Het kwam, door de terloopse wijze waarop het gebracht werd, een beetje over als een verzuchting en een verspreking: Bidens opmerking dat er na de door hem begonnen vernietigingsoorlog in Oekraïne voor Poetin op deze wereld geen plaats meer is. Bovendien krabbelde, nadat Moskou woedend gereageerd had dat de Russen daar zelf over gingen, de Amerikaanse president weer een beetje terug.
Maar was het een vergissing, een verspreking – of is het inderdaad wat hij wilde zeggen, waarop hij uit is? En als dat zo is, zou dat dan inderdaad verkeerd zijn omdat dat de kwestie nog moeilijker oplosbaar zou maken, zoals allerlei commentatoren haastig verklaarden? De aard en toon van hun commentaren suggereerde alsof werken aan regime-change buiten hun denkkader valt.
Out of the box-denken is momenteel een zeer populaire kreet, waarmee ook in Nederland in menige managercursus gretig wordt geschermd, maar waaraan zich in de praktijk vervolgens maar weinigen daadwerkelijk durven wagen. Je kon de kramp op de gezichten van de door Bidens uitspraak gepijnigde experts bespeuren. In een oorlogssituatie iets doen wat niet helemaal volgens de internationale juridische handboekjes is, omdat je je in de interne bedrijfsvoering van souvereine staten mengt – oef! Alleen al de gedachte leidt kennelijk tot samengeknepen billen.
Een eeuw geleden had men daar tijdens de Eerste Wereldoorlog minder moeite mee. Men stookte lustig in binnenlandse brandhaarden van de vijand en zo een binnenlands vuurtje op. De Entente binnen de Habsburgse veelvolkerenstaat en het Ottomaanse Rijk, de Centralen in Franse en Britse koloniën, waaronder Ierland, waar de Duitsers de Ierse Paasopstand hebben aangemoedigd, terwijl ze later ook Lenin naar Rusland hebben gestuurd om dat in revolutionair vuur en vlam te zetten. Poetin zelf was er ook niet zo vies van, de laatste jaren: met de Ossetiërs in Georgië, met de Russische separatisten in de Donbass.
Alle reden dus om niet principieel van hetzelfde af te zien. Met koorknapenschuwheid komt men in zulke situaties niet ver. En dat kan zich natuurlijk eveneens uitstrekken tot Moskou zelf. Want dat ‘alleen de Russen zelf over Poetin gaan’, daar valt wel een kanttekening bij te plaatsen. Daar gaan ‘de Russen’ zelf helemaal niet meer over. Die gaan namelijk helemaal nergens meer over. Rusland is inmiddels een totalitaire dictatuur, en met het tyrannieke karakter ervan heeft het Poetinregime bovendien elk moreel bestaansrecht verloren. Tyrannenmoord is al sinds de oude Grieken volstrekt legitiem.
De hoofdcommentator van de NRC was een van de weinigen die het al expliciet stelde: voor Poetin is er na alles wat hij reeds nu heeft aangericht binnen Europa niet langer plaats. Concreter was het niet gemaakt, maar de logische consequentie is, dat hij van het toneel verdwijnen moet – en dus, dat het Westen niet moet schromen om naar middelen te zoeken waarmee het daaraan bijdragen kan.
De cruciale vraag is niet, of dat legitiem is, maar of dat zinvol is. Het antwoord hangt samen met de aard van Poetins regime, en de vraag in hoeverre de Russische agressie sterk op zijn persoonlijk conto komt, of er met Poetin (nu nog) wel een duurzame overeenkomst te sluiten valt, of dat hij hierna gewoon zo verder gaat.
Mijn inschatting is, dat zowel dat tweede als dat laatste het geval is. We zijn in hoge mate getuige van de uitbarsting van een enorme persoonlijke wrok die Poetin de afgelopen jaren jegens het Westen heeft opgebouwd. Een democratischer en westerser Oekraïne vormt daarbij een bedreiging voor zijn eigen bewind, dat juist steeds dictatorialer wordt: het doet de Russische bevolking een voor haar geloofwaardig alternatief aan de hand, juist omdat Oekraïne door de Russen als verwant wordt beschouwd. Dat verklaart niet alleen veel van de verbetenheid van Poetin jegens Zelenski, maar ook de steun aan Loekasjenko toen in Belarus hetzelfde dreigde.
De imperiale Groot-Russische grootheidswaan van Poetin wordt zeker door een belangrijk deel van zijn entourage gedeeld. Maar dat wil niet zeggen dat die entourage nu zelf ook zover zou zijn gegaan als Poetin. Dat vergt een vorm van brutaliteit, bluf en bereidheid tot va banque-spelen die niet elke Kremlinautocraat gegeven is. Wat dat betreft is het als met Hitler: ook diens ideeën werden breder gedeeld. Maar met iemand anders dan Hitler is het de vraag of Duitsland de militaire risico’s had genomen die het heeft genomen – en uiteindelijk de eigen ondergang inluidden. Veel generaals vonden het veel te gewaagd. Zeker: zo lang het goed ging, hadden zij weinig in handen om zich tegen de Führer te keren. Zo ook nu. Zodra de balans echter omslaat en een catastrofe dreigt, wordt dat anders. Het is vrij aannemelijk dat voor Poetin-Rusland hetzelfde geldt als voor Hitler-Duitsland: zonder de opperdictator schrikt men voor steeds verdere escalatie terug.
Tenslotte inderdaad het einddoel. Poetin wil niet bij de Donbass, of zelfs maar Kyiv stoppen – hij wil in feite heel Oost-Europa tot aan de Oder terug. Dat betekent, net als indertijd bij Hitler, dat een compromis vandaag – waarbij men omwille van de lieve vrede Poetin een stuk Oekraïne geeft – slechts uitstel van executie betekent.
Een nieuw München, waarbij Poetin dit slechts misbruikt om straks een volgende stap te kunnen nemen. Een stap die niet iedereen in zijn omgeving aandurft. Om die reden moet het Westen trachten het bewind te splijten, door duidelijk te masken dat een Rusland mèt Poetin nooit in de beschaafde wereld terug kan keren, en een zonder ooit mogelijk wel. Dan kan er een moment komen, waarop sommigen rondom Poetin de schade voor Rusland te groot vinden worden, en dan is een scheut polonium in de juiste thee niet ver. En ginds hebben ze een afdoende rijke traditie aan paleiscoups om uit eerdere ervaringen te kunnen putten.
Thomas von der Dunk, 14 april 2022