Uncategorized

WEEGT RUTTES CARRIERE ZWAARDER DAN ONZE VEILIGHEID?

   Ja, dit is een stevige kop, dat zal ik niet ontkennen. Maar die vraag moet, op grond van een combinatie van enkele ontwikkelingen de laatste tijd, toch echt gesteld worden. En dat betreft het Nederlandse Israëlbeleid.

   Vanouds staat Nederland om allerlei reden in extreme mate aan Israëlische zijde. Dat heeft gaat deels terug op de oude calvinistische oriëntatie op het Oude Testament – katholieken hebben daar veel minder mee – en daarmee zelfidentificatie met het joodse volk; al de Nederlandse Republiek beschouwde zichzelf als een tweede Israël, met Willem van Oranje als een soort nieuwe Mozes. In combinatie met de schuldgevoelens over de Shoah leidt dat tot vandaag in deze kring tot een vergaande mate van kritiekloosheid.

   Daarbij komt het verwantschapsgevoel met een ander klein dapper volk dat toch maar ‘uit het niets’ ondanks de vele vijandige buren (tja, hoe zou dat komen?) in ‘de woestijn’ een heel nieuw, welvarend land had opgebouwd, een soort Flevoland in het groot. Er waren ook veel Nederlandse joden naar het nieuwe Israël geëmigreerd, zodat er de nodige familiebanden met het oude vaderland bestonden; dat helpt bij zulke identificatie met de ander ook. En ter linkerzijde bestond lang het idee dat ginds met de kibboetsen een socialistische heilstaat werd opgebouwd.

   De keerzijde van het Israëlische succesverhaal – niet de Shoah, maar de Nakbah – werd niet gezien of bewust genegeerd. Een onderhuids negatief beeld van ‘de Arabier’, achterlijk en onbetrouwbaar, en ook nog eens in allerlei rare oosterse doeken en gewaden gehuld – mede via Amerika door decennia van clichématige Hollywoodfilms gevoed – droeg daar sterk aan bij. En de familiecontacten, die de Israëlische zienswijze ook hier ingang deden vinden, ontbraken; in dat opzicht hebben Arabische immigranten mede het beeld doen kantelen.

   Het beeld – niet het beleid. Dat is, ondanks de Israëlische bezettings- en bevolkingspolitiek op de Westbank, de facto nog niet echt gekanteld. Ook al kijkt een groot deel van de Nederlandse bevolking – autochtoon zo goed als allochtoon – er inmiddels anders tegenaan: het officiële beleid blijft haperen in wat ik maar even de Uri Rosenthal-groef van de Nederlandse Middenoosten-Langspeelplaat noem. Die weigerde naar het schijnt als minister van Buitenlandse Zaken zelfs enig bericht van zijn ambtenaren te lezen, waarin iets negatiefs over Israël stond.

   Na 7 oktober schaarde Rutte zich onverkort en onvoorwaardelijk achter Israël. We kregen weer de hele vaste riedel over haar recht op zelfverdediging te horen (de Palestijnen hebben dat kennelijk niet als het de kolonistenterreur betreft) in combinatie met de even vaste gratuite bezwering dat er straks natuurlijk wel ook voor de Palestijnen een politieke oplossing gevonden moest worden, iets waarvoor Nederland zich nooit écht hard heeft durven maken door dit puur van de (ontbrekende) Israëlische goodwill af te laten hangen.

   Waar andere Europese landen – met uitzondering van het door zijn verleden gegijzelde Duitsland – snel kritischer werden, bleef Nederland aan haar blinde steun vasthouden, in de lijn van Washington. Dat het bij de Hamas-pogrom vermoorde aantal Israëli’s intussen al tot een twintigvoud aan Palestijnse terreurbombardementsslachtoffers heeft geleid, was voor een land dat graag met het internationaal recht schermt, geen reden om een algemeen gedragen VN-oproep tot een staakt het vuren te steunen. Tot verbijstering van ieder weldenkend mens onthield Nederland zich van stemming, en naar het schijnt zou Rutte zelfs het liefst hebben tegengestemd (!), als hij niet nog met D66 rekening had moeten houden.

   Intussen maakt Nederland zich medeplichtig door gewoon onderdelen voor Israëlisch wapentuig te blijven leveren; ook wil het nog steeds niets weten van een boycot van producten uit de illegale nederzettingen – voorstanders daarvan worden stelselmatig verdacht gemaakt. De officiële ‘ontmoedigingspolitiek’, zo maakte een uitstekend stuk van Mandula van den Berg in de NRC afgelopen donderdag duidelijk, is niet meer dan een rookgordijn, waarachter de regering bedrijven bewust de vrije hand laat door gewoon weg te kijken.

   In hoeverre vloeit dit puur uit eigen overtuiging voort? Of spelen er ook andere motieven? Ruttes ambities, zo is inmiddels duidelijk, reiken verder dan het Torentje. Onthullend, en nu kom ik op het punt waarmee ik begon, is een stuk van Steven Derix in de NRC van 20 december, vanwege de benoeming van Geoffrey van Leeuwen tot interim-minister van Buitenlandse Handel, die, buiten zijn portefeuille om, het Gaza-beleid naar zich toetrekt: jarenlang Ruttes veiligheidsadviseur en fervent pleitbezorger van Israël. Zelf telefoneerde Rutte al vele malen met ‘vriend’ Netanyahu.

   Derix schreef: “Voor de demissionaire premier, die heeft laten weten dat hij graag de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO wordt, is het een kans om zijn internationale profiel verder te versterken. Daarbij mag Nederland onder geen beding afwijken van de Amerikaanse lijn”: vandaar dat Den Haag, ongeacht de op een hongerwinter uitlopende humanitaire catastrofe in de Gazastrook, niet voor een wapenstilstand wil pleiten. En het verklaart vast ook dat Nederland als enige EU-land meedeed aan de zinloze militaire exercitie tegen de Houthi’s eervorige week.

   Als dat inderdaad deels de reden is, dan worden de Palestijnen dus opgeofferd aan Ruttes ambities. Sterker: omdat de sinds 2023 moeizaam buiten het Westen bijeengesprokkelde steun voor Oekraïne als gevolg van de nu betoonde westerse hypocrisie – wel tien jaar illegale bezetting van de Krim veroordelen, een halve eeuw illegale bezetting van de Westbank negeren – implodeert, wordt daarmee ook onze eigen veiligheid in gevaar gebracht. Want dat Oekraïne de slag wint is voor het voortbestaan van Europa vele malen belangrijker dan een zege van Israël.

Thomas von der Dunk 

Europese BewegingWEEGT RUTTES CARRIERE ZWAARDER DAN ONZE VEILIGHEID?
read more

In memoriam Mathieu Segers

Deze week bereikte ons het verdrietige bericht dat Mathieu Segers op veel te jonge leeftijd is overleden aan een ongeneeslijke ziekte. Als kenner bij uitstek van de geschiedenis van de Europese eenwording speelde hij een belangrijke en energieke rol in het academische en publieke debat over de geschiedenis van de Europese eenwording. Hij was niet alleen hoogleraar Europese Geschiedenis en Europese Integratie aan de Universiteit van Maastricht. Hij bekleedde ook de bijzondere leerstoel EuropaChair bij Studio Europa Maastricht. Daarnaast duidde hij vaak ontwikkelingen in en over Europa (en de rol van Nederland daarin) in programma’s als Buitenhof. Ook was hij lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, met bijdragen als aan het WRR rapport -99: Europese Variaties. Daarnaast hij wist tijd te vinden voor het maken van de populaire podcastreeks Café Europa.

In 2014 was Mathieu Segers finalist-genomineerde voor de EBN EuroNederlander van het Jaar. Ook toen al was de aansprekende en toegankelijke manier waarop hij een breder publiek informeerde over het Europese integratieproces de reden hem te nomineren. Nooit simplistisch of eenduidig: Europa als complexe politieke en culturele arena, daarom ging het hem. Daarbij ging hij scherpe kritiek op het Europese beleid en de Nederlandse rol daarin niet uit de weg.

Met het overlijden van Mathieu Segers ontvalt ons een diepe bron van kennis en inzichten met betrekking tot Europa, en een vitale inzet die ons als EBN-leden altijd heeft geïnspireerd.

Mathieu Segers is 47 jaar geworden. We wensen zijn vrouw, kinderen, familie en nabestaanden veel sterkte in het dragen van dit verlies.

Lees hier het In memoriam van de Universiteit van Maastricht

Zie hier een overzicht van prachtige boeken, waaronder het veelgeprezen Reis naar het Continent, en The History of European Integration, die Mathieu Segers ons heeft nagelaten.

Zie hier Mathieu Segers’ inaugurale reden in Maastricht in 2017.

Europese BewegingIn memoriam Mathieu Segers
read more

Possible Futures of Europe – De Frontlinies –

Kick-Off meetup

Tolhuistuin, de Zonzij zaal

IJpromenade 2, 1031 KT Amsterdam

Vrijdag 1 september 2023, 15.30-17.30 uur, met borrel

(Inloop vanaf 15.00 uur)

Op 1 september 2023, van 15.30-17.30 organiseert de Europese Beweging Nederland (EBN) in de Tolhuistuin in Amsterdam een brainstorm event voor mensen/clubs met serieuze, praktische interesse in de grote transities van onze tijd.

Afgelopen jaar vond de eerste ronde plaats van Ateliers Possible Futures of Europe in samenwerking met de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Den Haag, het Liaison-office van het Europees Parlement en Het Nationale Theater, over creatieve paden naar de toekomst. Deze eerste serie verkenningen bevatte vele inspirerende interacties en ontmoetingen rond grote veranderingen (next economy, new democracy, finance for the future, broad security, upgrading the green deal, the role of creative citizens), en mondde uit in een goedbezochte theatervoorstelling in het Nationale Theater in Den Haag afgelopen april en in het essay ‘Ateliers | Europa | Toekomsten: Ode aan de Oefenruimtes‘. 

De deelnemers aan de Ateliers waren het allemaal eens dat het meebouwen aan een brede beweging uit de huidige mondiale chaos nu van vitaal belang is. Het komend jaar wordt uitdagend, op vele terreinen van transitie tegelijk. In de aanloop naar de landelijke en Europese verkiezingen zullen de grote veranderingsthema’s van onze tijd overal centraal komen staan. Civiele beweging, inzet en verbinding zijn onontbeerlijk.

De Europese Beweging Nederland gaat daarom de komende tijd door met het faciliteren van Ateliers, nadrukkelijk als ‘rugdekking’ (en niet als ‘competitie) voor de vele creatieve initiatieven die momenteel overal opborrelen. Dus ondersteunend, verbindend, en op locaties waar dingen gebeuren, overal in het land. 

We willen samen met geïnteresseerden een agenda opbouwen voor deze serie Frontlinie Ateliers. En starten hiermee tijdens een speciale meet-up in de Tolhuistuin in Amsterdam (vlak achter Amsterdam CS, aan de overkant van het IJ met het pontje) op vrijdag 1 september, 15.30-17.30 uur met een borrel.

De tweede ronde Ateliers zal zich nadrukkelijk richten op aanhaakpunten voor concrete, praktische verandering (‘wat kan er wel en hoe’). Hoe komen we voorbij structurele hobbels waar iedereen tegenaan loopt? Waar zitten kansen en de sleutels voor echte transitie? En hoe versterken we elkaar in solidaire, onderlinge verbindingen?

We hebben al contact gehad met sommigen van de eerdere deelnemers over deze opzet van de nieuwe Frontlinie Atelierserie, en willen serieuze betrokkenen graag uitnodigen begin september aan te haken om met elkaar te brainstormen tijdens een speciale borrel. 

Het motto blijft: de toekomst zijn we zelf. 

Nadere informatie volgt. Mocht je interesse hebben mee te doen aan de meet-up, of al ideeën te hebben, mail even naar EBN, via gmvanheteren@xs4all.nl

Hartelijke groet, namens de EBN – Possible Futures of Europe Ateliers: De Frontlinies en Together for Europe,

Mark Zellenrath

Laura Fruhmann

Godelieve van Heteren

Europese BewegingPossible Futures of Europe – De Frontlinies –
read more

100 jaar Europa: van Mussolini naar Meloni

   Het is van een bittere coïncidentie dat vrijwel exact honderd jaar na Mussolini’s Mars op Rome, die de grondslag legde voor de eerste fascistische dictatuur in Europa, in Italië voor het eerst in de naoorlogse geschiedenis een regeringscoalitie tot stand is gekomen onder leiding van een partij en een premier, die zich in elk geval zeer lang als de erfgenaam van Mussolini heeft beschouwd.

   Betekent dit een verdere normalisatie van extreem-rechts en haar gedachtengoed in Europa? Twintig jaar geleden stond Oostenrijk met de regeringsdeelname van Haiders FPÖ binnen de EU nog alleen en werd het land daarom politiek zelfs door de anderen geïsoleerd. Terwijl men bij onze zuiderburen Filip de Winter met een cordon sanitaire overal buitensloot en tot vandaag buitensluit, zag in Nederland Mark Rutte er geen been in om in 2010 een gedoogconstructie met De Winters geestverwant Geert Wilders op te tuigen, wat weliswaar het CDA bijna in tweeën scheurde, maar binnen zijn eigen VVD slechts bij een moedige enkeling – Weisglas, Voorhoeve – op principiële bezwaren stuitte.

   Waar in België het cordon sanitaire stand houdt, is inmiddels deze herfst in Zweden een regering met een soortgelijke gedoogconstructie aangetreden; in Denemarken is die in het recente verleden al vaker voorgekomen. In de Spaanse regio Andalusië leunt de – zelf deels uit het franquisme voortgekomen – regerende Partido Popular op de steun van het ultrarechtse Vox.

   In Frankrijk is de grens tussen gewoon rechts en extreem-rechts vervaagd en ving Le Pen bij de presidentsverkiezingen afgelopen april meer dan veertig procent van de stemmen, terwijl haar partij nu ook in het parlement een fors aantal zetels bezet. Dat het Britse Lagerhuis van dat laatste gevrijwaard blijft, is vooral te danken aan het Britse kiesstelsel, niet aan immuniteit van de Britten voor rechts-radicaal gedachtengoed (zoals zij zelf wel eens schijnen te menen).

   Als we afzien van de voormalige communistische Centraal-Europese lidstaten, waar rechts (en links) populisme schering en inslag is, is in Italië de situatie het meest problematisch.

   Enerzijds, omdat Italië qua politiek en economisch gewicht het derde land van de Europese Unie vormt. En anderzijds, omdat het hier na de implosie van het naoorlogse Italiaanse partijstelsel begin jaren negentig, aan een normale christen-democratische partij rechts van het midden ontbreekt. We hebben er het eenmansbedrijf Forza Italia van de politiek ondernemer Berlusconi – voorloper en geestverwant van Trump – die merkwaardig genoeg (net als Orban tot voor kort) in Brussel nog steeds gewoon deel uitmaakt van de Europese Volkspartij. Dan is er de Lega, die zich onder Salvini van een separatistische Noord-Italiaanse tot een xenofobe nationalistische partij heeft ontwikkeld. En ten derde zijn er de Erven Mussolini in de vorm van de Fratelli d’Italia.

   Dat valt niet los te zien van het feit dat na de Tweede Wereldoorlog in Italië nooit een grondige vorm van politieke introspectie, van Vergangenheitsbewältigung heeft plaats gevonden, zoals in Duitsland. Anders dan de Duitsers had men ‘zelf’ Mussolini ten val gebracht, en kom men op een partizanenverzetstraditie bogen. Niet zoals Duitsland in vier bezettingszones opgedeeld, kon Italië zich – al snel cruciaal voor de NAVO in de Koude Oorlog – na 1945 eigenlijk een beetje mede-overwinnaar van de Geallieerden voelen en zich daarnaar gedragen. En ach, Mussolini: die had geen Holocaust op zijn geweren, aan hem kleefde niet het sinistere van Himmlers SS en de Duitse rassenpolitiek.

   En had Mussolini er niet tenminste voor gezorgd dat de treinen op tijd reden en Italië een belangrijke moderniseringsslag had gemaakt, waarvoor hij in de jaren twintig en dertig – vóór hij zijn ‘enige grote fout’ maakte door aan Hitlers agressieoorlog mee te doen – ook door veel buitenlandse staatslieden was geprezen, waaronder niemand minder dan de toch boven alle twijfel verheven Winston Churchill? Predappio fungeert dienovereenkomstig al decennia als ultrarechts bedevaartsoord, inclusief souvenirwinkels, in Braunau staat voor ‘de schuldige plek’ (om met Armando te spreken) slechts een uit Mauthausen afkomstige steen met, zonder zijn naam te noemen, het sobere opschrift: “Für Frieden Freiheit und Demokratie – Nie wieder Faschismus – Millionen Tote mahnen”.

   Het is vast niet toevallig dat de CDU – in contrast tot vele zusterpartijen – onder Merkel wèl altijd nadrukkelijk afstand heeft bewaard tot de rechtsradicalen in eigen land, zoals nu de AfD, die zich van een ooit best fatsoenlijke conservatieve club van Euro(pa)kritische hoogleraren in een zeer rap tempo tot een vergaarbak van groezelige ultra-rechtse revisionisten ontwikkeld heeft.

   Behalve aan onverwerkt nationaal verleden, die de brute dictator Mussolini in de ogen van veel Italianen tot een hooguit wat barse daadkrachtige huisvader heeft getransformeerd, is de zege van Meloni natuurlijk ook te wijten aan het gebrek aan gemeenschappelijke Europese asylpolitiek, waardoor – vanwege hun ligging nabij Afrika – de last van de opvang grotendeels op de schouders van Italië en Spanje terechtkomt. Het Dublinverdrag verplicht immers het eerste Europese land dat een asylzoeker betreedt zelf voor diens opvang te zorgen. Dat dat dan bij Afrikaanse bootvluchtelingen eerder Malta dan Luxemburg is, is evident.

   “Geografische pech”, zo bestond Rutte het eens om zulke ongelijke gevolgen te bagatelliseren, onder snelle verwijzing naar dat Dublinverdrag. Het is mede dit uit angst voor eígen electoraal verlies aan extreem-rechts veroorzaakte gebrek aan solidariteit van de andere Europese landen dat in Italië extreem-rechts aan de macht heeft gebracht. Want in dat opzicht had Meloni met haar recente sneer aan het adres van Macron over de gesloten Franse grenzen natuurlijk wel gelijk.

Thomas von der Dunk, 15 november 2022

Europese Beweging100 jaar Europa: van Mussolini naar Meloni
read more

Na Sofagate voortaan graag samen op dezelfde bank

  In 1696 bracht keurvorst Frederik III van Brandenburg een bezoek aan stadhouder-koning Willem III in Den Haag. Bij die ontmoeting bleek voor de gastheer een comfortabele fauteuil met armleuningen gereed te staan, en voor de gast slechts een gewone stoel. Toen Frederik, die binnenkort tot eerste koning van het nieuw te stichten koninkrijk Pruisen hoopte te promoveren (wat in 1701 zou lukken), weigerde daarmee genoegen te nemen omdat hij zo de hogere rang van Willem zou erkennen, was men gedwongen de hele audiëntie urenlang staande te houden.

   Wat Frederik deed, had ook EU-president Charles Michel moeten doen, toen in Ankara voor EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen slechts op grote afstand een sofa bleek te zijn klaargezet, waarmee zij bijna buiten gehoorbereik van Michel en Erdogan kwam te zitten. Het was de tweede flater die de EU-leiding binnen korte tijd ten overstaan van een autocratische bullebak sloeg, nadat al in februari EU-buitenlandvertegenwoordiger Josep Borrell in Moskou tegenover Poetin en Lavrov was afgegaan.

   Beelden doen er toe – dat is iets wat men in het altijd pragmatisch meebuigende Brussel kennelijk te weinig beseft, want anders had men zijn zaakjes wel beter voorbereid en de kinnesinne binnen de tweehoofdige leiding van de EU niet tot Sofagate geleid. Een pragmatisch meebuigen, dat we ook uit Den Haag kennen, waar vertegenwoordigers buitenslands eveneens sterk de neiging hebben om vooral voor het praktische resultaat gaan en zich dus gemakshalve aan de protocollaire dictaten van anderen aanpassen – denk aan de hoofddoek van Sigrid Kaag in Iran. Dat niet positie kiezen óók positie kiezen is, wordt te weinig beseft.

   Een pijnlijk punt tot politiek ‘niet-relevant’ verklaren, omdat het politiek relevant ervan verklaren tot veel gedoe leidt dat alleen maar van het doel afleidt: daar zijn we vanouds in Nederland eveneens goed in. Denk aan de omstreden wintersportvacantie van Beatrix in Lech twintig jaar geleden toen Jörg Haider in Wenen meegeregeerde, en Oostenrijk daarom door de EU in de ban was gedaan. Volgens toenmalig CDA-fractieleider Jaap de Hoop Scheffer had de koningin verklaard dat dit bezoek niet politiek, maar particulier was, en ‘dus’ was het daarmee ook niet politiek.

   Maar het is evident dat de tegenpartij dan scoort. Wenen kon betogen dat het met het Oostenrijkse isolement wel meeviel, Teheran kon pronken met het feit dat het buitenland vanzelfsprekend de in Iran door veel vrouwen met gevaar voor lijf en leden aangevochten hoofddoekplicht als islamitisch cultuurgoed respecteert, en Moskou en Ankara kunnen nu interne critici die hun hoop op Europese steun hebben gezet de mond snoeren, door er op te wijzen dat de Europeanen elke vernedering slikken om maar niet geheel met lege handen naar huis te gaan.

   Die eeuwige aanpassingsbereidheid aan de grillen en nukken van anderen, omdat altijd wel een economisch kortetermijnbelang prevaleert en bij mislukking thuis het bedrijfsleven over een verloren potentiële afzetmarkt begint te jammeren – die toont in de ogen van die ander, zeker als dat een halve of hele dictator betreft, niet zozeer de schappelijkheid, als wel de zwakte van de tegenstander. Het is een beetje als bij een roofdier dat in de dierentuin van een bezoeker voedsel krijgt. Zo’n hyena denkt dan niet: wat aardig, maar: wat een sukkel.

   Hier blijkt opnieuw de kwetsbaarheid van democratieën tegenover dictaturen – en Turkije mogen we daar inmiddels wel toerekenen, zoals de Europese fractieleider van de christen-democraten Manfred Weber 11 april terecht in Buitenhof zei. Democratieën zetten in op compromissen, dictaturen op overwinningen – zij gaan niet voor de redelijkheid, maar voor de macht. Zij spelen het spel harder, en kunnen dat ook, omdat zij minder met het thuisfront rekening hoeven te houden. Massaal individueel ongemak van burgers vertaalt zich  in democratieën via verkiezingen sneller in nederlagen van de machthebbers.

   Dat speelt niet alleen in botsingen met Rusland en Turkije, maar ook en vooral in die met de machtigste – en tegelijk meest totalitaire – dictatuur van dit moment, China, waar ze zelfs niet eens nog met openbare stembussen de schijn ophouden. Economische schade: daarvan heeft Biden, die (vermoedelijk) over vier jaar herkozen wil worden, meer last dan Xi, die zijn presidentschap voor de eeuwigheid heeft veilig gesteld. Natuurlijk: ook een dictatuur krijgt daar last van, alleen wel pas later dan een democratie – en dat weet de dictatuur. Ofwel, zoals Saddam Hoessein eens een waar woord sprak ten aanzien van Amerika: ik kan mij veroorloven honderdduizend soldaten te laten sneuvelen, Bush kan dat niet.

   Dat besef, en het besef dat sinds minstens een decennium de democratie wereldwijd op de terugtocht is, dat het westerse democratische model wegens economische stagnatie en groeiende materiële ongelijkheid in een steeds duidelijker multipolaire wereld ook een deel van zijn ideologische overtuigingskracht verloren heeft, zou er toe moeten leiden dat Europa naar buiten veel meer één front vormt. Dat de lidstaten minder voor het kleine economische eigenbelang gaan door zelf akkoordjes met Peking af te sluiten, en de kansen grijpt die juist Biden – waarvan we ook niet weten hoe lang hij er nog zit – nu voor samenwerking biedt.

   Een tweehoofdige leiding hoeft dat niet in de weg te staan – de Romeinse Republiek groeide in de vijf eeuwen dat zij het met twee consuls deed, van stadstaat uit tot wereldrijk. Maar het vergt wel meer onderlinge afstemming en onderdrukking van persoonlijke profileringszucht. Dat betekent na Sofagate voor Europa ook: altijd samen op de sofa, en niet de ene vertegenwoordiger in een fauteuil centraal en de ander op de strafbank in de hoek.

Thomas von der Dunk, 14 april 2021

Europese BewegingNa Sofagate voortaan graag samen op dezelfde bank
read more

Separatisme valt niet juridisch te bestrijden

Deze week hief het Europese Parlement de immuniteit op van drie Catalaanse leden, waardoor de weg vrij zou zijn voor uitlevering aan Spanje, dat hen voor opruiing vervolgen wil. Vrijwel tegelijk scherpte het Chinese bewind de juridische maatregelen tegen Hong Kong aan, waarmee de ooit met de Britten afgesproken autonomie definitief om zeep is gebracht.

   Bij alle zeer essentiële verschillen tussen Spanje en China – het ene land is een democratische rechtstaat en het andere een totalitaire dictatuur – bestaat er met deze aanpak toch tussen Madrid en Peking een duidelijke parallel: beide regeringen gaan verkrampt om met verzet tegen de staatkundige eenheid van het land.

   In beide gevallen heeft Brussel de instinctieve neiging daarbij weg te kijken, ook al vloeit dat bij Spanje uit andere motieven voort. Voor Europa zijn na twee bloedige Wereldoorlogen de bestaande staatsgrenzen onaantastbaar geworden, uit vrees anders een Doos van Pandora te openen. Dat betekende een poging om de geschiedenis op een vrij willekeurig moment – de territoriale status quo van 1945 als uitkomst van de krachtmeting tussen Stalin, Hitler en Roosevelt – te bevriezen.

   Volkeren die op dat tijdstip over een eigen staat beschikten en met de grenzen daarvan gelukkig waren, hadden geluk. Volkeren die nog niet in die fijne positie verkeerden, hadden pech. Zij kregen van volkeren, die zelf wel bijtijds met veel gezeur (plus bloedvergieten) een eigen staat hadden gekregen, te horen dat zij omwille van de internationale stabiliteit waar de volkeren met een eigen staat zoveel baat hadden, niet om een eigen staat moesten blijven zeuren.

   Helaas voor de tegenstanders van zeurkousen: zulke volkeren, die zich niet geheel zonder reden het slachtoffer van de geschiedenis voelden, waren niet altijd van zins met de status van minderheid in ‘andermans’ land genoegen te nemen. Zeker omdat de meerderheid, ook als het desbetreffende land een democratie was, nogal eens van oudsher een beleid van assimilatie voerde.

   Dat kon de actieve vorm van een uniformerende taalpolitiek aannemen – contra het Catalaans, Vlaams en Fries als wat achterlijke boerendialecten – of van al dan niet doelbewust gestimuleerde binnenlandse migratiebewegingen, waarmee de oorspronkelijke bewoners ook in hun eigen regio een etnische en/of linguïstisch minderheid werden. Denk aan Zuid-Tirol, waar wat Mussolini begon, na de Tweede Wereldoorlog gewoon werd voortgezet: maak de regio Italiaans.

   Schoolvakken als geschiedenis en aardrijkskunde stonden sinds de 19de eeuw ten dienste daarvan. Die wandkaart van Nederland op de Lagere School, waarbij het buitenland wit gelaten was alsof voorbij Zundert en Zevenaar één grote dorre woestijn begon, had ook die functie: zij moest er bij de kindertjes in Maastricht al vroeg inhameren dat zij niets hadden uit te staan met die in Luik of Aken (30 kilometer verderop), maar alles met die in Leeuwarden (300 kilometer verderop).

   In andere landen idem dito. Dat die officiële staatkundige kaart van Europa niet met de ter plekke soms als wezenlijker beleefde officieuze etnische kaart spoorde, daar kwamen die kindertjes dan pas veel later achter op vacantie achter, als die handige taalgids Wat & Hoe Italiaans in Aosta of Merano (pardon: Meran) toch wat minder handig bleek. Of als ze in de krant lazen dat niet alleen in Irak, maar ook in Baskenland of op Corsica bommen bleken te kunnen ontploffen.

   Want de Catalanen, Corsicanen en alle anderen die met de ooit meestal gewelddadige toeëigening van hun territorium ook ettelijke eeuwen nadien nog steeds niet erg gelukkig zijn, weten één ding: doorslaggevend in een onafhankelijkheidsstrijd zijn de facts on the ground.

   De meeste staten houden angstvallig vast aan de status quo en roepen van tevoren dat ze de schenders daarvan nooit zullen erkennen, maar als je er in de praktijk in slaagt om die duurzaam in je voordeel te veranderen, volgt die erkenning uiteindelijk toch. Nederland had er ooit tachtig jaar voor nodig, voor zelfs Madrid daar niet meer onderuit kon; in andere gevallen ging het wat vlugger.

   En het koppig vasthouden aan de territoriale status quo, tegen de wil van de direct betrokkenen in, bezit in een democratisch Europa, waar de legitimiteit van staten op het beginsel van volkssouvereiniteit berust (en dus uiteindelijk op het draagvlak onder de bevolking), toch een wankeler morele basis dan toen de godssouvereiniteit gekroonde monarchen meer ruimte verschafte om, omwille van een vermeend hoger belang, de wensen van hun onderdanen te negeren.

   Het huidige dictatoriale Russische – en Chinese – uitgangspunt dat grote staten vanwege hun formaat meer rechten hebben dan kleine, het recht ook op een bufferzone van satellieten om zich heen (als indertijd het Warschaupact aan Moskou garandeerde) kan niet het huidige democratische Europese zijn.

   Omdat dat tegelijk haaks staat op de wens om niet aan de zo lang betwiste grenzen van de eigen lidstaten te komen, leidt dat bij elke separatistische eruptie tot verkramping. Vergaande autonomie kan er soms de angel uithalen. In dat opzicht kan Madrid van de mentale ommezwaai van een halve eeuw terug in Rome – toen daar het Franse eenheidsstaatconcept werd opgegeven – leren.

   Maar één ding helpt niet: de kop in het zand steken en van een politiek probleem een juridisch maken, door geweldloze separatisten – en dat waren de drie Catalaanse europarlementariërs – gevangen te zetten. Het cruciale punt is dat de Spaanse rechtbank in deze door de helft van de Catalaanse bevolking als partij in dit politieke vraagstuk wordt gezien, en haar gezag dus niet wordt erkend.

   Dat betekent niet, dat men de uitslag van een dubieus referendum bij voorbaat hoeft te accepteren. Maar vervolging is zo olie op het vuur. En door daarvoor de weg vrij te maken, steekt ook Brussel voor dat laatste de kop in het zand.

Thomas von der Dunk, 11 maart 2021       

Europese BewegingSeparatisme valt niet juridisch te bestrijden
read more

Europa en Nederland staan in Syrië in hun hemd

Het was een rake vondst van de satyrische fake-nieuwssite De Speld op 16 oktober: “Nederland stuurt 150 boeren naar Syrië”, aldus de kop. “Het kabinet heeft in reactie op de spanningen in Noord-Syrië zijn steun geactualiseerd”.
Om te vervolgen: ‘Minister Bijleveld van Defensie: “De boeren hebben de afgelopen dagen duidelijk gemaakt dat ze bloed willen zien. Ondertussen staan de Koerden machteloos tegen de Turkse invasie. Ik denk dat deze groepen een hoop voor elkaar kunnen betekenen. In Noord-Syrië heb je geen overheid die je betuttelt met vage regeltjes over stikstof. Sterker nog: je hebt er helemaal geen overheid. Je kunt gewoon lekker je gang gaan met je trekker. Beetje pesticiden spuiten over je akker of over een woonwijk. Ze vinden het allemaal prima daar'”.
De Speld wist verder nog te ‘melden’ dat de Turken geschrokken hadden gereageerd: “De Turkse minister Mevlüt Cavusoglu verzoekt de regering om niet buitenproportioneel op te treden en gewoon troepen te sturen”.

Vijf dagen eerder had De Speld ook al het nodige bijtende commentaar te bieden, in een stukje getiteld “Turkse inval in Syrisch Koerdistan: wat kun je zelf doen?” Er volgden diverse suggesties onder het motto ‘Een beter Noord-Syrië begint bij jezelf’, zoals het planten van een boom in het oorlogsgebied, met als laatste: installeer een app die updates geeft over de situatie. “Het fijne aan deze app is dat je niet meteen in actie hoeft te komen, maar dat je door het downloaden aan de appstore kunt laten weten dat er interesse is in Koerden”.

Misschien meer dan menig serieus krantenartikel bieden deze twee satirische stukjes een dodelijk commentaar op de totale politieke en militaire onmacht van Europa als de wereld ergens aan haar randen in een bloedbad verandert. En na het kortzichtige verraad van de Koerden door Trump, die Amerika daarmee tot een volstrekt onbetrouwbare bondgenoot heeft gemaakt, is dat zichtbaarder geworden dan ooit. Moskou is meteen in het geopolitieke gat gesprongen dat Washington heeft laten vallen. Europa staat opnieuw bij voorbaat buiten spel – van Brussel wordt eigenlijk niet eens meer iets verwacht.

Daar maakt, zo moet men helaas constateren, Europa het ook zelf naar. Natuurlijk: het optreden van Erdogan wordt in stevige woorden bekritiseerd, zoals ook NAVO-chef Jens Stoltenberg plichtmatig de Turkse president opriep zijn optreden “proportioneel” te laten blijven. Maar van stevige woorden trekt die zich niets aan, zolang die niet door stevige daden worden gevolgd. Misschien toch eens definitief de stekker uit de EU-toetredingsonderhandelingen trekken? Nou nee – we hebben de Turken immers straks ook weer nodig. Om vluchtelingen buiten te houden, want de allergie voor binnenlands politiek rumoer is met al die populisten groter dan voor buitenlandse instabiliteit. Op zich best begrijpelijk, maar de openlijk geëtaleerde angst daarvoor ontgaat ook de Turkse buitenwacht niet.

Daarom was dat eerste stukje in De Speld zo raak: voor een paar boze boeren en hun trekkers gaat in Nederland menig provinciehuis meteen op de knieën, en in Den Haag vervolgens het poldermodel van terugkrabbelen – teneinde het onvermijdelijke toch maar weer even uit te stellen – van stal. Anders gaan Wilders en Baudet er straks immers in de Kamer met kostbare coalitiezetels vandoor. Dus als Erdogan dreigt de vluchtelingensluizen open te zetten wanneer Brussel nog één kritische kik geeft, roept Europa manmoedig zich niet te zullen laten chanteren – maar houdt men dat, als straks puntje bij paaltje komt, dan echt werkelijk vol?

Nog nietszeggender was de reactie van minister Blok van Buitenlandse Zaken. Ankara kreeg te horen dat hij het offensief “veroordeelde”. Daarvan zullen ze ginds onder de indruk zijn. “Niemand is gebaat bij de mogelijke verschrikkelijke humanitaire gevolgen”, zo voegde Blok eraan toe. O ja? Assad blijkt daar nu reeds heel veel bij gebaat te zijn, omdat de Koerden, gedwongen te kiezen tussen de Duivel en Beëlzebub, nu voor het Syrische regime hebben geopteerd. En in het Kremlin wordt de rekening eveneens iets anders opgemaakt dan op het Binnenhof. Partijen moeten “terughoudendheid betrachten”, zo zei Bloks woordvoerder ook nog, en “oog houden voor de militaire consequenties”. Wel, dat laatste doen ze in Damascus, Ankara en Moskou misschien wel meer dan Den Haag lief is – en is voor hen nu juist reden om net wat minder terughoudend te zijn.

Een dag eerder, nadat Trump de boel de boel had gelaten, had Blok Washington “om verduidelijking” gevraagd. Verduidelijking? Installeer een app, om met De Speld te spreken. Weinig doortastender gedroegen zich sommige parlementariërs. Die waren uiteraard door de Turkse inval ‘geschokt’. Nederlandse politici zijn namelijk voortdurend ‘geschokt’, alsof ze op het Binnenhof permanent moeten balletdansen op een defecte hoogspanningskabel.

Maar leidt al dat geschokt zijn ditmaal tot enige daadwerkelijke activiteit? Of installeert ook de Kamer toch bij nader inzien liever een app? In alle boosheid werd meteen om stevige sancties tegen Turkije geroepen. Maar wel ook meteen geclausuleerd, omdat VVD-woordvoerder Sven Kopmans niet wilde dat dit ten koste zou gaan van “onschuldige burgers”, waarmee hij behalve slachtoffers ginds vooral Nederlandse exporteurs bleek te bedoelen: “We moeten voorkomen dat sancties Nederlandse inkomens en banen raken”.

Deze insteek past naadloos in een eeuwenoude nationale traditie van pappen en nathouden, waarmee ook de boeren steeds weg weten te komen. Want serieuze sancties zullen altijd ook eigen inkomens en banen raken – het lukt nooit zonder de moed om te snijden in eigen vlees. Wie daartoe niet bereid is, is gedoemd aan de zijlijn te blijven staan, en machteloos om ‘verduidelijking’ te verlangen van iets wat voor de goede verstaander allang geen verduidelijking meer behoeft.

Thomas von der Dunk, 23 oktober 2019

Europese BewegingEuropa en Nederland staan in Syrië in hun hemd
read more

Nominaties Euronederlander award 2018 bekend

De Europese Beweging Nederland is zeer verheugd de nominaties bekend te kunnen maken voor de EuroNederlander van het Jaar Award 2018.  De online wedstrijd voor deze Award loopt van 6-16 december 2018. De uitslag en uitreiking van de Award vinden op 19 december om 17.30 plaats in Internationaal Perscentrum Nieuwspoort, Lange Poten 10, in Den Haag.

Hieronder treft u het jury-oordeel over de vijf genomineerden.

1. NOMINATIE: FLOR AVELINO
Wetenschappelijk directeur Transition Academy, DRIFT, Erasmus Universiteit

Onderzoeker & Universitair Docent, DRIFT, Erasmus Universiteit

Flor Avelino is sinds jaar en dag geïnteresseerd in duurzaamheidstransities, waarbij ze vooral kijkt naar de macht en onmacht van mensen om bij te dragen aan verandering. Als coördinator van het onderzoeksproject TRANSIT (Transformative Social Innovation Theory) deed zij samen met vele anderen onderzoek naar meer dan honderd bottom-up initiatieven in 25+ Europese en Latijns-Amerikaanse landen. Onderzocht werd welke bijdragen sociale innovatie netwerken leveren aan maatschappelijke vernieuwing. De sociale innovaties varieerden van sociaal ondernemers tot ecodorpen, van participatief budgetteren tot basisinkomen. Het #TSImanifesto met zijn ‘dertien principes voor transformatieve sociale innovatie’ en de Learning for Change conferentie trokken brede belangstelling. Ze zetten de schijnwerpers vol op het belang van het ’translocaal’ verbinden van mensen, en exploreerden nieuwe manieren van hoe we kunnen leren omgaan met de vele veranderingen in onze tijd.

Uit het juryrapport: “De grote verve waarmee Flor het afgelopen jaar het belang van sterkere translokale verbinding op veel plekken aan de man heeft gebracht is aanstekelijk. Ze heeft – samen met de deelnemers aan TRANSIT – basale humaniteit teruggebracht in de kern van het gesprek. Ze heeft de bijzondere vitaliteit in lokale sociale netwerken zichtbaar gemaakt en een duidelijke alternatieve route aangeduid voor ons nadenken over verandering en over de toekomst van Europa. In een tijd waarin het Europadebat overal lijkt vast te lopen is dit translokale werk een belangrijk lichtpunt.”

Website DRIFT: http://www.drift.eur.nl/
Website TRANSIT: http://www.transitsocialinnovation.eu/
Website TSI Manifesto: https://tsimanifesto.org/manifesto/

Korte samenvatting van het onderzoek:
http://www.thebrokeronline.eu/Blogs/Inclusive-Economy-Europe/Time-to-ignite-the-power-of-translocal-social-movements

 

2. NOMINATIE: CLIMATE FOCUS (ADRIAAN KORTHUIS)

Adviesbureau en denktank Climate Focus – opgericht in 2004 – heeft inmiddels zijn sporen verdiend als pionier op het gebied van lokaal en internationaal innovatief klimaatadvies. De inzet is breed: van beleidsadvisering tot het concreet ontwerpen van nieuwe strategieën en instrumenten om klimaatdoelen te halen en daarbij nieuwe manieren van samenwerken toe te passen. Climate Focus heeft kantoren in diverse steden, waaronder Amsterdam en Berlijn en werkt met een pan Europees team. Men zet zich in met passie, en richt zich op grote en kleine partijen, publiek en privaat.

Uit het juryrapport: “Climate Focus is een sympathieke denktank die er in slaagt grote onderwerpen ook lokaal behapbaar te maken en sociale en technische innovatie te verbinden. Hun inzet bij het Rotterdamse Zon in de Stad is een voorbeeld van hoe een ingewikkeld onderwerp vertaald wordt naar maatregelen die mensen zelf kunnen nemen, in buurten en wijken. Bij alle kennis op technische terreinen zoals carbon markt infrastructuur of internationale klimaatwetgeving, is Climate Focus niet te beroerd te blijven nadenken over hoe zulke thema’s werken in het dagelijkse leven van mensen. Europa heeft behoefte aan zulke ‘doorvertalers’ en innovatoren wil men de grote klimaatuitdagingen werkelijk te lijf gaan.”

Website: https://climatefocus.com/

Twitter: Climate_Focus_

 

3. NOMINATIE: LUUK VAN MIDDELAAR
Historicus, filosoof, hoogleraar Universiteit Leiden, columnist

Al jaren bouwt Van Middelaar, praktisch en in geschrift, op zijn grondige kennis van Europa en het Europese eenwordingsproject. Zijn boek ‘De passage naar Europa: Geschiedenis van een begin’  (2009, inmiddels in tien talen vertaald) wordt dezer dagen weer vaak ter hand genomen – nu het er in Europa op aankomt of men werkelijk kan hervormen. Vorig jaar publiceerde Van Middelaar ‘De nieuwe politiek van Europa’. Van Middelaar combineert zijn werk als hoogleraar “Grondslagen en praktijk van de Europese Unie en haar instellingen” in Leiden, met praktisch werk in Brussel en wekelijkse columns in de NRC over een schare aan Europese thema’s.

Uit het juryrapport: “De combinatie van een scherpe historisch en filosofische kijk en praktische Europa kennis geeft de bijdragen en columns van Luuk Middelaar altijd net even iets meer lange adem en bandbreedte. In deze tijden van snelle verandering is zo’n combinatie van inzichten onontbeerlijk voor een geinformeerd politiek debat.”

Website: luukvanmiddelaar.eu
Twitter: @luukvmiddelaar
Link jongste boek: https://www.historischeuitgeverij.nl/hu.php?is=2465

 

4. NOMINATIE: JESSE PINSTER
Europa-verslaggever BNR Nieuwsradio

Journalist in hart en nieren, maakt Jesse Pinster deel uit van een nieuwe generatie Europa-verslaggevers die de vaart erin weten te houden. Na een BA Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, deed Pinster een MA International Journalism in Dublin (2009-2010). Vervolgens werkte hij voor diverse media, voor hij bij BNR belandde.

Uit het juryrapport: “Waar veel mensen bij het onderwerp Europa een andere zender kiezen, weet Jesse Pinster de luisteraars geboeid te houden. Zijn vrolijke, aansprekende, soms bijna achteloze stijl, doet mensen de files vergeten en heeft Europa op vele momenten de afgelopen paar jaar dichter bij de luisteraar gebracht. Pinster is helder en zelfs institutionele perikelen krijgen bij hem een menselijk gezicht. Een goed voorbeeld van de nieuwe verhalenvertellers die Europa – zeker nu – keihard nodig heeft.”

Twitter: https://twitter.com/jessepinster

 

5. NOMINATIE: VOLT-NEDERLAND (REINIER VAN LANSCHOT & LAURENS DASSEN)

Het afgelopen jaar is door heel Europa een beweging van jongeren opgestaan die zichzelf in sneltreinvaart als nieuwe progressieve beweging voor Europa presenteren.  Met zes samenhangende kernagenda’s (Burgeremancipatie, Slimme Staat, Echte Gelijkheid, Economische Renaissance, Wereldwijde Balans, Hervorm en Versterk de Europese Unie) heeft Volt al vele harten veroverd van mensen die met Europa vooruit willen: niet op een eiland, maar midden in de wereld en met het oog op de toekomst.

Uit het juryrapport: “De Volt jongeren zijn van de Erasmus generatie en willen vooruit. Ze hebben besloten niet te wachten tot de grote kluwen van samenhangende uitdagingen in de wereld en in Europa door iemand anders of door de instituties wordt opgelost. Ze willen zelf aan de bak. Het enthousiasme waarmee deze – vooralsnog volledig vrijwillige – organisatie mensen tot in de late uren weet te mobiliseren voor een betere toekomst wekt grote waardering. Volt’s werkwijze is vanaf dag 1 pan-Europees… en dat blijkt dus te kunnen.”

Website: www.voltnederland.org
Facebook: https://www.facebook.com/VoltNederland

administrator_ebnNominaties Euronederlander award 2018 bekend
read more

The women of Europe Awards 2017

Yesterday the European Movement International and the European Women’s Lobby hosted the second edition of the Women of Europe Awards. The awards are handed out annually to honour women striving to advance the European project in their professional or private capacity as the role of women in the European project remains largely unrecognised. The awards highlight the contribution of women in promoting and advancing European issues, and to increase their presence and involvement in debates about Europe and its future. The European Movement and the European Women’s Lobby are happy to announce the winners of our four categories:

Woman in Power: Federica Mogherini, High Representative of the European Union for Foreign Affairs and Security

Woman in Action:A driana Lettrari,Co-Founder of the Third Generation of Eastern Germany Network

Woman in Business: Melody Hossaini, Founder and CEO of InspirEngage International

Woman in Youth Activism: Mina Jaf, Founder and Executive Director of Women Refugee Route

 

Europese BewegingThe women of Europe Awards 2017
read more