Europese Beweging

EBN dringt aan op inpassing van ‘Europa’ in het curriculum voor alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs

De Europese Beweging Nederland heeft 30 juni 2019 haar advies gegeven aan Curriculum.nu. Curriculum.nu legt de basis voor de actualisatie van het curriculum van alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Wat moeten leerlingen kennen en kunnen? 130 leraren en 18 schoolleiders zijn vanaf begin 2018 in teams bezig om die vraag te beantwoorden. Dit proces loopt door tot het voorjaar van 2019, waarna in het najaar van 2019 de opbrengsten worden gedeeld met de minister voor basis- en voortgezet onderwijs. De minister deelt de opbrengsten vervolgens met de Tweede Kamer voor verdere besluitvorming en om een vervolgproces te bepalen.

Het EBN advies betreft de leergebieden Burgerschap en Mens & Maatschappij.

Hieronder treft u een samenvatting van de bijdrage van de EBN, die een dringende oproep is tot  een systematische  kennisontwikkeling over het Europa van vandaag in het onderwijscurriculum van lagere school, VMO, VMBO, HAVO en VWO.

De volledige bijdrage inclusief de aanbiedingsbrief aan Curriculum.Nu treft u hier aan.

Samenvatting advies EBN

Samengevat is  het advies van de Europese Beweging om te komen tot een systematische  kennisontwikkeling over het Europa van vandaag in het onderwijscurriculum van lagere school, VMO, VMBO, HAVO en VWO. Onderwijs heeft ten doel de jeugd weerbaar te maken voor de toekomst. Daar hoort Europa bij. Het leven van alledag is niet meer denkbaar zonder de Europese Unie. Europese besluitvorming, samenwerking en integratie zijn van directe invloed op leven en werken van onze burgers. Daarvoor zal besef moeten worden gekweekt. De EBN is van mening dat het reguliere onderwijs gelijke tred moet houden met deze werkelijkheid.

Wij hebben ons advies afgerond na een recent rondetafelgesprek met een aantal civil society organisaties, die al vele jaren actief zijn met voorlichting aan scholen en onderwijzers en leraren. Van de onderwijs- en voorlichtingsprogramma’s van deze organisaties heeft de EBN een inventarisatie gemaakt, die u op onze website aantreft. Verschillende van deze organisaties hebben ook concrete voorstellen gedaan in het kader van de herziening van het Onderwijs curriculum.

Naar de mening van deze organisaties, en de EBN,  kan de voorlichting en het onderwijs niet blijven voorbehouden aan de civil society en goedwillende leerkrachten. De impact van de Europese Unie is dusdanig, dat ook het reguliere onderwijs zijn verantwoordelijkheid moet nemen en de Europese ontwikkelingen een herkenbare plaats moet geven in het curriculum, van de lagere school, VBO, VMBO, HAVO en VWO.

 

Europese BewegingEBN dringt aan op inpassing van ‘Europa’ in het curriculum voor alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs
read more

In memoriam Mechteld Gerbrandy – Oomen (1967-2019)

In memoriam Mechteld Gerbrandy – Oomen (1967-2019)

We zijn heel verdrietig dat Mechteld Gerbrandy-Oomen, onze dierbare collega, oud EBN-bestuurslid en lid van onze Raad van Advies op vrijdag 31 mei 2019 aan een slopende ziekte is overleden. Het is ook onwezenlijk, want voor het EBN-bestuur stond Mechteld synoniem met levendigheid, intense betrokkenheid, vrolijke daadkracht en prettige nuchterheid om naar complexe Europese ontwikkelingen te kijken. Met humor en de blik vooruit.

Als ‘Europavrouw’ en Deputy Director International Economic Affairs bij VNO/NCW bracht Mechteld een stevige internationaal economische kijk op Europese ontwikkelingen in het gesprek. Telkens trof ons haar interesse om Europa vooral ook sociaal-economisch te ontwikkelen.

Mechteld was tot 2010/11 lid van het bestuur van de EBN en sindsdien een zeer gewaardeerd lid van onze Raad van Advies. Onze gedachten zijn bij haar en haar familie (Gerben-Jan, Casper, Filine, Tymo, die Mechteld nu veel te vroeg moeten missen).

We zijn Mechteld heel erkentelijk voor haar constructieve betrokkenheid, en alle energie die zij in de Europese zaak heeft gestoken.

Moge zij rusten in vrede.

 

Europese BewegingIn memoriam Mechteld Gerbrandy – Oomen (1967-2019)
read more

Brussel moet Boris straks als een betonblok laten zinken

Het woord is nu aan de leden. Uiteraard is het wenselijk dat zij voor Boris Johnson kiezen. Dat had al drie jaar geleden, na de val van Cameron, meteen moeten gebeuren. Om met de satyrische site De Speld te spreken: Johnson “is als enige kandidaat incompetent genoeg om Brexit in diepere chaos te storten”.
Zoals diverse fictieve ‘aanhangers’ werden geciteerd: “In het verleden was Johnson voor de EU, maar met het oog op de macht besloot hij in 2016 plots radicaal tegen de EU te zijn. Zijn ego is altijd belangrijker geweest dan het innemen van consequente standpunten. De vastberadenheid en het opportunisme waarmee hij dat deed, hebben laten zien dat hij de juiste man is voor de klus”.
In deze woorden schuilt meer waarheid dan misschien lijkt. Door zijn gebrek aan principes is Johnson beter dan welke Brexiteer in staat om zonder veel morele scrupules straks weer alle Brexiteerkeutels in te trekken, als dat nodig is. En dat zal nodig blijken – mits Brussel zich niet door het No-Deal-dreigement laat chanteren, en voet bij stuk houdt: een wezenlijk andere deal is niet mogelijk. En als prominent verklaard Brexiteer – wat niet per definitie synoniem is met innerlijk overtuigd Brexiteer – is hij de aangewezen man om dit aan de door Farage en consorten met groteske beloften misleide Leave-stemmers duidelijk te maken.
Tot nu toe konden de meest fanatieke Brexiteers zich verschuilen achter het feit dat May indertijd voor Remain had gestemd. Zij werd om die reden niet echt vertrouwd, en er ondanks haar vastgeroeste mantra – Brexit means Brexit – van beticht een ‘serieuze’ Brexit in het geheim te saboteren. Een echte Brexiteer, aldus de boodschap, had er veel meer uitgesleept. Die beschuldiging zal worden herhaald, indien nu Jeremy Hunt wordt gekozen. De leidende Brexiteers moeten daarom nu zelf voor de uitkomst medeverantwoordelijk worden, en zo gedwongen worden om te erkennen dat zij onhoudbare beloftes hebben gedaan.
Johnson is nu juist voor de EU nodig om de Britten op die harde werkelijkheid te wijzen: dat er ook met een Brexiteer aan het stuur echt niets anders uitkomt. Nadat Westminster drie jaar niet enig consistent beleid wist te ontwikkelen, dient het nu keihard voor het blok te worden gezet, om Johnson, als hij dan niet buigt, als een betonblok te laten vallen. Op het No-Deal-dreigement past maar één vastberaden antwoord: als jullie op 31 oktober zonodig willen vertrekken, dan ga!
Als díe pin op de Britse neus wordt gezet, betwijfel ik of de hardliners in het Lagerhuis daarvoor dan voldoende steun zullen vinden. Een meerderheid heeft zich immers eerder duidelijk tegen een No-Deal verklaard – het was ongeveer het enige waarvoor een meerderheid te vinden viel. Zolang er geen verkiezingen zijn gehouden – en dat durven de Tory’s niet aan uit angst dat ze dan net als in mei volledig onderuit gaan – verandert dat niet. Labour en de Liberals zullen als blok tegenstemmen, en het verstandige deel van de Tory’s ook.
Dat laatste is weliswaar beperkt van omvang, maar groot genoeg om zo een No-Deal tegen te houden. Drijft Johnson die dan wel door, dan leidt dat tot een scheuring, en dus zijn nederlaag. Geen Brexiteer in 10 Downingstreet zou er echter minder mentale problemen mee hebben om een draai te maken en het No-Deal-dreigement in te slikken, dan juist hij. Zoals de fake-aanhanger van De Speld opmerkte: “zijn ego is altijd belangrijker geweest dan het innemen van consequente standpunten”. Johnson zal geen premier voor drie maanden willen zijn.
De hele Brexit is in de kern gebaseerd op het waanidee dat Groot-Brittannië nog steeds een wereldmacht zou zijn, dan wel weer gemakkelijk zou kunnen worden. In het verzet tegen Brussel wordt niet toevallig steeds de Tweede Wereldoorlog van stal gehaald: ook toen hebben de Britten het een jaar lang in hun eentje tegen het hele continent kunnen bolwerken, dus nu kan het ook. Dat is natuurlijk onzin: de Britten stonden er in de zomer van 1940 niet met 50 miljoen alleen voor. Ze hadden toen nog een heel Empire met onder meer een half miljard Indiërs achter zich. Daarvan is nu niet veel meer dan Gibraltar over – dat overigens dolgraag binnen de EU wil blijven, dus zelfs op die rots kan geen zelfbenoemde Britse Petrus zijn nieuwe wereldrijk bouwen.
En ook in dat ene jaar tot Hitler zijn dwaze aanval op Rusland begon, kon Churchill al heimelijk rekenen op de grootschalige economische steun van Roosevelt, ook vóór Amerika na Pearl Harbour openlijk militair en politiek partij koos. Wel, op de onvoorwaardelijke steun van de huidige Amerikaanse president zou ik niet durven bouwen, integendeel. In zijn ongemanierdheid maakt Trump in elk geval steeds op bruikbare wijze duidelijk hoe de verhoudingen echt liggen. Zijn recente staatsbezoek aan Londen, waarbij zo’n beetje alle etiquetteregels werden geschonden, kwam op een voorschot op een semikoloniale overname neer.
Geen sprake van, dat er straks met Washington een handelsaccoord op basis van gelijkheid inzit. De met Trump meegekomen zakentyconen lieten er weinig twijfel over bestaan: de Britten zullen chloorkippen moeten accepteren, en de National Health Service gaat er aan, dus die 350 miljoen per week die Boris daarvoor bij een Brexit beloofde kunnen de Britten vergeten. Multimiljonairs als Farage en feodale landlords als Rees-Mogg, die met een ultra-neoliberale piratenstaat voor de Europese kust terug willen naar (pre-)Victoriaanse sociale verhoudingen laat het koud dat veel gewone Britten zo in armoede gestort zal worden.
Maar het zou zelfs de meest overtuigde Brexiteer bij Labour aan het denken moeten zetten, als dát met een Tory No-Deal-Brexit in de praktijk het alternatief voor het ongeliefde Brussel vormt. En Johnson is als geen ander geknipt om dan opnieuw zijn steven te wenden en de kiezers te vertellen dat hij hen helaas belogen heeft, en er geen serieus alternatief voor de Maydeal bestaat, behalve Remain.

Thomas von der Dunk, 24 juni 2019

Europese BewegingBrussel moet Boris straks als een betonblok laten zinken
read more

Rule of Law, Europese verworvenheden en uitdagingen aangaande de rechtsstaat door Arnout Brussaard

4 juni sprak Arnout Brussaard tijdens de EBN meet-up over een nieuw sociaal contract voor Europa over de Rule of Law, de Europese verworvenheden en uitdagingen aangaande de rechtsstaat. Hier kunt u zijn volledige toelichting lezen over de rechtsstatelijke ontwikkelingen in de Europese Unie.

Europese BewegingRule of Law, Europese verworvenheden en uitdagingen aangaande de rechtsstaat door Arnout Brussaard
read more

Europese verkiezingen: geen triomfantalisme, wel hoop

Geen triomfantalisme, gelukkig, wel hoop. Dat is wat spreekt uit de eerste reacties op de exitpolls van de Nederlandse stem in de Europese verkiezingen. De Europese Beweging is blij met de constructieve, realistische grondhouding die uit veel van de uitgebrachte stemmen lijkt te spreken. Dank aan iedereen die is gaan stemmen.

De uitslag geeft nieuwe lucht, schept verwachtingen, maar ook de dure plicht die waar te maken. Want één ding is zeker: Om Europa te laten werken voor mensen is het alle hens aan dek.

De Nederlandse eurodelegaties vormen een klein doch vitaal deel van het Europees Parlement (26 van nu nog 751 leden). Het Nederlandse signaal dat we gezamenlijk moeten werken aan Europa is zeer welkom. Hervormingen zullen nodig zijn, sociaal en ecologisch, niet een beetje maar ambitieus. Met het oog op de toekomst gericht. Dit signaal is in de ons omringende landen met grote belangstelling opgevangen, hopelijk heeft het positieve echo’s elders. Want het is geen gelopen race.

Zondag horen we meer bij de definitieve uitslag van deze verkiezingen. We hopen dat veel Europeanen hun stem zullen laten horen. En noteer alvast het EBN Actualiteitendebat ‘Een Nieuwe Sociaal Contract voor Europa’, op 4 juni, 17-19 uur in Internationaal Perscentrum Nieuwspoort.

 

Europese BewegingEuropese verkiezingen: geen triomfantalisme, wel hoop
read more

Europa.Nu.Gewoon.Doen

De Europese verkiezingen zijn aanstaande. De weken staan bol van Europa-debatten van klassiek formaat: lijsttrekkers kruisen de degens, spitzenkandidaten zetten hun pitch, stemwijzers worden gelanceerd en bekritiseerd, thematische panels (van financiën tot farma) trekken zalen met geïnteresseerden. Grote beloften scheren over tafel, men vangt elkaar vliegen af. Het maakt allemaal deel uit van het bekende politieke spel en de strijd om de 751 (of na de eventuele brexit 705) Europese zetels, waarvan Nederlandse Europarlementariërs er 26 (of 29 na brexit) zullen gaan innemen.

In Nederland zien we geen grote verkiezingskoorts. De aantallen van vijf miljoen Nederlandse kijkers die inzoomen op het Eurovisie Songfestival (waarin zelfs Australië een Europese speler blijkt) worden door de Europese verkiezingsdebatten bij lange na niet gehaald.

Toch zijn dit cruciale verkiezingen voor onze gezamenlijke toekomst en is het hoog tijd de hand aan de ploeg te slaan. Politieke peilers vrezen dat de opkomst op 23 mei laag zal uitpakken en dat een derde van de kiezers in Europa zal gaan voor Eurosceptische of -nihilistische partijen. In de ogen van die kiezers staat ‘Europa’ voor een waaier aan narigheid: kapitalistische machtsconcentraties, sociaaleconomische ongelijkheden, gevoelens van identiteits- en soevereiniteitsverlies, abstracte bureaucratieën zonder soul of begrip voor de dagelijkse sores van velen, foute regels, niet meer meetellen, niets meer voorstellen. En Europa zou te veel ‘indringers’ toelaten, die dit alles alleen maar ‘erger’ maken, en ‘onze waarden’ (die vaak vaag en vooral inconsistent worden gedefinieerd) fundamenteel aantasten. We zien een cocktail van onvrede, deels gebaseerd op heel reële problemen, maar gemengd met een forse dosis angst en desinformatie. En vooral een gebrek aan gevoel dat men er zelf bij is, zelf grip op de zaak heeft, zelf iets kan doen. En dus gaan drommen mensen voor het grote NJET.

In zo’n klimaat van argwaan en ergernis worden verkiezingsslogans al snel hol en ongeloofwaardig, omdat al te vrolijke teksten de onderstromen van onbehagen niet adresseren en het gevoel ‘Europa zijn We Zelf’ niet echt voeden. Dat te doen vraagt een ander soort inspanning, en misschien wel minder verkiezingsretoriek.

Er is echter, ondanks de globale grimmigheid, ook veel goed nieuws. Gek genoeg juist ook in Europa, dat oude continent dat zoveel dingen door schade en schande heeft geleerd, en – dat vergeten we wel eens – voor hetere vuren heeft gestaan. Er zijn namelijk heel veel gewone mensen, die de Europese hervormingen al lang ter hand hebben genomen, zonder daarbij driftig met Europa-vlaggen te zwaaien. Waar zit op dit moment die winst?

Ten eerste: thematisch. De consensus neemt toe over wat de grote thema’s zijn, in onze wereld en op ons continent. De meeste mensen zien klimaat en bescherming van onze planeet en de noodzaak van een meer duurzame economie; het tegengaan van monopolies, machtsconcentraties en uitbuiting; het bevorderen van nieuwe vormen van bestaanszekerheid en veiligheid, sociale zekerheid en werk; en het scheppen van nieuwe inhoud voor humanisme en nieuwe democratie als hoofdonderwerpen. Een betere behandeling van deze thema’s en daarin investeren zal fenomenen als sociale uitsluiting, geweld om te overleven en gedwongen migratie kunnen verminderen, zo is de redenering. En daar zijn heel veel mensen in Europa dus nu al mee bezig.

Ten tweede: reële vermeerdering van praktische alternatieven. De mogelijkheden nemen hand over hand toe om op alle genoemde uitdagingen zelf ook constructieve bijdragen te leveren. Het loont echt om meer energie te steken in wat er al kan, in plaats van te zwelgen in haat, nijd en onmogelijkheden. Zo zijn er steeds betere technologieën die helpen, in communicatie, verbinding, ondersteuning van mensen. Op veel plekken zoeken groepen mensen weer naar de menselijke maat, maar nu op een eigentijdse wijze. Een groeiend aantal mensen omarmt meer duurzame, socialere leefvormen. Er zijn slimme betrokken netwerken van mensen die verspilling van publiek geld en corruptie systematisch aan de kaak stellen en zo een betere basis scheppen voor de publieke zaak, eerlijker omgaan met publieke middelen en pogingen steunen publiek vertrouwen te herwinnen. En de lijst van positieve inzet groeit en gaat verder. Wie een beetje rondkijkt kan talloze verbanden vinden waar men een positieve maatschappelijke bijdrage kan leveren aan de noodzakelijke maatschappelijke transities. Het is een kwestie van doen!

Ten derde: de toename van nieuwe dwarsverbanden. Tussen de verschillende constructieve maatschappelijke krachten worden steeds meer dwarsverbanden en onderlinge relaties ontwikkeld. Men spreekt met elkaar, zoekt elkaar op, men werkt samen, deelt kennis. Bijvoorbeeld in nieuwe serieuze mediacollectieven, die vanuit verschillende expertise diverse nieuwsfeiten bundelen en analyseren om dichter bij de realiteit en waarheid te komen. Of in de Europese commons movement, waar allerlei lokale initiatieven voor lokale verbetering elkaar treffen en praktijkvoorbeelden uitwisselen. Mensen ontworstelen zich actief aan de rat races die het maatschappelijk verkeer soms lijken te beheersen, en mensen uit elkaar spelen. Mensen uit oost en west, noord en zuid Europa. Jong en oud… Kunstenaars en creatieven (musici, theatermakers, schrijvers, ontwerpers etc.) blijken hier vaak onontbeerlijk. Ze houden ons een spiegel voor, slaan bruggen, doorbreken barrières, verzinnen nieuwe wegen.

Het is geen dag te vroeg om deze constructieve agenda’s, die zich op allerlei plekken ontvouwen in de Europese arena, nog veel meer op de voorgrond te plaatsen en ruimhartig te omarmen: met een scherp focus op de echte uitdagingen in plaats van ons te laten vangen in incidenten en bijzaken; met een goed gebruik van de nieuwe mogelijkheden, en met actieve inzet voor het uitbouwen van dwarsverbanden tussen constructieve krachten.

Dit is geen oproep tot naïviteit of roze visioenen. Wees bewust van de grimmigheid, alle reële dreigingen en onrecht, maar zwelg er niet in. Er zijn alternatieven, vaak al lang in de maak.

De EBN staat nu al jaren voor dit perspectief. Ons motto is kort en goed: Europa zijn we zelf. Europa moet je doen. Dus Nu. Gewoon. Doen!

Godelieve van Heteren, Mark Zellenrath, Laura Fruhmann, namens het EBN-bestuur

Europese BewegingEuropa.Nu.Gewoon.Doen
read more

In memoriam Hans van Borselen (1946-2019), erelid van de EBN

Ruwe bolster, blanke pit. Zeer betrokken. Uiterst loyaal aan het Europa dicht bij huis, het Europa van regio’s. Zo zullen vele EBN leden zich ons oud-Bestuurslid en EBN-erelid Hans van Borselen blijven herinneren, die op 15 mei jl. Is in Oldeberkoop, Friesland is overleden.  Hans kampte al enige tijd met zijn gezondheid. Hij is 72 jaar geworden.

Geboren in 1946 in Rotterdam, vlak na de oorlog, stond voor Hans buiten kijf dat alleen door diepere samenwerking in Europa nieuwe oorlogen en geweld konden worden voorkomen. Hans was daarbij geen man van vrij-zwevende discussies. Hij stond voor grote politieke betrokkenheid en stug ploegen aan de Europese zaak, gericht op concrete samenwerking, en met een stevig focus op de regio. Daarbij had Hans een groot gevoel van basale rechtvaardigheid, tussen mensen en tussen delen van Europa.

Zijn studie Algemene Politieke en Sociale Wetenschappen aan de UvA en jarenlange werk in de brede welzijnssector droegen daar zeker aan bij. Hans was werkzaam als opbouwwerker in Rotterdam, als directeur maatschappelijk Advies en Informatiebureau in diezelfde stad, als coördinator welzijnsplanning en loco-secretaris in de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek en als directeur Welzijn, Onderwijs, Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Ooststellingwerf van 1989 tot 2004. Zijn werkzaam leven gaf Hans breed praktisch en bestuurlijk inzicht in het belang van ‘lokale bedding en opbouw’. Deze rijke ervaring bracht hij mee in zijn Europa passie, en klonk ook door in zijn werk als adviseur van gemeenten op het terrein van EU-beleid en subsidies.

Zo hield hij de EBN bij de les. Hij was de oprichter van het EU-Netwerk Noord-Nederland, dat vanaf oktober 2010 goed van start ging en waarin de Europese Beweging Nederland, Europe Direct, de Europese Commissie en LTO Noord samenwerken, met lokale media als de Leeuwarder Courant. Hans bouwde daarin de relaties uit met lokale collega’s, met regionale dagbladen, met scholen. Europa moet je doen!

Twee citaten uit een artikel uit 2012 voor het Friesch Dagblad tekenen Hans ten voeten uit:

“Het is volstrekt terecht dat ons land een nettobetaler van de EU blijft uit solidariteit met het arme deel van Europa. Wij zijn na Luxemburg de welvarendste natie in Europa. De Haagse rekenmeesters moeten zich afvragen welke prijs Nederland zou betalen voor nog meer korting op de afdracht aan Brussel.  Minder afdracht van Den Haag aan Brussel betekent feitelijk: meer bezuinigingen op de provincies. Want die gaan dan vanaf 2013 minder ontvangen voor hun landbouw, plattelandsbeleid en regionaal beleid.”

“Het is merkwaardig dat Den Haag minder vertrouwen in de regio’s lijkt te hebben dan Brussel. De kansen op groei zijn in de regio’s juist groter dan in de overvolle Randstad. Nederland kan op het terrein van innovatie maar amper meekomen in de Europese klas. Die innovatie komt op regionaal niveau beter op gang. Dit blijkt uit de Noordelijke plannen voor energie, water, landbouw, sensortechnologie en gezond oud worden, die goed passen in de EU2020-strategie voor ‘groene groei’. De Europese Commissie lijkt dan ook meer vertrouwen te hebben in de Nederlandse regio ’s dan in de snode plannen van Den Haag.”

Bij gelegenheid van de toekenning van het EBN Erelidmaatschap in zomer 2016 verscheen een uitgebreid interview met Hans, getiteld “Revitalisering van Europa start in de regio”.

(https://europesebeweging.nl/revitalisering-van-europa-start-in-de-regio/), waarin ook zijn loopbaan is opgenomen.

We gedenken Hans als EBN in grote dankbaarheid. Wij hopen dat hij nu moge rusten in vrede!

Het EBN bestuur.

Europese BewegingIn memoriam Hans van Borselen (1946-2019), erelid van de EBN
read more

De verkiezingen: een strijd tussen pro- en anti-Europa? Column door Thomas von der Dunk

Hoe democratisch willen Europese politici de Europese Unie eigenlijk hebben? Die vraag is opnieuw actueel, met de Europese Verkiezingen voor de deur, die door de pro-Europese onder hen tot de belangrijkste in decennia zijn uitgeroepen, omdat de Eurosceptische populisten overal in opmars zijn. Het is volgens sommigen erop of eronder – maar of dat besef ook bij de kiezer in die mate aanwezig is dat dat de sinds jaren gestaag dalende opkomst bevordert, is de vraag.

Winst ten opzichte van eerdere Europese verkiezingen is in elk geval dat het minder koekoek-eenzang is. Decennia lang droegen de campagnes van de grootste partijen sterk een gelijkvormig karakter: de lijsttrekkers gedroegen zich niet zozeer als politici die zich duidelijk ten opzichte van elkaar onderscheidden, maar als bekwame bestuurders die samen de kiezer over het belang van Europa kwamen voorlichten. Die kiezer die dat onderschreef had reeds het licht gezien, degene die dat niet deed, had het gewoon nog niet helemaal begrepen. Onderlinge verschillen tússen de partijen sneeuwden onder. Twee factoren hebben dat nu gelukkig enigszins ten goede veranderd.

De eerste factor is die van de Spitzenkandidaten. Dat brengt enerzijds de nationale leden van de Europese partijenfamilies dichter bij elkaar: het versterkt het Europese karakter van de verkiezingen, waar die voorheen meer een optelsom van nationale opiniepeilingen vormden – terwijl, bijvoorbeeld, bij de vorige van 2014, de liberalen in Nederland goed scoorden, werden zij in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland geheel weggevaagd. Niet omdat de kiezer met hun Europese koers (on)tevreden was, maar omdat dat voor de afzonderlijke nationale gold. Het is een illusie om te menen dat dat nu eensklaps niet meer het geval zal zijn, maar een accentverschuiving in de goede richting is het wel: omdat Europese verkiezingen over Europese kwesties moeten gaan – en niet over nationale, ongeacht de vraag hoeveel en welke vraagstukken Europese dienen te zijn.

En anderzijds versterken de Spitzenkandidaten de wenselijke politisering van de verkiezingen: het besef dat het ook in Brussel om keuzes tussen politieke alternatieven gaat, en niet om een soort ‘neutraal’ management van ongekozen technocraten. Dat is ook voor de Europese politici zelf even wennen. De bedoeling is immers dat, net als op nationaal niveau, de verkiezingsuitslag herkenbare consequenties heeft voor de personele samenstelling van de Europese Commissie: de winnaar – van de grootste partij of van de grootste coalitie – moet voorzitter worden. Dat is de inzet.

Het is een inzet die door de nationale regeringsleiders niet wordt gewaardeerd: die willen zich het ‘recht’ om de samenstelling van de Europese Commissie in de achterkamertjes te regelen niet laten ontnemen. Zij roepen weliswaar heel hard dat de Europese Verkiezingen uit democratisch oogpunt zeer belangrijk zijn, maar doen er tegelijk alles aan om de democratische relevantie ervan uit te hollen. Op nationaal niveau democratisch opererend, maken zij dat op internationaal niveau bewust onmogelijk, waarmee de rol van de Europese volksvertegenwoordiging de facto wordt uitgehold. Nogmaals: dit staat los van de vraag of je op Europees niveau als zodanig veel of weinig regelt.

Wat de nationale regeringsleiders voorstaan is in feite een ondemocratisch Europees bestuur, waarbij de rol van het Europese parlement als wetgevende en controlerende macht een zeer beperkte blijft. Een Europees bestuur dat niet op basis van de Europese verkiezingsuitslag wordt samengesteld, maar bijna uitsluitend op basis van nationale vertegenwoordiging: alsof bij de verdeling van de Nederlandse ministersposten elke provincie er eentje krijgen moet.

Die praktijk in Brussel leidde jarenlang tot drie dingen aan de relevantie van Europese verkiezingen afbreuk deden: een vast kartel van partijen dat altijd samen de dienst uitmaakte, een gebrek aan helder programma van het door hen gevormde bestuur (waar de kiezer zich dus voor of tegen zou kunnen uitspreken) en, in samenhang daarmee, een gebrek aan parlementaire oppositie.

Ja, die laatste was er wel, maar bestond hoofdzakelijk uit degenen die de EU als zodanig niet zagen zitten – en dus door het regerende ‘partijkartel’ als destructief konden worden weggezet. Dat versterkte de bipolariteit: de reductie van de verkiezingen tot een keuze tussen serieuze voorstanders en niet serieus te nemen tegenstanders van de EU. Het paradoxale is – en dat is de tweede factor dat het politieke karakter van de verkiezingen versterkt – dat juist de opkomst van de populisten de pro-Europese partijen dwingt meer om hun onderliggende verschillen duidelijk te maken. ‘Voor Europa’: fijn – maar voor wat voor Europa? Dat wordt door het systeem van Spuitzenkandidaten in de hand gewerkt.

Er dreigde overigens eerst een omgekeerd effect, en zeker is – gezien bijvoorbeeld de gang van zaken bij het Maastrichtse verkiezingsdebat – dat gevaar nog niet verdwenen: dat het alleen een slag tussen pro-Europeanen en anti-Europeanen wordt. Dat is waar Macrons En Marche op inzet, en waar ook de insteek van Volt op neerkomt: Europeesgezinde ruimdenkende kosmopolieten versus bekrompen provinciaalse bangerikken. Het is de Europese variant van de Amerikaanse cultural wars, met D66 en PVV als de natuurlijke tegenpolen.

Essentiële sociaal-economische machts- en verdelingsvraagstukken worden zo buiten politieke haakjes geplaatst, alsof de huidige neoliberale orde van God gegeven is. Het gevolg daarvan is dat de groeiende ontevredenheid met de uitkomsten van die orde zich in een proteststem op anti-Europese partijen vertaalt, omdat geen van de gevestigde pro-Europese partijen door de apolitieke samenstelling van de Commissie op dit vlak een duidelijk alternatief kon bieden.

Thomas von der Dunk, 13 mei 2019

Europese BewegingDe verkiezingen: een strijd tussen pro- en anti-Europa? Column door Thomas von der Dunk
read more

Europees Financieel Verkiezingsdebat, 7 mei in Nieuwspoort Verrassend Toekomstgericht

Een hoge opkomst en enkele verrassende constateringen bij het verkiezingspanel dat de Nederlandse Vereniging van Banken, het Verbond van Verzekeraars, Adfiz, de NVP en Dufas In de aanloop naar de Europese Parlementsverkiezingen op 23 mei 2019, organiseerden.

In een vol Nieuwspoort gingen Sophie in ’t Veld (D66), Caroline Nagtegaal (VVD), Paul Tang (PvdA), Arnout Hoekstra (SP), Derk Jan Eppink (FvD), Sabine Klok (GL) en Auke Zijlstra (PVV) onder leiding van politiek commentator Charles Groenhuijsen in debat over Europa en de toekomst van de financiële sector na jaren van crises. Twee thema’s stonden centraal: duurzaamheid en innovatie.

Ondanks de partijpolitieke verschillen over duurzame financiering van klimaat en energietransitie maatregelen, en de uiteenlopende meningen over het belang van Europese sturing, initiatief en data, die natuurlijk volop aan bod kwamen, was er verrassende overeenstemming in de zaal over vier punten:

  • Waar Nederland als zodanig qua duurzaamheid niet het beste jongetje van de klas is, loopt de financiële sector in Nederland in Europa voorop als het gaat om duurzaam investeren (zo bevestigde Paul Tang).
  • Om verdere stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid vraagt de sector Europa terecht om duidelijkheid te maken wat ‘duurzaam’ en ‘groen’ is.  Daarvoor is standaardisatie en categorisering en een ecolabel nodig. Voor private en institutionele investeerders is dit van vitaal belang: voor hen moet glashelder zijn wat ‘groen’ is. Dat neemt onzekerheid weg en bevordert ‘groen’ investeren.
  • De financiële sector lijkt meer dan voorheen te willen samenwerken met de Europese instellingen om kennis te leveren en vaart te maken. Dit gebeurt al in expert teams, maar kan nog breder.
  • De financiële sector wil dat Brussel op het gebied van duurzaamheid het voortouw neemt, en dingen niet aan de Lidstaten overlaat. Er  klonk dus een duidelijke roep om een enkel helder Europees eco-label.

Het volledige debat tref je hier aan:

Voor korte impressie met quotes van verschillende sprekers, zie hier.

 

Europese BewegingEuropees Financieel Verkiezingsdebat, 7 mei in Nieuwspoort Verrassend Toekomstgericht
read more

Europese Unie is een blijvertje….

Verslag verkiezingsdebat 9 mei 2019 ter gelegenheid van komende Europese verkiezingen op donderdag 23 mei. Het debat werd gehouden in het Auditorium van NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden. Een groep studenten European Studies van de Thorbecke Academie, onderdeel van de Hogeschool, hadden voor de stellingen van de avond gezorgd. Het debat stond onder leiding van Simone Scheffer, journalist bij Omrop Fryslân. Het debat werd georganiseerd door het EU Netwerk Noord-Nederland, dat is gelieerd aan de Europese Beweging Nederland.

Negen kandidaten, zeven vrouwen en twee mannen, van negen verschillende Nederlandse politieke partijen. Eén ding hadden ze gemeen: het debat ging over de wijze waarop de Europese Unie functioneert en wat de inhoudelijke taken zouden moeten zijn. Ze konden zich allen vinden in de boodschap van de Europese Raad, eerder die dag bijeen in Sibiu: De Europese Unie is een blijvertje. Maar wat maken we ervan?

Arme Annie Schreijer-Pierik, die in het Europees Parlement ijvert voor afschaffing van de zomer- en wintertijd. Negen forumleden, waaronder Eveline Herben (CDA), willen er geen strijdpunt van maken. Laten we maar alles rondom het verschuiven van de klok houden, zoals het is. Er zijn belangrijker zaken! Dat was het opwarmertje, niemand had daar echt problemen mee.

Het debat kwam los bij stelling 2: het klimaatbeleid. Hoewel, alle forumleden vinden dat er Europees klimaatbeleid nodig is. Meer of minder Europees, daar zaten wel verschillen. Tineke Strik (GroenLinks en lid van de Eerste Kamer) was daar het meest uitgesproken over. Lijsttrekker Bas Eickhout van haar partij leeft voor dat Europese klimaatbeleid.

Maar wie dit punt belangrijk vindt, kan veilig op haar of zijn partij van voorkeur stemmen. Hooguit kwam er gemor, vooral van CDA-zijde, dat Wopke Hoekstra in zijn rede in Berlijn van dinsdag 7 mei ook zou hebben bedoeld Nederland te straffen met minder geld uit de Europese schatkist, als er bij ons zoals tot nu toe, niet genoeg gebeurt aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, zoals kooldioxide.

‘Wopke’ zou vooral horen bij stelling 3: wie niet genoeg bijdraagt aan de solidariteit van een Europees migratiebeleid, moet worden gestraft. Dat was veilig, want dan praat je niet direct over Nederland, maar over lidstaten uit Centraal-Europa. Opvallend was de neiging van velen in het forum om toch echt tot ‘scheiding bij de bron’ over te gaan tussen ‘arbeidsmigranten’ en ‘echte vluchtelingen’.

In de regio, waar vluchtelingen terecht komen vlak na hun vlucht moet al worden bepaald wie ‘echt vluchteling’ is en door mag naar Europa. Binnen de Europese Unie moet een eerlijke verdeling naar draagkracht plaats vinden en dienen alle lidstaten daaraan bij te dragen. Wie weigert, wordt gekort uit de Europese kas. Het Vluchtelingenverdrag (1951) moet wel blijven.

Voor de Europese Unie vooral als taak een stevig beleid voor Afrika te voeren, waarin nadruk ligt op de verdere economische ontwikkeling van het continent. De inwoners van dat continent dienen, door een zekere welvaart te ervaren, te worden gestimuleerd om hun toekomst in eigen land of regio te zoeken. Eveline Herben noemt de tuinbouwontwikkeling als voorbeeld. Op die manier zou de stroom illegale immigranten naar de Europese Unie tot staan gebracht moeten worden

Opvallende eensgezindheid tussen forum en publiek was er rond Stelling 4. Cultuur en ondersteuning van minderheidstalen werd erg belangrijk gevonden. Er hoeft niet zo zeer veel meer geld voor te worden uitgetrokken. Maar de Europese Unie dient wel degelijk actief op dit gebied de ontwikkeling van de regio’s te ondersteunen. Raquel García Hermida-van der Walle (D66) was in dat opzicht rolmodel: geboren in Madrid, wonend in Gorredijk, Spaanse, Friezin en Europeaan, zo vertelde ze. Ze maakte zich in het forum sterk voor zowel dat klimaatbeleid als voor steun aan de diversiteit van de Europese cultuur.

Misschien niet heel opvallend voor een debat in de voormalige Europese culturele hoofdstad Leeuwarden, maar de zaal reageerde opvallend afwijzend toen er enige relativering werd aangebracht inzake nog grotere diversiteit binnen het Europees Parlement. Is ook niet nodig, zei zittend europarlementariër Jan Huitema (VVD), die veel kans op herverkiezing heeft. Hij vertelde laatst in het Fries te hebben gesproken tijdens een debat. “De tolken hadden er opvallend weinig moeite mee”, vertrouwde hij de aanwezigen toe.

Het debat kwam echt los toen de geopolitieke verhoudingen aan bod kwamen (“De Verenigde Staten is een grotere bedreiging voor de EU dan China”). Waar zijn de tijden gebleven dat partijen aan de linkerzijde van het politieke spectrum in Nederland nogal snel een anti-Amerikaanse houding innamen?

Maar nee, op de dag dat Federica Mogherini in een officiële verklaring namens de Europese Unie haar ernstige zorgen uitsprak over het Amerikaanse beleid inzake Iran, waarmee ook de Europese Unie in de kou wordt gezet, sprak ook Fardau Procee (PvdA) zich in Leeuwarden uit voor een blijvend stevige relatie met de Verenigde Staten. “Ondanks het feit dat ik het beleid van President Trump verkeerd vindt” zei ze.

Nilüfer Vogels van nieuwkomer Volt kwam op dit punt los. “Kom op, Europese Unie, kom op voor jezelf”. Zij en anderen in het forum voerden een pleidooi voor het loslaten van de regel van unanimiteit in het buitenlands beleid. Daarmee is het Europese buitenlandse beleid vleugellam en dat moet veranderen. Ook van belang, lieten een aantal forumleden weten, voor een versterking van de Europese samenwerking op het terrein van defensie.

Niemand in het forum durfde het op dat punt aan, de kiezer te vertellen vóór een Europees leger te zijn. Samenwerken bij de aanschaf van spullen voor het leger, akkoord. Een Duits-Nederlands legerkorps of een Belgisch-Nederlandse marine? Is er al, geen probleem. Maar Nederlandse soldaten laten uitzenden door politieke besluiten op Europees niveau? Absoluut niet. En toch klonk de formulering van CDA’ster Eveline Herben (“In het komende decennium in ieder geval niet”) wat minder absoluut, dan we haar partijgenoten als minister Ank Bijleveld (defensie) en lijsttrekker Esther de Lange regelmatig horen zeggen op dit punt.

Is Nederland te zuinig op Europees vlak (stelling 6)? Nou, je moet niet meer uitgeven dan strikt nodig is. En mogelijk valt er het nodige te halen uit het budget voor landbouw (nu 38% van de begroting) en regionale subsidies (35%). Zelfs veehouder Jan Huitema wil vooral zijn eigen inkomen kunnen verdienen op een duurzaam te runnen bedrijf. Herben vindt dat de mededingingsregels nu alleen rekening houden met de consument en niet met de (kleine) producent.

Maar de Europese Unie moet wel de mogelijkheden faciliteren voor zo’n duurzame landbouw, zei Huitema (stelling 7). Dat bleek in goede aarde te vallen bij zijn mede-forumleden. Luuk van der Veer (namens de Partij voor de Dieren) ondersteunde dat. “Ik ben lid geworden van de PvdD, toen in 2011 Europese regels het verplicht ruimen van vee na een uitbraak van mond- en klauwzeer bleken te bevatten”. Dat was niet duurzaam, zei hij. Hij kon zich daarom vinden in een op meer duurzaamheid gericht gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Moet de Europese Unie hervormd worden (laatste stelling)? Meest uitgesproken: Fenna Feenstra (SP). Haar partij wil zoveel mogelijk taken terug brengen naar het nationale niveau. Maar Anja Haga (ChristenUnie en SGP) was heel realistisch. Wat Europees moet, dat steunen we ook. Maar we willen vooral ‘Europese variaties’, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid WRR onlangs heeft geadviseerd. Als dat mogelijk is, moeten ook kleinere groepen van lidstaten samen iets kunnen ondernemen, zei ze.

Koos van Houdt, voorzitter EU Netwerk Noord-Nederland

Europese BewegingEuropese Unie is een blijvertje….
read more