Verkeert de NAVO in dezelfde ongemakkelijke situatie als in de jaren zestig? Dat men moet wegkijken bij autocratische ontsporingen in eigen kring om niet verdeeld tegenover de Russen te staan?
Toen waren het de dictaturen in Portugal en Griekenland, die een forse smet wierpen op de pretentie dat het ‘vrije Westen’ de democratie verdedigde. Nu is het naast Hongarije vooral Turkije dat moeilijk in zo’n zwart-wit-schema past. Een halve eeuw geleden overigens ook al – een echte goed gewortelde democratie of rechtstaat is het door talloze militaire coups geplaagde land in het verleden evenmin ooit geweest.
Nu Europa op het eigen continent in het nauw zit, is het steeds minder kritisch jegens de halve en hele dictatoren elders op deze aardbol. Macron omarmt Modi – letterlijk zelfs – ofschoon onder diens hindoe-nationalistische bewind India steeds verder afdrijft van de seculiere en tolerante principes waarop Nehru ooit de nieuwe democratie na de dekolonisatie grondvestte; een zelfde ontwikkeling die we overigens ook met de opmars van een fundamentalistische islam in Indonesië zien.
In Tunesië wordt de nieuwbakken dictator Saied door Von der Leyen, Rutte en Meloni gefêteerd, omdat de – door de laatste twee deels zélf uit electorale motieven aangewakkerde – xenofobe paniek over het vluchtelingenprobleem in hun landen hoog opgelopen is. Waar men de democratische voorgangers van Saied na de omwenteling van 2011 jarenlang amper zag staan, vliegen nu de honderden miljoenen vanuit Brussel over tafel. Over de zonder voedsel en water in de woestijn gedropte Afrikanen geen woord – volgens Saied immers fake-news.
Moeten de Tunesiërs nu van Brussel, Den Haag en Rome uit deze gang van zaken gaan concluderen dat je met een chanterende dictator in het buitenland voor je eigen land het meest bereikt?
Die conclusie had Erdogan vast al veel eerder getrokken. Zweden mag nu, na Finland, van hem eindelijk ook tot de NAVO worden toegelaten. De Ottomaanse sultan in Istanbul – pardon: de Turkse president in Ankara – heeft, nadat hij de kandidaat lang heeft laten bungelen, eindelijk genadig van ja geknikt. Daarvoor moest Stockholm wel diep door het stof – juist op het punt dat een democratie nauw aan het hart moet liggen: de vrijheid voor politieke vluchtelingen.
Stap één van elke dictator in spe is om alle politieke tegenstanders of kritische buitenstaanders – de pers – als staatsgevaarlijke ’terroristen’ verdacht te maken, en vervolgens op te sluiten. Saied is daarmee dus nu ook al ijverig begonnen, Erdogan is daarmee al veel langer bezig – in vrijwel geen enkel land zitten zoveel journalisten achter de tralies als in het zijne. Stap één-bis is dat je erin slaagt om de eigen bevolking dat normaal te laten vinden – gezien Erdogans recente verkiezingsoverwinning kan de helft van de Turken dit inderdaad weinig meer schelen.
Stap twee is dat men eist dat ook het buitenland daarin meegaat. Men verlangt uitlevering van iedereen die als een bedreiging wordt beschouwd voor de eigen machtspositie en voor de nationale geloofwaardigheid van de leugens die daaraan ten grondslag liggen. In het Turkse geval zijn dat nu de Koerden – geen volk dat, omwille van hogere veiligheidsbelangen, zo vaak door het Westen in de steek is gelaten, nadat zij eerst dankbaar als pion in de strijd tegen IS waren omarmd. De Zweedse regering heeft, om het Turkse veto van tafel te krijgen, in dat opzicht een aantal dubieuze concessies gedaan.
Erdogan schijnt het spel zelfs nog hoger te hebben willen opspelen, met zijn poging om een huidig Zweeds NAVO-lidmaatschap aan een snel Turks EU-lidmaatschap te koppelen. Daarin is men in Brussel terecht niet meegegaan, zich overigens vooral achter formele argumenten verschuilend – het ene Brussel is het andere Brussel niet, en ofschoon op NAVO- en EU-toppen voor een groot deel dezelfde regeringsleiders opduiken, houden we dat op geëigende momenten graag gescheiden. Ook nu de overlap – juist door het nieuwe NAVO-lidmaatschap van de tot dusverre neutrale EU-leden Zweden en Finland – steeds groter wordt.
Op die toetreding rust overigens wel in andere zin een smet: dat in beide landen, lang net als de andere Scandinavische landen vrij voorbeeldige democratieën, extreem-rechts met de bijbehorende discriminatoire en antirechtstatelijke opvattingen salonfähig is geworden, iets wat een halve eeuw geleden ondenkbaar was. In Helsinki dreigt nu al weer een regeringscrisis, omdat sommige vertegenwoordigers van de desbetreffende rechts-extremistische partij hun dubieuze gedachtengoed geenszins blijken te hebben afgezworen, zoals ons ter geruststelling door hun christen-democratische coalitiepartners was beloofd.
In dat opzicht staat het Westen er een stuk slechter voor dan tijdens de vorige Koude Oorlog; denk behalve aan het Trumpistische gevaar ook aan de (gewezen?) Mussolini-fan Meloni in Italië – door Rutte nog recent als een hele leuke vrouw betiteld – of aan Le Pen dan wel Wilders bij ons, wiens onfrisse opvattingen ook ooit via een gedoogconstructie aan legitimiteit konden winnen.
Alleen in Duitsland – met een grotere historische gevoeligheid voor eigen antidemocratische ontsporingen dan veel lakse buurlanden – houden CDU en CSU tot dusverre óók op regionaal en lokaal niveau vast aan een brandmuur tussen hen en extreem-rechts. Na Nederland, Italië, Oostenrijk, Finland, Zweden en Denemarken is die recent ook in Spanje gesneuveld, waar Vox intussen in Castilië en Leon ‘gewoon’ een coalitie vormt met de Partido Popular.
Het land voor wie het NAVO-lidmaatschap echt de meest urgentie bezit, kreeg dat op de recente top in Vilnius overigens niet: Oekraïne. Dat vormt, vanwege de nog veel grotere complicaties, een apart thema voor een volgende keer.
Thomas von der Dunk, 17 ju1li 2023