Europese Beweging

Westen moet één front tegenover Rusland vormen

De Europese Unie is het jaar niet bepaald goed begonnen. Eerst was er de zeperd bij de vaccinaankoop, waarvoor Ursula von der Leyen diep door het stof moest. De Britten hadden dát althans beter aangepakt, prijzen dat als een positief effect van de Brexit, en trekken naar Brussel een lange neus. Zeker nadat men daar in paniek juist een antismokkelgrens door Ierland dreigde te willen gaan trekken, die men zelf jarenlang luidkeels voor taboe had verklaard.

   Niet dat alle individuele lidstaten het er nu zo goed vanaf brengen. De Nederlandse regering toont al vanaf het begin van de coronacrisis regelmatig een stuitend gebrek aan competentie, waaraan nu dus ook nog het juridische debacle rond de avondklok kan worden toegevoegd. In een normaal land zouden de verantwoordelijke twee politici – Rutte en Grapperhaus – allang zijn afgetreden. Den Haag doet er in elk geval verstandig aan de komende tien jaar zijn mond te houden, indien er toevallig een keertje ergens in Zuid-Europa iets mis mocht gaan.

   Ernstiger dan dit interne geklungel is echter de zwakke indruk die Europa naar buiten toe maakt met de afgang van Josep Borell in Moskou als dieptepunt, waar Lavrov hem alle kamerhoeken toonde. We hebben de laatste jaren te maken met steeds assertiever autocraten, die de EU niet willen zien staan, en steevast proberen de afzonderlijke kleine Europese landen – ook de landen die nog niet door hebben dat ze klein zijn, om Juncker te citeren – tegen elkaar uit te spelen, met Poetin als veruit kwaadaardigste en wraakzuchtigste van het stel.

   In feite is Rusland nu ook veel kwaadaardiger en wraakzuchtiger dan in de jaren zeventig, toen de Sovjet-Unie, bij alle fundamentele ideologische botsingen met het Westen, zich de facto toch constructiever opstelde, juist omdat de leiding indertijd nog altijd meer door geloof in de superioriteit van het eigen wereldbeeld gedreven werd, waar in het Kremlin thans cynisme volledig overheerst. Dat is ook het verschil met het op zich veel totalitairder China: dat gelooft wel in zichzelf.

   In hun verdeel-en-heers-politiek voelden die autocraten zich vier jaar lang indirect gesteund door de would be-autocraat in Washington, die het liefst thuis ook de rechtsstaat om zeep had gebracht. Diens couppoging van 6 januari, waarvoor nog grote delen van de totaal gedegenereerde Repubikeinen de ogen blijven sluiten, getuigt van de innerlijke verwantschap die Trump met lieden als Erdogan en Poetin voelt. Die waren zodoende steeds brutaler geworden.

   Hoeveel het, ondanks de – vergeleken met een kwart eeuw geleden – mondiaal veel minder dominante positie van Amerika, toch nog altijd kan uitmaken wie er in het Witte Huis zetelt, bewijst inmiddels Joe Biden. Erdogan blaast plots in westelijke richting net iets minder hoog van de toren, uit vrees voor internationaal isolement, in de wetenschap dat zijn kwakkelende economie de achillespees van zijn populariteit en dus zijn macht kan vormen.

   En ook de brute barbaren in Ryad, in hoge mate verantwoordelijk voor het bloedbad in Jemen, zijn door Washington de wacht aangezegd. Zij kunnen niet meer bij voorbaat rekenen op de massale wapenlading die Trump verkocht onder het motto: de Jemeniet z’n dood is immers mijn Amerikaanse kiezer z’n brood.

   Het is in een wereld waar de democratie steeds verder onder druk staat – Hong-Kong, Myanmar, Navalny, Loekasjkenko – niet alleen van belang dat Amerika en Europa samen met andere democratische landen in het verre oosten zoals Japan, Zuid-Korea en Australië, zoveel mogelijk één lijn trekken tegen grootmachten als Rusland en China, die weer steeds openlijker hun buren koeioneren. Het is ook van belang dat in dat opzicht Europa zélf eindelijk eens meer één lijn trekt, en niet voortdurend afzonderlijke lidstaten hun eigen economische en politiek-strategische deelbelangetjes boven die van het geheel laten prevaleren.

   Met Berlijn, Rome of Madrid, met Den Haag, Ljubljana of Leeuwarden zullen Poetin en Xi weinig rekening houden – met een Europa dat naar buiten toe als één blok opereert wel. Juist daarom hebben ze daar in Peking en (vooral) Moskou zo’n gruwelijke hekel aan, en proberen met name de Russen Europa van binnenuit te ondermijnen door steun aan anti-Europese populisten als Baudet, die in dat opzicht als Poetins nuttige idioot gewillig naar de pijpen van het Kremlin danst.

   De zwakte van Europa komt momenteel vooral tot uiting in al die waarschuwende woorden aan het adres van dictatoriale boosdoeners zonder dat die enige praktische consequentie hebben, althans enige die hard genoeg is om ginds pijn te doen. Hee vaak het woord ‘onacceptabel’ al niet na dictatoriaal gedrag van Loekasjenko, Poetin of Erdogan is uitgesproken, valt niet bij te houden. Het is bij machteloos geblaas gebleven en heeft nooit tot iets geleid: Minsk en Moskou sluiten nog steeds massaal voor hun grondrechten demonstrerende burgers via schaamteloze schijnprocessen op. Evenmin als indertijd het in quarantaine plaatsen van Assad, en alle plechtige verklaringen dat er in het Syrië van de toekomst voor hem geen plaats meer zou zijn, ooit enig effect hebben gesorteerd.

   Wat daarvoor nodig is, is allereerst dat Europa zijn economische afhankelijkheid van Rusland afbouwt, en daarbij gaat het vooral om energie. Laten we het beestje maar bij de naam noemen: Nordstream – Biden heeft gelijk. Die afhankelijkheid is overigens wederkerig, want zonder Europese gasafname gaat het ook met Rusland slecht. Dat geeft Europa een wapen in handen – mits men bereid is zelf ook een beetje pijn te leiden, en daar wringt meestal de schoen: sancties mogen ons zelf niet schaden. Hier liggen vooral Duitsland en Frankrijk dwars, maar op ander vlak zijn het Nederland en de Britten, die zich met hun belastingzwendelparadijs nog steeds graag lenen voor het witwassen van onwelriekend Russisch kapitaal.

Thomas von der Dunk, 18 februari 2021

Europese BewegingWesten moet één front tegenover Rusland vormen
read more

De Britten zullen zelf op Boris’ blaren moeten zitten

   Brexit kwam dit keer anderhalve week vroeger. Net als bij zoveel in 2020, gooide ook ditmaal covid roet in het eten. De al snel vilein als ‘Britse’ variant betitelde extra besmettelijke virusversie zorgde ervoor dat de havens van Nederland, België en Frankrijk dicht gingen. Continent isolated! Het bleek toch eerder Groot-Brittannië te zijn, dat werd geïsoleerd.

   De voorspelde chaos is vooreerst uitgebleven, maar wat niet is, kan nog komen. Veel bedrijven hadden immers nog voor 1 januari massaal goederen over de Noordzee verscheept om een buffer aan te leggen. Daarom bleef in Hoek van Holland die megaparkeerplaats voor vrachtauto’s met ontoereikende papieren nog eenzaam leeg. Maar wat, als die buffervoorraad opraakt? In elk geval wacht een forse papierwinkel, die vooral bij versproducten voor fataal oponthoud zorgen kan.

   Op het allerlaatst wisten Barnier en Johnson een accoord te bereiken, waaraan de Europese Commissie meteen haar fiat heeft gehecht. Terecht protesteerde het Europese Parlement tegen de gang van zaken: een fatsoenlijke behandeling is zo niet mogelijk, men wordt zo voor voldongen feiten geplaatst.

   Te vrezen valt, dat dit niet de laatste keer zal zijn: voor Johnson was het bewuste tactiek om zowel – met het oog op aan Europese zijde gevreesde chaos – in Brussel meer concessies af te kunnen dwingen, als om het Lagerhuis – met het oog op een soortgelijke vrees bij veel Remainers – onder druk te zetten. Van de tandenknarsende steun van de oppositie kon hij zeker zijn: het alternatief – geen accoord – was erger dan een beroerd accoord. In dat opzicht neemt Labour nu meer verantwoordelijkheid dan de geharnaste Brexiteers in Johnsons eigen fractie. Was het misgelopen, dan hadden de Britten zelf op Boris’ blaren moeten zitten.

   De ergste onruststoker was overigens al even eerder op vakkundige wijze kaltgestellt: Johnsons tot dan toe sacrosancte adviseur Dominic Cummings, de Steve Bannon van de Britten. Het was een klein Shakespeariaans drama, te danken aan de kordate interventie van de toch geheel particuliere vriendin van Johnson, Carrie Symonds, inmiddels bijgenaamd ‘Princess Nut Nuts’. Die stelde hem keihard voor de keus: of hij eruit, of ik. Om het familietheater compleet te maken, verklaarde Boris’ vader kort daarop dat hij een Frans paspoort heeft aangevraagd.

   Bij Johnson won de angst voor eenzaamheid in bed het kennelijk van de angst voor eenzaamheid op kantoor. Als in de dagen van Madame de Pompadour won de maîtresse het zo van de functionaris. Dat kan in Europa vandaag alleen nog maar in Engeland: dat de liefde de politiek zo sterk doorkruist. Drie eeuwen terug was dat ook elders niets bijzonders – een afgewezen huwelijksaanzoek kon voor vorsten een legitieme reden zijn een oorlog te beginnen – want dat is vandaag toch wel ondenkbaar: dat zoiets in Berlijn of Parijs de gang van zaken zo sterk bepaalt. Maar er is in Engeland wel meer dat doet denken aan drie eeuwen terug.

   Hoeveel jaren de Britten – in eeuwen denken gaat wat ver – nu door Brexit economisch teruggeworpen zullen worden, is afwachten. Johnson zal niet schromen om dat aan corona te wijten – voor zijn aanhang ligt het paradijs van Global Britain nog steeds om de hoek. En hoeveel Britten zoveel jaren teruggeworpen zullen worden, is de volgende vraag – want doen de Schotten straks nog wel met de Engelsen mee? In Edinburgh aast premier Nicola Sturgeon op elke kans een nieuw referendum uit te schrijven, waarin Schotse onafhankelijkheid de facto aan Europese toetreding gekoppeld wordt.

   Daarvoor zou zich nog wel eens onverwachts een unieke gelegenheid kunnen voordoen: indien Trump – zoals sommige geruchten willen – inderdaad om strafvervolging te ontlopen na 20 januari naar zijn golfresort in de Highlands vlucht. Wat als justitie in Washington dan om uitlevering vraagt? Donald rekent er vast op dat zijn goede vriend Boris daaraan niet mee wil werken – zoals Thatcher zich indertijd in de dagen van Blair tegen de uitlevering van haar vriend Pinochet verzette. Maar wat als Sturgeon dan dreigt om dat zelf te doen? Ze zou natuurlijk tegen Johnson kunnen zeggen: ik doe het niet, op voorwaarde dat…

   Gezien het onvermijdelijk politieke aspect dat aan uitlevering van criminele politici kleeft, waarbij soms naar vergezochte argumenten wordt gezocht om daaraan te ontkomen, is koehandel minder onwaarschijnlijk dan voor een objectieve rechtsgang wenselijk is. Dat speelt ook nu in Washington bij de poging Trump af te zetten – Republikeinse senatoren houden angstvallig de gevolgen voor hun eigen herverkiezing in het oog. Overigens: ook in Den Haag gaat politiek soms voor recht – denk aan de Lockheedaffaire, waar om een constitutionele crisis te voorkomen van vervolging van prins Bernhard werd afgezien.

   Dan tot slot het Brits-Europese accoord zelf. Omwille van de lieve vrede heeft Brussel misschien de Britten in ruil voor de facto ongelimiteerde toegang tot de Europese markt toch net teveel ruimte gelaten om zelf straks afwijkende kwaliteitseisen te kunnen stellen. Het is de mogelijke kloof tussen papier en praktijk, die ook bij de beloofde rechtstaatstoets t.a.v. Hongarije en Polen speelt: in hoeverre hopen de boosdoeners toch hun zin door te kunnen drijven en de toets tot een dode letter te maken, omdat sancties pas jaren later kunnen volgen?

   Minder problematisch in principiële zin lijkt mij de zo hoogopgelopen kwestie over de visvangst. Al die extra vis die de Britten nu voor zichzelf mogen reserveren, kunnen ze toch niet zelf opeten, en voor de verkoop aan het continent gelden Europese regels. Sneu voor de Nederlandse vissers dat die achter het net vissen? Vast – maar stemmen niet juist die vissers in zo groten getale op de Brexit- en Nexitvoorstanders Wilders en Baudet? Misschien dat ze zich nu eindelijk realiseren dat dat misschien toch niet zo’n goed idee is.

Thomas von der Dunk, 12 januari 2021

Europese BewegingDe Britten zullen zelf op Boris’ blaren moeten zitten
read more

Brussel moet nu verzet van Orban en Kaczynski breken

   Gloort er eind 2020 eindelijk weer meer licht aan de Europese horizon? Duidelijk is dat reeds nu de verkiezingszege van Biden in Amerika internationaal de bakens verzet. Sommigen pogen nog snel voor de aftocht van Trump een winstpuntje binnen te slepen, zoals degenen die met de moord op een Iraans atoomgeleerde – en daarmee het uitlokken van een overreactie van Iraanse hardliners – hopen een herstel van het atoomaccoord met Teheran te voorkomen.

   Maar desondanks waait er al een andere wind. De eersten die dat merken zijn de Britten. Indien Trumps presidentschap gecontinueerd zou zijn, had Johnson voor Europa een alternatief achter de hand. Trump zou hem immers graag – zij het uiteraard op Trumps eigen voorwaarden, waarbij altijd de ánder de loser moet zijn – ter wille zijn geweest, om zo de Europese Unie te ondermijnen. Met Biden verandert het speelveld drastisch.

   Die heeft al ondubbelzinnig laten weten dat de Brexiteers niet op enige privileges op basis van een vermeend special relationship hoeven te rekenen, omdat voor Washington goede verhoudingen met Brussel zwaarder wegen dan met Londen. En zeker als Johnson onbetrouwbaarheid tot principe gaat verheffen door in Westminster wetten aan te laten nemen die eerdere afspraken met Europa ondermijnen, zal hij op het Witte Huis de deuren gesloten vinden. Daarbij komt dat Biden, ook als nazaat van Ierse emigranten, de open grens van Ierland met Noord-Ierland voor ononderhandelbaar heeft verklaard, en hier duidelijk partij voor Dublin kiest.

   Maar de grootste winst voor Brussel valt na de val van Trump te boeken aan de andere kant van de Europese Unie – mits Brussel nu durft door te zetten. Met Trump verliezen de xenofobe autocraten in Boedapest en Warschau, net als Trump voortdurend bezig omwille van de eigen macht in eigen land de rechtstaat te ondermijnen, hun belangrijkste internationale steunpilaar. Het is mede daarom, ook nu het kleine Slovenië eveneens dreigt af te glijden, voor Brussel nu of nooit.

   Of het breekt nu het verzet van Orban en Kaczynski, of het staat een steeds verdere ondermijning van de rechtsstatelijke grondprincipes van de Europese Unie toe. Te lang heeft Brussel gedacht en getracht de doelbewuste ondermijning van de rechtstaat in Polen en Hongarije door welwillend overleg te kunnen keren. Maar de machthebbers aldaar wijken slechts voor macht. Dat is wat vooral Merkel te weinig in heeft willen zien – Macron snapt zoiets (zie ook zijn grotere onbuigzaamheid in Britse richting) al beter.

   Die macht is vooral een financiële, en die moet nu worden ingezet. Is het toeval dat het Europese Parlement juist afgelopen maand, na de nederlaag van Trump, scherper dan ooit de noodzaak heeft geformuleerd om fondsen aan rechtsregels te koppelen? Het was voorspelbaar dat Warschau en Boedapest furieus reageerden.

   Tot nu toe zijn ze met hun blokkadepolitiek altijd weggekomen, omdat Brussel steeds meende dat zij nooit zo ver zouden gaan en het dus niet op een breuk durfden aan te laten komen. Dat deden zij elke keer wel, omdat zij wisten dat Brussel uiteindelijk zèlf altijd voor de consequenties van zo’n breuk terugschrikt. Het maakt de toch al zo vaak moeizame samenwerking tussen 27 lidstaten namelijk nog moeizamer.

   Orban en Kaczynski dreigen nu de hele Europese begroting inclusief het coronafonds op te blazen, als zij hun zin niet krijgen. Daarvan zijn vooral de Zuideuropese landen het slachtoffer, die naar die financiële hulp snakken. Omdat uit dat fonds echter ook broodnodige miljarden voor Hongarije en Polen bestemd zijn, ging Brussel ervanuit dat zij niet het risico zullen durven te lopen om niets te krijgen. Dat durven zij dus wel, in de wetenschap dat Brussel tot nu toe toch altijd aan hen heeft toegegeven.

   Misschien mag ik eens een vergelijking met militaire conflicten maken. In Bosnië zette Nederland indertijd voortdurend in op redelijkheid bij het Servische geboefte, wat uiteindelijk uitmondde in Srebrenica – iedereen kent de gênante slotscène waarin Mladic Karremans volledig inpakt. De grondoorzaak: de Nederlandse neiging tot risicomijding. Toen de Britten eens geconfronteerd werden met zo’n bende Servische bandieten die hen de weg versperde, begonnen zij zeer demonstratief hun wapenarsenaal in stelling te brengen. De boodschap: wij wijken niet en zijn bereid om daarvoor ook het risico op slachtoffers in eigen kring te nemen. Toen hen dat duidelijk werd, kozen de Serviërs meteen het hazenpad.

   Vertaald naar het huidige civiele conflict: om Europa te redden moet Europa nu zelf even het idee van collectief, op consensus gebaseerd Europees bestuur laten varen, in organisatorische zin een stap terug doen, van de gebruikelijke strict legalistische aanpak afzien om de bad guys hun plaats te kunnen wijzen. Als het niet via een centrale regeling kan op ónze voorwaarden, dan moet het via onderlinge samenwerking tussen de wel deugende Europese regeringen, met uitsluiting van de niet deugende. Van communautair dus tijdelijk terug naar multilateraal. Begin dus NU zeer demonstratief met het opzetten aan een alternatieve structuur, waarbinnen die aan de noodlijdende landen toegezegde fondsen uitgekeerd kunnen worden – met even demonstratieve uitsluiting van Polen en Hongarije.

   Dat zet die landen de pin op de neus, en maakt vooral hun bevolking duidelijk dat hun regeringen niet ongestraft fundamentele Europese waarden aan hun laars kunnen lappen. Vermoedelijk zullen ook dan Orban en Kaczynski niet uit zichzelf opzij gaan – precies zoals ook Trump zich aan de macht vast blijft klampen. Mocht het dan tot een volksopstand moeten komen om hun beider regimes weg te vagen, dan verdient die, net als die in 1989, vanuit Brussel alle morele steun.

Thomas von der Dunk, 9 december 2020

Europese BewegingBrussel moet nu verzet van Orban en Kaczynski breken
read more

Worden de Republikeinen weer democraten?

Zoals de echte dictator Moammar Kadhafi indertijd in een rioolpijp eindigde, zo beleefde de Trump-parodie daarop zijn zwanenzang tussen een dildozaak en een crematorium – een passend slotakkoord voor deze grab-them-by-the-pussy-president. Doordat een of andere onderknuppel twee telefoonnummers had verwisseld, vond zij niet plaats in het beoogde chique hotel, maar op de parkeerplaats van een gelijknamig hoveniersbedrijf op een nondescript bedrijventerrein. Het was symbolisch voor de tot systeem verheven chaos, waaruit dankzij Steve Bannon Trumps bewind vier jaar lang bestond, deze Tatort-achtige locatie voor de persconferentie van maffiabaas Rudy Giuliani – we misten alleen nog het lijk.
Met zijn permanente poging tot ondermijning van alle instituties heeft geen Amerikaanse president de democratie in eigen land en het aanzien ervan daarbuiten in de afgelopen anderhalve eeuw zoveel schade berokkend als Donald Trump. Zijn hele optreden was koren op de molen van echte dictatoren, die hun almacht altijd met de boodschap ‘ik of de chaos’ legitimeren. Eén zo’n ‘verkiezingsdebat’ geeft Xi bakken munitie om tegen de Chinese bevolking te zeggen: wilt U soms dat?
Nu Trump als een dreinende kleuter weigert om te vertrekken, stromen vanuit Afrika de honende adviezen al binnen. Misschien dat hij nog wat militaire hulptroepen kan gebruiken nu hij, nog net op de valreep, zijn minister van Defensie heeft ontslagen, die hem de inzet van het leger voor het behoud van het Witte Huis heeft ontzegd? Trump had voor 3 november in nauw verholen termen de verwachting uitgesproken dat ‘zijn’ nieuwe leden in het Hooggerechtshof hem aan de macht zouden houden – ‘voor wat hoort wat’: ook de trias politica is voor hem een deal. In dit geval zagen wij zijn boezemvriend Poetin goedkeurend knikken. Telefoonrechtspraak: dat kennen ze in Moskou vanouds ook.
Kortom, beter nieuws dan Trumps einde had deze novembermaand aan de westerse democratieën, en zodoende ook aan Europa, niet kunnen bieden. Maar het paradijs breekt daarmee nog niet uit.
Dat begint al binnen Amerika zelf, waar de helft van de kiezers opnieuw zijn stem aan een permanent liegende autocraat heeft gegeven. Zeker twintigduizend leugens van Trump heeft de pers de afgelopen vier jaar geteld – dat zijn er gemiddeld zo’n vijftien per etmaal, zon- en feestdagen inbegrepen. Daar kunnen zelfs Poetin en Xi samen niet tegenop. En een groot deel van Trumps aanhang gelooft na dit vier jaar lang niet aflatende leugenbombardement deze leugens nog steeds, en beschouwt juist de waarheid als nepnieuws. Om wit weer zwart te laten worden, en zwart weer wit, is een omvangrijke detrumpficatie van de geest nodig, zoals in 1945 een soortgelijke denazificatie nodig was, om van de harde schijf van miljoenen Duitsers dertien jaar leugens van Hitler te wissen.
Die geestelijke herprogrammering van het misleide deel van de Amerikaanse bevolking zal nu in zekere zin zelfs nog moeilijker zijn, omdat Hitler en Der Stürmer toen van het toneel verdwenen waren, en Trump en Fox News nu niet. Die zullen de leugen blijven voeden, en beschikken daarvoor over aanzienlijk meer technische mogelijkheden dan de onverbeterlijken 75 jaar terug. Zo ontbraken de sociale media, die nu zo makkelijk Qanon-achtige complottheorieën voeden, tot in de Nederlandse kringen rond Baudet toe, in 1945 nog geheel. Dat is ook voor ons in Europa niet zonder belang.
Zeker: met Biden waait uit Washington niet meer een isolationistische wind. Hij zal ook niet langer de democraten – Merkel, Trudeau – schofferen en de autocraten – Poetin, Bolsonaro – fêteren. Afgezien van de toonhoogte, is ook de bereidheid om aan internationale regelingen en organisaties – Parijs, Iran-akkoord, WHO, VN – deel te nemen in beginsel weer terug. Juist op het terrein van de buitenlandse politiek bezit een Amerikaanse president vanouds veel ruimte. Alleen hebben de daaraan gekoppelde beleidsvoornemens, om niet bij holle worden te blijven, ook binnenlandse consequenties, en daar wordt het voor Biden ingewikkeld.
Bidens speelruimte om zijn verhoudingen met de bondgenoten te normaliseren wordt zodoende, zeker als de Democraten straks toch nét de meerderheid in de Senaat mislopen, sterk afhankelijk van een al dan niet constructieve opstelling van de Republikeinen, bijvoorbeeld op het terrein van de klimaatpolitiek. Van de bereidheid tot zo’n opstelling is in het Republikeinse kamp, een hoogst enkele congresafgevaardigde uitgezonderd, de afgelopen twaalf jaar niets gebleken. Al sinds Obama is de grondhouding er eentje van permanente obstructie, waarbij de Republikeinse Senaatsmeerderheid van Mitch McConnell zelfs al de behandeling van elk door het Huis aangenomen voorstel systematisch blokkeert. Daarvan beloofde hij zich meer electoraal profijt dan van een constructieve houding.
Daarbij komt de voortdurende poging door de Republikeinen tot manipulatie van de verkiezingen zélf door gerrymandering en het opwerpen van obstakels voor vooral zwarte kiezers om hun stem uit te brengen, ditmaal door poging tot ontwrichting van het postverkeer. Trump was daar ook heel open over: als iedereen gaat stemmen, winnen wij nooit.
De hamvraag is dan ook: worden de Republikeinen weer democraten? Of blijft hun enige doel, het de tegenpartij zo moeilijk mogelijk te maken, teneinde de populistische Trumpachterban te gerieven? Durven de Republikeinen nu – met een wegsmeltend Groenland en Antartica – onder ogen te zien dat er een mondiaal klimaatprobleem bestaat, waarvan de aanpak ook offers van de Amerikanen vergt? Dat fossiele brandstoffen hun langste tijd hebben gehad? Dat is ook voor Europa essentieel, omdat we anders op een totalitair China aangewezen zijn.

Thomas von der Dunk, 10 november 2020

Europese BewegingWorden de Republikeinen weer democraten?
read more

Durft Europa beter uit de Coronacrisis te komen?

   Krijgt Brussel nu, tijdens de tweede golf van de coronapandemie, meer voor elkaar dan tijdens de eerste dit voorjaar? De vooruitgang die in de EU is geboekt lijkt zich te beperken tot overeenstemming over een uniforme kleurencodekaart, waarbij vervolgens de lidstaten nog zelf blijven bepalen wanneer en op grond van welke criteria andere lidstaten op hún kaart van kleur veranderen. Opnieuw zitten de grenzen weer (half) dicht, en niet iedereen is in de gelegenheid om een poging te wagen om daar op koninklijke wijze even op eigen houtje overheen te vliegen.

   Zoals op teveel terreinen houden de afzonderlijke landen te angstvallig aan hun eigen nationale bevoegdheden vast – ook al is het, dat zij ter verontschuldiging gezegd, gezien de cultureel bepaalde verschillen in nationale humeuren en nationale acceptatiegraad van overheidsoekazes, zeker niet makkelijk een en ander soepel op elkaar af te stemmen. Hopelijk heeft intussen wel Den Haag, dat dit voorjaar nog bij monde van Rutte en Hoekstra tegenover andere landen betwerig hoog van de toren blies, zijn lesje geleerd, nu Nederland dankzij laksheid van bevolking én regering zo’n beetje de slechtste rapportcijfers van heel Europa haalt en, omdat de overheid zelf zijn zaakjes ook nog steeds niet op orde heeft, opnieuw bij de Duitsers om ITC-bedden bedelen moet.

   De door corona veroorzaakte economische crisis mag ons, ondanks zijn urgentie op korte termijn, de ogen niet doen sluiten voor vijf andere grote problemen waarmee Europa kampt: de klimaatverandering, de fiscale ongelijkheid, de vluchtelingenproblematiek, de aftakeling van de rechtsstaat in het oosten, en een steeds vijandiger en agressiever omgeving – Poetin, Xi, Erdogan, Trump. En dan bewaren we de Brexit, waar Boris steeds verder in zijn loze beloftes verstrikt raakt, omdat Britannia will never rule the waves again, voor een volgende keer.

   Hoever zij gezien de blokkademacht van de lidstaten komt, moeten wij wel nog afwachten, maar inzake de klimaatproblematiek is de Europese commissie onder leiding van Ursula von der Leyen en Frans Timmermans beslist lovenswaardig ambitieus. Terecht wil zij de kansen te baat nemen die door corona zijn ontstaan, nu daardoor een deel van de oude economie die mede voor de klimaatproblemen verantwoordelijk is, op apegapen ligt. Helaas ontbreekt die ambitie totaal bij de Nederlandse regering, die het bij mooie woorden laat, en kortzichtig inzet op herstel van het oude – precies zoals zij het ook bij de stikstofkwestie laat afweten, uit angst voor agrarische trekkerterreur op het Binnenhof.

   Dat niet alles meer kan, zoals de treffende titel van het rapport van de commissie-Remkes luidt, wil het kabinet niet onder ogen zien. Neem het vliegverkeer: waar Parijs in ruil voor staatssteun af wil van binnenlandse vluchten, durft Den Haag geen echte eisen te stellen aan redding van de KLM. Op zo’n moment bezwijkt het verstand en spreekt slechts een infantiel ‘Oranjegevoel’.

   Het is evident dat Schiphol groei kan vergeten, en integendeel met zeer forse krimp rekening moet houden – en daarmee ook de KLM. Gezien de risico’s van nieuwe lock-downs en vervolgens mogelijke terugkeerproblemen zullen veel vacantiegangers van vluchten naar verre oorden afzien, en naar nabije oorden voor eigen vervoer kiezen. Het moeizame maandenlange wachten op terugbetaling van tickets zal dit versterken, omdat vliegmaatschappijen klem komen te zitten tussen bij snelle afhandeling dreigende kastekorten en bij trage boos weglopende klanten.

   Om het thans nog zo scheve speelveld met de trein gelijk te trekken, moet er nu eindelijk een Europese kerosinebelasting komen, zodat nationale regeringen zich niet meer met fiscale concurrentiesmoezen aan de noodzaak van een adequaat de-vervuiler-betaalt voor alle vrije vogels kunnen onttrekken.

   Dat geldt uiteraard voor meer terreinen, bijvoorbeeld big-tech, waar Margrethe Vestager moedige pogingen doet om aan massale belastingontwijking via brievenbustrucs een einde te maken. Ook daar is Nederland, dat op de innig met Schiphol verbonden Amsterdamse Zuidas in de brievenbusfirma’s grossiert, een obstinaat blok aan het been van de vooruitgang. 14 miljard euro per jaar, zo rekende Europarlementariër Paul Tang in de NRC van 16 oktober uit, lopen andere Europese lidstaten daardoor aan belastinginkomsten mis.

   Het is niet meer dan een kwestie van fatsoen dat Den Haag geen belemmeringen meer voor Brussel opwerpt om aan het parasitaire gedrag van multinationals – wel van de infrastructuur profiteren, niet eraan meebetalen – een einde te maken. Ook het hele verhaal over de dreigende afschaffing van de dividendbelasting past hierin. Even geborneerd heeft Nederland zich inzake Moria opgesteld, waar de Duitsers wèl hun Europese medeverantwoordelijkheid erkenden en zich er niet met ‘opvang-in-de-regio’-uitvluchten van afmaakten.

   Omgekeerd, aan de uitgavenzijde, zou de Europese Commissie niet moeten schromen om het financiële wapen in te zetten tegen lidstaten die met de Europese rechtstatelijke normen een loopje nemen, in casu met name Polen en Hongarije. Die landen profiteren fors van Europese ontwikkelingsfondsen – en voor het afknijpen van die geldstroom zou zelfs Orban wel eens niet ongevoelig kunnen zijn. Hier lijken het vooral de Duitsers te zijn die op de rem staan en van geen harde maatregelen willen weten, terwijl Nederland hier gelukkig wel op aandringt. Hoe serieus neemt Europa in dat opzicht nog zichzelf?

   Dat geldt uiteraard ook voor Belarus, waar Loekasjenko bereid is de halve bevolking dood te knuppelen om aan de macht te blijven. Het onvermogen van Brussel om tot serieuze gemeenschappelijke sancties te besluiten, is beschamend. Dat bevestigt de agressieve autocraten om ons heen, van Poetin tot Trump, slechts in hun opvatting dat ze alles kunnen maken en overal mee weg zullen komen.

Thomas von der Dunk, 19 oktober 2020

Europese BewegingDurft Europa beter uit de Coronacrisis te komen?
read more

Solidariteit en Autonomie

1.          Prangende situatie in verkiezingstijd

De coronacrisis stelt alles op scherp, zowel in de sector gezondheid als economisch en sociaal. Er is een diepe economische terugval, voor 2020 wordt gerekend op een gemiddelde terugval van bijna 9% met grote verschillen tussen de lidstaten, gevolgd door een herstel in 2021. Maar er blijven grote onzekerheden, zoals een mogelijke tweede coronagolf en onvoorspelbare ontwikkelingen in de VS en opkomende markten, om niet te spreken van de arme landen. Hele sectoren worden hard geraakt, zoals transport, luchtvaart, de horeca, de detailhandel, toerisme en de culturele sector plus de evenementenindustrie. Andere komen met verbeterd rendement uit het gewoel te voorschijn, zoals de (bio)medische en vooral de sterk gegroeide dienstensector (IT), de door diensten gedreven productieprocessen en hun waardeketens, die grote gevolgen heeft voor op afstand en van huis uit werken. We zien dit dagelijks om ons heen. De in deze sectoren vooroplopende Noord-Europese economieën houden zich zichtbaar beter staande. Als gevolg hiervan verdiept zich de aanhoudende economische divergentie tussen de landen. Corona veroorzaakt inderdaad een symmetrische schok in de hele Unie, maar de gevolgen kunnen eens temeer asymmetrisch uitvallen! Ook de uiteenlopende percentages werkloosheid per land vertonen hiervan de weerslag. Bij het uitbreken van de crisis zijn in Europa en wereldwijd onmiddellijk nationale financiële sluizen opengezet om economisch leegbloeden te compenseren. De staatsschuld loopt met percentages op. De onoverzichtelijke wanorde van de pandemie is verre van voorbij. De pijn voor de economie lijkt voor het ogenblik verzacht. Maar er zijn natuurlijke grenzen aan kunstmatig bijsturen. Er komen golven van faillissementen en bedrijfsherstructureringen aan. In deze prangende situatie vallen de verkiezingen in Nederland. Europa zal een belangrijk thema zijn. In deze exceptionele crisis valt juist het EU-voorzitterschap toe aan Duitsland, dat ogenblikkelijk de verantwoordelijkheid naar zich toetrok. Het voorzitterschap stuurt aan op verrassende en onverwachte vernieuwingen, waarop naar mijn mening ook onze politieke partijen zich dienen te oriënteren.

2.          Duitsland en EU: verscherpte focus op prioriteiten

Al vanaf januari trof Berlijn intensief voorbereidingen voor het EU-voorzitterschap. De Bondsregering maakt zich al langer steeds meer zorgen over het verslechterd internationaal klimaat, waarin het ieder voor zich van China en de VS de marsroute bepaalt. De EU, die het grootste belang heeft bij stabiele exportmarkten en de globalisering, wordt door fragmentatie in de wereldhandel en handelsconflicten tussen de giganten ernstig geraakt. In ieder geval zou Europa daarop een tot dusver ontbrekend weerwoord moeten hebben. Er is veel achterstallig onderhoud. Niet voor niets had de nieuwe Commissie in het voorspel voor het Duitse voorzitterschap dan ook gekozen voor de toepasselijke titel geopolitieke Commissie.

Meer autonomie voor Europa werd een gevleugeld woord.De blik ging van binnen naar buiten. De EU zou meer gedreven moeten worden door de gezamenlijk-Europese belangen en waarden in de wereld. Brexit geeft aan de noodzaak hiervan alleen maar meer reliëf. Het Duitse voorzitterschap richtte in lijn met die van de Commissie zijn focus dan ook op industrie en technologie met als centrale onderwerpen de Green Deal, digitaliseringen een aanpassing van het EU mededingingsregime. Over dit laatste is al maanden veel te doen sinds Frankrijk en Duitsland de kat de bel aan hebben gebonden, dat onder meer eind 2019 leidde tot het Frans-Duitse manifest voor Europese industriepolitiek.[1] Dit zou twee jaar geleden nog ondenkbaar zijn geweest. Daarnaast lag Brexit op tafel en de afronding van het Multifinancial Framework. Ter onderstreping van de Europese waarden stonden ook de rechtsstaat en de Conferentie over de Toekomst van Europa op de rol.

De coronacrisis vanaf februari haalde deze opzet weliswaar overhoop, maar de hoofdlijn bleef overeind staan. In weerwil van de onzekerheden blijkt juist Duitsland bekende piketpalen ingrijpend te verzetten. De crisis blijkt in Berlijn een katalysator voor een nieuwe visie en nieuwe instrumenten. 

3.          Herdefiniëring van het Duitse belang

Centraal staat een herdefiniëring van het Duitse belang, die ertoe leidt dat in Berlijn in graniet gehouwen standpunten worden verlaten. Die kwamen er net als in Nederland in de grond erop neer, dat ieder land in geval van welk probleem dan ook zijn eigen broek moet ophouden. Deze visie wijzigt zich. Andere uitgangspunten zetten nu in Berlijn de toon. Het behoud van de Europese binnenmarkt is het centrale zorgenkind. Bij groeiende onzekerheid over de effecten van de coronacrisis neemt die zorg alleen maar toe. De verwevenheid van de Europese economieën is manifest: veel onderdelen en halffabricaten voor de Duitse industrie komen uit Italië en Spanje, terwijl de Europese markt als geheel, net zo goed als voor Nederland, een levensader is voor de Duitse export. Met name Italië en Spanje mogen niet nog verder achterop raken, doordat in de huidige situatie het leeuwendeel van de nationale staatssteun naar Duitse bedrijven gaat. 

Hiernaast is de positie van Duitsland en Europa in de wereld een tweede factor van minstens gelijk belang. De Duitse industrie, en in haar voetspoor de Bondsregering, dacht jarenlang, dat zij het als zelfstandig powerhouse in de wereld zou kunnen bolwerken. Maar nu vrezen toch velen dat men het zonder enorme publieke en private investeringen in de EU niet gaat redden. Deze schaal is onontbeerlijk tegenover een naar binnen gericht Amerika met the winner takes all, en de statelijk gedreven Chinese economie. Het meer realistische besef, dat Duitsland daarvoor een maatje te klein is, krijgt de overhand, terwijl structurele onevenwichtigheid in Europa zich juist tégen Duitsland zal keren. Voor stabiliteit en de toekomst hebben we elkaar allemaal nodig. Ook om die reden is zorg voor en bescherming van de partnerlanden vereist.  Dit is een heel ander geluid dan in 2009 en 2013, toen vooral austerity  de klok sloeg. Daar heeft men van geleerd. Deze lessons learned betekenen vooral dat landen in een noodsituatie niet nog verder moeten worden teruggedrukt, en dat men minder doctrinair en meer gebalanceerd te werk moet gaan. Duitsland heeft onlangs Griekenland zelfs excuses aangeboden. Er is gerede vrees, dat nationalisme en populisme alleen maar in de kaart worden gespeeld, wanneer gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en dus ook medeverantwoordelijkheid van Duitsland en de andere rijke lidstaten achterwege blijft.

Over dit alles is de politieke leiding heel helder, niet alleen Merkel, maar evenzeer Maas (BZ), Scholz (Financiën), Altmaier (Economische Zaken) en Schäuble (Voorzitter Bondsdag), en ook de bekeerde Minister-President Söder van het nauw met Noord-Italië verbonden Beieren. Als ware herauten houden zij, Angela Merkel voorop, Europa en critici in Duitsland zélf een nieuwe spiegel voor. Zo hebben Maas en Scholz al op 6 april tijdens het geruzie over de EU begroting en over coronabonds (met Nederland in een hoofdrol) in de Zuid-Europese pers de noodzaak van substantiële steun aan zwaar getroffen landen breed uitgemeten. Samengevat gaat het nu niet meer om de grootmoedigheid van Deutschland Zahlmeister:wij betalen omdat we de grootstezijn en wegens schuldgevoel. Het gaat om een herdefiniëring van het gemeenschappelijk Duitse en Europese belang onder nieuwe urgente omstandigheden. Dit alles werd in de  crises in 2009 en 2011 in Berlijn (zoals hier) nog heel anders gepercipieerd.

4.          Samen met Frankrijk: Solidariteit en Autonomie

In dezelfde denklijn past eveneens de verrassende herleving van de motor Parijs-Berlijn, eveneens een kernelement in de Duitse ommezwaai, die ook voor  Parijs  een verrassing kwam. De band met Frankrijk was immers als gevolg van steeds nationalere oriëntatie van Duitsland al jaren aan erosie onderhevig. Perspectieven van Macron over de toekomst van Europa werden in Berlijn stelselmatig genegeerd. Nu komt de vlag er anders bij te hangen en worden onder de radar ideeën en meningsverschillen politiek en ambtelijk getoetst. Corona brengt de afstemming in een stroomversnelling.

Met bestrijding van protectionisme binnen Europa en het doel van gelijkwaardigheid met de giganten in de wereld komen we uit bij de strategische autonomie en de souveraineté partagée van Macron. Het nieuwe is, dat het nationale instinct tot zelfbehoud nu dus óók voor Duitsland via de Europese lijn gaat. Zo zijn solidariteit met het oog op sociale en economische stabiliteit op het continent en strategische autonomie twee zijden van dezelfde medaille. Het Duitse voorzitterschap kan dan ook worden samengevat in Solidariteit en Autonomie. Ongekend is de omslag van het ministerie van Financiën: nieuwe mensen, nieuw geluid! Scholz hanteerde een retoriek, die aan Macron deed denken. Hij sprak van een ware omslag in het Europese begrotingsoverleg, zelfs van een Hamiltonian moment.[2] Zo ver gaat het niet. De steun van €750 miljard is (vooralsnog) eenmalig voor deze uitzonderlijke situatie en er is geen sprake van pooling van schulden. Maar dat het een bijzonder vergaand plan is, zeker ook in combinatie met de EU-begroting 1921-’27 van €1074 miljard en het Pandemic Emergency Purchase Program tot €1350 miljard van de ECB, staat buiten kijf. De nadruk ligt allereerst op publieke investeringen en structurele hervormingen. Als klap op de vuurpijl gaat de Unie ook beschikken over een eigen leencapaciteit en gaat zij voor de afbetalingen beschikken over eigen middelen, te beginnen met een heffing op plastic. Daarnaast staan carbonheffingen en digital tax op de rol.

4.          Nederland in de vuurlinie

Als gevolg van Brexit ontstaan nieuwe coalities. Landen zijn op zoek naar een nieuwe positionering. Met de Engelsen zou een dergelijk Duits-Frans voorstel weinig kans hebben gemaakt, hoewel Johnson in eigen land meer met geld smijt dan waar ook. Maar natuurlijk niet ten gunste van een ander of van het geheel. De Nederlandse politiek toonde al eerder tendensen in het opengevallen Engelse gat te willen springen. Het begon met een aanval van Hoekstra en zeven lidstaten, toen nog met stilzwijgende steun van Duitsland, tegen de Franse visie. Nú ontstond een nieuwe combinatie van de Vrekkige Vier, de Frugal Four, naast Nederland Oostenrijk, Zweden en Denemarken (en later nog Finland). Zij richtten hun verzet tegen subsidies en tegen dreigende pooling van schulden. Het riekt allemaal teveel naar een transferunie en naar een eigen EU begroting. Voorheen deed Duitsland dat werk voor hen, nu zit Duitsland in een ander kamp. Berlijn en Parijs hebben samen met de Commissie de aanpak op een ander niveau getild, waar Den Haag helaas niet aan toekwam. Het nam voor het eerst openlijk afstand van Duitsland en geraakte middenin de vuurlinie. De argumenten van de Frugal Four waren wel degelijk valide voor zover zij sterk de nadruk legden op de noodzaak van hervormingen in de ontvangende landen, waaromtrent gerede twijfel bestaat. Maar het ging dieper. Politiek Den Haag zit nog in de bekende mal van vooral diep wantrouwen tegenover het zuiden. Strategische overwegingen van Merkel en Macron worden in de politieke discussie in Nederland teruggebracht tot een strijd om geld en korte-termijn gewin. Er werd op dat front ondertussen wel winst geboekt: in plaats van €500 miljard subsidies werd het €390 miljard, de controle op de aanwending door de Commissie wordt verscherpt en Nederland behoudt zijn korting van bijna €2 miljard per jaar. Maar de prijs is, dat de door Nederlands toedoen verlaagde begroting ten koste gaat van technologie, innovatie en de Green Deal, de juist door Nederland gekoesterde begrotingsposten.

5.          Een kantelpunt,  nu de uitwerking. Inclusief Nederland!

Een gezamenlijke persconferentie van Merkel en Macron op 21 juli maakte eens temeer duidelijk, hoeveel Duitsland en Frankrijk politiek in dit huzarenstuk hebben geïnvesteerd. Ook is de snelheid van besluitvorming door toedoen van Merkel uitzonderlijk. Het is een kantelpunt. Het is nog onduidelijk, of Nederland hierin meegaat. In ieder geval broeit er een en ander, zoals bijvoorbeeld het verrassende en baanbrekende pleidooi van de President van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot.[3] Het is een moedig verhaal. Veel argumenten, die bij onze oosterburen tot een omzwaai hebben geleid, worden ook door Knot consequent en helder voor het voetlicht geplaatst. In zijn conclusies bepleit hij onder meer een verdieping van de EMU, waardoor een verder dreigende scheefgroei tussen Noord en Zuid wordt voorkomen. De binnenmarkt zelf en de EMU zijn immers in het geding. En nationalisme en populisme dreigen. Dat stelt niet alleen eisen aan Zuid-Europa, maar ook aan Duitsland en Noord-Europa. Álle landen zijn sámen verantwoordelijk in een gemeenschappelijk kader en dit vereist méér Europa, waarin iedere lidstaat al naargelang de stand van zaken de eigen ontwikkeling effectief ter hand moet nemen.

We mogen, zoals gebruikelijk bij een akkoord op hooflijnen, bepaald de ogen niet sluiten voor de nodige politieke problemen bij de uitwerking: beantwoorden de projecten en hervormingen aan de juiste vereisten van modernisering van de economie en komt er voldoende binnen een paar jaar op tafel? Krijgt de Commissie voldoende doorzettingsmacht? Wordt de inkomstenkant goed geregeld? Komt verbetering van de arbeidsproductiviteit in grote delen van Zuid-Europa, achilleshiel van de ontwikkeling, eindelijk van de grond? Wat komt er terecht van het criterium van de rechtsstaat, dat plotseling is doodgezwegen? Hoe ieders verantwoordelijkheid te definiëren en hoe daaraan de hand te houden? Vragen en dilemma’s te over. Alleen politiek leiderschap op grond van een samenvattende visie kan de EU in een nieuw vaarwater brengen. Het doel is duidelijk: hoe een stabiel, geloofwaardig en robuust Europa in de wereld zeker te stellen. Correcte uitvoering over jaren vereist vanaf nu voldragen leiderschap van álle 27 en de Commissie. Het is een zelden vertoonde testcase, die consequente politieke wil en optreden vereisen. Ook dus van Nederland.

De partijprogramma’s voor de komende verkiezingen zijn in voorbereiding. Daarin zal naar mijn mening, in een aantal gevallen de bocht moeten worden gemaakt van (gematigd) euroscepticisme naar een volwassen acceptatie van de eisen van de tijd, met name met het oog op de nog flink tekort schietende interne Europese ontwikkeling én de prioriteit van een robuust Europa in  wereldverband. Het nieuwe motto van Solidariteit en Autonomie moet ook voor Nederland gaan gelden. 

Den Haag,

6 september 2020


[1]             A Franco-German Manifesto for a European industrial policy fit for the 21st Century

[2]             Een verwijzing naar Alexander Hamilton, the first American Secretary of the Treasury, die in 1790 de ruziënde partijen wist te verenigen individuele oorlogsschulden van de vroegere koloniën om te zetten in gemeenschappelijke verplichtingen van de federale Unie, algemeen beschouwd als een beslissende stap naar het Amerikaanse federale regeringsstelsel.

[3]             Zie de Schoolezing van 1 september jl. en het interview van de President van DNB in de Volkskrant van 2 september.

Europese BewegingSolidariteit en Autonomie
read more

Blijft de Coronacrisis voor grensproblemen zorgen?

Mijn eerste buitenlandse vakantiereis na de lock-down begin juli voelde een beetje als een expeditie naar het onontgonnen Oost-Europa na de Val van de Muur. Een verlaten grenspost bij Zevenaar, die je gewoon bleek te kunnen passeren, zonder pascontrole, visa, vragenlijsten of zoiets!

   In de twee weken dat ik door de Oberpfalz en de Bayrische Wald ben rondgetourd, ben ik maar drie Nederlandse auto’s tegengekomen. Oostenrijkse waren even schaars, en Duitse uit andere regio’s eveneens. Veel hotelletjes waren nog gesloten, of ik was er de enige gast, van wat rondtrekkend werkvolk afgezien. Ik werd zelfs één keer door de politie aangehouden – zonder concrete reden, de net niet letterlijk zo uitgesproken vraag was wat een Nederlandse auto hier eigenlijk deed. “Ach, Urlaub – ja das geht natürlich auch”. Zo’n beetje als in de jaren vijftig, toen je nog toeterde als je achter Zevenaar landgenoten tegenkwam.

   Nu her en der de besmettingscijfers in Europa weer oplopen, rijst de vraag of de Europese landen er ditmaal wel in slagen om hun onderlinge beleid beter op elkaar af stemmen. In de paniek van maart leidden overhaaste eenzijdige nationale maatregelen er immers regelmatig toe dat buurlanden voor het blok gezet werden. In de grensregio’s ontstonden herhaaldelijk problemen, toen bewoners van de enige dag op de andere moeilijk meer naar hun school, werk of bakker aan gene zijde konden komen.

   Waar de grens met Duitsland dankzij bijtijds overleg tussen Den Haag en Düsseldorf niet echt dicht ging, waren er aan de Nederlands-Belgische grens regelmatig spanningen. Winkels die door geblokkeerde wegen onbereikbaar werden, Belgische autoriteiten die met drones zelfs wandelpaden bewaakten om maar elke plots ‘illegaal’ geworden grensoverschrijding te verhinderen.

   De meest absurde situatie ontstond – voorspelbaar – in de beide Baarles, waar bepaalde Nederlandse winkels wel openbleven, en soortgelijke Belgische dicht moesten. In de plaatselijke Zeeman was het herenondergoed onbereikbaar geworden omdat die afdeling zich op Belgisch territorium bevond en met een lint was afgesloten. Het is een brevet van bestuurlijk onvermogen dat men er niet in geslaagd is hier snel voor beide dorpen dezelfde regels te laten gelden.

   Aangezien Europa, anders dan bijvoorbeeld een liniaal-continent als Australië,  tal van grillig verlopende grenzen kent, zal ook elders wel eens een dergelijke medische ‘souvereiniteitsoverdracht’ nodig zijn om zaken soepeler te laten verlopen. In de Beierse Allgäu ligt bijvoorbeeld het Kleinwalsertal, waarvan de laatste dorpen weliswaar Oostenrijks zijn, maar wel – omdat je het over de weg alleen via Duitsland kunt verlaten – al vanouds tot het Duitse tolgebied behoren. Het enige wat het onvermogen inzake de Baarles nog een beetje verexcuseert is dat zelfs de almachtige Napoleon er indertijd niet uitgekomen is.

   Laat overigens duidelijk zijn: het nemen van de meeste gezondheidsmaatregelen kan Brussel op zich beter aan de nationale hoofdsteden overlaten. Een eenheidsworst voor de hele Schengenzone van de Noordkaap tot Gibraltar is onwenselijk. Enerzijds omdat de uitbraken vaak zeer lokaal zijn – en zodoende inmiddels ook tot veel meer regionale differentiatie in het maatregelenpakket bínnen landen leidt – en niet geheel los staan van diepingesleten culturele patronen, wat gevolgen moet hebben voor een effectieve aanpak ervan; in Spanje en Italië bestaan nog veel meer driegeneratiehuishoudens en leeft men vanwege de klimatologische omstandigheden een groot deel van het jaar op straat (iets dat met de klimaatverandering in het noorden natuurlijk kan gaan verschuiven).

   Anderzijds is, in het verlengde daarvan, ook de acceptatiebereidheid onder de bevolking van bepaalde maatregelen cultuurgebonden. In het meer individualistische, egalitaire protestantse noorden moet meer een beroep op de eigen verantwoordelijkheid worden gedaan, in het collectivistischer hiërarchische katholieke zuiden schikt men zich makkelijker naar van bovenaf opgelegde regels en directieven. Alleen al het taalgebruik van de divers regeringen is veelzeggend: in Parijs verklaart men het virus in oorlog, in Londen luidt het credo ‘keep calm en carry on’, in Berlijn legt Merkel het beleid nuchter uit, en in Den Haag doen we vanouds alles samen.

   Maar er zijn ook een aantal zaken de beslist wèl het best gezamenlijk op Europees niveau geregeld kunnen worden, dus nog los van een betere afstemming tussen twee buurlanden voor praktische kwesties in de grensregio, zoals Antwerpenaren die nu een terras in Breda pakken omdat dat wel open is, en Nederlandse jongeren die naar Knokke afreizen omdat de alcoholgrens er op 16 en niet op 18 ligt. Te denken valt aan gezamenlijke Europese fabricage van basale medische goederen om voortaan minder afhankelijk van China te zijn.

   Nu urgent in deze zomermaanden: gezamenlijke afspraken over welke landen en regio’s binnen en buiten Europa veilig en niet-veilig zijn, zodat niet iedereen nog langer zijn eigen code-oranje-systeem hanteert, waardoor Nederlanders van Den Haag uit Kroatië moeten vertrekken terwijl Belgen van Brussel mogen blijven. Vooral als het de toelating van touristen en andere bezoekers uit niet-Europese landen betreft is één lijn trekken wenselijk opdat de interne Europese grenzen (die in het voorjaar vaak in paniek dichtgegooid werden) open kunnen blijven, wat zowel voor het goederen- als voor het werknemersverkeer essentieel is.

   En stel vooral ook overal uniforme testmaatregelen op de luchthavens in, waarbij tevens door een stevige Europese kerosinebelasting aan het milieu-onvriendelijke stuntprijzenbeleid van Easyjet en Ryanair (die bovendien veel corona-riskante stedenkroegentochttrips genereren) een einde wordt gemaakt.

Thomas von der Dunk, 11 augustus 2020 

Europese BewegingBlijft de Coronacrisis voor grensproblemen zorgen?
read more

Den Haag zal in Brussel door de pomp moeten

Afspraak is afspraak, en aan vage beloftes hebben we niets. Die horen we al decennia lang. Met vrome intenties en een tot niets verplichtende inspanningsverplichting kunnen we geen genoegen meer nemen: resultaat willen we zien! Al die eindeloze pogingen tot lijntrekkerij in Rome om maar onder pijnlijke hervormingen uit te kunnen komen, zijn onacceptabel. Dat was de boodschap van het Nederlandse kabinet toen de Italianen vanwege de coronacrisis om steun aanklopten: U bent in Brussel akkoord gegaan met Europese begrotingsrichtlijnen, dus die moet U ook uitvoeren.

   Het was afgelopen week ook de boodschap van de commissie-Remkes aan datzelfde kabinet: afspraak is afspraak, en aan vage beloftes hebben we niets. Die horen we al decennia lang. Met vrome intenties en een tot niets verplichtende inspanningsverplichting kunnen we geen genoegen meer nemen: resultaat willen we zien! Al die eindeloze pogingen tot lijntrekkerij in Den Haag om maar onder pijnlijke hervormingen uit te kunnen komen, zijn onacceptabel. U bent in Brussel akkoord gegaan met Europese stikstofrichtlijnen, dus die moet U ook uitvoeren.

   Kortom: premier Rutte die premier Conte iets verwijt: dat zijn de pot en de ketel. Als de laatste boter op zijn hoofd heeft, heeft de eerste dat ook – en evenveel. Zo niet nog meer, omdat Rutte er al veel langer zit. En in beide gevallen is de reden dat die afgesproken hervormingen uitblijven dezelfde: angst voor grote tegenstand onder die delen van de eigen bevolking die de rekening mogen betalen, en dus voor mogelijke verkiezingswinst voor extreem-rechtse populisten.

   Want die afgesproken hervormingen hebben een prijs. Alleen heb ik dan meer begrip voor de protesten van Italiaanse burgers met kleine inkomens die door drastische bezuinigingen massaal in armoede vrezen te vervallen, dan voor een handvol uiterst welvarende Nederlandse boeren die met hun trekkerterreur al één provinciebestuur in de capitulatiestand hebben weten te dwingen. Waarbij niet alleen komt dat begrotingstekort en betalingsbalans uiteindelijk financiële abstracties zijn – en honger, kou en dakloosheid niet – maar ook dat de klimaatverandering niet wacht tot Baudet natte voeten krijgt, zoals in Brussel Ursula von der Leyen en Frans Timmermans wèl beseffen.

   “Neem deze keer echt eens een risico, Rutte”, aldus Tom-Jan Meeus in zijn NRC-column van 28 mei – dus durf eens voor het collectieve Europese belang te staan. “Het zit hem in het leiderschap”, aldus zijn collega Caroline de Gruyter vijf dagen eerder, waarbij zij hem terecht Angela Merkel als lichtend tegenvoorbeeld voorhoudt. En dat is de kern van het Nederlandse probleem: Rutte heeft in tien jaar premierschap nooit enig leiderschap getoond, nooit enig risico dat mogelijk zijn eigen populariteit in de waagschaal zou kunnen stellen durven nemen, van die ene dividendbelastingsmiskleun afgezien.

   Bij alle grote morele vraagstukken is hij tien jaar lang onder tafel gedoken – dezer dagen herinnerden de antiracisme-protesten ons daar opnieuw aan. Wie nu pas door krijgt dat Zwarte Piet een probleem kan vormen, heeft enige decennia weggekeken. Wegkijken geldt ook voor het milieudossier, van agrarische industrie tot vliegverkeer. Steeds onverplichtende intenties, waarbij doorzichtig cijfergesjoemel wordt getolereerd. Voor geen naoorlogse premier geldt zo sterk het adagium ‘Ik ben hun leider, dus ik moet hen volgen’ als voor hem. Pas als het volk in meerderheid iets anders gaat vinden, beweegt Rutte ook.

   Dit totale gebrek aan leiderschap zien we niet alleen in de stikstofcrisis, maar ook in Europa. Het is verontrustend hoe gemakzuchtig anti-Europees VVD en CDA zijn geworden – en op hoe weinig weerwerk dat in eigen gelederen stuit. Zeker bij het CDA, dat in dat opzicht toch een traditie heeft hoog te houden en met Van den Broek, Bot en Verhagen ook aanmerkelijk uitgesprokener Europeesgezinde ministers van Buitenlandse Zaken heeft geleverd dan de VVD na Van Aartsen met Rosenthal, Zijlstra en Blok, bij wie niet de brede politieke blik, maar het beperkte handelsbelang overweegt. Het departement van Buitenlandse Zaken geeft t.a.v. Europa thans te weinig tegenwicht, omdat de zittende bewindsman de eendimensionale monetaire kijk van Financiën deelt.

   In de gevaarlijke misvatting dat Den Haag hetzelfde gewicht heeft als Londen heeft het kortzichtige koppel Rutte-Hoekstra Nederland – dat juist als handelsland als vrijwel geen andere lidstaat baat heeft bij de EU en belang bij welvarende Zuideuropese afnemers! – nu in de dode hoek van vier dwarsliggende dwergen gemanouvreerd, waar het alleen maar met veel gezichtsverlies uit weer zal kunnen komen. Dat, nu Duitsland onomwonden voor Europa kiest, Nederland zijn ‘njet’ niet zal kunnen volhouden, is evident. Men krabbelt ook al wat terug.

   Rutte heeft, uit electorale angst voor Wilders, herhaaldelijk met denigrerende platitudes over de Europese commissie (“een feestcommissie op zoek naar een feest”, dat niveau – en dat voor een premier!) de groeiende anti-Europese stemming op het Binnenhof gevoed. Zeker: hij wil niet de EU uit. Maar dat wilde Cameron, die precies datzelfde goedkope nationalistische sentiment bespeelde en daarmee vervolgens onbeheersbare krachten opriep, evenmin.

   Gevolg daarvan is dat nu zo’n zeventig procent van de Nederlanders de botte lijn van Rutte en Hoekstra in Brussel steunt. Hoe die dat straks op de camping in Italië of Spanje, waarheen men nu weer massaal opbreekt, uit gaan leggen? Of geldt hier, met een variant op Annemarie Jorritsma inzake Frankrijk: leuk land – vooral al die zon is fijn – maar jammer van de mensen die er wonen? Bij een demonstratie in het Noorditaliaanse Vittorio Veneto werden Nederlandse journalisten onlangs al vijandig bejegend. Ik krijg daarvoor steeds meer begrip.

Thomas von der Dunk, 16 juni 2020

Europese BewegingDen Haag zal in Brussel door de pomp moeten
read more

Europa moet vuist tegenover China en Amerika maken

   Laten we beginnen met in deze bizarre tijden ons in Europa gelukkig te prijzen dat wij hier te maken hebben met een overheid die bij de oplossing van de coronacrisis de oplossing zelf centraal stelt, en niet met criminele autocraten als Xi, Poetin, Bolsonaro en Trump, die bereid zijn om het leven en welzijn van duizenden ingezetenen te offeren aan het behoud van hun macht. Bij alle onderlinge verschillen qua aanpak tussen de Europese regeringen, en ongeacht de nonchalance in Westminster tot Boris Johnson zelf op de intensive care belandde (waarvoor de Britten inmiddels de prijs van het hoogste aantal Europese doden betalen), moet dat vooropstaan. Ook in Den Haag kwam men overigens wat traag op gang – anders dan in Berlijn, waardoor in Duitsland het aantal slachtoffers veel meer kon worden beperkt.

   Desondanks zijn we in Europa in zo’n crisis beter af dan vrijwel overal elders op de wereld. Je zult als Chinees maar te maken hebben met een totalitair regime, waarvan het dogma van de onaantastbare onfeilbaarheid van de Partij impliceert dat de uitbraak van een dodelijk virus door de lagere autoriteiten lang niet kan worden toegegeven en artsen die alarm slaan van de aardbodem verdwijnen. Het verklaart het lang aanhouden van de aanvankelijke verdoezelpogingen in Wuhan om pijnlijk falen te verhullen, een aandrang die als zodanig natuurlijk niet wezenlijk verschilt van de Haagse inzake Hawija.

   Je zult als Rus maar te maken hebben met een macho in het Kremlin, die lang elk probleem ontkent om zijn plebiscitaire Machtergreifung met bijbehorende megalomane overwinningsparade door te kunnen drukken, en waar medici die ernstige tekorten in de ziekenhuizen signaleren, als ‘saboteurs’ worden gesanctioneerd. Je zult als Braziliaan maar te maken hebben met een soort Bokito die de corona-epidemie tot een communistische hoax verklaart en zich met veel borstgeroffel op zijn eigen sportieve gestel beroept om elke preventieve maatregel voor onzinnig te verklaren.

   En je zult als Amerikaan maar te maken hebben met een narcistische kleuter als president, die in vier jaar tijd meer leugens dan al zijn voorgangers in twee eeuwen bijelkaar heeft geventileerd, zijn bevolking het slikken van een ontsmettingsmiddel adviseert, zijn incompetentie met hol gebral over fantastische eigen prestaties compenseert, elke kritische journalist demoniseert, en stelselmatig zijn positie misbruikt om bij de toewijzing van medische goederen politiek bevriende gouverneurs te belonen dan wel zich op andere te wreken, waarbij hij niet schroomt de bevolking tegen hen op te hitsen, zodat ultra-rechtse gewapende milities ongestraft het State Capitol in Michigan kunnen binnendringen. Dat gaat nog een stapje verder dan FDF-boeren die het Brabantse provinciehuis met een handvol trekkers tot politieke capitulatie weten te bewegen.

   De ontsporing van Amerika is voor Europa uiteraard het grootste probleem, omdat Trump geen bondgenoten accepteert, maar de wereld in vijanden en dienaren onderverdeelt. Op basis daarvan tracht hij, net als Xi en Poetin, Europa uit elkaar te spelen, omdat hij tegenover een gesloten Europees blok moeilijk op kan, en afzonderlijke landen veel makkelijker in te pakken zijn. Londen heeft hij al half in zijn netten gevangen, en de beoogde ommekeer van de relatie tussen ex-moederland en ex-kolonie werd al vorig jaar op symbolische wijze duidelijk toen de familie Trump zich al selfie-schietend bij een staatsbezoek in Buckingham Palace gedroeg alsof dat nu de dependance van het Witte Huis geworden was. 

   Zeker in het licht van de opmars van China is die Amerikaanse ontsporing een probleem. China vormt inmiddels amper een geringere bedreiging voor Europa dan de Sovjet-Unie ooit was. Geen militaire, maar een economische – wat de Russen ook in Stalins tijd nooit waren – en daarmee uiteindelijk een veel grotere, omdat de omvang van de economische macht uiteindelijk die van de politieke macht bepaalt. Zo marxistisch geschoold om die correlatie onder ogen te zien mogen we ook in het Westen nog wel zijn. Afgezien van het geleidelijk opzuigen van eerst Hong-Kong en straks Taiwan, is China niet op territoriale expansie uit, maar wel op onaantastbaarheid, ook van het eigen totalitaire systeem: landen die zich ‘vriendelijk’ gedragen worden beloond, kritische geïntimideerd.

   Het paait en dreigt, ook in deze coronacrisis, door naar believen gunsten en straffen uit te delen, ten einde de buitenwereld in het Chinese gareel te dwingen. Het weet door gebrek aan interne Europese solidariteit en coördinatie daarbij ook in Europese hoofdsteden binnen te dringen. Dat is op zich voor een supermacht natuurlijk niets nieuws; ook de Verenigde Staten hebben na 1945 decennialang wortel en stok gehanteerd – tegenover de Marshallhulp voor de braven stond steun aan coups (Iran 1953, Cuba 1961, Chili 1973) in landen die van de Amerikaanse kar dreigden af te springen. En wee de tegenstanders van sacrosanct Israël!

   Alleen had Europa daar toen baat bij, en dreigt thans gevaar. In dat opzicht dient het eindelijk geopolitieke lessen uit de coronacrisis te durven trekken, omdat – gezien de rel over het Commissierapport inzake Chinese desinformatie – Beijing niet schroomt om ook Brussel onder druk te zetten. Dat betekent: de opbouw van eigen strategische reserves en een einde aan dat goedkope just-in-time-uitgangspunt waarbij de productie van essentiële goederen aan lage-lonen-landen is uitbesteed.

   Noch voor mondkapjes, noch voor cruciale technologie (Huawei!) dienen we van de goodwill van China of Amerika afhankelijk te zijn. Daar dient Europa één lijn te trekken, en moeten de lidstaten ophouden om steeds voor hun eigen particuliere voordeeltje te gaan – ook Nederland. Financiering van die opbouw kan geschieden door een forse Europese belasting op kerosine en Amerikaanse ICT-giganten.

Thomas von der Dunk, 19 mei 2020 

Europese BewegingEuropa moet vuist tegenover China en Amerika maken
read more

‘Wees eerlijk met Europa’ door Erik van der Kooij

De Europese Unie is een uniek experiment in een oud continent. We hebben leden van de EBN gevraagd wat hun mooiste herinnering aan de EU is; we hebben hun ook gevraagd wat hen heeft bewogen heeft lid te worden van de EBN; en wat hun wens/hoop voor de toekomst van de EU is (die door de huidige crisis in een nieuw licht komt te staan).

De eerste bijdrage is van Erik van der Kooij, directeur Stichting Feeling Europe

Erik van der Kooij

35 Jaar lang, zo ongeveer tussen mijn 20e en 55e, heeft Europa en het idee bij mij niet voorop gestaan. Het was er en dat was het. In mijn schooljaren kregen wij les over Europa (“Wereld in Wording” en ”Speurtocht door de eeuwen”). Toen werd al geleerd over “Ondergang van het Avondland”, de vitaliteit van de Westerse beschaving vanwege de situatie van Europa na WWII en over bezinning op waarde en betekenis van de Europese beschaving voor heden en toekomst. Men zocht naar het essentiële van Europa, waardoor het zich onderscheid van de rest van de wereld.

Maar mijn ware inzicht? Dat begon pas na 35 jaar te groeien.

Werk, inkomen en gezin werden belangrijk. Pas met verandering in respect voor de concepten van normen en waarden en later met de manie-fase van de klassieke financiële zeepbel ging ik op zoek naar een contrapunt om ideeën op te doen. Dat vond ik door de NEXUS-conferentie “Europe, A Beautiful Idea?” in 2004 en later, in januari 2006, tijdens de vervolgconferentie “The Sound of Europe”.   Daar werden fundamentele vragen besproken over de toekomst van Europa, Europese waarden, identiteit, eenheid en cultuur en verschillende vormen van vervlakking in de samenleving.

De Europese Commissie, het Nederlandse (2004) en Oostenrijkse (2006) voorzitterschap van de EU en persoonlijkheden uit de wereld van politiek, wetenschap, kunst en de media bediscussieerden vooruitzichten en voorstellen om vooruitgang te boeken op het Europese project met het oog op mondiale uitdagingen. En ook toen werd het onbehagen en de scepsis die mensen over Europa uiten aangepakt en werden onderliggende oorzaken geanalyseerd:

Europa is meer dan een markt en een eenheidsmunt, de Europese geest ontbreekt, Europa lijdt aan een identiteitscrisis, je wordt pas bewust van waarden als je ze verliest, de EU heeft haar burgers ergens onderweg verloren, angst, onzekerheid en nationalisme komt weer op, wat gaan de Europese landen doen aan sociale uitsluiting, willen we een mooi museum maken of willen we ook een speler zijn in de wereld.”

Het was indrukwekkend en inspirerend. Na afloop van de conferentie “The Sound of Europe” ontving ik van Wolfgang Schüssel een dankzegging:

What seems of particular relevance to me is that we have started a process which, also through your personal efforts,  helps to improve the communication with the citizens of Europe, thus laying the basis for a better understanding between institutions and citizens.”

Voor verder vervolg maakte ik een afspraak bij de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland, die mij in contact bracht met de EBN. Sinds 2007 ben ik actief met bedenken van oplossingen en bevorderen van Europese waarden en zaken met als doel zowel levensomstandigheden als menselijke conditie te verbeteren.

De EU is nog jong, vooruitgang is een proces van generaties. Kijk naar de VS hoe daar vanaf 1776 tot vandaag de samenleving en politiek zich ontwikkelt. Er zijn veel kwesties en veel conflicten om macht, geld en aanzien, maar gelukkig ook grote geesten die verbinden. Dat laatste geeft een verwachting dat bepaalde gewenste gebeurtenissen zullen plaatsvinden.

Wij leven met elkaar op een gemeenschappelijk gebied waar debatten, discussies en dialogen plaatsvinden, burgers in vrede leven en veel individuele vrijheid en sociale bescherming genieten, maar stappen met elkaar soms ook weer achteruit, mede ingegeven door de visie van de natiestaat als culturele en politieke gemeenschap. Deze draagt ongetwijfeld bij tot het gebrek aan wil om soevereiniteit in het algemeen en op een aantal sleutelgebieden in het bijzonder te delen en controle op staats- en lokaal niveau te behouden.

Tegenwoordig beseft een grote minderheid niet meer voldoende de meerwaarde van Europese samenwerking of is er onverschillig voor, demagogen roepen tegen kiezers die zich onzeker voelen over hun eigen toekomst in een dwalende wereld “neem de controle over de eigen bestemming terug”, de constructie van de euro bleek niet soliede genoeg, economieën bleven achter en beheer van buitengrenzen bleek onvoldoende. Er groeide ernstige sociale onrust.

De Europese Unie is een organisatie met leden die hetzelfde doel voor ogen hebben, een groep samenwerkende staten met onafhankelijkheid. Maar,

“de strijd om de ziel van Europa gaat door. We moeten van ons land houden, maar we moeten ons gemeenschappelijke huis, Europa, beschermen, anders zouden we worden blootgesteld aan de stormen van de geschiedenis” zeiden Merkel en Hollande op het jubileum van Verdun op 29 mei 2016.

Hoe kunnen wij vooruitgang boeken? Wat zou een routekaart voor de EU kunnen zijn?

  • een modern sociaal contract en werken aan een goede invulling van Europese solidariteit;
  • voorbereiden op toekomstige veranderingen: een nieuw sociaal-economisch model met gebruikmaking van innovatieve digitale technieken, alsmede nieuwe trends op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen;
  • vastleggen van belangrijke kwesties in gemeenschappelijke politieke overeenkomsten (bijv. over vervuiling, energie, SDG’s,);
  • volwaardig meedoen op het “Grand Chessboard”;
  • blijven richten op uitbreiding;
  • zorgen voor de ziel en het gebied van Europa (de grootse geschiedenis en cultuur);
  • onafgemaakte zaken voltooien (euro-eenheid, Schengenacquis, …);
  • verder werken aan een modern bestuur voor de EU.
Kort na WWII, in 1948, werd een groot congres van Europese federalisten gehouden in Den Haag; onder andere de EGKS en EEG, voorlopers van de EU, en de EBN werden naar aanleiding van daar besproken denkbeelden opgericht voor een steviger vorm van samenwerking.   Gezien het 70 jaar lange profijt van dat concept moeten wij doorgaan op die weg, besluiten op het meest geschikte niveau nemen, verder werken aan toename van sociale cohesie, aan versterken van soliditeit van de Europese constructie en van burgerschapszin, zodat we uiteindelijk kunnen zeggen wij zijn Europeanen.

Laten wij blijven vechten voor het behoud van Europese samenwerking!

E. (Erik) van der Kooij 
Directeur stichting Feeling Europe

Europese Beweging‘Wees eerlijk met Europa’ door Erik van der Kooij
read more