Nu de coronacrisis mede dankzij de voortschrijdende vaccinatiecampagne in Europa weer even – tijdelijk? – wat lijkt te zijn weggezakt, worden we op indringende wijze met een nog veel grotere crisis geconfronteerd: die omtrent het klimaat. Amper zijn Zuid-Limburg, de Ardennen en de Eifel na de ongekende natuurramp van midden juli weer enigszins boven water gekomen, of er verscheen deze week een alarmerend rapport over wat ons voor de toekomst te wachten staat: nog meer van hetzelfde, en dat in verhevigde mate.
Dat betekent: nog meer verzengende hitte in delen van Amerika, nog vaker enorme bosbranden in Californië of Turkije, nog vaker zondvloedachtige regenval in de noordelijk contreien. Alle seinen staan op rood – de klimaatverandering begint nog eerder dan eerst werd verwacht al heftige gevolgen te krijgen.
In Washington is Biden zich van de urgentie bewust – en we moeten er niet aan denken wat het betekend zou hebben als een crimineel als Trump erin geslaagd zou zijn om zijn presidentschap te continueren. Dat zien we aan Brazilië, waar zijn geestverwant Bolsonaro zich nergens iets van aan wenst te trekken, en bereid is het Amazonegebied op te stoken om het naar meer landbouwgrond hunkerende deel van zijn achterban te gerieven.
Ook in Brussel is men zich van de urgentie bewust. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en haar vaste kompaan Frans Timmermans zijn met een ambitieus plan gekomen om de dreigende ramp af te wenden: het gaat niet zonder harde keuzes, en dat moeten ook de lidstaten onder ogen zien. De recente watersnoodramp in het stroomgebied van de Maas en de Ahr demonstreert dat ten overvloede.
Want dat er samenhang bestaat, is evident. De Belgische liberale premier Alexander De Croo erkent dat ruiterlijk. En de premier van Nordrhein-Westfalen, tevens christen-democratische bondskanselierskandidaat Armin Laschet, kon er ook niet langer omheen, ook al heeft de CDU geen stralend track-record op het gebied van milieu.
En Den Haag? De reactie van de Nederlandse regering bij monde van de premier was beschamend, ronduit beschamend, en maakt opnieuw duidelijk hoe volkomen ongeschikt Mark Rutte voor het ambt is dat hij al elf jaar bekleedt, omdat het hem aan de ruggegraat ontbreekt om bij zijn Telegraafachterban impopulaire keuzes te maken zolang hij niet echt met de rug tegen de muur staat.
Zijn commentaar kwam er op neer dat hij over de mogelijke samenhang niets wilde zeggen, al had hij wel het idee ‘dat er wat aan de hand was’. Het is vast weer iets dat eerst door een commissie moet worden uitgezocht. Een commissie: dat is immers de gangbare laffe oplossing in Den Haag om zelf geen keuzes te hoeven maken. Maar het klimaat wacht niet tot de laatste kiezer daarvoor rijp is.
Het is een blamage voor het Binnenhof dat dit stelselmatige falen tot geen enkele politieke repercussies leidt, ook nu dit langzaamaan – met het oog op de dreigende enorme zeespiegelstijging binnen enkele decennia – op termijn letterlijk het fysieke voortbestaan van Nederland in gevaar kan brengen.
Het is veelzeggend voor de Haagse inertie dat de kabinetsformatie vastzit op de weigering van de VVD om met GroenLinks en PvdA samen te praten. Want drie partijen ter linkerzijde: dat betekent wel erg veel klimaat, zo bestond Rutte het te verklaren, dat kan zijn electoraat niet trekken. Het moet immers wel leuk blijven, zo heette het op een ander moment, we moeten wel kunnen blijven barbecuen.
Het moet wel leuk blijven: dat is het denkniveau waarop men zich bevindt, met een schuin oog op de ‘Krant van Wakker Nederland’. Want wat zulke maatregelen ons allemaal niet gaan kosten! Maar laat ons eens de vraag stellen, wat het ons gaat kosten als we zulke maatregelen niet gaan nemen. Een veelvoud – en de miljardenschade in het heuvelland om de hoek geeft er een voorproefje van.
Dat beseffen Von der Leyen, Timmermans en De Croo, en Laschet inmiddels ook. Bij de grootste Nederlandse regeringspartij beseffen dat alleen de oudgedienden Ed Nijpels en Johan Remkes, waarvan de eerste al terecht de vloer met het kabinet heeft aangeveegd. Uiteindelijk gaat dat, net als bij de aanpak van Nederland als witwasparadijs, in Brussel dan wel vaak onder zware druk met Europese maatregelen accoord, maar thuis wordt vervolgens de uitvoering ervan zoveel mogelijk getraineerd, zodat de rechter de regering tot de orde moet roepen.
Of het nu gaat om de asfaltlobby of de landbouwlobby – of voor mijn part de barbecuelobby: steeds wijkt de VVD (en met haar ook het CDA) al meteen voor elk mogelijk begin van onrust terug. Vooral niet met maatregelen vooroplopen is het motto, vooral geen keuzes maken, ook al had Remkes het in zijn rapport nog zo helder gesteld: niet alles kan. Dat is nu al weer twee jaar geleden, en in die twee jaar heeft Rutte-III niets van belang gedaan.
Terecht trekken Von der Leyen en Timmermans nu vanuit Brussel steeds harder aan de bel. Want gezien het wereldwijde karakter van de opwarming, en dus de wereldwijde gevolgen ervan, dreigt niet alleen Nederland straks onder water te lopen. Dat geldt ook voor pakweg Bangladesh. En dat dat, net als de dreigende droogte elders, tot enorme vluchtelingenstromen kan en zal leiden, is evident.
Die weten vervolgens dan ook Europa wel te vinden. En wie staat dan, doodsbang voor populistische demagogen, het hardst te jammeren? Inderdaad de coalitie in Den Haag. Om die vluchtelingenstromen te voorkomen zal ook het Binnenhof nu onverkort mee moeten werken aan de noodzakelijke plannen vanuit Brussel. Als dat niet met de huidige ministers gaat, omdat die van één boze tweet van Wilders al knikkende knieën krijgen, dan zoeken ze maar een functie elders.
Thomas von der Dunk, 10 augustus 2021