Opinies

Europa en Nederland staan in Syrië in hun hemd

Het was een rake vondst van de satyrische fake-nieuwssite De Speld op 16 oktober: “Nederland stuurt 150 boeren naar Syrië”, aldus de kop. “Het kabinet heeft in reactie op de spanningen in Noord-Syrië zijn steun geactualiseerd”.
Om te vervolgen: ‘Minister Bijleveld van Defensie: “De boeren hebben de afgelopen dagen duidelijk gemaakt dat ze bloed willen zien. Ondertussen staan de Koerden machteloos tegen de Turkse invasie. Ik denk dat deze groepen een hoop voor elkaar kunnen betekenen. In Noord-Syrië heb je geen overheid die je betuttelt met vage regeltjes over stikstof. Sterker nog: je hebt er helemaal geen overheid. Je kunt gewoon lekker je gang gaan met je trekker. Beetje pesticiden spuiten over je akker of over een woonwijk. Ze vinden het allemaal prima daar'”.
De Speld wist verder nog te ‘melden’ dat de Turken geschrokken hadden gereageerd: “De Turkse minister Mevlüt Cavusoglu verzoekt de regering om niet buitenproportioneel op te treden en gewoon troepen te sturen”.

Vijf dagen eerder had De Speld ook al het nodige bijtende commentaar te bieden, in een stukje getiteld “Turkse inval in Syrisch Koerdistan: wat kun je zelf doen?” Er volgden diverse suggesties onder het motto ‘Een beter Noord-Syrië begint bij jezelf’, zoals het planten van een boom in het oorlogsgebied, met als laatste: installeer een app die updates geeft over de situatie. “Het fijne aan deze app is dat je niet meteen in actie hoeft te komen, maar dat je door het downloaden aan de appstore kunt laten weten dat er interesse is in Koerden”.

Misschien meer dan menig serieus krantenartikel bieden deze twee satirische stukjes een dodelijk commentaar op de totale politieke en militaire onmacht van Europa als de wereld ergens aan haar randen in een bloedbad verandert. En na het kortzichtige verraad van de Koerden door Trump, die Amerika daarmee tot een volstrekt onbetrouwbare bondgenoot heeft gemaakt, is dat zichtbaarder geworden dan ooit. Moskou is meteen in het geopolitieke gat gesprongen dat Washington heeft laten vallen. Europa staat opnieuw bij voorbaat buiten spel – van Brussel wordt eigenlijk niet eens meer iets verwacht.

Daar maakt, zo moet men helaas constateren, Europa het ook zelf naar. Natuurlijk: het optreden van Erdogan wordt in stevige woorden bekritiseerd, zoals ook NAVO-chef Jens Stoltenberg plichtmatig de Turkse president opriep zijn optreden “proportioneel” te laten blijven. Maar van stevige woorden trekt die zich niets aan, zolang die niet door stevige daden worden gevolgd. Misschien toch eens definitief de stekker uit de EU-toetredingsonderhandelingen trekken? Nou nee – we hebben de Turken immers straks ook weer nodig. Om vluchtelingen buiten te houden, want de allergie voor binnenlands politiek rumoer is met al die populisten groter dan voor buitenlandse instabiliteit. Op zich best begrijpelijk, maar de openlijk geëtaleerde angst daarvoor ontgaat ook de Turkse buitenwacht niet.

Daarom was dat eerste stukje in De Speld zo raak: voor een paar boze boeren en hun trekkers gaat in Nederland menig provinciehuis meteen op de knieën, en in Den Haag vervolgens het poldermodel van terugkrabbelen – teneinde het onvermijdelijke toch maar weer even uit te stellen – van stal. Anders gaan Wilders en Baudet er straks immers in de Kamer met kostbare coalitiezetels vandoor. Dus als Erdogan dreigt de vluchtelingensluizen open te zetten wanneer Brussel nog één kritische kik geeft, roept Europa manmoedig zich niet te zullen laten chanteren – maar houdt men dat, als straks puntje bij paaltje komt, dan echt werkelijk vol?

Nog nietszeggender was de reactie van minister Blok van Buitenlandse Zaken. Ankara kreeg te horen dat hij het offensief “veroordeelde”. Daarvan zullen ze ginds onder de indruk zijn. “Niemand is gebaat bij de mogelijke verschrikkelijke humanitaire gevolgen”, zo voegde Blok eraan toe. O ja? Assad blijkt daar nu reeds heel veel bij gebaat te zijn, omdat de Koerden, gedwongen te kiezen tussen de Duivel en Beëlzebub, nu voor het Syrische regime hebben geopteerd. En in het Kremlin wordt de rekening eveneens iets anders opgemaakt dan op het Binnenhof. Partijen moeten “terughoudendheid betrachten”, zo zei Bloks woordvoerder ook nog, en “oog houden voor de militaire consequenties”. Wel, dat laatste doen ze in Damascus, Ankara en Moskou misschien wel meer dan Den Haag lief is – en is voor hen nu juist reden om net wat minder terughoudend te zijn.

Een dag eerder, nadat Trump de boel de boel had gelaten, had Blok Washington “om verduidelijking” gevraagd. Verduidelijking? Installeer een app, om met De Speld te spreken. Weinig doortastender gedroegen zich sommige parlementariërs. Die waren uiteraard door de Turkse inval ‘geschokt’. Nederlandse politici zijn namelijk voortdurend ‘geschokt’, alsof ze op het Binnenhof permanent moeten balletdansen op een defecte hoogspanningskabel.

Maar leidt al dat geschokt zijn ditmaal tot enige daadwerkelijke activiteit? Of installeert ook de Kamer toch bij nader inzien liever een app? In alle boosheid werd meteen om stevige sancties tegen Turkije geroepen. Maar wel ook meteen geclausuleerd, omdat VVD-woordvoerder Sven Kopmans niet wilde dat dit ten koste zou gaan van “onschuldige burgers”, waarmee hij behalve slachtoffers ginds vooral Nederlandse exporteurs bleek te bedoelen: “We moeten voorkomen dat sancties Nederlandse inkomens en banen raken”.

Deze insteek past naadloos in een eeuwenoude nationale traditie van pappen en nathouden, waarmee ook de boeren steeds weg weten te komen. Want serieuze sancties zullen altijd ook eigen inkomens en banen raken – het lukt nooit zonder de moed om te snijden in eigen vlees. Wie daartoe niet bereid is, is gedoemd aan de zijlijn te blijven staan, en machteloos om ‘verduidelijking’ te verlangen van iets wat voor de goede verstaander allang geen verduidelijking meer behoeft.

Thomas von der Dunk, 23 oktober 2019

Europese BewegingEuropa en Nederland staan in Syrië in hun hemd
read more

In memoriam Mechteld Gerbrandy – Oomen (1967-2019)

In memoriam Mechteld Gerbrandy – Oomen (1967-2019)

We zijn heel verdrietig dat Mechteld Gerbrandy-Oomen, onze dierbare collega, oud EBN-bestuurslid en lid van onze Raad van Advies op vrijdag 31 mei 2019 aan een slopende ziekte is overleden. Het is ook onwezenlijk, want voor het EBN-bestuur stond Mechteld synoniem met levendigheid, intense betrokkenheid, vrolijke daadkracht en prettige nuchterheid om naar complexe Europese ontwikkelingen te kijken. Met humor en de blik vooruit.

Als ‘Europavrouw’ en Deputy Director International Economic Affairs bij VNO/NCW bracht Mechteld een stevige internationaal economische kijk op Europese ontwikkelingen in het gesprek. Telkens trof ons haar interesse om Europa vooral ook sociaal-economisch te ontwikkelen.

Mechteld was tot 2010/11 lid van het bestuur van de EBN en sindsdien een zeer gewaardeerd lid van onze Raad van Advies. Onze gedachten zijn bij haar en haar familie (Gerben-Jan, Casper, Filine, Tymo, die Mechteld nu veel te vroeg moeten missen).

We zijn Mechteld heel erkentelijk voor haar constructieve betrokkenheid, en alle energie die zij in de Europese zaak heeft gestoken.

Moge zij rusten in vrede.

 

Europese BewegingIn memoriam Mechteld Gerbrandy – Oomen (1967-2019)
read more

Brussel moet Boris straks als een betonblok laten zinken

Het woord is nu aan de leden. Uiteraard is het wenselijk dat zij voor Boris Johnson kiezen. Dat had al drie jaar geleden, na de val van Cameron, meteen moeten gebeuren. Om met de satyrische site De Speld te spreken: Johnson “is als enige kandidaat incompetent genoeg om Brexit in diepere chaos te storten”.
Zoals diverse fictieve ‘aanhangers’ werden geciteerd: “In het verleden was Johnson voor de EU, maar met het oog op de macht besloot hij in 2016 plots radicaal tegen de EU te zijn. Zijn ego is altijd belangrijker geweest dan het innemen van consequente standpunten. De vastberadenheid en het opportunisme waarmee hij dat deed, hebben laten zien dat hij de juiste man is voor de klus”.
In deze woorden schuilt meer waarheid dan misschien lijkt. Door zijn gebrek aan principes is Johnson beter dan welke Brexiteer in staat om zonder veel morele scrupules straks weer alle Brexiteerkeutels in te trekken, als dat nodig is. En dat zal nodig blijken – mits Brussel zich niet door het No-Deal-dreigement laat chanteren, en voet bij stuk houdt: een wezenlijk andere deal is niet mogelijk. En als prominent verklaard Brexiteer – wat niet per definitie synoniem is met innerlijk overtuigd Brexiteer – is hij de aangewezen man om dit aan de door Farage en consorten met groteske beloften misleide Leave-stemmers duidelijk te maken.
Tot nu toe konden de meest fanatieke Brexiteers zich verschuilen achter het feit dat May indertijd voor Remain had gestemd. Zij werd om die reden niet echt vertrouwd, en er ondanks haar vastgeroeste mantra – Brexit means Brexit – van beticht een ‘serieuze’ Brexit in het geheim te saboteren. Een echte Brexiteer, aldus de boodschap, had er veel meer uitgesleept. Die beschuldiging zal worden herhaald, indien nu Jeremy Hunt wordt gekozen. De leidende Brexiteers moeten daarom nu zelf voor de uitkomst medeverantwoordelijk worden, en zo gedwongen worden om te erkennen dat zij onhoudbare beloftes hebben gedaan.
Johnson is nu juist voor de EU nodig om de Britten op die harde werkelijkheid te wijzen: dat er ook met een Brexiteer aan het stuur echt niets anders uitkomt. Nadat Westminster drie jaar niet enig consistent beleid wist te ontwikkelen, dient het nu keihard voor het blok te worden gezet, om Johnson, als hij dan niet buigt, als een betonblok te laten vallen. Op het No-Deal-dreigement past maar één vastberaden antwoord: als jullie op 31 oktober zonodig willen vertrekken, dan ga!
Als díe pin op de Britse neus wordt gezet, betwijfel ik of de hardliners in het Lagerhuis daarvoor dan voldoende steun zullen vinden. Een meerderheid heeft zich immers eerder duidelijk tegen een No-Deal verklaard – het was ongeveer het enige waarvoor een meerderheid te vinden viel. Zolang er geen verkiezingen zijn gehouden – en dat durven de Tory’s niet aan uit angst dat ze dan net als in mei volledig onderuit gaan – verandert dat niet. Labour en de Liberals zullen als blok tegenstemmen, en het verstandige deel van de Tory’s ook.
Dat laatste is weliswaar beperkt van omvang, maar groot genoeg om zo een No-Deal tegen te houden. Drijft Johnson die dan wel door, dan leidt dat tot een scheuring, en dus zijn nederlaag. Geen Brexiteer in 10 Downingstreet zou er echter minder mentale problemen mee hebben om een draai te maken en het No-Deal-dreigement in te slikken, dan juist hij. Zoals de fake-aanhanger van De Speld opmerkte: “zijn ego is altijd belangrijker geweest dan het innemen van consequente standpunten”. Johnson zal geen premier voor drie maanden willen zijn.
De hele Brexit is in de kern gebaseerd op het waanidee dat Groot-Brittannië nog steeds een wereldmacht zou zijn, dan wel weer gemakkelijk zou kunnen worden. In het verzet tegen Brussel wordt niet toevallig steeds de Tweede Wereldoorlog van stal gehaald: ook toen hebben de Britten het een jaar lang in hun eentje tegen het hele continent kunnen bolwerken, dus nu kan het ook. Dat is natuurlijk onzin: de Britten stonden er in de zomer van 1940 niet met 50 miljoen alleen voor. Ze hadden toen nog een heel Empire met onder meer een half miljard Indiërs achter zich. Daarvan is nu niet veel meer dan Gibraltar over – dat overigens dolgraag binnen de EU wil blijven, dus zelfs op die rots kan geen zelfbenoemde Britse Petrus zijn nieuwe wereldrijk bouwen.
En ook in dat ene jaar tot Hitler zijn dwaze aanval op Rusland begon, kon Churchill al heimelijk rekenen op de grootschalige economische steun van Roosevelt, ook vóór Amerika na Pearl Harbour openlijk militair en politiek partij koos. Wel, op de onvoorwaardelijke steun van de huidige Amerikaanse president zou ik niet durven bouwen, integendeel. In zijn ongemanierdheid maakt Trump in elk geval steeds op bruikbare wijze duidelijk hoe de verhoudingen echt liggen. Zijn recente staatsbezoek aan Londen, waarbij zo’n beetje alle etiquetteregels werden geschonden, kwam op een voorschot op een semikoloniale overname neer.
Geen sprake van, dat er straks met Washington een handelsaccoord op basis van gelijkheid inzit. De met Trump meegekomen zakentyconen lieten er weinig twijfel over bestaan: de Britten zullen chloorkippen moeten accepteren, en de National Health Service gaat er aan, dus die 350 miljoen per week die Boris daarvoor bij een Brexit beloofde kunnen de Britten vergeten. Multimiljonairs als Farage en feodale landlords als Rees-Mogg, die met een ultra-neoliberale piratenstaat voor de Europese kust terug willen naar (pre-)Victoriaanse sociale verhoudingen laat het koud dat veel gewone Britten zo in armoede gestort zal worden.
Maar het zou zelfs de meest overtuigde Brexiteer bij Labour aan het denken moeten zetten, als dát met een Tory No-Deal-Brexit in de praktijk het alternatief voor het ongeliefde Brussel vormt. En Johnson is als geen ander geknipt om dan opnieuw zijn steven te wenden en de kiezers te vertellen dat hij hen helaas belogen heeft, en er geen serieus alternatief voor de Maydeal bestaat, behalve Remain.

Thomas von der Dunk, 24 juni 2019

Europese BewegingBrussel moet Boris straks als een betonblok laten zinken
read more

Rule of Law, Europese verworvenheden en uitdagingen aangaande de rechtsstaat door Arnout Brussaard

4 juni sprak Arnout Brussaard tijdens de EBN meet-up over een nieuw sociaal contract voor Europa over de Rule of Law, de Europese verworvenheden en uitdagingen aangaande de rechtsstaat. Hier kunt u zijn volledige toelichting lezen over de rechtsstatelijke ontwikkelingen in de Europese Unie.

Europese BewegingRule of Law, Europese verworvenheden en uitdagingen aangaande de rechtsstaat door Arnout Brussaard
read more

Europese verkiezingen: geen triomfantalisme, wel hoop

Geen triomfantalisme, gelukkig, wel hoop. Dat is wat spreekt uit de eerste reacties op de exitpolls van de Nederlandse stem in de Europese verkiezingen. De Europese Beweging is blij met de constructieve, realistische grondhouding die uit veel van de uitgebrachte stemmen lijkt te spreken. Dank aan iedereen die is gaan stemmen.

De uitslag geeft nieuwe lucht, schept verwachtingen, maar ook de dure plicht die waar te maken. Want één ding is zeker: Om Europa te laten werken voor mensen is het alle hens aan dek.

De Nederlandse eurodelegaties vormen een klein doch vitaal deel van het Europees Parlement (26 van nu nog 751 leden). Het Nederlandse signaal dat we gezamenlijk moeten werken aan Europa is zeer welkom. Hervormingen zullen nodig zijn, sociaal en ecologisch, niet een beetje maar ambitieus. Met het oog op de toekomst gericht. Dit signaal is in de ons omringende landen met grote belangstelling opgevangen, hopelijk heeft het positieve echo’s elders. Want het is geen gelopen race.

Zondag horen we meer bij de definitieve uitslag van deze verkiezingen. We hopen dat veel Europeanen hun stem zullen laten horen. En noteer alvast het EBN Actualiteitendebat ‘Een Nieuwe Sociaal Contract voor Europa’, op 4 juni, 17-19 uur in Internationaal Perscentrum Nieuwspoort.

 

Europese BewegingEuropese verkiezingen: geen triomfantalisme, wel hoop
read more

Europa.Nu.Gewoon.Doen

De Europese verkiezingen zijn aanstaande. De weken staan bol van Europa-debatten van klassiek formaat: lijsttrekkers kruisen de degens, spitzenkandidaten zetten hun pitch, stemwijzers worden gelanceerd en bekritiseerd, thematische panels (van financiën tot farma) trekken zalen met geïnteresseerden. Grote beloften scheren over tafel, men vangt elkaar vliegen af. Het maakt allemaal deel uit van het bekende politieke spel en de strijd om de 751 (of na de eventuele brexit 705) Europese zetels, waarvan Nederlandse Europarlementariërs er 26 (of 29 na brexit) zullen gaan innemen.

In Nederland zien we geen grote verkiezingskoorts. De aantallen van vijf miljoen Nederlandse kijkers die inzoomen op het Eurovisie Songfestival (waarin zelfs Australië een Europese speler blijkt) worden door de Europese verkiezingsdebatten bij lange na niet gehaald.

Toch zijn dit cruciale verkiezingen voor onze gezamenlijke toekomst en is het hoog tijd de hand aan de ploeg te slaan. Politieke peilers vrezen dat de opkomst op 23 mei laag zal uitpakken en dat een derde van de kiezers in Europa zal gaan voor Eurosceptische of -nihilistische partijen. In de ogen van die kiezers staat ‘Europa’ voor een waaier aan narigheid: kapitalistische machtsconcentraties, sociaaleconomische ongelijkheden, gevoelens van identiteits- en soevereiniteitsverlies, abstracte bureaucratieën zonder soul of begrip voor de dagelijkse sores van velen, foute regels, niet meer meetellen, niets meer voorstellen. En Europa zou te veel ‘indringers’ toelaten, die dit alles alleen maar ‘erger’ maken, en ‘onze waarden’ (die vaak vaag en vooral inconsistent worden gedefinieerd) fundamenteel aantasten. We zien een cocktail van onvrede, deels gebaseerd op heel reële problemen, maar gemengd met een forse dosis angst en desinformatie. En vooral een gebrek aan gevoel dat men er zelf bij is, zelf grip op de zaak heeft, zelf iets kan doen. En dus gaan drommen mensen voor het grote NJET.

In zo’n klimaat van argwaan en ergernis worden verkiezingsslogans al snel hol en ongeloofwaardig, omdat al te vrolijke teksten de onderstromen van onbehagen niet adresseren en het gevoel ‘Europa zijn We Zelf’ niet echt voeden. Dat te doen vraagt een ander soort inspanning, en misschien wel minder verkiezingsretoriek.

Er is echter, ondanks de globale grimmigheid, ook veel goed nieuws. Gek genoeg juist ook in Europa, dat oude continent dat zoveel dingen door schade en schande heeft geleerd, en – dat vergeten we wel eens – voor hetere vuren heeft gestaan. Er zijn namelijk heel veel gewone mensen, die de Europese hervormingen al lang ter hand hebben genomen, zonder daarbij driftig met Europa-vlaggen te zwaaien. Waar zit op dit moment die winst?

Ten eerste: thematisch. De consensus neemt toe over wat de grote thema’s zijn, in onze wereld en op ons continent. De meeste mensen zien klimaat en bescherming van onze planeet en de noodzaak van een meer duurzame economie; het tegengaan van monopolies, machtsconcentraties en uitbuiting; het bevorderen van nieuwe vormen van bestaanszekerheid en veiligheid, sociale zekerheid en werk; en het scheppen van nieuwe inhoud voor humanisme en nieuwe democratie als hoofdonderwerpen. Een betere behandeling van deze thema’s en daarin investeren zal fenomenen als sociale uitsluiting, geweld om te overleven en gedwongen migratie kunnen verminderen, zo is de redenering. En daar zijn heel veel mensen in Europa dus nu al mee bezig.

Ten tweede: reële vermeerdering van praktische alternatieven. De mogelijkheden nemen hand over hand toe om op alle genoemde uitdagingen zelf ook constructieve bijdragen te leveren. Het loont echt om meer energie te steken in wat er al kan, in plaats van te zwelgen in haat, nijd en onmogelijkheden. Zo zijn er steeds betere technologieën die helpen, in communicatie, verbinding, ondersteuning van mensen. Op veel plekken zoeken groepen mensen weer naar de menselijke maat, maar nu op een eigentijdse wijze. Een groeiend aantal mensen omarmt meer duurzame, socialere leefvormen. Er zijn slimme betrokken netwerken van mensen die verspilling van publiek geld en corruptie systematisch aan de kaak stellen en zo een betere basis scheppen voor de publieke zaak, eerlijker omgaan met publieke middelen en pogingen steunen publiek vertrouwen te herwinnen. En de lijst van positieve inzet groeit en gaat verder. Wie een beetje rondkijkt kan talloze verbanden vinden waar men een positieve maatschappelijke bijdrage kan leveren aan de noodzakelijke maatschappelijke transities. Het is een kwestie van doen!

Ten derde: de toename van nieuwe dwarsverbanden. Tussen de verschillende constructieve maatschappelijke krachten worden steeds meer dwarsverbanden en onderlinge relaties ontwikkeld. Men spreekt met elkaar, zoekt elkaar op, men werkt samen, deelt kennis. Bijvoorbeeld in nieuwe serieuze mediacollectieven, die vanuit verschillende expertise diverse nieuwsfeiten bundelen en analyseren om dichter bij de realiteit en waarheid te komen. Of in de Europese commons movement, waar allerlei lokale initiatieven voor lokale verbetering elkaar treffen en praktijkvoorbeelden uitwisselen. Mensen ontworstelen zich actief aan de rat races die het maatschappelijk verkeer soms lijken te beheersen, en mensen uit elkaar spelen. Mensen uit oost en west, noord en zuid Europa. Jong en oud… Kunstenaars en creatieven (musici, theatermakers, schrijvers, ontwerpers etc.) blijken hier vaak onontbeerlijk. Ze houden ons een spiegel voor, slaan bruggen, doorbreken barrières, verzinnen nieuwe wegen.

Het is geen dag te vroeg om deze constructieve agenda’s, die zich op allerlei plekken ontvouwen in de Europese arena, nog veel meer op de voorgrond te plaatsen en ruimhartig te omarmen: met een scherp focus op de echte uitdagingen in plaats van ons te laten vangen in incidenten en bijzaken; met een goed gebruik van de nieuwe mogelijkheden, en met actieve inzet voor het uitbouwen van dwarsverbanden tussen constructieve krachten.

Dit is geen oproep tot naïviteit of roze visioenen. Wees bewust van de grimmigheid, alle reële dreigingen en onrecht, maar zwelg er niet in. Er zijn alternatieven, vaak al lang in de maak.

De EBN staat nu al jaren voor dit perspectief. Ons motto is kort en goed: Europa zijn we zelf. Europa moet je doen. Dus Nu. Gewoon. Doen!

Godelieve van Heteren, Mark Zellenrath, Laura Fruhmann, namens het EBN-bestuur

Europese BewegingEuropa.Nu.Gewoon.Doen
read more

In memoriam Hans van Borselen (1946-2019), erelid van de EBN

Ruwe bolster, blanke pit. Zeer betrokken. Uiterst loyaal aan het Europa dicht bij huis, het Europa van regio’s. Zo zullen vele EBN leden zich ons oud-Bestuurslid en EBN-erelid Hans van Borselen blijven herinneren, die op 15 mei jl. Is in Oldeberkoop, Friesland is overleden.  Hans kampte al enige tijd met zijn gezondheid. Hij is 72 jaar geworden.

Geboren in 1946 in Rotterdam, vlak na de oorlog, stond voor Hans buiten kijf dat alleen door diepere samenwerking in Europa nieuwe oorlogen en geweld konden worden voorkomen. Hans was daarbij geen man van vrij-zwevende discussies. Hij stond voor grote politieke betrokkenheid en stug ploegen aan de Europese zaak, gericht op concrete samenwerking, en met een stevig focus op de regio. Daarbij had Hans een groot gevoel van basale rechtvaardigheid, tussen mensen en tussen delen van Europa.

Zijn studie Algemene Politieke en Sociale Wetenschappen aan de UvA en jarenlange werk in de brede welzijnssector droegen daar zeker aan bij. Hans was werkzaam als opbouwwerker in Rotterdam, als directeur maatschappelijk Advies en Informatiebureau in diezelfde stad, als coördinator welzijnsplanning en loco-secretaris in de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek en als directeur Welzijn, Onderwijs, Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Ooststellingwerf van 1989 tot 2004. Zijn werkzaam leven gaf Hans breed praktisch en bestuurlijk inzicht in het belang van ‘lokale bedding en opbouw’. Deze rijke ervaring bracht hij mee in zijn Europa passie, en klonk ook door in zijn werk als adviseur van gemeenten op het terrein van EU-beleid en subsidies.

Zo hield hij de EBN bij de les. Hij was de oprichter van het EU-Netwerk Noord-Nederland, dat vanaf oktober 2010 goed van start ging en waarin de Europese Beweging Nederland, Europe Direct, de Europese Commissie en LTO Noord samenwerken, met lokale media als de Leeuwarder Courant. Hans bouwde daarin de relaties uit met lokale collega’s, met regionale dagbladen, met scholen. Europa moet je doen!

Twee citaten uit een artikel uit 2012 voor het Friesch Dagblad tekenen Hans ten voeten uit:

“Het is volstrekt terecht dat ons land een nettobetaler van de EU blijft uit solidariteit met het arme deel van Europa. Wij zijn na Luxemburg de welvarendste natie in Europa. De Haagse rekenmeesters moeten zich afvragen welke prijs Nederland zou betalen voor nog meer korting op de afdracht aan Brussel.  Minder afdracht van Den Haag aan Brussel betekent feitelijk: meer bezuinigingen op de provincies. Want die gaan dan vanaf 2013 minder ontvangen voor hun landbouw, plattelandsbeleid en regionaal beleid.”

“Het is merkwaardig dat Den Haag minder vertrouwen in de regio’s lijkt te hebben dan Brussel. De kansen op groei zijn in de regio’s juist groter dan in de overvolle Randstad. Nederland kan op het terrein van innovatie maar amper meekomen in de Europese klas. Die innovatie komt op regionaal niveau beter op gang. Dit blijkt uit de Noordelijke plannen voor energie, water, landbouw, sensortechnologie en gezond oud worden, die goed passen in de EU2020-strategie voor ‘groene groei’. De Europese Commissie lijkt dan ook meer vertrouwen te hebben in de Nederlandse regio ’s dan in de snode plannen van Den Haag.”

Bij gelegenheid van de toekenning van het EBN Erelidmaatschap in zomer 2016 verscheen een uitgebreid interview met Hans, getiteld “Revitalisering van Europa start in de regio”.

(https://europesebeweging.nl/revitalisering-van-europa-start-in-de-regio/), waarin ook zijn loopbaan is opgenomen.

We gedenken Hans als EBN in grote dankbaarheid. Wij hopen dat hij nu moge rusten in vrede!

Het EBN bestuur.

Europese BewegingIn memoriam Hans van Borselen (1946-2019), erelid van de EBN
read more

De verkiezingen: een strijd tussen pro- en anti-Europa? Column door Thomas von der Dunk

Hoe democratisch willen Europese politici de Europese Unie eigenlijk hebben? Die vraag is opnieuw actueel, met de Europese Verkiezingen voor de deur, die door de pro-Europese onder hen tot de belangrijkste in decennia zijn uitgeroepen, omdat de Eurosceptische populisten overal in opmars zijn. Het is volgens sommigen erop of eronder – maar of dat besef ook bij de kiezer in die mate aanwezig is dat dat de sinds jaren gestaag dalende opkomst bevordert, is de vraag.

Winst ten opzichte van eerdere Europese verkiezingen is in elk geval dat het minder koekoek-eenzang is. Decennia lang droegen de campagnes van de grootste partijen sterk een gelijkvormig karakter: de lijsttrekkers gedroegen zich niet zozeer als politici die zich duidelijk ten opzichte van elkaar onderscheidden, maar als bekwame bestuurders die samen de kiezer over het belang van Europa kwamen voorlichten. Die kiezer die dat onderschreef had reeds het licht gezien, degene die dat niet deed, had het gewoon nog niet helemaal begrepen. Onderlinge verschillen tússen de partijen sneeuwden onder. Twee factoren hebben dat nu gelukkig enigszins ten goede veranderd.

De eerste factor is die van de Spitzenkandidaten. Dat brengt enerzijds de nationale leden van de Europese partijenfamilies dichter bij elkaar: het versterkt het Europese karakter van de verkiezingen, waar die voorheen meer een optelsom van nationale opiniepeilingen vormden – terwijl, bijvoorbeeld, bij de vorige van 2014, de liberalen in Nederland goed scoorden, werden zij in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland geheel weggevaagd. Niet omdat de kiezer met hun Europese koers (on)tevreden was, maar omdat dat voor de afzonderlijke nationale gold. Het is een illusie om te menen dat dat nu eensklaps niet meer het geval zal zijn, maar een accentverschuiving in de goede richting is het wel: omdat Europese verkiezingen over Europese kwesties moeten gaan – en niet over nationale, ongeacht de vraag hoeveel en welke vraagstukken Europese dienen te zijn.

En anderzijds versterken de Spitzenkandidaten de wenselijke politisering van de verkiezingen: het besef dat het ook in Brussel om keuzes tussen politieke alternatieven gaat, en niet om een soort ‘neutraal’ management van ongekozen technocraten. Dat is ook voor de Europese politici zelf even wennen. De bedoeling is immers dat, net als op nationaal niveau, de verkiezingsuitslag herkenbare consequenties heeft voor de personele samenstelling van de Europese Commissie: de winnaar – van de grootste partij of van de grootste coalitie – moet voorzitter worden. Dat is de inzet.

Het is een inzet die door de nationale regeringsleiders niet wordt gewaardeerd: die willen zich het ‘recht’ om de samenstelling van de Europese Commissie in de achterkamertjes te regelen niet laten ontnemen. Zij roepen weliswaar heel hard dat de Europese Verkiezingen uit democratisch oogpunt zeer belangrijk zijn, maar doen er tegelijk alles aan om de democratische relevantie ervan uit te hollen. Op nationaal niveau democratisch opererend, maken zij dat op internationaal niveau bewust onmogelijk, waarmee de rol van de Europese volksvertegenwoordiging de facto wordt uitgehold. Nogmaals: dit staat los van de vraag of je op Europees niveau als zodanig veel of weinig regelt.

Wat de nationale regeringsleiders voorstaan is in feite een ondemocratisch Europees bestuur, waarbij de rol van het Europese parlement als wetgevende en controlerende macht een zeer beperkte blijft. Een Europees bestuur dat niet op basis van de Europese verkiezingsuitslag wordt samengesteld, maar bijna uitsluitend op basis van nationale vertegenwoordiging: alsof bij de verdeling van de Nederlandse ministersposten elke provincie er eentje krijgen moet.

Die praktijk in Brussel leidde jarenlang tot drie dingen aan de relevantie van Europese verkiezingen afbreuk deden: een vast kartel van partijen dat altijd samen de dienst uitmaakte, een gebrek aan helder programma van het door hen gevormde bestuur (waar de kiezer zich dus voor of tegen zou kunnen uitspreken) en, in samenhang daarmee, een gebrek aan parlementaire oppositie.

Ja, die laatste was er wel, maar bestond hoofdzakelijk uit degenen die de EU als zodanig niet zagen zitten – en dus door het regerende ‘partijkartel’ als destructief konden worden weggezet. Dat versterkte de bipolariteit: de reductie van de verkiezingen tot een keuze tussen serieuze voorstanders en niet serieus te nemen tegenstanders van de EU. Het paradoxale is – en dat is de tweede factor dat het politieke karakter van de verkiezingen versterkt – dat juist de opkomst van de populisten de pro-Europese partijen dwingt meer om hun onderliggende verschillen duidelijk te maken. ‘Voor Europa’: fijn – maar voor wat voor Europa? Dat wordt door het systeem van Spuitzenkandidaten in de hand gewerkt.

Er dreigde overigens eerst een omgekeerd effect, en zeker is – gezien bijvoorbeeld de gang van zaken bij het Maastrichtse verkiezingsdebat – dat gevaar nog niet verdwenen: dat het alleen een slag tussen pro-Europeanen en anti-Europeanen wordt. Dat is waar Macrons En Marche op inzet, en waar ook de insteek van Volt op neerkomt: Europeesgezinde ruimdenkende kosmopolieten versus bekrompen provinciaalse bangerikken. Het is de Europese variant van de Amerikaanse cultural wars, met D66 en PVV als de natuurlijke tegenpolen.

Essentiële sociaal-economische machts- en verdelingsvraagstukken worden zo buiten politieke haakjes geplaatst, alsof de huidige neoliberale orde van God gegeven is. Het gevolg daarvan is dat de groeiende ontevredenheid met de uitkomsten van die orde zich in een proteststem op anti-Europese partijen vertaalt, omdat geen van de gevestigde pro-Europese partijen door de apolitieke samenstelling van de Commissie op dit vlak een duidelijk alternatief kon bieden.

Thomas von der Dunk, 13 mei 2019

Europese BewegingDe verkiezingen: een strijd tussen pro- en anti-Europa? Column door Thomas von der Dunk
read more

Zullen straks ook in Europa ’the Noes have it’?

Het was een merkwaardig feestje een paar weken geleden: de bijeenkomst bij gelegenheid van het zeventigjarige bestaan van de NAVO. Ofschoon het ledental gestaag groeiende is – iets wat voor de meeste verenigingen toch reden tot vreugde zou zijn – was de sfeer niet al te best. En het belangrijkste lid, waarop de club decennialang dreef, zagen de anderen ditmaal eigenlijk liever niet komen, uit vrees dat het onappetijtelijke taal zou uitslaan.

Donald Trump is immers de eerste Amerikaanse president die openlijk zijn twijfel aan het Noord-Atlantisch bondgenootschap ten toon heeft gespreid. Vooral kort na zijn aantreden, maar er bestaat nog steeds twijfel of zijn twijfel van toen wel helemaal verdwenen is. Niet alleen door meermalen vraagtekens te zetten bij de grondslag dat de leden elkaar zullen verdedigen – zoals in het geval van Montenegro, ‘een land verweg waarvan wij weinig weten’, om met Neville Chamberlain anno 1938 inzake Tsjechoslowakije te spreken.

Of door de Amerikaanse bereidwilligheid daartoe in afzonderlijke gevallen geheel afhankelijk te (dreigen) maken van de financiële bijdrage van de desbetreffende lidstaat, waarbij hij, getuige zijn voortdurende gescherm met handelsoorlogen op basis van zijn electorale America-First-principe, de korte-termijns-economische en lange-termijns-militaire belangen van de Verenigde Staten geheel in elkaar laat overvloeien.

Ook doordat hij zich, zelf een nationalistisch populist met autoritaire trekken, duidelijk meer thuis lijkt te voelen bij nationalistische autocraten als Poetin en Bolsonaro dan bij de herhaaldelijk door hem geschoffeerde democraten Theresa May en Angela Merkel, nog afgezien van zijn evidente misogynie, die hij zowel met deze autocraten als met hun bewonderaars binnen Europa deelt, tot Victor Orban en Thierry Baudet toe. Ook heeft Trump, vermoedelijk mede vanwege die instinctieve zielsverwantschap, al tenminste één keer openlijk meer waarde gehecht aan de verzekering van Poetin dan aan de informatie van zijn eigen inlichtingendiensten.

Maar niet alleen worstelt de NAVO, die dankzij de toenemende assertiviteit, zo niet agressiviteit van het Kremlin, inmiddels toch weer over een duidelijke tegenstander en dus bestaansreden beschikt, met een groeiende tegenstelling tussen Amerika en Europa, nu China steeds meer als de grote tegenstrever wordt gezien. Ook binnen Europa is het steeds moeilijker om tot één lijn naar buiten te komen, mede omdat het ook steeds moeilijker is om tot één lijn naar binnen te komen, bijvoorbeeld waar het de democratische waarden als grondslag van zowel de NAVO als de EU betreft. Denk voor het eerste bijvoorbeeld aan Erdogans Turkije, ook al lijkt zijn almachtsfantasie met het verlies van Ankara en Istanbul bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen een duchtige knauw te hebben gekregen.

Hoezeer er ook nog landen zijn die staan te dringen om toe te mogen treden – naast die op de westelijke Balkan ook Oekraïne, dat heeft ook de nieuwe president Zelensky benadrukt – staat de interne samenhang steeds verder onder druk. Op het gebied van de rechtsstatelijkheid slaagt Frans Timmermans er niet in om een steeds verder ontsporend Polen en Hongarije tot een wezenlijke koerswijziging te dwingen, omdat beide landen elkaar de hand boven het hoofd houden, daarin ook steeds meer steun vindend bij de inmiddels Europabrede nationalistische beweging, die inmiddels eveneens in Rome sterk de toon is gaan zetten.

Er wordt zo aan alle kanten aan de Europese Unie getrokken, misschien wel meer dan ooit. Nee: bijna niemand wil er inmiddels meer uit – het Brexit-drama heeft inmiddels zelfs Baudet, voor wie meedoen aan Brussel jarenlang gelijkstond aan de Ondergang van de Boreale Beschaving, tot binnensmonds gemompel over eventuele een Nexit gedwongen. Je krijgt – en daar is toch wel wat voor nodig – nog bijna met Derk Jan Eppink te doen, die als columnist altijd rechtlijnig kon zijn, maar zich nu als Europees lijsttrekker in vele kronkels zal moeten wringen.

Maar de Brexit werkt wel in Brussel verlammend, en zuigt er alle energie op. Wat het eerste betreft: wie gelooft dat Westminster er, na drie mislukte stemmingen, binnen een maand wèl uit is, en daarmee ook bijtijds de unie uit is, is een rasoptimist. Wat nu dreigt is dat Britse deelname aan de Europese verkiezingen tot een monsterzege van boze Brexiteers leidt, die er vervolgens van alles aan zullen doen om Brussel van binnenuit te verlammen – Nigel Farage heeft er al mee gedreigd. En wat als May ten val komt voor Londen de unie verlaat? Is de laatste dan wel Boris-proof?

Door deze al drie jaar voortetterende tragikomedie, die door zijn uitzichtloosheid – The noes have it, the noes have it, werkelijk geen enkel voorstel leidde in het Lagerhuis de afgelopen maanden tot een meerderheid voor een ja – – het morele failliet van de Britse democratie illustreert, kan Brussel onvoldoende aandacht aan de grote externe uitdagingen besteden. En dat zijn er minstens drie.

Ten eerste China, dat er met zijn Zijderoute in slaagt om de facto steeds meer landen uit het Europese blok los te weken, en daardoor een eensgezind optreden tegenover China steeds vaker onmogelijk maakt. Ten tweede Rusland, dat inzake de Krim en de Donbass geen sjoege geeft, en zo een formele toenadering van Oekraïne tot Europa belemmert, omdat nieuwe leden geen grensproblemen met zich mee mogen nemen. Ten derde de instabiliteit in de Arabische wereld, waar het nu in Algerije, Libië en Soedan gist. Dat het relatieve succes van Tunesië ook elders navolging krijgt, is een evident Europees belang, al was het maar met het oog op anders dreigende nieuwe vluchtelingenstromen, die de belangrijkste grondstof voor de anti-Europese populisten in Europa vormen.

Thomas von der Dunk, 24 april 2019

Europese BewegingZullen straks ook in Europa ’the Noes have it’?
read more

Rome heeft helaas meer gelijk dan Parijs lief is. Column door Thomas von der Dunk

Italië heeft veel aan Frankrijk te danken. Het omgekeerde is ook zo – op cultureel gebied. Vanaf de renaissance werden regelmatig grote Italiaanse kunstenaars binnengehaald, van Leonardo da Vinci tot Bernini. Hoewel men er tijdens het Grand Siècle van de Zonnekoning vanuit ging dat Parijs inmiddels het nieuwe Rome was, bleef een reis naar het oude Rome voor het aankomend talent aan de Académie des Beaux-Arts tot in de dagen van Napoleon III verplicht.

Italië dankt, omgekeerd, mede aan Frankrijk zijn politieke bestaan. In ruil voor Nice en Savoye heeft Napoleon III zich achter de Italiaanse eenwording geschaard. Aan het Franse voorbeeld dankte Italië vervolgens ook sterk zijn politieke systeem. Anders dan het nieuwe federatieve Duitse Keizerrijk, werd het nieuwe Italië een centralistische eenheidsstaat. Waar Pruisen en de andere Duitse vorstendommen in 1871 bleven voortbestaan, en het keizerschap slechts als koepel fungeerde, veegde Piemonte de Italiaanse concurrentie van de kaart, totdat, met de reductie van de Kerkelijke Staat tot het Vaticaan, de hoofdstad van het verenigde Italië van Turijn – na een tussenstop in Florence – naar Rome werd verplaatst.

In staatkundig opzicht zijn de verschillen inmiddels groter. Italië is serieus werk gaan maken van binnenlandse decentralisatie, resulterend in vergaande autonomie voor vijf afwijkende regio’s, het Aostadal (‘Frans’), Zuid-Tirol (‘Oostenrijks’), Friuli (‘Furlaans’) en die twee rare eilanden Sardinië en Sicilië, die zich evenmin gewoon als ‘Italië’ beschouwen. Nu is dàt een verschijnsel dat zich ook in de rest van het land veelvuldig voordoet – denk aan de Lega (Nord), die (ooit) een onafhankelijk Padanië voorstond. Roma ladrona – ‘Rome de dief’: dat is een sentiment t.o.v. de eigen hoofdstad dat maar in weinig andere landen zo breed wordt gedeeld. Nog steeds geldt, anderhalve eeuw na de eenwording, het fameuze dictum van Cavour: “Eindelijk hebben we Italië – nu graag ook nog Italianen”.

In dat opzicht is het verschil met Frankrijk groot. Dat houdt de facto nog stug aan de eenheidsstaat vast. Van serieuze decentralisatie is geen sprake, en waar die in Zuid-Tirol een einde maakte aan ooit zelfs tot bomaanslagen leidende onvrede, is het tekort aan francofilie op Corsica echt nog steeds niet opgelost. In het historische museum in Corte, een plaatsje midden op het eiland, wordt zodoende ongegeneerd gesproken van tweehonderdvijftig jaar Franse bezetting, zoals ik in de zomer van 2017 met eigen ogen kon constateren.

Na de Tweede Wereldoorlog vonden beide landen elkaar binnen de nieuwe EEG relatief makkelijk, vanwege hun gedeelde rekkelijke ‘romaanse’ mentaliteit. Parijs wil binnen Europa de brug tussen noord en zuid vormen, en dat vertaalt zich in minder hekel aan protectionisme en meer hekel aan monetair fetisjisme. Het werpt zich, met steun van de andere romaanse landen, vandaag op als voorstander van een transferunie, waar de meeste germaanse landen niets van willen weten.

Maar waar Parijs en Rome vanouds bondgenoten zijn, staan zij nu tegenover elkaar. In Parijs zetelt met Macron een neoliberale internationalist bij uitstek, in Rome zijn met Salvini en Di Maio twee antiliberale populisten aan de macht. Dat leidt regelmatig tot aanvaringen. Zoals het populisten betaamt, vermeien die zich niet nodeloos met de conventies van fijnbesnaardheid in het diplomatieke verkeer. Zij hebben openlijk hun steun uitgesproken aan de Gele Hesjes die het Élysée zoveel hoofdbrekens bezorgen. Di Maio deed dat vorige week zelfs in Orléans, terwijl Salvini een dag later de hoop uitsprak dat de Fransen “zich zouden bevrijden van een heel slechte president”, die “tegen zijn volk regeert”. Dat was meteen goed voor een rel: Parijs heeft zijn ambassadeur in Rome teruggeroepen.

Een dergelijke openlijke inmenging in de binnenlandse politiek van bevriende landen – waar overigens ook de Grote Populist in Washington niet vies van is – is inderdaad ongehoord, en maakt de formele Franse reactie onvermijdelijk en terecht. Daarbij meent Parijs met reden dat die aanvallen op Macron mede door electorale motieven zijn ingegeven, vanwege de komende Europese verkiezingen.

Maar waar de Franse regering in zo’n geval wel een streep moet trekken, geldt dat voor een commentator niet. En dan moet die toch constateren dat Salvini en Di Maio inhoudelijk met hun kritiek niet gehéél ongelijk hebben. Dat gold ook voor hun evenmin in dank afgenomen opmerkingen over de niet van neokoloniale trekken gespeende Franse Afrikapolitiek. Premier Conte deed het even later in Brussel nog eens dunnetjes over: de hele EU is verworden tot een oligarchisch systeem dat de burgers economisch in de kou laat staan. En speciaal Macron heeft in dat opzicht thuis een gigantisch geloofwaardigheidsprobleem. Dat, zoals Di Maio het formuleerde, “de wind van verandering de Alpen is overgewaaid”, laat zich, hoe onvriendelijk het vast ook is om dat over een andere regeringsleider te zeggen, gezien de permanente protesten in Frankrijk niet helemaal ontkennen.

Daarbij komt dat juist Macron eerder zelf tegenover Rome nogal hoog van de toren geblazen heeft. Toen Rome in juni het aanmeren van een vluchtelingenboot verbood, verweet Macron de Italianen “cynisme en onverantwoordelijkheid”. Dat was, zoals Rome reposteerde, tamelijk hypocriet – Italië vangt al jarenlang (samen met Griekenland, en inmiddels ook Spanje) de bulk van de vluchtelingen op, terwijl Frankrijk ze bij Ventimiglia ijskoud allemaal tegenhoudt.

Er bestaat terecht kritiek op het nul-asylzoekers-beleid van Boedapest, maar bijna alle Europese hoofdsteden wentelen deze last met een beroep op ‘Dublin’ op de mediterrane landen af – Nederland inclusief. Niet alleen Parijs, ook Den Haag blijft, als het om het nakomen van toezeggingen over opvang gaat, uit angst voor eigen populisten totaal in gebreke, en dat maakt de noordelijke kritiek op de Italiaanse populisten onwaarachtig en Dublin op den duur onhoudbaar.

Thomas von der Dunk, 12 februari 2019

Europese BewegingRome heeft helaas meer gelijk dan Parijs lief is. Column door Thomas von der Dunk
read more