administrator_ebn

Positief-kritische houding ten aanzien van Europa weer stijgende

Bij het Amerikaanse onderzoeksbureau PEW Research Center verscheen deze week een belangrijke survey, die een positievere houding ten aanzien van de EU laat zien. In tien EU landen werden mensen geinterviewd, waaruit blijkt dat er nergens buiten de UK meerderheden zijn om de EU te verlaten, dat mensen geloven dat deelname aan de EU per saldo positief is, maar wel vragen om betere democratische vormgeving, en kritisch zijn op het migratiebeleid en zorgen hebben over economische performance.

 

Zie voor het hele rapport: http://assets.pewresearch.org/wp-content/uploads/sites/2/2017/06/15103437/Pew-Research-Center_Post-Brexit-European-Views-of-EU_Full-Report_06.15.2017.pdf

administrator_ebnPositief-kritische houding ten aanzien van Europa weer stijgende
read more

Kritisch volgen van Europese integratie zonder flauwekul – Interview met Paul Bordewijk

In twee recente artikelen stelt publicist Paul Bordewijk dat de discussie die de Europese Commissie nu geëntameerd heeft rond vijf toekomstscenarios voor Europa in ieder geval tot de conclusie moeten leiden dat volledige integratie er niet zal komen. Wanneer men die conclusie luid en duidelijk trekt, aldus Bordewijk, zitten daar grote voordelen aan vast. De wijze waarop landen in Europa samenwerken, wordt dan niet meer getoetst aan de vraag of zo de beoogde Europese integratie dichterbij komt. Samenwerken moet gebeuren op grond van reële voordelen, die het verlies van democratie dat elke overdracht van bevoegdheden met zich meebrengt goedmaken. Europese samenwerking moet de oplossing zijn voor reële problemen, en niet een oplossing op zoek naar een probleem. We spraken Bordewijk naar aanleiding van zijn artikelen.

Vraag 1: In uw artikelen uit u felle kritiek op het spreken over Europa als ‘project’. Waarom stoort u dat zo?

A: Je hoor steeds vaker: ‘het Europees project dreigt te mislukken’, of ‘nieuwe kansen voor het Europese project’, maar je vindt nergens wat er nu eigenlijk mee bedoeld wordt, laat staan wanneer Europeanen daarmee  zouden hebben ingestemd. Normaal houdt de term ‘project’ in dat je wilt komen van de ene toestand naar de andere, langs een afgesproken weg en tegen van tevoren begrote kosten. Het bouwen van een huis is een project, of de invoering van een wet. Maar waarheen moet het Europese project ons leiden? Het enige dat ik me erbij voor kan stellen is een Europese federale staat, maar zeg dat dan ook, en vraag aan de inwoners of ze dat willen. De laatste keer dat zoiets aan de Nederlanders gevraagd is was in 2005, en toen wat het antwoord duidelijk ‘nee’.

Vraag 2:  De Juncker scenarios voor de toekomst van Europa worden nu op vele plaatsen besproken, in Nederland blijft het echter nogal stil rond die toekomstbeelden. Hoe komt dat?

A: Ik denk dat dat komt omdat wij door onze geografische ligging er niet aan ontkomen Franrijk en Duitsland te volgen, terwijl we cultureel het zuidelijkste land van Scandinavië zijn en uit onszelf liever de weg van Denemarken of Zweden zouden willen kiezen.  In het debat over de Europese Grondwet spoorde Balkenende ons aan vóór te stemmen, niet omdat hij dat een goede wet vond, maar omdat hij anders in zijn hemd stond. De belangrijkste institutionele punten uit de Grondwet – de eigen voorzitter van de Europese Raad en de inkrimping van de Europese Commissie – werden niet door de Nederlandse regering onderschreven. Curieus detail was ook dat tijdens de behandeling van het Verdrag van Maastricht in onze Tweede Kamer de meeste Kamerleden via de televisie het debat daarover in het Britse Lagerhuis volgden in plaats van de eigen discussie.

Vraag 3: U stelt in uw artikelen dat om te komen to nieuwe inzichten rond Europa het wellicht goed is het vijfde scenario van Juncker: veel sterkere integratie, te relativeren. Waarom is het nodig dit nog zo uitgebreid te stellen in een omgeving waar bijna geen fedearlist meer over is?

A: Dat er bijna geen federalist meer over is ervaar ik niet zo. Ik heb b.v. niet de indruk dat Guy Verhofstadt van mening veranderd is, en die is toch voorzitter van de fractie in het Europees Parlement die veel Nederlandse kiezers vertegenwoordigt. In Nederland doet D66 regelmatig uitspraken waaruit blijkt dat zij eerder voor een eenheidsstaat zijn dan voor een federatie, en GroenLinks wijkt daar weinig vanaf. In mijn eigen PvdA milieu ontmoet ik vaak federalisten die mij als een gevaarlijke nationalist beschouwen. De uitdrukking ‘het Europese project’ suggereert sterk dat er aan zo’n federale staat gewerkt wordt. De neiging elke overdracht van bevoegdheden aan de EU als winst te beschouwen, valt ook alleen te rechtvaardigen vanuit de gedachte dat je zo werkt aan een federaal Europa waar de uitoefening van die bevoegdheden onderwerp is van democratisch debat. Wanneer er geen federatie komt – en ik geloof daar niet in –  betekent overdracht van bevoegdheden verlies aan democratie. Dat moet heel kritisch maken op die overdracht.

Vraag 4: Welke ruimte moet er volgens u worden geschapen om een alternatief voor de toekomst van Europa te ontwikkelen, en waar zouden de Europese beleidsmakers zich met voorrang op moeten richten?

A: Er moet vooral kritisch gekeken worden naar wat er tot nu toe is gerealiseerd. De Eurozone moet worden ingeperkt tot landen die uit zichzelf niet te veel verschillen in inflatie, en er moet niet vanuit Europa een sociaal-economisch beleid worden opgelegd dat haaks staat op de uitkomst van het democratisch proces.Verder moet de reikwijdte van de interne markt worden ingeperkt. Hier moeten de principes van subsidiariteit en proportionaliteit ook van kracht worden.

Vraag 5: Wat is in uw ogen het belang van civiele bewegingen en organisatievormen in dit alles. Doen die er toe?

A: Civiele bewegingen draaien veelal op mensen die voor een bepaald belang opkomen, zoals de vakbeweging of de fietsersbond. Bij de Europese integratie zie ik vooral dat voorstanders en betrokken professionals zich organiseren. Ik zou zelf echter graag lid worden van een organisatie die zich kritisch opstelt tegenover de Europese integratie zonder in flauwekul te vervallen… maar het motiveert mensen blijkbaar niet erg om daar hun tijd in te steken.

Zie voor de artikelen over de Toekomst van Europa van Bordewijk:

 

 

administrator_ebnKritisch volgen van Europese integratie zonder flauwekul – Interview met Paul Bordewijk
read more

Nominations EBN EuroNederlander announced, online vote open

The board of the European Movement in the Netherlands (EBN) is very happy to announce the Nominations for the EuroNederlander Award 2016/17, released today by the Award selection team.

This nominees are Nicolaas Beets, EU Urban Envoy, for his energetic role for the new EU Urban Agenda in the UAEU and in the lead up to the 2016 Pact of Amsterdam; Sophie Bloemen, for her innovative and hugely engaging efforts to organize the European Commons Assembly, connecting many civic initiatives in Europe; Caroline de Gruyter for her many outstanding journalistic contributions to shifting the frames of reflection regarding Europe in the Netherlands; and VPRO Tegenlicht for their inspiring series of cutting-edge documentaries about the rapidly changing positions of Europe in the world and their implications for citizens; and Jan Werts for the tireless energy with which he has played his critical Brussels watcher role as European media correspondent, guiding people through in a clear fashion through ithe Brussels arena.

Every year, the EBN EuroNederlander Award is given to individuals or organizations who have made remarkable contributions to the European debate and who have stimulated the search for new vitality and better alliances in Europe. The European Movement focuses in particular on the efforts of active and creative citizens, civil agencies and networks.

On-line voting open until June 19, 12.00h
From Friday June 9 to Monday June 19,  12.00h, you can cast your vote on one of the  nominees at:

http://het-portaal.net/formulier/stem-voor-de-euronederlander-award-2017

Everybody is welcome to participate in the voting!

Award ceremony on Tuesday June 20 20.00h at International Press Center Nieuwspoort
The EuroNederlander Award ceremony will take place on June 20, 2017, 20.00 during the special EU-Poort event: ‘Europe Mezze: Meet-Up on Europe’s Futures’.Location: Internationaal Perscentrum Nieuwspoort, Lange Poten 10, The Hague

Please register at vanheteren@bmg.eur.nl, if you wish to attend: and state: ‘EU EuroNederlander Award June 20’.

Further press details
Please contact: Godelieve van Heteren, chair EBN, email: vanheteren@bmg.eur.nl. Tel: 0655197342.

On the 2016/2017 EuroNederlander nominees

 

NOMINATION NICOLAAS BEETS

NICOLAAS BEETS is former Dutch Ambassador and since October 2015 Dutch Special Urban Envoy. Beets was appointed by the Minister for the Interior and Kingdom Relations,  currently works for the Cities Program (“Agenda Stad”) and has been an engaged advocate for the Urban Agenda for the EU (UAEU).  During the Dutch EU Presidency in 2016, Beets was the linking pin in coordinating the efforts to arrive at the festive signing of the ‘Pact of Amsterdam’ on May 30th, 2016, which launched the UAEU. The jury praises Beets for “his active contributions to building a vital Europe of Cities, and his enthusiasm and engagement in connecting with a wide array of urban innovators and authorities, and help link their efforts to the formal European policy agendas.” As a true ‘face of the Pact’, Beets has successfully continued his efforts after the Dutch Presidency, thus assuring that the momentum of the UAEU was kept.

The Urban Agenda for the EU is about strengthening the urban dimension in EU policies by involving cities more in EU policy making. It comprises a unique multilevel and cross-sectoral working method, in which for the first time Cities, Member States, EU institutions, European institutions and other stakeholders work together on urban challenges. In the framework of the UAEU, 12 thematic Partnerships have been set up covering challenges on how to make Cities: Smart, Sustainable and Inclusive. These partnerships will provide answers to major transition questions and produce recommendations for better EU regulation, better access to EU funding and better knowledge exchange for European cities. As indicated in the Pact of Amsterdam: “Urban Areas play a key role in pursuing the EU 2020 objectives and in solving many of its most pressing challenges (…). Urban Authorities play a crucial role in the daily life of all EU citizens. Urban Authorities are often the level of government closest to the citizens. The success of European sustainable urban development is highly important for the economic, social and territorial cohesion of the European Union and the quality of life of its citizens.”

Weblinks:

 

 

NOMINATION SOPHIE BLOEMEN

Sophie Bloemen is a Dutch philosopher and political economist, and co-founder/Director of the Commons Network. She has over 10 years of experience in civil society activism and has worked as a policy advocate and a public interest consultant in Brussels, Latin America and other policy environments. She has worked on health and trade, as well as with European cultural grass root civil society movements.  Sophie kick-started several civil society initiatives and alliances, most recently the Dutch Commons Assembly ‘De Meent ‘.  As co-founder of the Danube Foundation, she travelled to many different European cities with the Utopian City Workshop to collect new narratives for Europe.  In 2016, Sophie Bloemen stood at the origin of the first European Commons Assembly.

The jury praises Sophie Bloemen for her “innovative input in the debate on new European Commons, which constitutes an important paradigm shift towards novel forms of cross-continent citizens cooperation and cherishing the common good”. The Commons Movement seeks to explore how people themselves can shape to their environment, how to deepen democracy and contribute to more social and sustainable ways of living together. The first European Commons Assembly brought together  ‘Commoners’ from around Europe: a wide range of citizens, from environmentalists and other Commons practitioners, to scientists, civil servants and politicians. The European Commons Assembly aims to increase the visibility of the rapidly growing number of Commons initiatives around Europe, facilitate their joint empowerment and contribute to new democratic forms and institutions.

Weblinks:

 

 

 

 

NOMINATION CAROLINE DE GRUYTER

Caroline de Gruyter is a Dutch author currently based in Vienna, who has lived in the Gaza strip, Jerusalem, Brussels and Geneva, and who is Europe correspondent for the Dutch newspaper NRC Handelsblad. For many years, she has been covering European affairs and is also a regular contributor to Carnegie Europe.

From the jury’s report: “Over the last few years – in the face of much European political and social confusion and chagrin – Caroline de Gruyter has consistently focused on Europe’s potential and historical obligation, rather than on its indecisiveness and stagnation. De Gruyter refuses easy frames, counters common clichés and has shifted the spotlights to the many sites in which Europe’s social transitions are ongoing. She reminds her readers that ‘we are Europe’.” De Gruyter is a member of the European Council on Foreign Relations and has received a number of prestigious awards for her oeuvre, such as the Prix du Mérite Européen (June 2016).

Weblink:

 

Still from: VPRO Tegenlicht – Superfort Europa

NOMINATION VPRO TEGENLICHT EUROPE

VPRO TEGENLICHT, EUROPE

VPRO Tegenlicht is a Dutch documentary television program at the frontiers of new social, economic and political developments. Over the last few years Tegenlicht has been in the vanguard, engaged in a wide range of exciting explorations of European and global developments.

The jury praises Tegenlicht for its “cutting-edge and critical contributions to raising viewers’ awareness of the complexities of European affairs in a rapidly changing global arena… from Eurotopia to Superfortress Europe, Tegenlicht’s filmmakers have entered consistently into the major transitions Europe is undergoing, and their effects on the lives of citizens. Tegenlicht’s future-oriented thematic productions are vital contributions to rethinking Europe’s democracy, economics, politics and civic engagement. They display curiosity in Europe as part of the larger world and take the viewer serious.”

Weblinks:

 

 

NOMINATION JAN WERTS

Jan Werts is a journalist who for four decades has worked as ‘Brussels watcher’: among others as mediacorrespondent for the Haagsche Courant – Sijthoff Press and as independent author and columnist for the Montesquieu Institute, Clingendael Internationale Spectator and others. Werts holds a PhD from the Vrije Universiteit Brussels on the position and workings of the European Council, a thesis, which he defended cum laude in 1991 and which was revised and fully updated, and published as a book in 2008.

The jury praises Werts for “the consistent and critical ways in which Werts has succeeded to make the ‘goings on’ in Brussels accessible for a wide readership, for whom Europe’s politics often look distant and opaque. During all the recent trials and turbulations in Europe’s institutions Werts has remained loyal to his mission of critical communication and analysis. He is a very knowledgeable commentator who does not shy away from speaking out when he thinks it is vital…. but always with solid arguments!”

Weblinks:

administrator_ebnNominations EBN EuroNederlander announced, online vote open
read more

ZAL EEN BREXIT ONS DEFINITIEF VOOR EN FREXIT VRIJWAREN? – THOMAS VON DER DUNK COLUMN

De opluchting zal in Brussel zonder twijfel groot zijn geweest – Macron heeft Le Pen verslagen, en zelfs met betere cijfers dan was voorspeld. Niet 3 tegen 2, maar bijna 2 tegen 1 was het percentage waarmee de eerste won. Toch ligt er een forse schaduw over die overwinning, die de speelruimte van Macron de facto sterk beperkt. Zal hij er werkelijk in slagen de door hem beloofde en door Brussel gewenste hervormingen door te voeren?

De handen daarvoor krijgt hij, gezien de stemming onder het Franse electoraat, in eigen land zeker niet bij iedereen op elkaar. In de eerste ronde heeft bijna de helft van de kiezers op een kandidaat gestemd die zich zeer vijandig tegenover Europa opstelt, en juist vriendelijk tegenover Poetins Rusland; voor dat laatste kan men daaraan naast Le Pen en Mélenchon ook nog Fillon toevoegen. En in de tweede ronde heeft meer dan de helft van Macrons kiezers verklaard vooral op hem te stemmen omdat het alternatief veel erger was. Het waren, net als bij de monsterzege van Chirac in 2002 tegen Le Pen père, veel stemmen met een knijper op de neus. In de lijn van de oproep van de Griekse ex-minister Varoufakis: nu stemmen wij hem in het Élysée, maar morgen gaan we weer in een protestdemonstratie tegen hem de straat op.

Tegenover de staat staat in Frankrijk de straat: ook Macrons voorgangers Hollande en Sarkozy beloofden aan hervormingen veel en durfden na enige forse protesten en stakingen uiteindelijk weinig. Zij riepen nu op om op Macron te stemmen en onderschreven de door hem voorgestelde koers. Maar als zij daarvoor zo geporteerd zijn, waarom hebben ze die weg dan niet indertijd zelf ingeslagen? Samen hadden Sarkozy en Hollande daarvoor toch tien jaar de tijd? Inderdaad: vanwege de Franse straat.

Maar als zij daarom toen niet konden slagen, waarom zou het Macron nu dan wel lukken? Dat probleem begint al met het verwerven van een meerderheid bij de komende parlementsverkiezingen. Daarbij is van de bipolaire keuze van zondag geen sprake meer, maar doen alle partijen weer mee en vallen de meeste kiezers dus weer terug op hun oude partij. Komt Macron met zijn kwart stemmen van nu straks dankzij het districtenstelsel wèl aan de meerderheid? Overigens zou het misschien voor zijn draagvlak helemaal niet zo’n ramp zijn, als hij die niet haalt, en gedwongen wordt met andere partijen samen te werken. Alleen haalt dat dan wel de vaart uit de door Brussel gewenste metamorfose van Frankrijk.

Hier komt inderdaad Europa in het spel, met zijn langdurig sterk eenzijdige marktgerichtheid de grote boeman van Le Pen en Mélenchon. Brussel zal Macron tegemoet moeten komen door in dat opzicht zélf te veranderen, wil de angst voor Europa en de onvrede in Frankrijk onder de globaliseringsverliezers, die nu massaal radicaal-links en radicaal-rechts hebben gestemd, niet verder stijgen.

Dat grote deel van het electoraat negeren zal over vijf jaar in een nog grotere zege van het Europavijandige kamp resulteren – Le Pen is na vandaag nog echt niet weg. Gelukkig lijkt men zich dat, gezien de reactie van de Europese Comimissie, ook in Brussel te realiseren: dat aan de vooral in het Latijnse deel van Europa (maar zeker niet alleen daar) bestaande angst voor de nadelige effecten van de vrije markt – baan- en inkomensonzekerheid voor veel loonafhankelijken en lagerbetaalden – tegemoet gekomen moet worden. Dat, kortom, de lang als collateral damage afgedane sociale schade van de globalisering drastisch moet worden beperkt, om een verdere groei van het Eurofobe kamp te voorkomen.

Alleen moeten we afwachten waartoe dat daadwerkelijk leidt. Het betekent namelijk dat het Germaanse deel van Europa moet inleveren op het terrein van de vrijhandelsorthodoxie, en er op Europees niveau meer ruimte moet komen voor een collectieve sociale politiek. Zo niet, dan verliest men het nu door Macrons kiezers voor Europa ‘geredde’ Frankrijk mogelijk alsnog een volgende keer.

Het is hier, dat de vanwege gevreesde precedentwerking door velen in Brussel betreurde Brexit juist wel eens de redding van Europa zou kunnen betekenen. Want op het gebied van de vrije goederenmarkt was speciaal Londen onvoorstelbaar orthodox – daar kon geen ander land aan tippen. Voor Londen is de Europese Unie namelijk eigenlijk alléén maar een markt. Van beperkingen van die vrijmarkt door Europese regels, als sociale rechten voor werknemers, moet men daar niets hebben. Wel: de Britten vertrekken binnenkort, daarover laat Theresa May geen enkele twijfel bestaan – Brexit means Brexit, en zoals het er nu naar uitziet, zou dat wel eens met slaande deuren gepaard kunnen gaan.

Dat schept perspectieven. De Britten kunnen dan – wat zij anders zeker zouden hebben gedaan – niet meer dwars gaan liggen, als de rest van Europa eindelijk tot het inzicht komt dat het niet alleen grote bedrijven maar ook gewone burgers concreet het nodige zal moeten bieden om hun steun te behouden. Geen economische concurrentie meer over de ruggen van werknemers heen, die nu voortdurend tot een sociale race to the bottom dreigt te leiden. En hetzelfde geldt voor oneigenlijke fiscale concurrentie, die als gevolg van teruglopende belastinginkomsten al snel in dezelfde sociale neergang resulteert: er is dan immers minder geld beschikbaar om de collectieve voorzieningen – waarop lagerbetaalden nu eenmaal altijd meer dan hogerbetaalden aangewezen zijn – op peil te houden.

Ook dat is iets, wat zonder de Britten, die de gouden kip van de Londense City heilig hebben verklaard, een stuk makkelijker zal gaan. In Brussel lijkt men ook eindelijk die kant uit te willen: een einde aan alles wat naar belastingparadijzen riekt. Dat werd hoog tijd – hoe moeilijk dat in het begin ook zal zijn voor Den Haag, dat daarvan eveneens een favoriet nationaal verdienmodel had gemaakt.

administrator_ebnZAL EEN BREXIT ONS DEFINITIEF VOOR EN FREXIT VRIJWAREN? – THOMAS VON DER DUNK COLUMN
read more

EBN EuroDéfense bijdrage aan kabinetsformatie: voor meer coherent Europees veiligheidsbeleid

De internationale veiligheidsuitdagingen, en de geopolitieke verschuivingen in defensiebeleid ook onder sommige NATO partners, vragen om een helder en meer coherent Europees antwoord. Voor de kabinetsformatie stelde EuroDefense Nederland met deelname van de EBN bijgaande bijdrage samen die eind maart aan Edith Schippers werd aangeboden.
Zie Kabinetsformatie2017- aan Informateur.

administrator_ebnEBN EuroDéfense bijdrage aan kabinetsformatie: voor meer coherent Europees veiligheidsbeleid
read more

Europe’s next ‘moment of hope’ and the collective responsibility to deliver

The morning after the election of Emmanuel Macron to the presidency of France, many French and Europeans find themselves in a state of critical anticipation.

Certainly, many are glad and relieved to see that the presidency has gone to a person with an open social orientation, a constructive European stance. In a country with 23% youth unemployment and an economic order in dire need of reform, it is significant that many French citizens have put their hope in a relative ‘newcomer’ (“neither left nor right”), and dream that his election may shift the balances of power. At the same time, a substantial part of Macron’s electorate (43%) has primarily voted for him to keep his adversary Marine Le Pen out of the Élysée. Macron’s win in the first round amounted to merely 23,7%.  And En Marche’s political agenda (https://storage.googleapis.com/en-marche-fr/COMMUNICATION/Programme-Emmanuel-Macron.pdf), especially its economic reform paragraphs, will take a lot of negotation to translate into practice, given France’s structures of vested interest.

The political landscape in France as elswhere in Europe is deeply divided and the political promise of a ‘brighter future’ still has to be delivered.

On Europe, Macron’s En Marche program is ambitious. It is focused on creating new employment, protecting Europe’s democratic values, investing in the eurozone, introducing a European minister of Economic Affairs and Finance, dealing with tax evasion, fighting against corporate flight, keeping European companies partially in Europe, with a Buy European Act. The French president wishes to generalize the Erasmus program to non-university student levels, create a proper European defence program, fight the many inefficiencies in European cooperation, protect crucial European industries, safeguard the internal market in which the same rules should apply to everybody, support start ups, create one energy market, with clear tariffs on carbon emission. This is a huge agenda for which senior negotiation skills will be required.

Fortunately, the main stakeholders in this European drama display a sense of gravitas. Nobody seems to be gloating: there is no reason for complacency.  It is clear enough to most that we live in times of major socio-economic and cultural transformations and ditto challenges that can only be addressed collectively. Polarizations as in the rhetoric of ‘patriots versus globalists’ or ‘winners versus loosers’ of globalisation are not helpful. They divide people at a time when all effort should go to reconnecting and uniting.

Furthermore, the current complexity of things is impossible for any single politician or group to handle. We need to free ourselves from any Messiah complext. We just have to recall how politicians like Barack Obama, Tony Blair or in our country Wouter Bos were also cheered into power, when they arrived as relative newcomers ‘full of promise’ on the scene: sooner or later, reality always kicks in.

Thus: if this is to be another moment of hope, we should not leave it to any president or political party to deliver, but construct it as an opportunity for a new social engagement and contract. Citizens will have to move out of their consumer or observers’ mode. We need to step up to the challenge as a matter of urgency.  Interestingly enough, Macron’s Europe paragraph contains an interesting starting point for such dialogue when it proposes ‘citizens conventions’ to construct the new agenda for Europe. Let’s make that concrete. Let’s start there to help ‘load’ and substantiate Europe’s future. Since Europe is us, it’s future is ours!

Godelieve van Heteren, chair EBN

administrator_ebnEurope’s next ‘moment of hope’ and the collective responsibility to deliver
read more

EN MARCHE? CITIZENS OF EUROPE: TIME TO WALK THE TALK

Senses of security, sources of inspiration, forms of inclusive action

With the presidential election results in France leaning towards a victory of Emmanuel Macron in a couple of weeks, and the elections in other European countries (Germany, the UK, Italy) on the horizon, the comments on the state of the European lands are abundant and critical. Across the board, we witness disillusionment with established politics, which in France expressed itself by two ‘outsiders’ – Macron and Le Pen – winning the first round and sidelining the two political families, which for years had called the shots.

En Marche is the name of Macron’s movement for France. This sounds pleasantly energetic, but the big question – for France as for the rest of Europe – is:  En Marche, towards what?

Much public debate seems to be devoted to an endless reiteration of the rather divergent expressions of public dissatisfaction. The spotlights are on people’s anxieties about their economic prospects in a globalized world, their unease with cultural diversity, the complaints about too many ‘outsiders’, or the popular anger at the complacency and lack of empathy of which they accuse those in power. Such analyses, however understandable and justified, are not very satisfactory, for two reasons. First, they are rarely carried to their ultimate, very painful conclusions regarding everybody’s exact responsibilities for the status quo. They tend to deteriorate into self-righteous hackling which detracts from the constructive alternatives that are – ironically – everywhere in the making.

We live a time of growing complexity, enhanced by a tremendous acceleration in communication and the mobility of money, markets and people. Numerous publications have documented the tensions and uncertainties caused by all this turbulence. They deliberate on who in the current dynamics actually gain power, who are loosing out and who – systematically – lag behind.

There is no shortage of diagnose. But the therapies are tough and thus postponed.

In line with our civic tradition and mission, the EBN has decided to focus specifically on exploring new possibilities for European cooperation. We work from a civic perspective, together with other European civic movements. We consciously connect ourselves with constructive European alternatives.

This has proven an inspiring exercise. There is a rich arena of such vital alternatives – some already quite developed, some in statu nascendi – which one could categorize under three broad categories.

  1. We see a range of activities, which address people’s senses of security in the broadest sense of the word. One can for instance think of all the new actions to secure our planet, the enthusiastic explorations of more sustainable economic models, the attempts to arrive at new socio-economic and social contracts and formulate new equity agendas.
  2. A second group of initiatives aims to articulate new sources of inspiration, new images and narratives, in the arts, in literature, and in many novel cultural alliances. You can e.g. also think of the exciting exchanges between people working ‘sharing economy’.
  3. And there are movements which focus on establishing new forms of action, new practices, such as is e.g. the case in the new network democracy initiatives that spring up in many places, or in the attempts to connect citizens across a wide array of subjects that affect us all..

From a basic awareness that it is vital to be ‘rooted’, ‘connected’, ‘inclusive’, many of these initiatives start locally. But thanks to social media, much quicker than before one can see people engage in building larger, national and international networks of enthusiastic citizens. Their vanguard frequently challenges established institutions. But in a growing number of cases they also interact creatively with established institutions, which recognize that time is up for old ways of going about their business. Think of the sustainable energy coalitons, for instance.

Looking at the European arena this way, it is clear that besides a politics of fear and a politics of muddling through – which still dominates the pages of our newspapers but is detrimental to the future of Europe – there is a politics of new vitalization in the making,  still trying to find its solid forms, but hopeful.  Here, a smart dialogue between the old ‘builders of Europe’ and the inspiring new initiatives may be of immense value. The EBN is well positioned to input its members’ wide experience into these new arenas. As partners in dialogue, in new coconstruction.

So, some wish to declare Europe moribund? Vive l’Europe! This is the time for Europe’s citizens. En marche!

Godelieve van Heteren, chair European Movement Netherlands

administrator_ebnEN MARCHE? CITIZENS OF EUROPE: TIME TO WALK THE TALK
read more

DE BRITTEN DOEN STUITEND LUCHTHARTIG OVER OORLOG

Keren de demonen uit het verleden terug? Amper heeft Theresa May in Brussel haar afscheidsbrief afgegeven, of er dreigt al hommeles rond Gibraltar te ontstaan. Ofschoon niet strikt noodzakelijk, omdat dat vanzelf sprak, had Spanje meteen vastgelegd weten te krijgen dat bij de toekomstige onderhandelingen over een handelsakkoord van Europese zijde ook expliciet aan deze omstreden rots aandacht zal worden besteed.

Prompt dreigde de voormalige leider van de regerende Britse Tory’s Michael Howard desnoods de marine naar Gibraltar op te zullen laten stomen om de Spaanse Armada te vernietigen, mocht Madrid het wagen één vinger daarnaar uit te steken. Spanje reageerde daarop met de aankondiging zich niet te zullen verzetten, wanneer straks een pro-Europees Schotland na afscheiding van Londen in Brussel voor zichzelf het lidmaatschap zou aanvragen. Tot nu toe was Madrid altijd – zie Kosovo – zeer terughoudend geweest met het erkennen van afscheidingen, omdat het immers zelf vanouds met Catalaanse en Baskische ambities op dit vlak kampt.

De rel maakt twee dingen duidelijk. Ten eerste hoe gevoelig ook na vele eeuwen – Gibraltar is al sinds 1713 Brits – nog steeds territoriale kwesties tussen de Europese lidstaten kunnen liggen. Het Brexit-sentiment versterkt dit, omdat dat juist op het idee – zij het vooral een nostalgisch idee-fixe – van een glorieus Groot-Brittannië buiten de EU is gebaseerd. Bij een Britania-rule-the-waves past natuurlijk niet dat dan meteen al bij de eerste politieke golfslag een aanlegsteiger met zulke grote symbolische waarde in die golven verdwijnt.

In elk geval: wie mocht menen, dat de Britten een flegmatiek nuchter volk zijn, zou zich deerlijk vergissen. Democratieën voeren geen oorlog, zo heet het ook – maar zelden heb ik een land zo hysterisch gezien als Groot-Brittannië tijdens de Falklandsoorlog in 1982, toen het behoud van zo’n andere symbolische verzameling rotsen op het spel stond. Howard heeft niet voor niets al naar Margaret Thatcher verwezen, en presenteert May nu als Iron Lady 2.0.

Nu vallen er uiteraard ook bij de Spaanse claim kanttekeningen te plaatsen: hier hebben wij evenzeer te maken met onverwerkt verleden. Het land beroept zich daarbij meer of minder expliciet op ‘natuurlijke’ grenzen, maar die bestaan in Europa natuurlijk nergens echt.

IJsland vormt het enige voorbeeld – het grondgebied van dit land eindigt inderdaad op een logische plek – want al bij Ierland is dat niet gelukt. Bovendien staat tegenover het geografisch gekunsteld Britse Gibraltar het geografisch niet minder gekunsteld Spaanse duo Ceuta en Melilla, die Marokko een doorn in het oog zijn – en dáárover heeft Madrid het weer liever niet. Met het lostrappen van de steen Gibraltar dreigt zo een Doos van Pandora open te gaan.

En dat is het tweede, dat deze rel duidelijk maakt: hoe belangrijk de Europese Unie is voor het pacificeren van in feite onoplosbare territoriale conflicten – vaak onoplosbaar omdat geografisch en etnisch logische grenzen zelden geheel sporen. Gibraltar was ooit natuurlijk Spaans, maar de bevolking voelt zich Brits, en bij de democratische EU-gedachte behoort ook zoiets als zelfbeschikkingsrecht.

Anderzijds: bij Zuid-Tirol heeft als uitkomst van de Eerste Wereldoorlog juist de geografisch logischer grens het van de etnische gewonnen. Daaraan hebben de Geallieerden uiteindelijk ook in 1945, toen de Zuid-Tirolers op basis van dat zelfbeschikkingsrecht om herziening van Saint-Germain vroegen, niet willen tornen. Wie beide grenzen coûte-que-coûte met elkaar wil doen samenvallen om voor altijd van het probleem af te zijn, komt al snel bij dwangmatige assimilatie of etnische zuivering uit. Mussolini heeft dat in dit geval ook beide geprobeerd.

Pas na Schengen kon – de nodige bomaanslagen later – de kwestie Zuid-Tirol definitief worden bijgelegd. Maar zodra Schengen in de gevarenzone belandt, en op de Brenner opnieuw douane-hekken verrijzen, is het probleem weer in volle omvang terug. Dat is nu vooral de grote angst in Noord-Ierland, waar de pacificatie evenmin zonder de alles overkoepelende Europese Unie was gelukt.

Het aantal Noordieren dat deel uitmaakt van één Ierland binnen Europa boven deel uitmaken van een Groot-Brittannië daarbuiten prefereert, stijgt gestaag. Dan zou de natte droom van Nigel Farage van een Greater Britain wel eens in een Little England kunnen eindigen, waarvan de vloot niet meer de oceanen, maar nog enkel het Lake District beheerst.

Het gemak waarmee in Tory-kring al over oorlog wordt gesproken, zodra men zijn zin niet krijgt, is verontrustend. Met die luchthartigheid verschillen de Britten duidelijk van de landen op het continent. Tegenover het Nie wieder Krieg van het in 1945 kapotgebombardeerde Duitsland en het in 1918 in een maanlandschap veranderde Noord-Frankrijk staat het Britse sentiment van de tv-serie Dad’s Army, die in de jaren zeventig ook als ‘Daar komen de schutters’ door de VARA werd uitgezonden: die Tweede Wereldoorlog, toen wij Britten een jaar lang moederziel alleen dapper tegen Hitler knokten, was toch eigenlijk best wel knus.

Bij de handdruk in 1984 van Kohl en Mitterand in Verdun ontbraken niet toevallig de Britten. In Huis Doorn, sinds enkele jaren het centrum voor de Eerste Wereldoorlog in Nederland, vond in 2013, aan de vooravond van de honderdjarige herdenking, een symposium plaats. Een van de sprekers was een Duits historicus die werkzaam was in Londen. Daar, zo vertelde hij, zie je boeken met titels als ‘Hunting Rommel’ – alsof het om een sportwedstrijd ging. Maar voor de Britten is het simpel: we stonden in 1914 en 1939 aan de goede kant, en hebben beide keren gewonnen. So, what’s the problem? Vraag dat de Duitsers en de Fransen.

administrator_ebnDE BRITTEN DOEN STUITEND LUCHTHARTIG OVER OORLOG
read more

Revitalisering van Europa start in de Regio

EBN Leden Interview: Gesprek met EBN-erelid Hans van Borselen
Terwijl Europa van alle kanten onder druk staat, borrelen tegelijkertijd overal nieuwe initiatieven op. En gaat een aantal Europeanen van het eerste uur intussen gestaag door.  Hans van Borselen is een van de mensen die sinds jaar en dag de slogan hanteert dat de regio de sleutel tot Europa is. Van Borselen, 37 jaar lid van de EBN en sinds de zomer van 2016 erelid van de Vereniging stond aan de wieg van het Europa Netwerk Noord-Nederland, dat drie tot vier keer per jaar bijeen komt om met enthousiaste Europeanen uit Groningen, Friesland en Drenthe thema’s te bespreken die mensen direct raken. Daarnaast spreekt Hans als ervaringsdeskundige veel met jongeren over Europese zaken. 

Wat motiveerde je destijds om lid te worden van de EBN ?
Dat heeft te maken met de belangstelling voor Duitsland. Mijn eerste vrouw was half-Duits. In 1977 schreef Jerome Heldring een column geschreven in de NRC over hoe weinig er geschreven werd over Duitsland en dat het beginnen met Duitslandstudies zeer gewenst zou zijn. Ik heb hem de volgende dag opgebeld met de vraag of hij en ik aan de slag konden gaan met de voorbereidingen voor het stichten van een Duitsland –Instituut. Heldring organiseerde samen met mij een werkgroep met zwaargewichten uit politiek, wetenschap en journalistiek. Er zijn daarna in 1979 twee goede conferenties georganiseerd met personen uit boven genoemde sectoren. Thema’s waren de Duitse eenheid, de Duitse veiligheid, de situatie in de Bondsrepubliek en de Nederlandse-Duitse betrekkingen. In de discussie kwam geregeld de relatie tussen Duitsland en Europa aan de orde. Die inleidingen zijn gebundeld in het boekje In de schaduw van Duitsland.

Vlak daarna heeft de EBN een lezing georganiseerd over Duitsland in het kader van de EU. De inleiding werd gehouden door Wim van Eekelen, toen staatssecretaris Europa. Een werkgroep uit de EBN wilde een rapport schrijven over de situatie in de BRD en de gevolgen daarvan voor Nederland. Het initiatief voor dit rapport werd genomen door Yvonne van Rooy, toen voorzitter van de EBN afdeling den Haag. De werkgroep bestond uit Jan Bron Dik, Bert Doorn en ondergetekende. De drie thema’s waren politiek, economie en defensie. De titel van dit rapport was “Is Duitsland ( ons) de baas” ? Wanneer je Duitsland noemt heb je het gauw over Europa ?

Wat zijn de veranderingen in de Europese zaak die jou het meest beziggehouden hebben de afgelopen jaren?
Dat burgers weinig of geen belangstelling hebben voor de EU. Dat de EU moeilijk in elkaar steekt, maar dat met concrete en praktische zaken een en ander verduidelijkt kan worden en dat de EU veel bereikt heeft voor de Europese burgers, met name vanwege de positieve effecten van de Interne markt. Tenslotte zijn te veel Europeanen ervan overtuigd dat de EU  de  baas is van de EU-landen. Velen weten niet dat de Europese Commissie alleen voorstellen doet op basis van initiatieven van Europese landen, dat de nationale regeringen daarmee instemmen en dat daarna het Europese Parlement zijn goedkeuring moet verlenen.

Wat is jouw analyse van de huidige situatie waarin Europa zich bevindt ?
Algemeen wordt geconcludeerd dat er te veel en overbodige regelgeving bestaat evenals een zware bureaucratie. Een aantal EU-leden wil zo min mogelijk bemoeizicht vanuit “Brussel” of wil zelfs uittreden, zoals dat zich ontwikkelt in het VK, en mogelijk ook in andere landen. Als gaat blijken dat uittreden grote negatieve economische gevolgen heeft dan zullen andere landen zich nog eens achter de oren krabben. Volgens mij gaat de Brexit op de duur naar een Bretin, en beseffen de lidstaten dat er weer meer eenheid komt om Europa  sterk te houden, onder het voorbehoud dat kritisch wordt gekeken welke hervormingen binnen de EU broodnodig zijn.

Wat zijn je belangrijkste ervaringen met het Europese Netwerk van Noord-Nederland?
Er zijn veel niet-commerciële en commerciële organisaties en instellingen die meer en meer geïnteresseerd zijn in de EU. Maar  tot  begin van deze eeuw was er nog geen platform in het noorden des lands waar deze organisaties elkaar regelmatig konden ontmoeten om samen de relaties met “Brussel” te bespreken en op verschillende punten gezamenlijk op te treden. We hebben dat platform opgebouwd. En vanwege alle contacten zijn er ook bilaterale samenwerkingsverbanden  tussen deelnemers ontstaan, voornamelijk gericht op “Brussel”. Het Netwerk trekt veel deelnemers, zeker als bekende Europa-deskundigen het woord voeren. We richten ons op actuele ontwikkelingen vanuit deze regio die een Europees karakter hebben. Sinds het begin van dit platform is er bovendien altijd een groep studenten MBO/HBO uit Friesland betrokken geweest, die veel gelezen hebben over Europa en binnen hun opleiding al een basiskennis over de EU verworven hebben.

Waarom is voor  jou de regionale benadering het antwoord op de Europese malaise?
Het gaat om de schaal van betrokkenheid. Het is niet voor niets dat een groot deel van de middelen van de EU bestaat uit gelden die bestemd zijn voor regio’s. De drie noordelijke provincies vormen samen zo’n regio die een goed aanzien heeft bij Europese Commissie in Brussel. De schaal van het Platform zelf is ook zo: het is niet te ver of te dichtbij en deelnemers zijn bereid om een bepaalde reis te maken naar Groningen, Leeuwarden of Emmen. We vergaderen per toerbeurt in deze drie gemeenten. Het ligt in de bedoeling om bijeenkomsten van het Platform samen te organiseren met aanverwante en relevante organisaties in desbetreffende gemeenten. Deze aanpak levert meer deelnemers en meer inkomsten op.

Voor cv van EBN erelid Hans van Borselen, zie pdf

administrator_ebnRevitalisering van Europa start in de Regio
read more