My Blog

WEEGT RUTTES CARRIERE ZWAARDER DAN ONZE VEILIGHEID?

   Ja, dit is een stevige kop, dat zal ik niet ontkennen. Maar die vraag moet, op grond van een combinatie van enkele ontwikkelingen de laatste tijd, toch echt gesteld worden. En dat betreft het Nederlandse Israëlbeleid.

   Vanouds staat Nederland om allerlei reden in extreme mate aan Israëlische zijde. Dat heeft gaat deels terug op de oude calvinistische oriëntatie op het Oude Testament – katholieken hebben daar veel minder mee – en daarmee zelfidentificatie met het joodse volk; al de Nederlandse Republiek beschouwde zichzelf als een tweede Israël, met Willem van Oranje als een soort nieuwe Mozes. In combinatie met de schuldgevoelens over de Shoah leidt dat tot vandaag in deze kring tot een vergaande mate van kritiekloosheid.

   Daarbij komt het verwantschapsgevoel met een ander klein dapper volk dat toch maar ‘uit het niets’ ondanks de vele vijandige buren (tja, hoe zou dat komen?) in ‘de woestijn’ een heel nieuw, welvarend land had opgebouwd, een soort Flevoland in het groot. Er waren ook veel Nederlandse joden naar het nieuwe Israël geëmigreerd, zodat er de nodige familiebanden met het oude vaderland bestonden; dat helpt bij zulke identificatie met de ander ook. En ter linkerzijde bestond lang het idee dat ginds met de kibboetsen een socialistische heilstaat werd opgebouwd.

   De keerzijde van het Israëlische succesverhaal – niet de Shoah, maar de Nakbah – werd niet gezien of bewust genegeerd. Een onderhuids negatief beeld van ‘de Arabier’, achterlijk en onbetrouwbaar, en ook nog eens in allerlei rare oosterse doeken en gewaden gehuld – mede via Amerika door decennia van clichématige Hollywoodfilms gevoed – droeg daar sterk aan bij. En de familiecontacten, die de Israëlische zienswijze ook hier ingang deden vinden, ontbraken; in dat opzicht hebben Arabische immigranten mede het beeld doen kantelen.

   Het beeld – niet het beleid. Dat is, ondanks de Israëlische bezettings- en bevolkingspolitiek op de Westbank, de facto nog niet echt gekanteld. Ook al kijkt een groot deel van de Nederlandse bevolking – autochtoon zo goed als allochtoon – er inmiddels anders tegenaan: het officiële beleid blijft haperen in wat ik maar even de Uri Rosenthal-groef van de Nederlandse Middenoosten-Langspeelplaat noem. Die weigerde naar het schijnt als minister van Buitenlandse Zaken zelfs enig bericht van zijn ambtenaren te lezen, waarin iets negatiefs over Israël stond.

   Na 7 oktober schaarde Rutte zich onverkort en onvoorwaardelijk achter Israël. We kregen weer de hele vaste riedel over haar recht op zelfverdediging te horen (de Palestijnen hebben dat kennelijk niet als het de kolonistenterreur betreft) in combinatie met de even vaste gratuite bezwering dat er straks natuurlijk wel ook voor de Palestijnen een politieke oplossing gevonden moest worden, iets waarvoor Nederland zich nooit écht hard heeft durven maken door dit puur van de (ontbrekende) Israëlische goodwill af te laten hangen.

   Waar andere Europese landen – met uitzondering van het door zijn verleden gegijzelde Duitsland – snel kritischer werden, bleef Nederland aan haar blinde steun vasthouden, in de lijn van Washington. Dat het bij de Hamas-pogrom vermoorde aantal Israëli’s intussen al tot een twintigvoud aan Palestijnse terreurbombardementsslachtoffers heeft geleid, was voor een land dat graag met het internationaal recht schermt, geen reden om een algemeen gedragen VN-oproep tot een staakt het vuren te steunen. Tot verbijstering van ieder weldenkend mens onthield Nederland zich van stemming, en naar het schijnt zou Rutte zelfs het liefst hebben tegengestemd (!), als hij niet nog met D66 rekening had moeten houden.

   Intussen maakt Nederland zich medeplichtig door gewoon onderdelen voor Israëlisch wapentuig te blijven leveren; ook wil het nog steeds niets weten van een boycot van producten uit de illegale nederzettingen – voorstanders daarvan worden stelselmatig verdacht gemaakt. De officiële ‘ontmoedigingspolitiek’, zo maakte een uitstekend stuk van Mandula van den Berg in de NRC afgelopen donderdag duidelijk, is niet meer dan een rookgordijn, waarachter de regering bedrijven bewust de vrije hand laat door gewoon weg te kijken.

   In hoeverre vloeit dit puur uit eigen overtuiging voort? Of spelen er ook andere motieven? Ruttes ambities, zo is inmiddels duidelijk, reiken verder dan het Torentje. Onthullend, en nu kom ik op het punt waarmee ik begon, is een stuk van Steven Derix in de NRC van 20 december, vanwege de benoeming van Geoffrey van Leeuwen tot interim-minister van Buitenlandse Handel, die, buiten zijn portefeuille om, het Gaza-beleid naar zich toetrekt: jarenlang Ruttes veiligheidsadviseur en fervent pleitbezorger van Israël. Zelf telefoneerde Rutte al vele malen met ‘vriend’ Netanyahu.

   Derix schreef: “Voor de demissionaire premier, die heeft laten weten dat hij graag de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO wordt, is het een kans om zijn internationale profiel verder te versterken. Daarbij mag Nederland onder geen beding afwijken van de Amerikaanse lijn”: vandaar dat Den Haag, ongeacht de op een hongerwinter uitlopende humanitaire catastrofe in de Gazastrook, niet voor een wapenstilstand wil pleiten. En het verklaart vast ook dat Nederland als enige EU-land meedeed aan de zinloze militaire exercitie tegen de Houthi’s eervorige week.

   Als dat inderdaad deels de reden is, dan worden de Palestijnen dus opgeofferd aan Ruttes ambities. Sterker: omdat de sinds 2023 moeizaam buiten het Westen bijeengesprokkelde steun voor Oekraïne als gevolg van de nu betoonde westerse hypocrisie – wel tien jaar illegale bezetting van de Krim veroordelen, een halve eeuw illegale bezetting van de Westbank negeren – implodeert, wordt daarmee ook onze eigen veiligheid in gevaar gebracht. Want dat Oekraïne de slag wint is voor het voortbestaan van Europa vele malen belangrijker dan een zege van Israël.

Thomas von der Dunk 

Europese BewegingWEEGT RUTTES CARRIERE ZWAARDER DAN ONZE VEILIGHEID?