“Elk nadeel heeft z’n voordeel”, om een bekend voetbalfilosoof te citeren. En hoe wrang het gezien de enorme verwoestingen en vele duizenden doden ook is: dat gaat in zekere zin eveneens op voor Poetins agressieoorlog tegen Oekraïne.
De oorlog verenigt – nog wranger – allereerst de Oekraïners zelf. Waar er voor 24 februari zeker bij de buitenwacht gerede twijfel bestond of zij wel een (apart) volk vormden, en of niet veel Russischtalige inwoners in het oosten liever bij Rusland zouden horen, is die twijfel nu wel weg. Er zullen, na de massale barbarij die Moskou het afgelopen halfjaar bedreven heeft – tot op het ‘individuele’ niveau van marteling en mishandeling van gewone burgers door Russische soldaten toe – maar weinig Oekraïners zijn, die aan de knoet van het Kremlin boven de regering in Kyiv de voorkeur zullen geven.
Als Oekraïne niet al een natie vormde, dan is die Oekraïense natie alsnog door en in deze oorlog ontstaan. Dat is iets, wat in het verleden wel vaker is voorgekomen: dat buitenlands geweld het besef doet groeien dat men ondanks alle binnenlandse twisten meer gemeen heeft dan dat men van elkaar verschilt.
Ook onze eigen Nederlandse Republiek is ooit dankzij een buitenlandse onderdrukker ontstaan, in dit geval de Spaanse, namelijk pas tijdens de Opstand. Het was niet zo dat op basis van een gemeenschappelijk natiebesef een al mentaal verenigd Nederland in opstand kwam, het werd pas door de opstand mentaal verenigd, waardoor ook dat gemeenschappelijke natiebesef werd gecreëerd. Tot dan toe had het provinciaalse besef van eigenheid overal hoogtij gevierd; het zou overigens ook daarna nog voor lange tijd beslist niet geheel verdwijnwen. Pas echt een natie werd Nederland in de vormende jaren van de Bataafs-Franse tijd, toen de oude confederatie der Zeven Provinciën in een eenheidsstaat werd omgezet.
Maar het waren niet de Nederlanders zelf geweest, maar de Bourgondiërs en Habsburgers die vanaf de vroege vijftiende eeuw eerst die (uiteindelijk) zeventien gewesten tegen hun zin bij elkaar gebracht hadden – Gelderland kwam er als laatste pas in 1543 bij, precies een kwart eeuw voor het ‘officiële’ begin van de Tachtigjarige Oorlog – waarna die vervolgens, omdat Filips II met zijn religieuze rigiditeit in vrijwel alle gewesten dezelfde weerzin opriep, in de strijd tegen Spanje hun inmiddels gegroeide gemeenschappelijkheid ontdekten.
Die onbedoeld verenigende functie van boeman van buiten die de ’tyran’ in Madrid toen voor Nederland vervulde, vervult nu diens evenknie in Moskou, eveneens onbedoeld, voor de Europese Unie. Ook die is nu meer verenigd dan voorheen, en het besef van gemeenschappelijkheid en van lotsverbondenheid is in het aangezicht van de Russische agressie sterker dan ooit in de afgelopen dertig jaar. En datzelfde geldt voor de NAVO, waarvan het grondgebied binnen ons continent immers een sterke overlap met dat van de Europese Unie vertoont.
Niet alleen willen steeds meer zich nu opnieuw door Moskou bedreigd voelende buurlanden van Rusland zich bij (één van) beide organisaties aansluiten, om zo onder die collectieve paraplu die individuele veiligheid garandeert te schuilen. Zie de NAVO-lidmaatschapsaanvraag van voorheen neutrale landen als Zweden en Finland; zie Moldavië en Georgië, die als ex-Sovjet-republieken (moeten) vrezen dat zij ook het slachtoffer van Poetins revanchistische landhonger kunnen worden. De recente Paneuropese top in Praag maakt duidelijk hoezeer Rusland alle anderen bijeen gedreven heeft, en zijn hoop met zijn overval op Oekraïne de Europeanen uit elkaar te spelen, in het tegendeel is verkeerd.
Over een mogelijke volgende Exit uit de EU – Nexit, Italexit, Frexit – heeft niemand het meer. Ook de leiders van de meeste extreem-rechtse partijen in de diverse lidstaten als Wilders en Le Pen hebben dit strijdpunt stilzwijgend laten vallen; alleen Baudet, die steeds verder van het padje af is, laat zich als Poetinvereerder ook in dit opzicht voor het Russische karretje spannen.
De nieuwe Italiaanse regeringscoalitie zou, waar het dat trekken van één Europese lijn tegenover Rusland betreft, met oude Poetinvriendjes als Salvini en Berlusconi een risico kunnen vormen, maar juist de aanstaande premier Meloni heeft in dat opzicht steeds onvoorwaardelijk stelling tegen Moskou genomen. Het gevaar dat van haar nieuwe coalitie in Rome uitgaat, betreft niet zozeer de buitenlandse politiek, als wel de rechtstaat – met een nativistische natieopvatting, ultraconservatieve socioculturele opvattingen en een xenofoob vluchtelingenbeleid.
Wat Poetin ook teweeg heeft gebracht: de destructieve as tussen Warschau in Boedapest – tussen twee regering die stelselmatig de rechtstaat afbreken – is stuk. Waar Polen onvoorwaardelijk voor Oekraïne kiest, sympathiseert Orban nog steeds met Poetin, waarmee hij zich volledig isoleert. Mede dat heeft het in Brussel mogelijk gemaakt om nu eindelijk Hongarije hard aan te pakken, met financiële sancties – die inderdaad het effect lijken te hebben dat Hongarije eindelijk buigt. De hamvraag is, of Brussel dat – gezien Polens positieve rol in de Oekraïense kwestie – ook in het Poolse geval aandurft, en beide dossiers weet te scheiden.
En wat tenslotte de EU ook helpt, is dat de volgens de Brexiteers zo veelbelovende Brexit toch niet helemáál het beloofde positieve effect blijkt te hebben. De soapachtige totale chaos waarin Westminster door de kamikwasi-politiek van de in no time uit zijn ambt gekukelde nieuwe Britse minister van Financiën is beland, vormt geen aanmoediging voor potentiële Exiteers elders in Europa om het ook eens te proberen. Er zullen althans best wel negatieve kwalificaties voor de inzake Rusland standvastig opererende commissievoorzitter Von der Leyen in omloop zijn, maar nog niemand heeft haar, zoals de Daily Star doet Liz Truss, vergeleken met een verwelkende krop ijsbergsla.
Thomas von der Dunk, 16 oktober 2022