen in Schotland, Labour in Wales en Londen, de Tory’s in de rest van Engeland, inclusief de vervallen industriestad Hartlepool. Electoraal scheurt Groot-Brittannië steeds verder uiteen, versterkt door het districtenstelsel, omdat in delen van het land voor regering dan wel oppositie toch geen zetel te winnen valt.
In Schotland heeft de SNP weliswaar net niet de absolute meerderheid in het parlement gekregen, maar met de Groenen is er een (bescheiden) meerderheid voor onafhankelijkheid. Hamvraag: komt het tot een nieuw referendum, durft Londen die wens van de Schotse parlementaire meerderheid te negeren, en, zo ja, durft Nicola Sturgeon dan het trotseren van Londen aan – de Catalaanse weg?
Waarbij overigens ook een Schots onafhankelijkheidsreferendum wel eens heel goed geen heldere meerderheid op zou kunnen leveren, omdat de verkiezingsuitslag van zaterdag erg op Catalaanse uitslagen lijkt: nagenoeg fifty-fifty. Wat betekent dat ook na een referendum de morele basis voor afscheiding hoe dan ook wel eens erg smal zou kunnen zijn.
De regering in Londen heeft al laten weten dat zo’n referendum daarom ‘slecht uitkomt’: nu graag even niet. Maar zoiets komt altijd ‘slecht uit’. De Ierse Paasopstand van 1916 kwam Londen ook heel erg slecht uit. Dat is voor de Ieren – aangemoedigd door de Duitsers – toen geen reden geweest om niet gebruik te maken van de kansen die de Eerste Wereldoorlog hen bood. De Britse overheersing van hun eiland kwam hen namelijk al drie eeuwen heel erg slecht uit.
Tot nu toe houdt Boris Johnson voet bij stuk – de Schotten hebben zich immers al in 2014 kunnen uitspreken, en je kunt toch niet net zo lang referenda houden tot je je zin gekregen hebt? Wel, dat was precies wat Brussel deed toen de Ieren in 2008 zo brutaal waren om tegen het Verdrag van Lissabon te stemmen. Die moesten toen overstemmen, desnoods net zo vaak totdat het wèl goed zou gaan.
Op zich is het inderdaad een zeer relevante vraag: hoelang is een referendumuitslag eigenlijk geldig? Met elk jaar komen er nieuwe kiezers bij en sterven oude kiezers af, waarvan de eersten zich nooit hebben kunnen uitspreken en de laatsten bij de uitslag geen baat meer hebben. Grote kans bijvoorbeeld dat als het Brexit-referendum vijf jaar later was gehouden, de Brexiteers het door het natuurlijk verloop van hun aanhang juist net verloren zouden hebben.
Die Brexit vormt overigens exact de reden, waarom Sturgeon en de haren menen dat de Schotten alle recht hebben om het referendum van 2014 over te doen. Toen immers waren de staatkundige omstandigheden totaal anders, omdat van een Brexit nog geen sprake was, en een Schotse onafhankelijkheid integendeel juist de Schotten buiten de bij hen wèl geliefde EU zou doen belanden.
En uitgerekend de nationalistische Brexiteers zouden meer dan wie ook moeten erkennen dat, als de EU al zoveel ‘staat’ was dat een Brits uittreden aan de kiezer voorgelegd moest worden, dat dan zeker ook zou moeten gelden voor de Schotten, nu het staatkundig kader door dat uittreden zozeer gewijzigd is.
‘Take back control’: daarop komt in feite ook het Schotse nationale sentiment neer. De politiek egalitair ingestelde Schotten moeten niets van de elitaire Engelse Tory’s hebben, die puur dankzij het demografisch overwicht van de Engelsen hún neoliberale maatschappijmodel eveneens aan de Schotten hebben kunnen opdringen en de Schotten zelfs tegen hun zin de EU uit hebben gesleurd.
‘Take back control’: in feite lopen de sentimenten voor een Scoxit parallel aan die voor de Brexit. Toen was dat het kernpunt van de Brexiteers, nu van de Scoxiteers. En toen waren het de Remainers die daartegenin een beroep deden op de economische ratio, nu de tegenstanders van de Schotse separatisten. Waarbij vast personele overlap bestaat tussen de voorstanders van ’take back control’ voor Londen en de tegenstanders van ’take back control’ voor Edinburgh.
Bij de eersten ging de keuze voor Brexit namelijk gepaard aan de hoop op een Global Britain, terwijl als Surgeon doorzet een Little England als eindpunt dreigt. Want ook elders rommelt het: in Ierland, waar de Unionisten zich door Whitehall bedrogen voelen omdat – voorspelbaar – thans de facto een grens door de Ierse Zee ontstaat. Een grens door het Ierse land was immers voor Brussel onaanvaardbaar, en alle bezweringsformules over ‘intelligente technische tussenoplossingen’ blijken inderdaad niet meer dan dat: bezweringsformules zonder kracht.
Nu, na vier maanden, worden reeds de voor- en nadelen van de Brexit voor de Britten zichtbaar. De voordelen: iets als de snelle vaccinatiecampagne, waarmee Johnsons doelbewust zijn eigen populariteit schraagt en die de kiezer zijn verbouwingsescapades op 10 Downing Street voorlopig doet vergeven. Als eilandbewoners kunnen de Britten zich met hun zeegrenzen immers makkelijker van het continent isoleren – herstel: het continent in isolement houden – dan België of Nederland, met hun dagelijkse grensoverschrijdende woon-werk-verkeer.
Maar ook de nadelen hakken er al in: daar waar de Britten níet zonder hun buren kunnen. Hier komt Johnson klem te zitten tussen zijn valse beloftes – niet alleen in Noord-Ierland, maar in het Kanaal. Want heel fijn, die extra ruimte die ‘zijn’ vissers nu bij Jersey krijgen: bij de Brexit was dan ook geen beroepsgroep zo fel vóór. Alleen kunnen de Britten straks al hun zelfgevangen vis zelf niet op.
Wat houdt de Britten nog bijeen? Van de Windsors moeten ze het ook niet hebben, nu de afscheiding van Harry en Meghan ondanks alle begrafenisfaçades rond prins Philip dwars door de familie splijt. Maar zoals een Chinees historicus eens over zijn eigen land opmerkte: deze onhoudbare toestand duurt al 600 jaar.
Thomas von der Dunk, 11 mei 2021