administrator_ebn

Brexit: to stay or to go, is that the question?

Huis van Europa, Korte Vijverberg 5/6, Den Haag, Friday April 15, 15-17h

On Friday April 15 – the day of the official launch of the campaign in the UK – the European Movement in the Netherlands (EBN) and the Netherlands Society for International Affairs (NGIZ) organized a high-level paneldiscussion on the UK EU Referendum. In the wake of the recent migration crisis, the economic and financial turbulance and the violence increasing in and around Europe, the pressures on European cohesion are rapidly mounting. In a hyperconnected world, many people feel uncertainty about Europe’s future. The UK EU referendum – scheduled for June 23 this year – echoes all these concerns and more. Three international expert observers enlightened the audience on the facts and fiction in the current UK referendum debates, and the price we would all pay if the UK were to leave the EU. Prof. Iain Begg (London School of Economics) entered into the multifarious reasons for the British scepticism with Europe and elaborated the potential scenarios and financial and economic consequences of any Brexit. Mr.John McLellan (Director Scottish Newspaper Society, former editor of The Scotsman and member of the Infacts.org presscircle) compared the current media coverage of the UK referendum with some of his experience in the recent Scottish referendum, and touched on a number of tactical parallels visible in these campaigns. Mrs. Isabella Schwarz (European Cultural Foundation) analyzed the wider cultural implications of the UK leaving the EU and broadened her presentation to the role of culture, generally in understanding and advancing European integration.

For the presentations, see below:

EBN – slides Brexit debate 15 April, 2016 – John McLellan

EBN – slides Brexit debate April 15, 2016 – Iain Begg

administrator_ebnBrexit: to stay or to go, is that the question?
read more

Column EBN Bestuur – Vluchten kan niet meer & de Staat van onze Democratie

Het Nederlandse referendum over het EU associatieverdrag met de Oekraïne is achter de rug. 64% van 32% (= 21%) van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking heeft hardop nee gezegd, 11% hardop ja, en de rest is thuisgebleven.

De laatste weken is in de media veel gesproken over alle ter zake en minder ter zake doende motieven die onder het stemgedrag liggen, over referenda als breekijzer van democratische vernieuwing en over strategisch thuisblijven.

De morning-after is echter onbestemd en gaat vooral over wie welke gevolgen van de uitslag moet dragen. Het ironische van een referendum is dat mensen via ‘directe democratie’ eisen te spreken – hetgeen natuurlijk ieders goed recht is – om vervolgens weer terug te vallen in ‘representatieve democratie’ en anderen de kastanjes uit het vuur laten halen van de beslissing die uit het nationale stemgedrag is voortgerold.

Dus moet de regering het verdrag, dat reeds door alle andere 27 EU-lidstaten is aangenomen, ‘serieus heroverwegen’ en daarover in Brussel in gesprek. Over hoe de inhoud van die onderhandeling moet luiden, tast menigeen in het duister. Want het stemgedrag is diffuus: het nee van de SP is een ander nee dan dat van PVV, VVD of PvdA aanhangers of van Jort Kelder. Het ging duidelijk minder over de Oekraine dan over de EU als zodanig in de maar voortdurende crisis rond het Europese project. Het Burgercomité EU gaf zelfs expliciet aan dat het hun om andere issues dan een handelsverdrag met de Oekraine ging. De nee-stemmers willen ‘minder EU’, ‘geen EU’, ‘een ander EU’. Met welke opdracht de regering nu naar Brussel wordt gestuurd is volslagen onhelder en moet weer ‘in het parlement worden besproken’.

Mensen die heel dicht bij de associatieverdrag onderhandelingen staan, of de Oekraine goed kennen, staan er verslagen bij te kijken. Zij kennen de verdragsdetails en vragen zich af wat die in godsnaam te maken hebben met veel van de tegenwind die opnieuw is opgestoken.

Langzaam doemt dus een ander beeld op: het beeld van het fundamentelere onbehagen, het grote ongenoegen, de grote onzekerheid, dat zich al diverse malen eerder in het recente verleden in een ‘Nee’ heeft geuit en maar niet overgaat. Er is dus nood aan een alternatief scenario: er is een heel andere conversatie nodig die veel dieper steekt. Over de staat van onze wereld, de versnelling ervan waarvan Zygmunt Bauman, die onlangs sprak op de G10 in Amsterdam, zijn levenswerk heeft gemaakt. Over het wegvallen van houvast, het geen tijd hebben om nieuw houvast te scheppen. Over de oude ‘bestaansstrijd van allen tegen allen’ van Hobbes, die levensgroot opnieuw op de loer ligt. Over de wereld die zo schel en verschrikkelijk ongelijk is, dat mensen er zich eigenlijk voor willen blinderen.  Maar vluchten kan niet meer. De tijd is gekomen die fundamentelere ordeningen keihard onder ogen te zien. Nee zeggen bij een referendum is daarom echt niet voldoende.

Godelieve van Heteren

administrator_ebnColumn EBN Bestuur – Vluchten kan niet meer & de Staat van onze Democratie
read more

Fundamenteel gesprek nodig over democratische instrumenten na Nederlands ‘Nee’ in Oekraïne referendum

“Het geeft toch een beetje een katterig gevoel,” zegt mr Pieter Jan Wolthers, oud-ambassadeur voor Nederland in Kyiv, naar aanleiding van de uitkomst van het referendum over het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne: “Een lage opkomst, maar wel voldoende om het raadgevend referendum als zodanig geldig te doen zijn, en met twee-derde afwijzing van de goedkeuring van het Associatieverdrag.”

We interviewden Pieter Jan Wolthers eerder over zijn visies op dit verdrag (https://europesebeweging.nl/interview-over-associatie-overeenkomst-met-oekraine-met-oud-ambassadeur-mr-p-j-wolthers/).

Als mede-oprichter van de Stichting Stem voor Nederland was Wolthers de laatste maanden intensief betrokken bij de campagne van de voorstanders, zeker niet kritiekloos t.a.v. Oekraïne, maar wel met oog voor het belang van dit verdrag voor de toekomst, zowel van Oekraïne alsook van de EU en Nederland.

“Het is een vreemd proces geweest. Zeker na de zelfontmaskering van het Burgercomité EU, dat duidelijk heeft aangegeven dat het hun met hun ‘nee’-campagne helemaal niet om Oekraïne te doen was maar om verzet tegen de EU, dachten veel mensen uit het ja-kamp: ‘Daar ga ik dus niet meer aan meedoen!’. Die mensen zijn thuisgebleven, met alle gevolgen van dien.”

Wolthers is van huis uit jurist en heeft in zijn lange diplomatieke carrière te maken gekregen met verschillende gangbare instrumenten van de democratie. “Als een referendum bedoeld is om de burger dichter bij de politiek te brengen, dan moet worden geconstateerd dat dit hier toch faliekant is mislukt. Tweeëndertig procent opkomst, dat is slechter dan in de meest belabberde lokale verkiezingen. Ook als het ja-kamp zou hebben gewonnen, dan kan deze lage opkomst bepaald niet worden gevierd als een ‘feest van de democratie’.”

Wolthers is niet ten principale tegen referenda, maar denkt wel na over de mogelijke toegevoegde waarde ervan, zeker waar het thema van het referendum complexere zaken betreft: “Hier zit de crux van de zaak. Hoeveel vertrouwen hebben mensen nog in de reguliere democratische instrumenten? De klassieke democratische route is die van de parlementaire behandeling. Dat geldt voor wetten en verdragen. In die behandeling kunnen bredere argumenten naar voren worden gebracht en kunnen mensen, als individu of verenigd in belangenorganisaties, op allerlei manieren van zich laten horen. Ook over dit Associatieverdrag, waarvan de goedkeuring door het Kabinet aan het Nederlandse parlement is voorgesteld, is in dat parlement uitvoerig gesproken, eerst in de Tweede Kamer, daarna in de Eerste Kamer; en het voorstel werd telkens, op goede gronden, met ruime meerderheid aangenomen. Maar in het referendum van 6 april is door een meerderheid van uitgebrachte stemmen de goedkeuring aan dit verdrag alsnog onthouden, en, naar het voorkomt, helaas niet altijd op inhoudelijke, Oekraïne-gerelateerde gronden, maar eerder uit een emotioneel gevoelde weerzin tegen ‘Europa’ in het algemeen, waarop door de tegenstanders van het verdrag met succes kon worden ingespeeld.”

Wolthers vindt die ontwikkeling zeer verontrustend. “In de eerste plaats omdat de Europese Unie het volstrekt niet verdient zo te worden afgeserveerd – wij danken aan de naoorlogse Europese integratie immers een periode van vrede, stabiliteit en welvaart die in de wereld zonder precedent is . Maar tevens is het van groot belang te onderkennen dat de klassieke politieke besluitvormingsorganen blijkbaar niet meer worden vertrouwd. Mensen willen kennelijk, nadat alle constitutioneel vereiste stappen voor goedkeuring van een wet of verdrag zijn doorlopen en een besluit langs democratische weg tot stand is gekomen, alsnog een spaak in het wiel kunnen steken. Wat dit betekent voor politieke besluitvorming in het algemeen, is nog helemaal niet doordacht. Wat dit doet voor het vertrouwen dat landen onderling hebben in elkaar, vooral bij multilaterale afspraken, ook niet.”

Tot slot: Hoe reageren mensen in de Oekraïne?

Wolthers:“De uitslag is in Oekraïne met gemengde gevoelens ontvangen. Ik hoor sommige jongeren die zich door de uitslag van het Nederlandse referendum gelukkig niet laten ontmoedigen, zeggen: ‘We moeten het gewoon zelf doen’. Anderen voelen zich echter door Nederland in de steek gelaten: ‘Men moet ons niet’, is daar het gevoel, en dat speelt Poetin toch wel in de hand.”

administrator_ebnFundamenteel gesprek nodig over democratische instrumenten na Nederlands ‘Nee’ in Oekraïne referendum
read more

Europa panels in G10 festival groot succes

Op 1 en 2 april 2016 vond in Amsterdam in de Westerkerk en de Beurs van Berlage het eerste G10 Festival van Economie en Filosofie plaats. In een serie lezingen en fora gaven economen en filosofen van internationale allure hun visie op de ontwikkelingen van de samenleving in de komende tien jaar. Internationaal vermaarde kritische denkers als Zygmunt Bauman, Paul Mason en Slavoj Zizek namen aan het festival deel.

Twee op Europese ontwikkelingen gerichte fora waaraan de EBN bijdragen heeft verleend, trokken forse belangstelling.
Op vrijdag 1 april gingen Oxford professor Jan Zielonka (auteur van Is the EU doomed), Mathieu Segers en Jan Pronk o.l.v. Godelieve van Heteren met elkaar in discussie in een forum getiteld: Is Europe Doomed? De druk op Europa neemt zienderogen toe. Financiële crises, migratiestromen naar Europa, landen die een exit overwegen. Veel mensen vragen zich af wat ‘Europa’ nog precies betekent. EU en Europa zijn niet meer identiek: Europa staat voor culturele democratische waarden en de EU kleeft het stigma aan een organisatie te zijn conform een kartel, in ieder geval veel minder democratisch dan gewenst. Echter, is dit de hele waarheid?
De drie sprekers, kritische kenners van Europese ontwikkelingen spraken vanuit nogal verschillende perspectieven: politiek-filosofisch, historisch, politiek-globalistisch. Jan Zielonka – van wiens boek ‘Is the EU doomed’ uit 2014 de titel was afgeleid – stelde dat de EU slechts in bescheiden vorm zal overleven, maar dat Europa een sterke toekomst tegemoet kan zien vanwege allerlei andere vormen van afhankelijkheid tussen Europese mensen: in stedelijke netwerken, regio’s, civiele samenwerkingsverbanden, die kunnen leiden tot nieuwe impulsen. Mathieu Segers keek in een mooi essay kritisch en met langere adem naar het proces van Europese integratie en onderlijnde ook de rol van de transatlantische relatie, Jan Pronk leverde commentaar op hoe Europa en de EU vanuit mondiaal perspectief en bevroeg allerlei courante lokale democratiseringsinitiatieven vanuit de vraag of die afdoende zullen blijken om de nieuwe geglobaliseerde machten nog in te bedden.

Een groot forum op zaterdag 2 april met BBC/Channel4 journalist Paul Mason, en Willem Schinkel, Marli Huijer, Slavoj Zizek, Zygmunt Bauman en Brigitta Jonsdottir ging in op de vraag of en hoe Europa de grote uitdagingen van dit moment (o.a. financiele crises, migratie) kan benaderen. Het forum stond nadrukkelijk ook stil bij de verschillende manieren waarop crises worden ‘geframed’.

Uitgebreide verslagen binnenkort op de website van het G10 festival (http://www.g10vandeeconomie.nl). Hier vast enkele foto’s.

G10 Bauman en Imme_ 2 april 2016 G10 G10 Forum Europe Resilience Beurs van Berlage 2 april 2016 G10 Is EU doomed April 1- 2016 G10 Zizek IMG_9333

administrator_ebnEuropa panels in G10 festival groot succes
read more

Levendig debat over aanstaand Oekraïne Referendum in Groningen

Op 31 maart vond in ‘Het Kasteel’ in Groningen een door het EU-netwerk Noord-Nederland georganiseerd debat plaats in de aanloop naar het referendum in Nederland op 6 april 2016 over de goedkeuringswet voor het Associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne.
Koos van Houdt zond ons het bijgaand verslag.

Noem het Associatieverdrag met Oekraïne niet ‘neo-liberaal’
GRONINGEN – U bent tegen dat Verdrag, omdat het ‘neo-liberaal’ zou zijn. Die term ken ik ook goed uit de monden van mijn gewaardeerde SP-collega’s in de Eerste Kamer. Een mooie term, die niets zegt. Het staat niet in het verdrag, het is uw uitleg ervan, die je ook kunt omschrijven als een diskwalificatie van het Associatieverdrag.
Aan het woord is Hans Engels, lid van de fractie van D66 in de Eerste Kamer en hoogleraar staatsrecht aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Hij verdedigde donderdagmiddag tijdens een debat van EU-netwerk Noord-Nederland in ‘Het Kasteel’ in Groningen een voor-stem tijdens het komende referendum in ons land op 6 april. Hij kruist op haast serene wijze de degens met Harry van Bommel, al heel lang lid van de Tweede Kamer voor de SP en erkend campagnekanon van deze partij. Overeenkomstig een slogan van lange tijden her verdedigt hij ‘Stem tegen’.

Het is 31 maart en in het zaaltje zitten minder mensen dan waarop vooraf gehoopt of op gerekend was. Een voorbode voor de te verwachten opkomst bij dat referendum? De betrokkenheid van de aanwezigen bij het thema is desondanks groot en het bevordert de kwaliteit van het debat. Iedere aanwezige heeft en neemt de kans een bijdrage te leveren.
In de boze buitenwereld leest intussen iedereen inmiddels de ‘bekentenis’ van de initiatiefnemers, verenigd in het Burgercomité EU in NRC Handelsblad: “Ons werkelijke doel is de relatie tussen Nederland en de Europese Unie onder spanning te zetten. Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen.”

Harry van Bommel zeilt er vakkundig omheen. Dat Burgercomité EU, zegt hij, zou er nooit zelf in zijn geslaagd een referendum op poten te zetten. Daarvoor hadden ze de jongens van GeenPeil nodig. Die weten weer veel beter hoe je zo’n campagne voert. Samen is het hen gelukt de noodzakelijke handtekeningen te verzamelen. Daarom spreken we nu met elkaar over Oekraïne en het Associatieakkoord.

Want daar gaat het referendum toch over en dat nemen we serieus, zegt Van Bommel. Hij herhaalt nog eens hartstochtelijk Europeaan te zijn, de Europese Unie te zien als redelijk succesvol in het streven de vrede op dit continent zwaar te verankeren, maar het project bedreigd te zien door mensen “die veel verder willen gaan”.

De economie van Oekraïne met veel slecht geleide en weinig rendabele staatsbedrijven zal zwaar te leiden krijgen door de economische ontwikkelingen die worden bevorderd door het Associatieverdrag. Door privatiseringen van de beste delen van deze staatsbedrijven zullen in de komende tien jaar velen in dit land hun baan verliezen zonder uitzicht op wat anders, analyseert Van Bommel.

Maar juist het deel dat gaat over economie en handel in het Associatieverdrag zal een eventueel ‘nee’ van de Nederlandse kiezer moeiteloos overleven. Dat deel gaat over handel en daar gaan niet de lidstaten, maar de Europese Unie als zodanig over. Die stelling maakt onderdeel uit van de analyse van hoogleraar Engels. In die functie (“dat is het objectieve deel van mijn verhaal”) heeft hij nagedacht over de staatsrechtelijke gevolgen van zo’n eventueel ‘nee’.

Inderdaad nog niet eerder betreden terrein, erkent hij. Waarschijnlijk zal bij een Nederlands ‘nee’ het verdrag in twee stukken worden geknipt. Het handelsdeel blijft overeind, twee andere delen zullen in een nieuw verdrag worden gegoten, waar Nederland dan niet aan mee hoeft te doen. Althans, dat is zo’n typisch ‘Brusselse’ oplossing die in het verleden al wat vaker is gezien na referenda in andere lidstaten. Nederland draagt dan niet bij aan bevordering van de opbouw van de rechtstaat en versterking van de positie van de mensenrechten in dat land, zegt Engels. En Nederland staat dan buitenspel bij politieke afspraken over het buitenlands beleid en de bevordering van de vrede in dat kwetsbare deel van Europa.
Hij wil “als senator van D66” nu niet zeggen wat de politieke stellingname van Nederland moet zijn na zo’n onverhoopt ‘nee’. “Dat is in de eerste plaats een zaak voor onze politieke leider, dan voor onze fractie in de Tweede Kamer en daarna pas voor ons als senatoren. Maar we hebben er al wel zorgvuldig met elkaar over nagedacht”, zegt hij. Nu gaat het erom of we woensdag voor of tegen stemmen. Dan vindt D66 dat het ondanks alle onzekerheden een “ondersteuning in de goede richting” is om ‘ja’ te stemmen. Het is een stimulans voor de jongere generaties die nu voorop gaan in de strijd tegen de corruptie in dat land. Afwijzing levert voor hen geen betere positie op, zegt Engels.

Van Bommel zegt in dat verband dat we op dit moment zeker te maken hebben met een legitieme regering in Oekraïne, hoewel die er af en toe een rommeltje van maken. Maar moeten wij die regering klakkeloos volgen of mogen we er zelf ook nog wat van vinden? Die vraag moet ook bevestigend worden beantwoord, want “we zijn als Nederland lid van de Europese Unie en dus partij bij dat verdrag. Dan mogen we ook kritiek oefenen op wat we niet goed vinden aan het huidige beleid in Kiev”, meent hij.

Eén van de aanwezigen in de zaal bouwt aan de hand van allerlei concrete feiten waarover hij zegt te beschikken, de stelling op dat het helemaal niet meer gaat om een democratische regering. Oekraïne is vervallen tot een politiestaat, waar knokploegen soms vrij spel hebben om mensen te doden die een niet gewaardeerde mening hebben. Met een dergelijk regime kun je geen zaken doen en daarom zou je op morele gronden tegen moeten stemmen.

Engels erkent: “Op ons als politici mag altijd ook zo’n moreel beroep gedaan worden. Maar dit verdrag is in zijn ogen geen belemmering, maar juist een stimulans om dit soort praktijken te bestrijden. Hij is er overigens wel op tegen om het argument te gebruiken dat de Russische president Poetin in zijn vuistje zal lachen bij een tegenstem. “Ik ben niet van die school”, zegt hij. Op dat punt vinden Van Bommel en Engels elkaar. Van Bommel: “ik verdedig het ‘nee’ niet omdat dit Poetin beter uit zou komen”.

administrator_ebnLevendig debat over aanstaand Oekraïne Referendum in Groningen
read more

EMI and EBN on Brussels attacks

Het EBN bestuur ondersteunt de verklaring heden van de EMI over de gruwelijke aanslagen in Brussel.

Dear colleagues and friends,

As we are all trying to make sense of the tragic loss of life perpetrated by these senseless attacks, we would like to thank you for all your messages and to let you know that everyone at the EM International office are well and safe.

We hope that all our members, colleagues, partners and friends in Brussels are away from harm. Our thoughts go to the victims of today’s attacks and their families. Their suffering is ours too. We can only wish for no more news of casualties….

The dark forces of extremism, hate and violence and those xenophobic, populist, isolationist scaremongers who try to capitalise on today’s awful events can only be defeated if we do not allow our values and principles, our sense of solidarity and our commitment to our cause to waver.

Petros Fassoulas SG EMI and the team

administrator_ebnEMI and EBN on Brussels attacks
read more

Thomas von der Dunk – Schengen essentieel voor binnenlandse vrede

Eén van de grootste angsten van Brussel sinds het uitbreken van de vluchtelingencrisis is dat daardoor ‘Schengen’ zal bezwijken. De in Hongarije begonnen egocentrische aanpak waarbij men door het bouwen van hoge hekken het probleem naar de buren doorschuift, heeft intussen een kettingreactie van grenssluitingen tot gevolg gehad.

Die heten weliswaar conform de EU-norm tijdelijk te zijn, maar dreigen wel een permanenter karakter te krijgen dan velen nu nog durven aan te nemen. Zeker als het accoord met Turkije minder goed dan verhoopt blijkt te werken en de daaraan gerelateerde onderlinge afspraken tussen de Europese lidstaten aangaande verdelingsquota in de praktijk evenmin nagekomen worden als bij alle vorige accoorden het geval is geweest.

In Den Haag wordt sterk het belang van het overeindhouden van ‘Schengen’ benadrukt, maar wat daarbij opvalt is de zeer eenzijdige economische argumentatie, die ook op andere Europese beleidsterreinen voor de Nederlandse invalshoek kenmerkend is. Denk aan het associatie-accoord met Oekraïne, waarbij het aanstaande referendum voor het ja-kamp opnieuw – net als dat van 2005 – op een debakel dreigt uit te lopen.

Voorzover het Nederlandse kabinet überhaupt van zich laat horen, gaat het vrijwel uitsluitend over de handelsvoordelen die daaruit voor Nederland voortvloeien. Over de geostrategische consequenties van een ‘nee’ in relatie met een assertief-agressief opererend Rusland, of uit eigen Europese waarden voortvloeiende morele verplichtingen om Oekraïne bij de – vanwege de epidemische corruptie zeker zeer moeizame – opbouw van democratie en rechtstaat te helpen geen woord. Opnieuw blijkt hier in de praktijk de zogeheten Uri Rosenthal-doctrine in Den Haag dominant: we zijn vooral lid van de EU om makkelijker onze aardappelen en watertomaten te kunnen verkopen.

Die Uri Rosenthal-doctrine domineert ook de Nederlandse bijdrage aan de strijd voor het behoud van ‘Schengen’. Het gaat steeds om de praktische economische voordelen daarvan: het profijt van open grenzen voor de handel- en transportsector, het gemak voor Nederlandse transnationale forenzen die, al dan niet uit fiscale motivatie, een aardig optrekje in Bad Bentheim of Brasschaat hebben aangeschaft, maar hun arbeidsplichten aan deze zijde van de vaderlandse slotgracht bij Zundert en Zevenaar blijven vervullen.

Dat is, om de fameuze leus van het Nederlandse kabinet bij het vorige referendumdebakel te citeren, allemaal vast ‘best belangrijk’, maar tegelijk relatief oninteressant. Het belangrijkste blijft namelijk buiten beschouwing: de bijdrage van open grenzen aan de interne vrede van een aantal lidstaten, en daarmee aan de interne stabiliteit van Europa als totaal.

Dat dit in Nederland buiten beschouwing blijft, is geen toeval. Het is vanouds onze blinde vlek. Nederland is namelijk zelf heel gelukkig met z’n eigen grenzen. Het kent geen separatisme en geen irredentisme van betekenis. Een serieuze Friese afscheidingsbeweging bestaat niet en de Groot-Dietse beweging, die Vlaanderen bij Nederland wil voegen is zo goed als dood.

Nederland, kortom, kent geen minderheden die hun Heimat het liefst naar een andere staat zouden overhevelen, of er – al dan niet van Moresnet-formaat – een geheel eigen staatje van zouden willen maken. Dat is elders in Europa wel anders, en in veel gevallen heeft de onvrede van regionale minderheden met de natiestaat waartoe zij als gevolg van allerlei oorlogen zijn komen te behoren, in de afgelopen eeuwen vervolgens tot nieuwe oorlogen en geweldsuitbarstingen geleid.

In Nederland ziet men de Europese opgave in politieke zin vooral als een duale verhouding tussen de unie en de lidstaten, maar de kern is het vinden van de juiste balans in de driehoeksverhouding tussen Europa als geheel, de natiestaten en de regio’s met hun nationale minderheden daarbinnen: de Catalanen zijn mede zo pro-Europees omdat zij zo ook onder Madrid hopen uit te kunnen komen.

De externe doorlaatbaarheid van de staatsgrenzen (dankzij Schengen) is daarvoor vaak even essentieel als de interne decentralisatie van de natiestaten (iets waarmee Nederland, sinds 1795 een uitgesproken eenheidsstaat, ook al niet meer vertrouwd is). Dat zet namelijk de officiële hoofdstad, waarmee men weinig verwantschap voelt, op afstand, en haalt de buren aan gene zijde van de staatsgrens, met wie men zich juist wèl zeer verwant voelt, dichterbij.

Niet toevallig kwam een paar weken geleden in Nieuwsuur de burgemeester van Brenner aan bod: een Duitstalige gemeente in Italië, direct aan gene zijde van de Brennerpas, die sinds 1919 de Oostenrijks-Italiaanse grens vormt. Zuid-Tirol moest toen, tegen de wil van de bevolking, door Wenen aan Rome worden afgestaan.

De onvrede met de straffe assimilatiepolitiek, die vervolgens door Mussolini, maar ook nog na 1945 door Rome werd bedreven, heeft begin jaren zestig zelfs tot ettelijke terroristische aanslagen geleid. Pas de interne decentralisatie van Italië in combinatie met het uit ‘Schengen’ en het Oostenrijkse EU-lidmaatschap voortvloeiende wegvallen van de grenscontroles heeft de gemoederen doen bedaren. In 1992 kon het conflict officieel worden bijgelegd.

Als Rome als gevolg van vergaande autonomie bestuurlijk ver weg is, en niets een gang naar Innsbruck voor studie, inkopen of Schützenfest meer in de weg staat, valt voor veruit de meeste Zuid-Tirolers wel met het eigen Italiaanse staatsburgerschap te leven. Gaan de grenzen echter weer dicht, dan kan dat weer anders worden – en daarmee staat met Schengen meer dan de winstgevendheid van de eigen aardappelhandel waaraan Den Haag zo geweldig hecht op het spel.

 

administrator_ebnThomas von der Dunk – Schengen essentieel voor binnenlandse vrede
read more

Interview over Associatie Overeenkomst met Oekraïne, met oud-Ambassadeur mr. P.J. Wolthers

Op 6 april vindt in Nederland een raadgevend referendum plaats over de Wet tot goedkeuring van de Associatie-overeenkomst, die in 2014 tussen de Europese Unie en haar Lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds is gesloten. Dit associatieverdrag beoogt verregaande politieke en economische samenwerking tussen de EU en Oekraïne. Het verdrag is op 1 januari 2016 al gedeeltelijk in werking getreden. In september 2015 mobiliseerde echter het actiecomité GeenPeil voldoende Nederlanders om handtekeningen te zetten voor het houden van een raadgevend referendum over dit verdrag. Sedertdien wordt een fel debat gevoerd. Voorstanders van het verdrag wijzen op de economische voordelen ervan en op de bijdrage die de associatieovereenkomst kan leveren aan de opbouw van de rechtsstaat en politieke stabilisatie in Oekraïne. Tegenstanders benadrukken  daarentegen op dat Oekraïne een instabiel land is en dat dit verdrag de relatie tussen de EU en Rusland verder onder druk zet.

We spraken over de situatie in de regio en het referendum met oud-Ambassadeur mr. Pieter Jan Wolthers, die van 2009 tot zijn pensionering in mei 2013 in Kyiv werkzaam was. Hij pleit nadrukkelijk voor een ‘ja’-stem bij het aanstaande referendum.

Vraag: Hoe beoordeelt u het belang van het associatieverdrag met de Oekraïne voor de toekomst van het land? Wat zijn volgens u de kernpunten van de overeenkomst?
Wolthers: Omdat er hardnekkige misverstanden bestaan, wil ik voorop stellen dat de Associatieovereenkomst tussen de EU en haar Lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds een samenwerkingsverdrag is; dit verdrag gaat dus uitdrukkelijk niet over Oekraïense toetreding tot de EU. De in het verdrag beoogde samenwerking is buitengewoon belangrijk voor de ontwikkeling van Oekraïne, en het is tevens van groot belang voor onszelf.

De kerndoelstelling van de Associatieovereenkomst met Oekraïne is in feite tweeledig: economische integratie en politieke coördinatie. Dit is geen nieuw concept, want de EU heeft al met zo’n 20 landen, op verschillende continenten, associatieverdragen afgesloten. Het samenwerkingsverdrag met Oekraïne neemt in deze reeks echter wel een aparte plaats in, vanwege de omvang en de diepgang van zijn bepalingen. Niet eerder namelijk bestreek een handelsverdrag zoveel sectoren van de economie in een zo hoge mate van detail. Het doel is het creëren van een gelijk speelveld om wederzijdse markttoegang te vergemakkelijken. Het gaat niet alleen om afschaffing van douaneheffingen en andere handelsbarrières, maar – en dat is op termijn veel belangrijker – ook om de geleidelijke aanpassing van Oekraïense producten en productieprocessen aan de standaarden zoals wij die in Europa kennen binnen de Interne Markt. Dit zal geschieden doordat Oekraïne geleidelijk zijn wetgeving aanpast aan de onze. Te denken valt dan bijv. aan voorschriften op het terrein van de veilige omgang met gevaarlijke stoffen, voedselveiligheid, bescherming van consumenten en welzijn van dieren. Bijzonder is dus de gedetailleerdheid van dit samenwerkingsverdrag, maar ook het feit dat het hier gaat om op regels gestoelde, bindende normen, waarvan de naleving zal worden geverifieerd. Certificering en controles maken dus ook deel uit van de verdragsbepalingen.

Ervaringen uit eerdere associatieverdragen met andere landen leren dat van afsluiting van een dergelijk verdrag een krachtige stimulans op de economie uitgaat. Cijfers verzameld door Brussel geven aan dat op middellange termijn een BNP-groei van 6% voor het betrokken land valt te verwachten, op langere termijn doorgaans zelfs zo’n 12-13%. Ook van de Associatieovereenkomst met Oekraïne mag daarom worden verwacht dat deze ten goede zal komen aan de verdere ontwikkeling van de economie van het land, die ernstig heeft geleden onder plundering door oligarchen en onder de Russische agressie, maar die nu, met ondersteuning van o.m. het IMF, langzaam weer opkrabbelt uit het dal.

Naast de bepalingen die betrekking hebben op economische integratie en handel-gerelateerde bepalingen, die veruit het grootste deel van dit verdrag vormen (ca. 440 van de 486 artikelen), voorziet de tekst in bepalingen over versterkte politieke dialoog over thema´s die voor partijen belangrijk zijn. Hiermee wordt o.m. gedoeld op processen waarmee de EU de democratie en de rechtsstaat in Oekraïne verder wil versterken en haar normen en waarden op dit terrein wil overbrengen. Honderdduizenden Oekraïners hebben op Majdan laten zien, wat later in het Oekraïense Parlement en in de vorig jaar gehouden (en ordelijk verlopen) verkiezingen is bevestigd, dat Oekraïne definitief een streep wil zetten onder een verleden dat werd gekenmerkt door een politiek bewind in Sowjet-stijl – zonder transparantie, maar mét nepotisme en corruptie. In plaats daarvan wenst een groeiende meerderheid van het Oekraïense volk niets meer en niets minder dan een beter leven, naar Europees model, met goed bestuur, vrijheid tot zelfontplooiing en minder corruptie.

De versterkte politieke dialoog omvat ook voornemens om de wederzijdse veiligheid te bevorderen, door samenwerking in de bestrijding van terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit, handel in drugs en witwassen. Om illegale migratie tegen te gaan, zullen de EU en Oekraïne gaan samenwerken bij de verbetering van grensbeheer en de bestrijding van mensensmokkel en van smokkel in wapens.

Verder strekt de versterkte politieke dialoog zich ook uit tot buitenlands- en defensiebeleid, bijv. door afstemming van posities die in internationale fora worden ingenomen. Dit wil niet zeggen dat de EU, die immers geen militaire organisatie is, nu met Oekraïne een militaire samenwerking zou willen beginnen zoals die zelfs onder de EU-Lidstaten niet bestaat. Gestreefd wordt wel naar intensivering van de praktische samenwerking in conflictpreventie en crisisbeheersing, waarbij wordt gehoopt op Oekraïense deelname aan EU-geleide civiele en militaire operaties, oefeningen en opleidingen op het terrein van crisisbeheersing.

Al deze vormen van samenwerking hebben dus tot doel de binnen- en buitenlandse stabiliteit van Oekraïne te versterken. Dat is evident in het belang van Oekraïne, maar vanzelfsprekend is e.e.a. ook in ons eigen belang. De EU en wijzelf, als één van haar Lidstaten, zijn immers gebaat bij stabiliteit binnen de EU, maar ook bij de buren van de EU. Alle regeringen en parlementen in de EU-Lidstaten, waaronder in Nederland, hebben daarom, mede uit eigenbelang, besloten deze transitie van Oekraïne naar een pluriforme democratie met een marktgerichte economie te ondersteunen; graag vertrouw ik daarom erop dat ook de Nederlandse kiezers straks met hun ‘ja’ in het referendum tot uitdrukking zullen brengen dat zij stemmen voor Oekraïne én voor Nederland.

Vraag: U heeft zich aangesloten bij een actiecomité dat Nederlanders wil aansporen voor te stemmen. Wat zijn uw belangrijkste beweegredenen zo actief op te treden in dit verband?
Wolthers: Mijn belangrijkste beweegredenen spruiten voort uit mijn ervaringen gedurende vier jaar wonen en werken in Oekraïne. In die periode (2009-2013) heb ik alle 25 provincies van het land bezocht. Ik ben onder de indruk gekomen van het reusachtige potentieel dat Oekraïne biedt. Dit geldt in het bijzonder voor de agrarische sector, waar de Nederlandse expertise hoog staat aangeschreven, maar ook voor de (veelal verouderde) industrie die dringend behoefte heeft aan eigentijdse technologie en andere moderniseringsinvesteringen; voorts is de dienstensector (incl. ICT) veelbelovend, mede dankzij een hoogopgeleide en arbeidzame bevolking. Meer handel met, en meer Europese investeringen in, Oekraïne zullen het land vooruit helpen. Om handel en investeringen te laten opbloeien, is het echter voor de zakengemeenschap allereerst noodzakelijk dat er voorspelbaarheid heerst, en dat het bedrijfsleven het vertrouwen wordt gegeven dat investeringen beschermd zullen zijn; mocht onverhoopt een geschil ontstaan, dan moet men erop kunnen vertrouwen dat rechters onpartijdig en onkreukbaar zijn. Het gaat hier dus om een ingrijpend en alomvattend veranderingsproces, waarvoor de Associatieovereenkomst de leidraad biedt. En zo wordt het verdrag ook door de Oekraïners zelf gezien en gewaardeerd. Omdat ik zelf ten stelligste ervan overtuigd ben dat het Associatieverdrag, als hervormingsagenda voor Oekraïne, dat land grote voordelen zal brengen, wil ik natuurlijk ook graag dat anderen vanuit eenzelfde overtuiging vierkant achter dit samenwerkingsverdrag staan. Daarom heb ik besloten mij sterk te maken voor de ‘ja’-campagne via de Stichting Stem Voor Nederland, waarvan ik een van de mede-oprichters ben.

Vraag: Tegenstanders wordt verweten dat zij van dit Associatieverdrag een soort ‘tevredenheidstest’ over het functioneren van de EU maken. Hebben zij in uw ogen ook terechte zorgpunten? B.v. ten aanzien van de stabiliteit in de relatie met Rusland?
Wolthers: GeenPeil en anderen die vorig jaar campagne hebben gevoerd om een referendum over het samenwerkingsverdrag met Oekraïne te laten houden, hebben er nooit een geheim van gemaakt dat het hun in het geheel niet om Oekraïne te doen is. Op haar website, waar GeenPeil de vraag stelde waarom zij een referendum wilde, gaf zijzelf het onthullende antwoord: “Omdat de EU volstrekt ondemocratisch is. In Brussel luistert niemand naar de kiezer. (…) We willen een referendum afdwingen om een signaal te laten horen.” Elders werd gesproken over het mobiliseren van verzet tegen “uitwassen van het EU-beleid, zoals ongebreidelde uitdijing van de EU.” Die vertekende visie verklaart ook de leuze van GeenPeil: “Redt de democratie en stem tegen!”.

Ik deel de visie als zou de EU democratische legitimiteit missen, absoluut niet. De Europese Unie is immers niet een of ander vreemd extern fenomeen, maar de Europese Unie zijn wijzelf, en burgers hebben allerlei mogelijkheden om het EU-beleid te beïnvloeden, o.a. via nationale en Europese verkiezingen. Ook is er in het geheel geen sprake van een “ongebreidelde uitdijing” van de EU. Uitbreiding van de EU is een belangrijk en zorgvuldig voorbereid proces,  waarin iedere Lidstaat op vele niveaus mogelijkheden bezit om beslissingen mee te helpen sturen; iedere Lidstaat heeft bovendien zelfs een vetorecht indien zou   worden geoordeeld dat een kandidaat-Lidstaat onvoldoende zijn best heeft gedaan om te voldoen aan de stringente voorwaarden die de EU aan toetreders stelt. Maar ik wil graag nog eens benadrukken dat, anders dan sommigen ons misleidend willen doen geloven, een Oekraïens lidmaatschap van de EU in dit referendum überhaupt niet aan de orde is.

Zeer bedenkelijk vind ik dat het referenduminstrument – dat overigens 30 miljoen Euro kost – wordt gekaapt door lieden die er openlijk voor uitkomen dat zij heel andere doelen najagen en zich totaal niet om Oekraïne bekommeren. Het gevaar dreigt dat de Nederlanders, die zich op deze wijze voor het karretje van GeenPeil hebben laten spannen, straks de Oekraïners in de kou laten staan, terwijl die Oekraïners juist nu bij hun inspanningen ter modernisering van hun staatsinrichting en economie onze steun dubbel en dwars verdienen.

Wat betreft de betrekkingen met Rusland zien we dat tegenstanders van het samenwerkingsverdrag met Oekraïne ons proberen angst aan te jagen met scenario’s als zou het verdrag de relaties met Rusland op scherp zetten, en zelfs tot oorlog kunnen leiden. Ik verwerp deze ongefundeerde bangmakerij. Moskou heeft al bewezen dat het helemaal geen Associatieverdrag nodig had als excuus om, met schending van alle beginselen van internationaal recht en van verdragen waarbij het zelf partij is, de Krim te annexeren. Moskou is in oostelijk Oekraïne vervolgens ook nog begonnen een separatistisch vuurtje op te stoken door het te doen voorkomen alsof daar “een burgeroorlog woedt, waarin mensen die tot ‘de Russische wereld’ behoren het willoze slachtoffer worden van vervolging door de fascistische junta uit Kyiv.” Omdat deze Russische gedragslijn een ernstige inbreuk op de naoorlogse veiligheidsarrangementen in Europa vormt, hebben de EU, de VS en enkele andere staten sancties tegen Rusland afgekondigd. Als de Associatieovereenkomst door Nederlands toedoen niet rond zou komen, zou dit koren op de molen van het Kremlin zijn. Alles pleit dus ervoor om juist wel ‘ja’ te zeggen tegen het Associatieverdrag en daarmee het signaal aan het Kremlin te geven dat de toekomst van Oekraïne in Kyiv wordt beslist, en niet in Moskou. 

Vraag: De overeenkomst is gedeeltelijk al in werking getreden. Wat zijn de praktische gevolgen indien er uit het referendum een Nederlands ‘nee’ zou volgen met meer dan 30% opkomst?
Wolthers: Op het eerste gezicht lijken de praktische gevolgen van een onverhoopt negatief uitpakkend Nederlands referendum misschien niet erg groot, maar zij mogen toch ook weer niet worden onderschat.

In de eerste plaats is het zo, dat niet alleen Oekraïne, maar ook het Europees Parlement en 27 van de 28 EU-Lidstaten de Associatieovereenkomst hebben goedgekeurd en bekrachtigd; ook in Nederland hebben de beide Kamers van de Staten-Generaal de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst met grote meerderheid aanvaard (in de Tweede Kamer met 119 tegen 31 en in de Eerste Kamer met 54 tegen 19 stemmen), maar de inwerkingtreding van de goedkeuring is nu opgeschort als gevolg van de organisatie van het referendum. Indien ons land als enige EU-Lidstaat – terwijl ons land bovendien juist in deze periode het EU-Voorzitterschap bekleedt – de Associatieovereenkomst met Oekraïne in dit referendum zou afwijzen om redenen die weinig tot niets met Oekraïne te maken hebben, zou dit voor de Nederlandse regering een blamage zijn. Een ‘neen’ als uitslag van dit referendum zal het Nederlands internationaal aanzien schaden, nog afgezien van het feit dat het een volstrekt onverdiende klap in het gezicht van de Oekraïners zou vormen.

In praktisch-juridische zin moet de regering, in geval van een negatieve uitslag van het referendum, in overleg treden met de Tweede Kamer om te bepalen wat haar dan te doen staat. Veel zal afhangen van de stemverhouding tussen ‘voor’ en ‘tegen’ die uit de uitslag van het referendum zal blijken. Het betreft hier weliswaar een raadgevend referendum en dit betekent in theorie dat het een regering vrijstaat te beslissen om de uitkomst te volgen of deze naast zich neer te leggen; in de praktijk zal het echter moeilijk zijn het oordeel van de kiezers te negeren wanneer dit oordeel zou worden gegeven met overtuigende meerderheid bij een eveneens overtuigende opkomst. Ik reken echter graag erop dat de Nederlandse kiezers verstandig zullen zijn en dat zij op 6 april zullen gaan stemmen om een overtuigd ‘vóór’ te kunnen laten horen.

Vraag: Op welke wijze moet volgens u de relatie met de Oekraïne verder worden ontwikkeld?
Wolthers: Het is geen gemakkelijke opgave om een land dat nog tamelijk jong is en dat tot heel recent diep heeft geleden onder repressie, wanbestuur en corruptie, om te vormen tot een volwassen, ‘normale’ democratie met vrijemarkteconomie. Voor deze transformatie heeft Oekraïne om onze hulp verzocht. De Oekraïners, in het bijzonder de jongere generaties die per slot van rekening de toekomst van het land vormen, mogen wij daarom niet in de steek laten. Integendeel, met deze Associatieovereenkomst moeten we de Oekraïners de door hen gevraagde steun in de rug geven.

Maar daarbij moeten we tegelijkertijd duidelijk maken dat wij verwachten dat de Oekraïners ook zelf de handen uit de mouwen steken. Daarmee zijn zij, ondanks de noodzaak prioriteit te geven aan de verdediging van het land tegen externe agressie, al begonnen, en op diverse terreinen – hervorming openbaar bestuur, economische decentralisatie, instelling Anti-Corruptie Aanklager – is voortgang geboekt, ofschoon deze misschien langzamer gaat dan menigeen had gehoopt. Ook het vervolg van dit proces zal ongetwijfeld weerbarstig blijken, maar hier geldt dat er met vereende krachten meer kan worden bereikt dan wanneer ieder alleen voor zich optreedt. Oekraïne, de EU en haar Lidstaten, waaronder Nederland, hebben veel gemeenschappelijk belang bij een geslaagde transitie van Oekraïne; laten we er dus ook samen de schouders onder zetten!

administrator_ebnInterview over Associatie Overeenkomst met Oekraïne, met oud-Ambassadeur mr. P.J. Wolthers
read more

Herdenkingstoespraak voor dr. E.P. (‘Mom’) Wellenstein – door Laurens Jan Brinkhorst

Op vrijdag 4 maart is in een afgeladen Kloosterkerk in Den Haag ons beminde erelid dr. E.P. (Mom) Wellenstein herdacht. Namens allen die Europa een warm hart toedragen sprak oud-minister en persoonlijke vriend van Mom Wellenstein, Laurens-Jan Brinkhorst.

Het EBN bestuur en de Vereniging sluiten zich graag aan bij de woorden van grote genegenheid en waardering.

Hieronder volgt de rede van dhr. Brinkhorst:

“Met Mom Wellenstein is niet alleen een groot Europeaan, maar ook een bijzonder mens heengegaan. Op de vensterbank in zijn flat, recht tegenover de plaats waar hij de laatste tijd zat, stond een foto van de jonge Mom als ongeveer 8-jarige tussen zijn vader en zijn moeder. Met schrandere ogen kijkt hij je ietwat ondeugend en uitdagend aan. In dat portretje heb ik altijd de oorsprong gezien van de soevereine, onafhankelijk opererende man, die zoveel denkkracht uitstraalde.

Weinigen van zijn generatie hebben zo lang een scherpe, onderzoekende geest gehouden en zijn zo lang actief betrokken gebleven bij de wereld om hen heen. Met zijn grote ervaring sprak hij met gezag over een waaier van onderwerpen. Hij was een vraagbaak voor velen, een leermeester in letterlijke zin, maar hij kon ook goed luisteren en had steeds oog voor de mening van anderen. Drie jaar geleden zette hij op zijn onvermijdelijke ouderwetse tikmachine nog zijn zorgen op schrift over de zich voortslepende eurocrisis.  Wij hebben geen angst, maar sterker leiderschap nodig om de toekomst vorm te geven, was zijn aanhoudend devies.

Nog geen zes maanden geleden bezocht Jeroen Dijsselbloem hem om hem over zijn levenslijn te bevragen. Kort daarna deed hij van dit bezoek verslag in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer bij de aanbieding van zijn begroting op Prinsjesdag. Hij sprak over de betrokkenheid van Mom bij de verwezenlijking van het revolutionaire idee van samenwerking tussen landen die kort daarvoor nog in oorlog waren geweest en waarbij miljoenen mensenlevens waren verloren. Hij zei concluderend: “Op dat moment besefte ik dat ik tegenover een ontdekkingsreiziger zat. Het leven en werk van Wellenstein laat zien dat je ook op een eeuwenoud continent een nieuwe landkaart kunt uittekenen”.

Mom was inderdaad een ontdekkingsreiziger, maar bovenal behoorde hij tot de scheppers, die de nieuwe landkaart van Europa, die nu de Europese Unie is geworden, hebben ingekleurd en vorm gegeven. Zijn ervaringen als jong volwassene in het verzet en zijn gevangenschap in Scheveningen en het strafkamp Amersfoort, hebben op hem het effect van een pressurecooker gehad. Zelf heeft hij, levend in een onmenselijke situatie  in het contact met medegevangenen, toch zijn menselijke waardigheid weten te behouden. Hij heeft toen ook, door de omstandigheden versneld, zijn grote mensenkennis opgedaan, echt van onecht leren onderscheiden, wie kun je vertrouwen en wie verkoopt alleen praatjes, wie is een bedreiging en wie een mogelijke steun? In de hele oorlog ging het letterlijk steeds om leven en dood. Een beoordelingsfout kon meteen het einde betekenen. Tijdens het verzet heette hij zelf André en hij leerde zijn latere vrouw Inga eerst kennen als Paula. Dr. Max was Mejuffrouw Tellegen, zijn latere bazin als directeur van het Kabinet van de Koningin. Niets  was dus zoals het leek.

Hij is in die tijd niet cynisch of verbitterd geworden zoals vele anderen. Integendeel. Zijn oorlogservaringen maakten hem wel onverzettelijker in zijn morele oordelen. Hij wilde pas naar Spanje na de dood van Franco. Uniek is dat hij zijn verworven inzichten een positieve richting heeft gegeven. Het heeft zijn strijdbaarheid voor waarin hij geloofde versterkt: de perversie en verschrikkingen van het nationalisme waardoor Europese landen elkaar verscheurd hadden, waren geen eindpunt, maar konden het begin zijn van een nieuwe Europese samenleving.  Mitterrand zei vlak voor zijn overlijden: le nationalisme, c’est la guerre! Mom beaamde dat, maar het zijn lessen die wij in onze tijd lijken te hebben vergeten.

Mom geloofde in de opbouw van een nieuw Europa, maar zijn geloof had niets naïefs of zweverigs. Niet alleen had hij daarvoor teveel meegemaakt. Hij was bovenal een praktisch mens. Zijn grote betekenis is altijd geweest , het omzetten van idealen in de praktijk. Hij koos weliswaar na de oorlog voor een leven van maatschappelijke betrokkenheid, zijn eerdere roeping voor technische natuurkunde had hem geleerd altijd op haast ambachtelijke wijze te werk te gaan. Ook Europa moest steen voor steen worden opgebouwd, anders zou het bouwwerk nooit soliede worden. Dat was geen werk voor politici, maar voor ambachtslieden.

Daarom heeft  hij zelf ook nooit een politieke functie geambieerd. Men zei wel eens dat hij de beste minister van Buitenlandse Zaken was die Nederland nooit heeft gehad. Toen ik hem dat voorhield, zei hij met zijn zo typerende glimlach, dat hij invloed in continuïteit in het openbaar bestuur belangrijker vond en dat hij daarin altijd zijn rol had gezien. Hij voelde zich bovenal een “commis d’Etat”.

Toen hij in 2009 uit handen van de voormalige Luxemburgse Minister President Jacques Santer de Médaille d’Or du Mérite Européen ontving, zei hij het plan Schuman van 1950 als een “tweede bevrijding” te hebben ervaren. ”Letterlijk! Daar moest ik bij zijn!”, zei hij.

Zo ging hij al in 1953 met Jean Monnet, de eerste voorzitter van de Hoge Autoriteit naar Washington DC. Voor de wederopbouw van de Europese kolen- en staalindustrie was geld nodig en dat was er in Europa niet. Hij haalde toen de eerste kolen- en staallening op van $100 miljoen, voor die tijd een geweldig bedrag. Hij had gezien dat de Amerikanen voor het Europese project concrete steun wilden geven. Als goed onderhandelaar heeft hij daar toen meteen een prijskaartje aangehangen.

Na zijn functie als secretaris-generaal van de Hoge Autoriteit. sloeg  hij voor de toenmalige EEG als DG Buitenlandse Handel en daarna als DG Buitenlandse Betrekkingen de eerste piketpalen voor het optreden van de Gemeenschap in de wereld. Bij de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschap speelde hij als hoofdonderhandelaar een essentiële rol. Het is de ironie van de geschiedenis dat wij bijeen zijn bij het afscheid van Mom, op een moment dat met Brexit wellicht het V.K. uit de EU zal treden en de Unie zelf in zijn voegen kraakt. Wij missen in Europa op dit moment node de daadkracht, de inzichten en bovenal de wijsheid van onze geliefde Mom Wellenstein.

Tijdens het hoogtepunt van de Koude oorlog, heeft Mom met zijn Britse Commissaris Soames, schoonzoon van Winston Churchill, ook de eerste bouwstenen gelegd voor de Europese betrekkingen met de voormalige Sovjet Unie, voorzitter van de Comecon, met het neutrale Joegoslavië– gelegen in de schemerzone tussen NAVO en Warschaupact– en met China. Mom kon boeiend vertellen over de vele politieke valkuilen die in de contacten met die dictaturen moesten worden vermeden. Ook daar speelde zijn vroegere ervaring in de ondergrondse wereld van 1940-1945 een belangrijke rol.

Na 25 jaar dienst in Europa vond Mom dat het tijd werd voor meer onafhankelijkheid. Maar de publieke zaak liet hem niet los. Hij was jarenlang voorzitter van de examencommissie  voor de aanwerving van jonge diplomaten voor BZ, voorzitter van de Raad van Toezicht van Clingendael, erelid van de Europese Beweging. Zijn invloed was ook zichtbaar in vele rapporten van de Adviesraad Internationale Vraagstukken. Hij vervulde daarbij een sleutelrol en werd ook daar tot erevoorzitter benoemd.

Bezoeken aan Mom kenmerkten zich door een zeker ritueel. Wat fijn dat je er bent. Hoffelijk als altijd vroeg hij of hij een sigaartje mocht roken. Daarna: Doe je mee? Als zijn sigaar tijdens het gesprek meerdere malen uitging, stond hij erop die zelf weer aan te steken, een teken van zijn wens tot zelfstandigheid.

Bij al zijn voorkomendheid was hij soms glashard in zijn oordelen. Dat kwam  regelmatig tot uiting als wij samen op zondag de uitzending van Buitenhof volgden. De oordelen varieerden van : “uitstekend”, “goed geformuleerd”, tot “wat een geklets” of “goedkope prietpraat”. De laatste keer was nog geen drie weken geleden.

Hij heeft zijn geliefde Inga precies vijf jaar overleefd. De laatste tijd is hem heel zwaar gevallen. Maar hij klaagde nooit en bleef innig dankbaar voor de talloze bewijzen van genegenheid die hem ten deel vielen. Er waren momenten dat je in de rij moest staan voor zijn volle agenda van bezoekers. Veel trouwe vrienden (en vriendinnen) hebben hem regelmatig bezocht. Ik mag dit zeggen mede namens de verschillende tafels van de Witte waarvan hij deel uitmaakte. Ik noem met name de Europa tafel en de Wellenstein tafel waarvan hij de oprichter was en waarvan nu ook Edmond lid is. Voor velen van ons –oud en jong- vervulde hij de rol van slijpsteen van de geest. Wij hebben ons allen gelaafd aan zijn scherpe analyses, en aan zijn milde en afgewogen oordeel, zelfs  wanneer hij een andere mening was toegedaan. Hij verbond mensen en meningen en kon daardoor overtuigen. En dan laat ik zijn grote charme, hoffelijkheid en élégance nog buiten beschouwing.

Lieve Mom, het valt ons allen zwaar afscheid van je te moeten nemen, wij zullen je steeds gedenken, en zijn er van overtuigd dat je prachtige en zo waardige levensstijl voor altijd een voorbeeld zal blijven.

Zie verder: https://europesebeweging.nl/rip-dr-edmund-peter-mom-wellenstein/

administrator_ebnHerdenkingstoespraak voor dr. E.P. (‘Mom’) Wellenstein – door Laurens Jan Brinkhorst
read more

RIP dr. Edmund Peter (‘Mom’) Wellenstein

Zaterdag 27 februari is op 96-jarige leeftijd in Den Haag ons erelid dr. E.P. (‘Mom’) Wellenstein overleden. Een Europeaan van het eerste uur, en hartstochtelijk tot in de laatste jaren. Vanuit zijn rijke en veelzijdige ervaring in de opbouw van het naoorlogse Europa heeft hij generaties gevoed met zijn wijsheid, humor en ongeëvenaarde intellectuele generositeit. In tijden van onrust en verwarring bleef hij op de bres staan voor de kern van het Europese project. Zijn warme betrokkenheid zal node worden gemist.
Wij condoleren zijn nabestaanden en gedenken hem met diepe genegenheid en respect. Namens de EBN zal het bestuur aanwezig zijn bij de herdenkingsdienst op vrijdag 4 maart, 11 uur in de Kloosterkerk aan de Lange Voorhout in Den Haag. Moge hij rusten in vrede.

Voor het veelzijdig leven van dr. Wellenstein, zie:

• Necrologie Edmund Wellenstein (1919-2016). Wegbereider van Europa, door Joop Meijnen. NRC 1 maart, 2016, p. 4/5; http://www.nrc.nl/handelsblad/2016/02/29/wegbereider-voor-nieuw-europa-1595962?utm_source=NRC&utm_medium=banner&utm_campaign=Paywall
http://www.europa-nu.nl/id/vhdo1g7bp6xx/e_p_mom_wellenstein

Voor enkele onverminderd actuele opiniebijdragen van dr. Wellenstein, zie:

• Misleidende discussie over Europa in Nederland (uit december 2013) – http://www.nrc.nl/handelsblad/2013/12/06/misleidende-discussie-over-europa-in-nederland-1322059
• Cameron leidt Europese Unie het doolhof in (uit januari 2013) – http://www.nrc.nl/handelsblad/2013/01/29/cameron-leidt-europese-unie-het-doolhof-in-1201790
• Het zit heel anders met die euroscepsis (uit juli 2011) – http://www.nrc.nl/handelsblad/2011/07/23/het-zit-heel-anders-met- die-euroscepsis-12027058

administrator_ebnRIP dr. Edmund Peter (‘Mom’) Wellenstein
read more