Opinies

Blijft de Coronacrisis voor grensproblemen zorgen?

Mijn eerste buitenlandse vakantiereis na de lock-down begin juli voelde een beetje als een expeditie naar het onontgonnen Oost-Europa na de Val van de Muur. Een verlaten grenspost bij Zevenaar, die je gewoon bleek te kunnen passeren, zonder pascontrole, visa, vragenlijsten of zoiets!

   In de twee weken dat ik door de Oberpfalz en de Bayrische Wald ben rondgetourd, ben ik maar drie Nederlandse auto’s tegengekomen. Oostenrijkse waren even schaars, en Duitse uit andere regio’s eveneens. Veel hotelletjes waren nog gesloten, of ik was er de enige gast, van wat rondtrekkend werkvolk afgezien. Ik werd zelfs één keer door de politie aangehouden – zonder concrete reden, de net niet letterlijk zo uitgesproken vraag was wat een Nederlandse auto hier eigenlijk deed. “Ach, Urlaub – ja das geht natürlich auch”. Zo’n beetje als in de jaren vijftig, toen je nog toeterde als je achter Zevenaar landgenoten tegenkwam.

   Nu her en der de besmettingscijfers in Europa weer oplopen, rijst de vraag of de Europese landen er ditmaal wel in slagen om hun onderlinge beleid beter op elkaar af stemmen. In de paniek van maart leidden overhaaste eenzijdige nationale maatregelen er immers regelmatig toe dat buurlanden voor het blok gezet werden. In de grensregio’s ontstonden herhaaldelijk problemen, toen bewoners van de enige dag op de andere moeilijk meer naar hun school, werk of bakker aan gene zijde konden komen.

   Waar de grens met Duitsland dankzij bijtijds overleg tussen Den Haag en Düsseldorf niet echt dicht ging, waren er aan de Nederlands-Belgische grens regelmatig spanningen. Winkels die door geblokkeerde wegen onbereikbaar werden, Belgische autoriteiten die met drones zelfs wandelpaden bewaakten om maar elke plots ‘illegaal’ geworden grensoverschrijding te verhinderen.

   De meest absurde situatie ontstond – voorspelbaar – in de beide Baarles, waar bepaalde Nederlandse winkels wel openbleven, en soortgelijke Belgische dicht moesten. In de plaatselijke Zeeman was het herenondergoed onbereikbaar geworden omdat die afdeling zich op Belgisch territorium bevond en met een lint was afgesloten. Het is een brevet van bestuurlijk onvermogen dat men er niet in geslaagd is hier snel voor beide dorpen dezelfde regels te laten gelden.

   Aangezien Europa, anders dan bijvoorbeeld een liniaal-continent als Australië,  tal van grillig verlopende grenzen kent, zal ook elders wel eens een dergelijke medische ‘souvereiniteitsoverdracht’ nodig zijn om zaken soepeler te laten verlopen. In de Beierse Allgäu ligt bijvoorbeeld het Kleinwalsertal, waarvan de laatste dorpen weliswaar Oostenrijks zijn, maar wel – omdat je het over de weg alleen via Duitsland kunt verlaten – al vanouds tot het Duitse tolgebied behoren. Het enige wat het onvermogen inzake de Baarles nog een beetje verexcuseert is dat zelfs de almachtige Napoleon er indertijd niet uitgekomen is.

   Laat overigens duidelijk zijn: het nemen van de meeste gezondheidsmaatregelen kan Brussel op zich beter aan de nationale hoofdsteden overlaten. Een eenheidsworst voor de hele Schengenzone van de Noordkaap tot Gibraltar is onwenselijk. Enerzijds omdat de uitbraken vaak zeer lokaal zijn – en zodoende inmiddels ook tot veel meer regionale differentiatie in het maatregelenpakket bínnen landen leidt – en niet geheel los staan van diepingesleten culturele patronen, wat gevolgen moet hebben voor een effectieve aanpak ervan; in Spanje en Italië bestaan nog veel meer driegeneratiehuishoudens en leeft men vanwege de klimatologische omstandigheden een groot deel van het jaar op straat (iets dat met de klimaatverandering in het noorden natuurlijk kan gaan verschuiven).

   Anderzijds is, in het verlengde daarvan, ook de acceptatiebereidheid onder de bevolking van bepaalde maatregelen cultuurgebonden. In het meer individualistische, egalitaire protestantse noorden moet meer een beroep op de eigen verantwoordelijkheid worden gedaan, in het collectivistischer hiërarchische katholieke zuiden schikt men zich makkelijker naar van bovenaf opgelegde regels en directieven. Alleen al het taalgebruik van de divers regeringen is veelzeggend: in Parijs verklaart men het virus in oorlog, in Londen luidt het credo ‘keep calm en carry on’, in Berlijn legt Merkel het beleid nuchter uit, en in Den Haag doen we vanouds alles samen.

   Maar er zijn ook een aantal zaken de beslist wèl het best gezamenlijk op Europees niveau geregeld kunnen worden, dus nog los van een betere afstemming tussen twee buurlanden voor praktische kwesties in de grensregio, zoals Antwerpenaren die nu een terras in Breda pakken omdat dat wel open is, en Nederlandse jongeren die naar Knokke afreizen omdat de alcoholgrens er op 16 en niet op 18 ligt. Te denken valt aan gezamenlijke Europese fabricage van basale medische goederen om voortaan minder afhankelijk van China te zijn.

   Nu urgent in deze zomermaanden: gezamenlijke afspraken over welke landen en regio’s binnen en buiten Europa veilig en niet-veilig zijn, zodat niet iedereen nog langer zijn eigen code-oranje-systeem hanteert, waardoor Nederlanders van Den Haag uit Kroatië moeten vertrekken terwijl Belgen van Brussel mogen blijven. Vooral als het de toelating van touristen en andere bezoekers uit niet-Europese landen betreft is één lijn trekken wenselijk opdat de interne Europese grenzen (die in het voorjaar vaak in paniek dichtgegooid werden) open kunnen blijven, wat zowel voor het goederen- als voor het werknemersverkeer essentieel is.

   En stel vooral ook overal uniforme testmaatregelen op de luchthavens in, waarbij tevens door een stevige Europese kerosinebelasting aan het milieu-onvriendelijke stuntprijzenbeleid van Easyjet en Ryanair (die bovendien veel corona-riskante stedenkroegentochttrips genereren) een einde wordt gemaakt.

Thomas von der Dunk, 11 augustus 2020 

Europese BewegingBlijft de Coronacrisis voor grensproblemen zorgen?
read more

Den Haag zal in Brussel door de pomp moeten

Afspraak is afspraak, en aan vage beloftes hebben we niets. Die horen we al decennia lang. Met vrome intenties en een tot niets verplichtende inspanningsverplichting kunnen we geen genoegen meer nemen: resultaat willen we zien! Al die eindeloze pogingen tot lijntrekkerij in Rome om maar onder pijnlijke hervormingen uit te kunnen komen, zijn onacceptabel. Dat was de boodschap van het Nederlandse kabinet toen de Italianen vanwege de coronacrisis om steun aanklopten: U bent in Brussel akkoord gegaan met Europese begrotingsrichtlijnen, dus die moet U ook uitvoeren.

   Het was afgelopen week ook de boodschap van de commissie-Remkes aan datzelfde kabinet: afspraak is afspraak, en aan vage beloftes hebben we niets. Die horen we al decennia lang. Met vrome intenties en een tot niets verplichtende inspanningsverplichting kunnen we geen genoegen meer nemen: resultaat willen we zien! Al die eindeloze pogingen tot lijntrekkerij in Den Haag om maar onder pijnlijke hervormingen uit te kunnen komen, zijn onacceptabel. U bent in Brussel akkoord gegaan met Europese stikstofrichtlijnen, dus die moet U ook uitvoeren.

   Kortom: premier Rutte die premier Conte iets verwijt: dat zijn de pot en de ketel. Als de laatste boter op zijn hoofd heeft, heeft de eerste dat ook – en evenveel. Zo niet nog meer, omdat Rutte er al veel langer zit. En in beide gevallen is de reden dat die afgesproken hervormingen uitblijven dezelfde: angst voor grote tegenstand onder die delen van de eigen bevolking die de rekening mogen betalen, en dus voor mogelijke verkiezingswinst voor extreem-rechtse populisten.

   Want die afgesproken hervormingen hebben een prijs. Alleen heb ik dan meer begrip voor de protesten van Italiaanse burgers met kleine inkomens die door drastische bezuinigingen massaal in armoede vrezen te vervallen, dan voor een handvol uiterst welvarende Nederlandse boeren die met hun trekkerterreur al één provinciebestuur in de capitulatiestand hebben weten te dwingen. Waarbij niet alleen komt dat begrotingstekort en betalingsbalans uiteindelijk financiële abstracties zijn – en honger, kou en dakloosheid niet – maar ook dat de klimaatverandering niet wacht tot Baudet natte voeten krijgt, zoals in Brussel Ursula von der Leyen en Frans Timmermans wèl beseffen.

   “Neem deze keer echt eens een risico, Rutte”, aldus Tom-Jan Meeus in zijn NRC-column van 28 mei – dus durf eens voor het collectieve Europese belang te staan. “Het zit hem in het leiderschap”, aldus zijn collega Caroline de Gruyter vijf dagen eerder, waarbij zij hem terecht Angela Merkel als lichtend tegenvoorbeeld voorhoudt. En dat is de kern van het Nederlandse probleem: Rutte heeft in tien jaar premierschap nooit enig leiderschap getoond, nooit enig risico dat mogelijk zijn eigen populariteit in de waagschaal zou kunnen stellen durven nemen, van die ene dividendbelastingsmiskleun afgezien.

   Bij alle grote morele vraagstukken is hij tien jaar lang onder tafel gedoken – dezer dagen herinnerden de antiracisme-protesten ons daar opnieuw aan. Wie nu pas door krijgt dat Zwarte Piet een probleem kan vormen, heeft enige decennia weggekeken. Wegkijken geldt ook voor het milieudossier, van agrarische industrie tot vliegverkeer. Steeds onverplichtende intenties, waarbij doorzichtig cijfergesjoemel wordt getolereerd. Voor geen naoorlogse premier geldt zo sterk het adagium ‘Ik ben hun leider, dus ik moet hen volgen’ als voor hem. Pas als het volk in meerderheid iets anders gaat vinden, beweegt Rutte ook.

   Dit totale gebrek aan leiderschap zien we niet alleen in de stikstofcrisis, maar ook in Europa. Het is verontrustend hoe gemakzuchtig anti-Europees VVD en CDA zijn geworden – en op hoe weinig weerwerk dat in eigen gelederen stuit. Zeker bij het CDA, dat in dat opzicht toch een traditie heeft hoog te houden en met Van den Broek, Bot en Verhagen ook aanmerkelijk uitgesprokener Europeesgezinde ministers van Buitenlandse Zaken heeft geleverd dan de VVD na Van Aartsen met Rosenthal, Zijlstra en Blok, bij wie niet de brede politieke blik, maar het beperkte handelsbelang overweegt. Het departement van Buitenlandse Zaken geeft t.a.v. Europa thans te weinig tegenwicht, omdat de zittende bewindsman de eendimensionale monetaire kijk van Financiën deelt.

   In de gevaarlijke misvatting dat Den Haag hetzelfde gewicht heeft als Londen heeft het kortzichtige koppel Rutte-Hoekstra Nederland – dat juist als handelsland als vrijwel geen andere lidstaat baat heeft bij de EU en belang bij welvarende Zuideuropese afnemers! – nu in de dode hoek van vier dwarsliggende dwergen gemanouvreerd, waar het alleen maar met veel gezichtsverlies uit weer zal kunnen komen. Dat, nu Duitsland onomwonden voor Europa kiest, Nederland zijn ‘njet’ niet zal kunnen volhouden, is evident. Men krabbelt ook al wat terug.

   Rutte heeft, uit electorale angst voor Wilders, herhaaldelijk met denigrerende platitudes over de Europese commissie (“een feestcommissie op zoek naar een feest”, dat niveau – en dat voor een premier!) de groeiende anti-Europese stemming op het Binnenhof gevoed. Zeker: hij wil niet de EU uit. Maar dat wilde Cameron, die precies datzelfde goedkope nationalistische sentiment bespeelde en daarmee vervolgens onbeheersbare krachten opriep, evenmin.

   Gevolg daarvan is dat nu zo’n zeventig procent van de Nederlanders de botte lijn van Rutte en Hoekstra in Brussel steunt. Hoe die dat straks op de camping in Italië of Spanje, waarheen men nu weer massaal opbreekt, uit gaan leggen? Of geldt hier, met een variant op Annemarie Jorritsma inzake Frankrijk: leuk land – vooral al die zon is fijn – maar jammer van de mensen die er wonen? Bij een demonstratie in het Noorditaliaanse Vittorio Veneto werden Nederlandse journalisten onlangs al vijandig bejegend. Ik krijg daarvoor steeds meer begrip.

Thomas von der Dunk, 16 juni 2020

Europese BewegingDen Haag zal in Brussel door de pomp moeten
read more

Europa moet vuist tegenover China en Amerika maken

   Laten we beginnen met in deze bizarre tijden ons in Europa gelukkig te prijzen dat wij hier te maken hebben met een overheid die bij de oplossing van de coronacrisis de oplossing zelf centraal stelt, en niet met criminele autocraten als Xi, Poetin, Bolsonaro en Trump, die bereid zijn om het leven en welzijn van duizenden ingezetenen te offeren aan het behoud van hun macht. Bij alle onderlinge verschillen qua aanpak tussen de Europese regeringen, en ongeacht de nonchalance in Westminster tot Boris Johnson zelf op de intensive care belandde (waarvoor de Britten inmiddels de prijs van het hoogste aantal Europese doden betalen), moet dat vooropstaan. Ook in Den Haag kwam men overigens wat traag op gang – anders dan in Berlijn, waardoor in Duitsland het aantal slachtoffers veel meer kon worden beperkt.

   Desondanks zijn we in Europa in zo’n crisis beter af dan vrijwel overal elders op de wereld. Je zult als Chinees maar te maken hebben met een totalitair regime, waarvan het dogma van de onaantastbare onfeilbaarheid van de Partij impliceert dat de uitbraak van een dodelijk virus door de lagere autoriteiten lang niet kan worden toegegeven en artsen die alarm slaan van de aardbodem verdwijnen. Het verklaart het lang aanhouden van de aanvankelijke verdoezelpogingen in Wuhan om pijnlijk falen te verhullen, een aandrang die als zodanig natuurlijk niet wezenlijk verschilt van de Haagse inzake Hawija.

   Je zult als Rus maar te maken hebben met een macho in het Kremlin, die lang elk probleem ontkent om zijn plebiscitaire Machtergreifung met bijbehorende megalomane overwinningsparade door te kunnen drukken, en waar medici die ernstige tekorten in de ziekenhuizen signaleren, als ‘saboteurs’ worden gesanctioneerd. Je zult als Braziliaan maar te maken hebben met een soort Bokito die de corona-epidemie tot een communistische hoax verklaart en zich met veel borstgeroffel op zijn eigen sportieve gestel beroept om elke preventieve maatregel voor onzinnig te verklaren.

   En je zult als Amerikaan maar te maken hebben met een narcistische kleuter als president, die in vier jaar tijd meer leugens dan al zijn voorgangers in twee eeuwen bijelkaar heeft geventileerd, zijn bevolking het slikken van een ontsmettingsmiddel adviseert, zijn incompetentie met hol gebral over fantastische eigen prestaties compenseert, elke kritische journalist demoniseert, en stelselmatig zijn positie misbruikt om bij de toewijzing van medische goederen politiek bevriende gouverneurs te belonen dan wel zich op andere te wreken, waarbij hij niet schroomt de bevolking tegen hen op te hitsen, zodat ultra-rechtse gewapende milities ongestraft het State Capitol in Michigan kunnen binnendringen. Dat gaat nog een stapje verder dan FDF-boeren die het Brabantse provinciehuis met een handvol trekkers tot politieke capitulatie weten te bewegen.

   De ontsporing van Amerika is voor Europa uiteraard het grootste probleem, omdat Trump geen bondgenoten accepteert, maar de wereld in vijanden en dienaren onderverdeelt. Op basis daarvan tracht hij, net als Xi en Poetin, Europa uit elkaar te spelen, omdat hij tegenover een gesloten Europees blok moeilijk op kan, en afzonderlijke landen veel makkelijker in te pakken zijn. Londen heeft hij al half in zijn netten gevangen, en de beoogde ommekeer van de relatie tussen ex-moederland en ex-kolonie werd al vorig jaar op symbolische wijze duidelijk toen de familie Trump zich al selfie-schietend bij een staatsbezoek in Buckingham Palace gedroeg alsof dat nu de dependance van het Witte Huis geworden was. 

   Zeker in het licht van de opmars van China is die Amerikaanse ontsporing een probleem. China vormt inmiddels amper een geringere bedreiging voor Europa dan de Sovjet-Unie ooit was. Geen militaire, maar een economische – wat de Russen ook in Stalins tijd nooit waren – en daarmee uiteindelijk een veel grotere, omdat de omvang van de economische macht uiteindelijk die van de politieke macht bepaalt. Zo marxistisch geschoold om die correlatie onder ogen te zien mogen we ook in het Westen nog wel zijn. Afgezien van het geleidelijk opzuigen van eerst Hong-Kong en straks Taiwan, is China niet op territoriale expansie uit, maar wel op onaantastbaarheid, ook van het eigen totalitaire systeem: landen die zich ‘vriendelijk’ gedragen worden beloond, kritische geïntimideerd.

   Het paait en dreigt, ook in deze coronacrisis, door naar believen gunsten en straffen uit te delen, ten einde de buitenwereld in het Chinese gareel te dwingen. Het weet door gebrek aan interne Europese solidariteit en coördinatie daarbij ook in Europese hoofdsteden binnen te dringen. Dat is op zich voor een supermacht natuurlijk niets nieuws; ook de Verenigde Staten hebben na 1945 decennialang wortel en stok gehanteerd – tegenover de Marshallhulp voor de braven stond steun aan coups (Iran 1953, Cuba 1961, Chili 1973) in landen die van de Amerikaanse kar dreigden af te springen. En wee de tegenstanders van sacrosanct Israël!

   Alleen had Europa daar toen baat bij, en dreigt thans gevaar. In dat opzicht dient het eindelijk geopolitieke lessen uit de coronacrisis te durven trekken, omdat – gezien de rel over het Commissierapport inzake Chinese desinformatie – Beijing niet schroomt om ook Brussel onder druk te zetten. Dat betekent: de opbouw van eigen strategische reserves en een einde aan dat goedkope just-in-time-uitgangspunt waarbij de productie van essentiële goederen aan lage-lonen-landen is uitbesteed.

   Noch voor mondkapjes, noch voor cruciale technologie (Huawei!) dienen we van de goodwill van China of Amerika afhankelijk te zijn. Daar dient Europa één lijn te trekken, en moeten de lidstaten ophouden om steeds voor hun eigen particuliere voordeeltje te gaan – ook Nederland. Financiering van die opbouw kan geschieden door een forse Europese belasting op kerosine en Amerikaanse ICT-giganten.

Thomas von der Dunk, 19 mei 2020 

Europese BewegingEuropa moet vuist tegenover China en Amerika maken
read more

‘Wees eerlijk met Europa’ door Erik van der Kooij

De Europese Unie is een uniek experiment in een oud continent. We hebben leden van de EBN gevraagd wat hun mooiste herinnering aan de EU is; we hebben hun ook gevraagd wat hen heeft bewogen heeft lid te worden van de EBN; en wat hun wens/hoop voor de toekomst van de EU is (die door de huidige crisis in een nieuw licht komt te staan).

De eerste bijdrage is van Erik van der Kooij, directeur Stichting Feeling Europe

Erik van der Kooij

35 Jaar lang, zo ongeveer tussen mijn 20e en 55e, heeft Europa en het idee bij mij niet voorop gestaan. Het was er en dat was het. In mijn schooljaren kregen wij les over Europa (“Wereld in Wording” en ”Speurtocht door de eeuwen”). Toen werd al geleerd over “Ondergang van het Avondland”, de vitaliteit van de Westerse beschaving vanwege de situatie van Europa na WWII en over bezinning op waarde en betekenis van de Europese beschaving voor heden en toekomst. Men zocht naar het essentiële van Europa, waardoor het zich onderscheid van de rest van de wereld.

Maar mijn ware inzicht? Dat begon pas na 35 jaar te groeien.

Werk, inkomen en gezin werden belangrijk. Pas met verandering in respect voor de concepten van normen en waarden en later met de manie-fase van de klassieke financiële zeepbel ging ik op zoek naar een contrapunt om ideeën op te doen. Dat vond ik door de NEXUS-conferentie “Europe, A Beautiful Idea?” in 2004 en later, in januari 2006, tijdens de vervolgconferentie “The Sound of Europe”.   Daar werden fundamentele vragen besproken over de toekomst van Europa, Europese waarden, identiteit, eenheid en cultuur en verschillende vormen van vervlakking in de samenleving.

De Europese Commissie, het Nederlandse (2004) en Oostenrijkse (2006) voorzitterschap van de EU en persoonlijkheden uit de wereld van politiek, wetenschap, kunst en de media bediscussieerden vooruitzichten en voorstellen om vooruitgang te boeken op het Europese project met het oog op mondiale uitdagingen. En ook toen werd het onbehagen en de scepsis die mensen over Europa uiten aangepakt en werden onderliggende oorzaken geanalyseerd:

Europa is meer dan een markt en een eenheidsmunt, de Europese geest ontbreekt, Europa lijdt aan een identiteitscrisis, je wordt pas bewust van waarden als je ze verliest, de EU heeft haar burgers ergens onderweg verloren, angst, onzekerheid en nationalisme komt weer op, wat gaan de Europese landen doen aan sociale uitsluiting, willen we een mooi museum maken of willen we ook een speler zijn in de wereld.”

Het was indrukwekkend en inspirerend. Na afloop van de conferentie “The Sound of Europe” ontving ik van Wolfgang Schüssel een dankzegging:

What seems of particular relevance to me is that we have started a process which, also through your personal efforts,  helps to improve the communication with the citizens of Europe, thus laying the basis for a better understanding between institutions and citizens.”

Voor verder vervolg maakte ik een afspraak bij de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland, die mij in contact bracht met de EBN. Sinds 2007 ben ik actief met bedenken van oplossingen en bevorderen van Europese waarden en zaken met als doel zowel levensomstandigheden als menselijke conditie te verbeteren.

De EU is nog jong, vooruitgang is een proces van generaties. Kijk naar de VS hoe daar vanaf 1776 tot vandaag de samenleving en politiek zich ontwikkelt. Er zijn veel kwesties en veel conflicten om macht, geld en aanzien, maar gelukkig ook grote geesten die verbinden. Dat laatste geeft een verwachting dat bepaalde gewenste gebeurtenissen zullen plaatsvinden.

Wij leven met elkaar op een gemeenschappelijk gebied waar debatten, discussies en dialogen plaatsvinden, burgers in vrede leven en veel individuele vrijheid en sociale bescherming genieten, maar stappen met elkaar soms ook weer achteruit, mede ingegeven door de visie van de natiestaat als culturele en politieke gemeenschap. Deze draagt ongetwijfeld bij tot het gebrek aan wil om soevereiniteit in het algemeen en op een aantal sleutelgebieden in het bijzonder te delen en controle op staats- en lokaal niveau te behouden.

Tegenwoordig beseft een grote minderheid niet meer voldoende de meerwaarde van Europese samenwerking of is er onverschillig voor, demagogen roepen tegen kiezers die zich onzeker voelen over hun eigen toekomst in een dwalende wereld “neem de controle over de eigen bestemming terug”, de constructie van de euro bleek niet soliede genoeg, economieën bleven achter en beheer van buitengrenzen bleek onvoldoende. Er groeide ernstige sociale onrust.

De Europese Unie is een organisatie met leden die hetzelfde doel voor ogen hebben, een groep samenwerkende staten met onafhankelijkheid. Maar,

“de strijd om de ziel van Europa gaat door. We moeten van ons land houden, maar we moeten ons gemeenschappelijke huis, Europa, beschermen, anders zouden we worden blootgesteld aan de stormen van de geschiedenis” zeiden Merkel en Hollande op het jubileum van Verdun op 29 mei 2016.

Hoe kunnen wij vooruitgang boeken? Wat zou een routekaart voor de EU kunnen zijn?

  • een modern sociaal contract en werken aan een goede invulling van Europese solidariteit;
  • voorbereiden op toekomstige veranderingen: een nieuw sociaal-economisch model met gebruikmaking van innovatieve digitale technieken, alsmede nieuwe trends op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen;
  • vastleggen van belangrijke kwesties in gemeenschappelijke politieke overeenkomsten (bijv. over vervuiling, energie, SDG’s,);
  • volwaardig meedoen op het “Grand Chessboard”;
  • blijven richten op uitbreiding;
  • zorgen voor de ziel en het gebied van Europa (de grootse geschiedenis en cultuur);
  • onafgemaakte zaken voltooien (euro-eenheid, Schengenacquis, …);
  • verder werken aan een modern bestuur voor de EU.
Kort na WWII, in 1948, werd een groot congres van Europese federalisten gehouden in Den Haag; onder andere de EGKS en EEG, voorlopers van de EU, en de EBN werden naar aanleiding van daar besproken denkbeelden opgericht voor een steviger vorm van samenwerking.   Gezien het 70 jaar lange profijt van dat concept moeten wij doorgaan op die weg, besluiten op het meest geschikte niveau nemen, verder werken aan toename van sociale cohesie, aan versterken van soliditeit van de Europese constructie en van burgerschapszin, zodat we uiteindelijk kunnen zeggen wij zijn Europeanen.

Laten wij blijven vechten voor het behoud van Europese samenwerking!

E. (Erik) van der Kooij 
Directeur stichting Feeling Europe

Europese Beweging‘Wees eerlijk met Europa’ door Erik van der Kooij
read more

Het gezag van Den Haag in Brussel: nul

Zou het niet aanbeveling verdienen om Nederlandse ministers van Financiën eerst een cursus diplomatieke omgangsvormen te laten volgen, alvorens ze voorbij Zundert en Zevenaar vrij te laten? De onhandige opmerkingen beginnen langzaam toch wel op te vallen.

   Eerst was er Wouter Bos, die bij de ondergang van het Nederlands-Belgische conglomeraat Fortis tot verontwaardiging van onze zuiderburen verkondigde dat Nederland de gezonde delen had weten in te pikken – waarbij mij eigenlijk nooit duidelijk is geworden of de Belgen zo boos op Bos waren omdat ze vonden dat hij ongelijk had of omdat hij juist gelijk had, dus of zij zich nu door hem beledigd of door hem bedonderd voelden.

   Dan was er Jeroen Dijsselbloem met zijn ‘geld voor drank en vrouwen’ als Italiaanse en Griekse prioriteit, en Jan Kees de Jager, die trots verkondigde “I am Dutch, so I can be blunt”: ongemanierdheid als bijzondere nationale kwaliteit. Dat constateerden buitenlandse bezoekers aan de Republiek overigens al in de Gouden Eeuw: een volk van lompe mannen, hondsbrutale vrouwen en slecht opgevoede kinderen. Wie in het Precovidium op een Zuideuropese camping rondliep moest constateren dat Nederland in dat opzicht nog steeds het Olympisch goud verdient.

   Bij de horkerige gelijkhebberigheid van Wopke Hoekstra vallen alle voorgangers echter in het niet. In de catastrofale situatie waarin Noord-Italië verkeert met het vingertje gaan zwaaien: dat is alsof een ambulance na een verkeersongeluk met bloedende slachtoffers in de berm pas hulp wil bieden, nadat eerst is vastgesteld dat hun auto niet te hard reed, de inzittenden hun gordels omhadden, de verzekering in orde was en een recent APK-keuringsbewijs kan worden overlegd. Ja, zo werkt het inderdaad half in de Verenigde Staten, een soort Derde-Wereld-ontwikkelingsland met een zelfzuchtige steenrijke bovenlaag en een erbarmelijke publieke infrastructuur, waar een groot deel van de bevolking in geval van nood crepeert en het gezondheidsstelsel nu door de hoeven zakt.

   Stuitend is ook het gemak waarmee Den Haag altijd meent dat de anderen maar even wat sociale offertjes moeten brengen om hun begroting op orde te brengen, onder het motto: dat hebben wij toch ook gedaan. Om te beginnen: Spanje en Griekenland hébben dat gedaan – met een enorme jeugdwerkeloosheid en verarming van grote delen van de bevolking tot gevolg. In Griekenland gaat het om een welvaartsverlies van dertig procent.

   En die Nederlandse offers? Misschien mag ik er aan herinneren dat bij de formatie in 2012 de VVD al bijna uitelkaar knalde toen voor de gegoede middenklasse een inkomensachteruitgang van drie procent in het vat zat. Profiteurs van alle ellende in Italië nu: Salvini in het noorden, de maffia in het zuiden. Met dank aan Nederland.

   “The Dutch are always right, but seldom relevant”, aldus een bekende wijsheid. Maar wat, als ook op dat eenzijdige gelijk best wat af te dingen valt? Ik noem maar even een paar kwesties waar Nederland internationale afspraken traineert of Europese regels niet nakomt, met een hele reeks smoezen: allereerst het belastingzwendelparadijs op de Zuidas, waarmee wij andere landen van hun fiscale inkomsten beroven. Dan de bijdrage aan de NAVO. Vervolgens het stikstofdossier, waar de rechter aan te pas moest komen. En zo is er nog heel wat.

   De botheid van Hoekstra en Rutte – denk ook aan diens schofferende leesgedrag tijdens de Eurotop eind februari, die hem van Merkels zijde op het commentaar ‘kinderlijk’ kwam, te staan – kan misschien een Trump zich een tijdje veroorloven, vanwege het soortelijk gewicht van Amerika, ofschoon het zich ook in dat geval onvermijdelijk uiteindelijk tegen Washington keren zal. Maar Nederland kan zich dat niet, en als geen Italiaan straks nog een tulp uit Aalsmeer blieft, heb ik daarvoor alle begrip.

   Misschien dat het kabinet de voorspelling van het IMF tot zich door wil laten dringen: als handelsnatie gaat Nederland straks meer dan bijna welk ander land ook economisch onderuit. Voor succesvolle handel – anders dan voor een meer autarkische industrienatie – is ook goodwill bij de potentiële partners nodig. En ook al lijken de plooien na de halfbakken excuses van Hoekstra naar buiten toe nu eventjes glad gestreken, die goodwill is voorlopig weg en dat krijgen we straks op ons brood. Dat Berlijn zich zo scherp uitlaat, zegt voldoende.

   Een van de grote problemen is dat men in Den Haag niet door heeft dat men na de Brexit met zijn monetaire rigiditeit de facto alleen is komen te staan. De Duitsers leggen nu even andere prioriteiten, omdat hun zienswijze op Europa zich niet tot de in Nederland dominante armoeiige economische beperkt. Hier wreekt zich het ontbreken van enige geopolitieke visie in Den Haag, tot groot genoegen van Trump, Poetin en Xi, die Europa het liefst uit elkaar spelen. Hier wreekt zich ook de electorale doodsangst voor extreem-rechts, die eerst de VVD, en inmiddels ook het CDA, tot een de facto anti-Europese koers heeft gebracht. In de Tweede Kamer is het openlijke besef dat Nederland met 2 promille van de wereldbevolking niet in z’n eentje deze crisis kan oplossen, inmiddels beperkt tot GroenLinks, de PvdA en – halfslachtig, want de coalitie mag niet vallen – D66 plus de ChristenUnie.

   Men mag hopen dat het CDA bijtijds snapt dat het, als het straks een lijsttrekker als premierskandidaat moet kiezen, niet in Europa met Hoekstra aan kan komen, omdat die zich daarvoor volledig heeft gediskwalificeerd. Terugblikkend is het overigens even verbazingwekkend dat ooit verondersteld is dat iemand die, zoals Rutte nu, op cruciale momenten zo weinig in staat is om over de eigen nationale schaduw heen te springen, geschikt zou zijn als voorzitter van de Europese Unie.

Thomas von der Dunk, 14 april 2020

Europese BewegingHet gezag van Den Haag in Brussel: nul
read more

Wordt de natte droom van Baudet nu echt werkelijkheid?

Veilig opgesloten binnen de eigen grenzen, waar alleen Den Haag nog over gaat, niemand meer het land in, bijna alle buitenlandse werknemers terug naar huis, de ‘dictatoriale’ Europese Unie gereduceerd tot wat handelscontacten, de moskeeën dicht, en de culturele sector van links-elitaire subsidieslurpers in puin: wordt de natte droom van Wilders en Baudet nu werkelijkheid?

   Wel, zou ik tegen hun kiezers zeggen: kijk uit waarvan je droomt. Dit is wat die droom van veilige gesloten grenzen, waarbij ieder land heel souverein zijn eigen ding doet, óók betekent: geen bruinbakvacanties op Spaanse stranden, een volledig vastlopende economie, want we kunnen het echt niet meer als Nederland alleen. Cruciale medische producten komen uit China: misschien uit diplomatiek oogpunt toch wat handiger om de eigen racistische sentimenten te bedwingen. De fabricage van veel goederen is zeer internationaal georganiseerd, zeker alle Europese economieën zijn nauw met elkaar verweven, en alleen voor wie de rest van zijn leven van zelfgekweekte bruine bonen wil leven, begint nu het paradijs.  

   En o ja: het Immense Vraagstuk van het handenschudden – tot voor kort het ijkpunt voor het ware Nederlanderschap – heeft zich nu ook vanzelf opgelost.

   In de huidige coronacrisis vallen de grote helden van Alt-Right als incompetente dilettanten door de mand. Figuren als Bolsonaro en Trump, die het virus als een hoax afdeden, als een tegen hen gericht complot, en wekenlang in een staat van ontkenning verkeerden, omdat zij de wetenschap als een bedreiging voor hun eigen bouwwerk van leugens beschouwen. ‘De mensen hebben schoon genoeg van deskundigen’, zo heette het in 2016 in het Brexitkamp, en dus zette Trump alle pandemie-experts die hij van Obama geërfd had, uit de nationale veiligheidsraad. Terecht zette Madame Tussaud in Amsterdam onlangs hém buiten de deur.

   In plaats daarvan kregen we een bigotte kwezel als vice-president Pence, die als gouverneur van Indiana bij een aids-uitbraak vijf jaar meende dat het belangrijkste bestrijdingsmiddel bestond uit vurig bidden. Zulke godsdienstige gekte blijft niet tot het Witte Huis beperkt. In Iran bleven de heilige plaatsen in Quom eveneens veel te lang open om voor redding te bidden, terwijl die juist de belangrijkste besmettingshaard bleken; in Zimbabwe noemde de minister van Defensie het virus een straf van God voor westerse landen die zijn land met sancties belagen.

   Sowieso werd een opmerkelijke cultuurkloof tussen Europa en Amerika zichtbaar: sloeg men bij ons massaal pleerollen in, ginds volgde een run op wapenwinkels. Overigens: ook bij ons ontspoorde het Reformatorisch Dagblad, door in een onsmakelijk domineescommentaar het virus te presenteren als een Goddelijke oproep tot bekering. De ellende komt zogezegd allemaal omdat inzake abortus en euthanasie en homohuwelijk de Nederlandse grondwet nog niet naadloos met het SGP-partijprogramma samenvalt. 

   Zouden ‘de mensen’ nog steeds genoeg van deskundigen hebben? Interessant is de status als autoriteit die het RIVM en de WHO intussen hebben verworven. Enige maanden terug, toen de Brabantse boeren naar Bilthoven optrokken om de wetenschap hun waarheid op te leggen – je hoort ze nu even niet meer – was dat nog anders, en doken ook de Nederlandse Alt-Right-populisten op het Malieveld op. Plotseling prefereert men ook in die kring, na alle virologische zelfkazerij, intussen liever deskundigen boven dilettanten, ofschoon dat leerproces bij Baudet – de zelfbenoemde grootste intellectueel aller tijden – nog wat moeizaam verloopt.

   Ongeacht alle vallen en opstaan zijn de regeringen van Europese democratieën toch te verkiezen blijven boven ‘doortastende’ autocraten als Xi of Trump. Duidelijk is immers dat zowel China als Amerika aanvankelijk het probleem hebben genegeerd, omdat het eigen populariteitsbelang belangrijker werd geacht. Inmiddels hebben we een propaganda-oorlog tussen Washington en Beijing, waarbij men elkaar er min of meer van beschuldigd het virus gefabriceerd te hebben (en anders zit volgens Fox wel Soros of de Deep State erachter). En dan is er nog de perfide trollenfabriek van Poetin, van wie Baudet in Brussel de Britse buikspreekpop John Laughland tot fractie-assistent heeft benoemd.

   Desondanks zullen ook Europa en Nederland er niet aan ontkomen, om enige lessen te trekken. Aan vorige crises, van sars en ebola, waren we nog ontsnapt, en dat heeft toen niet tot bezinning geleid – evenmin als al die ziektes die aan het massale rondslepen van dieren verbonden zijn. Bij elk beest hebben we het wel een keer gehad: koeien, varkens, geiten, kippen. In dat opzicht zal ook de agrarische sector in exportland Nederland anders moeten – en het valt te hopen dat als straks die stikstofmaatregelen echt geïmplementeerd moeten worden, niet weer een deel van de regeringspartijen voor de eerste tractorterrorist door de knieën gaat.

   Twee hele concrete lessen tenslotte. Wat mij zorgen baart, is tot nu toe niet – van Italië afgezien – het aantal dodelijke slachtoffers. Dat is, hoe treurig ook, voor een pandemie toch echt nog minimaal. Ik bedoel: bij de Spaanse Griep van 1918 gingen heel wat meer mensen dood, om van de Zwarte Dood in 1348 te zwijgen. Nee: zorgwekkend is dat met duizend intensive care-patiënten het zorgsysteem al overbelast raakt. Een gebrek aan reservecapaciteit! Juist ook in Nederland: bijna nergens is het aantal ziekenhuisbedden per inwoners zo gering. Dat valt niet los te zien van het marktdenken, waarbij zorginstellingen steeds meer als bedrijven moeten functioneren, die vooral op zuinigheid afgerekend worden.

   Een gebrek aan reservecapaciteit ook waar het mondkapjes betreft, toch een vrij simpel product. Het marktstreven naar kostenreductie en efficiëntie heeft ertoe geleid dat die eigenlijk op slechts twee locaties worden gefabriceerd: in Wuhan en Noord-Italië. Ai! Leg als Europa voortaan niet meer alle eieren in één mandje.

Thomas von der Dunk, 23 maart 2020

Europese BewegingWordt de natte droom van Baudet nu echt werkelijkheid?
read more

Zit Europa straks aan tafel of staat het op het menu?

Zit Europa straks (nog) aan tafel, of staat het dan op het menu? Zijn de lidstaten zich wel van de urgentie van die vraag bewust? Wie momenteel het miezeriger gezever van de ‘Zuinige Vier’ over een paar promille – een paar promille! – extra voor de Brusselse begroting beziet, krijgt niet die indruk. Wil de EU in een steeds woeliger wereld overeind blijven, dan zal gezamenlijke slagkracht prioriteit moeten hebben boven nationaal profijt. Dat vergt dus ook wat van Nederland, waarvan de premier jarenlang verklaarde dat de EU er slechts voor de handel was.

De uitdagingen waarvoor Europa zich gesteld ziet, zijn mogelijk groter dan op welk moment sinds 1945 ook, en dat komt omdat Europa er nu in feite voor het eerst sindsdien alleen voor staat.

Dat is namelijk probleem nummer één: Amerika, dat onder Trump in ijltempo alle ordenende mondiale structuren afbreekt die het sinds Roosevelt zelf heeft opgebouwd. Met de impulsiviteit en infantiliteit van zijn president is het een onvoorspelbare factor geworden, een bedreiging voor de internationale stabiliteit. Sterker: Trump ziet zijn onvoorspelbaarheid zelf zelfs als een grote plus. Puur dankzij het gewicht van zijn land komt hij met zijn botte intimidatie bovendien een heel eind, wat hem in zijn gelijk bevestigt. De door hem veroorzaakte schade zal pas onder zijn opvolgers echt duidelijk worden. Zijn sympathie voor autocraten als Poetin en Bolsonaro, en zijn schoffering van democratische bondgenoten – van Canada tot Japan – weerspiegelt zijn eigen autoritaire inslag.

Met de jammerlijke mislukking van de impeachment-procedure zijn de Verenigde Staten in een bananen-democratie veranderd. Ofschoon een aantal Republikeinse senatoren erkende dat Trump zich aan machtsmisbruik bezondigd had, was dat voor hen geen reden voor afzetting te stemmen. Partijbelang gaat voor hen boven staatkundig fatsoen. Bij Trump versterkt dat het idee dat hij boven de wet staat, en de staat zijn eigendom is: ik ben democratisch gekozen dus ik mag doen wat ik wil. Zijn wraakzucht kent in het verlengde van zijn leugenachtigheid nu al geen grenzen.

Zal de kiezer hem dit najaar stoppen? Hoe overtuigend zijn de Democratische presidentskandidaten? Sommigen zijn voor Amerikaanse begrippen helaas te links om een kans te maken – ofschoon ook Obama en Trump indertijd eerst kansloos werden geacht – en anderen maken een uitgebluste indruk. En waar Buttigieg nog wel erg jong is, zijn Sanders, Warren en Biden juist wel erg bejaard. Wordt Amerika een gerontocratie zoals China er lange tijd eentje was? Ik weet, Konrad Adenauer was 73 toen hij voor het eerst bondskanselier werd, en hij hield het veertien jaar vol, maar toch. Sommigen opperen dat de Democraten voor Bloomberg moeten gaan. De ene miljardair tegenover de andere dus? Dan wordt de bananendemocratie Amerika een bananenplutocratie.

Als Trump herkozen wordt – en met die mogelijkheid moet serieus rekening gehouden worden – dan is zijn bewind meer dan een incident. Dan is het een fundamentele koersverlegging van de meest rauwe soort. Dat heeft consequenties voor de EU en de NAVO, voor de economie en voor de veiligheid. Trump laat wereldwijd voortdurend twijfel bestaan over Amerikaanse veiligheidsgaranties; de Koerden heeft hij al verraden. Anticiperen op het risico dat Europa alleen komt te staan is absolute noodzaak. Dat betekent dat in Brussel de nationale souvereiniteit ondergeschikt moet worden aan internationale samenwerking, omdat alleen zo de belangrijkste tegenstanders met hun verdeel-en-heers-politiek het hoofd geboden kunnen worden: militair een militair agressief Rusland, economisch een economisch agressief China.

Militair: een veel vergaander integratie van de nationale legers, zodat de middelen aanzienlijk efficiënter besteed kunnen worden, en alles goed op elkaar aansluit. Dat heeft voor Nederland bijvoorbeeld consequenties voor het aanschafbeleid – ontwikkeling van gezamenlijk Europees materieel, niet inkopen van Amerikaans (JSF!), waarmee men zich technologisch van Amerika afhankelijk maakt, en daarmee ook politiek. Gezien Poetins gestook in Oekraïne en Trumps flirten met Poetin is dat extra ongewenst.

Economisch: China koopt de wereld op. Het land is economisch succesvol, waar de groei in het Westen hapert – een groot verschil met West-Europa versus het Oostblok tijdens de Koude Oorlog. Alleen al door zijn soortelijk gewicht – bijna anderhalfmiljard mensen – vormt China daarmee op termijn een veel grotere bedreiging dan de Sovjet-Unie ooit kon zijn. Het is bovendien een totalitaire staat die dankzij technologisch vernuft een intern controlesysteem heeft kunnen opzetten waarvan Stalin slechts kon dromen. Het slaat inmiddels ook zijn tentakels naar Europa uit. Met het opkopen van de Griekse havenstad Piraeus heeft het Athene in de tang, wat krachtdadige Europese eensgezindheid jegens China frustreert.

Voor China is economie allereerst politiek – achter elk Chinees bedrijf van enige omvang staat de Chinese staat. Het wordt hoog tijd dat Europa in dat opzicht zijn naïviteit verliest, niet in de laatste plaats ook Nederland. Denk Huawei en ASML.

Dat betekent drie dingen: geopolitieke veiligheid moet vóór lucratieve handel gaan. Beslissingen op dit vlak voortaan in Brussel, niet in Den Haag – omdat alleen Europa als geheel voldoende gewicht heeft om Chinese en Amerikaanse druk te weerstaan. En een einde op het taboe op industriepolitiek: Europa moet zelf de nodige technologie ontwikkelen om niet langer van Google of Huawei afhankelijk te zijn. Weg dus met het verbod op ‘kartelvorming’ als dat erin resulteert dat cruciale Europese bedrijven op de Europese markt door Amerikaanse en Chinese giganten worden weggeconcurreerd.  

Thomas von der Dunk, 17 februari 2020  

Europese BewegingZit Europa straks aan tafel of staat het op het menu?
read more

Film en nieuwe verhalen voor Europa – Impressies uit het Videograms of a Nation, Redux filmfestival

Begin dit jaar werd het EBN bestuur blij verrast met een uitnodiging voor het filmfestival Videograms of a Nation/Redux. In een tijd waarin de Europagesprekken bol staan van Brexit, was dit festival dat van 5 tot 22 januari in het Eye filmmuseum in Amsterdam plaatsvond, een ware verademing. Het betrof een filmretrospectief in het kader van Europalia2020 en bracht een ode aan 100 jaar Roemeense cinema, met speciale aandacht voor de internationale doorbraak van Roemeense cineasten sinds 2000. Meer dan 50 documentaires en feature films werden vertoond. De EBN was bij diverse films en debatten aanwezig.

Op minstens drie manieren was het festival een urgente reminder wat ons als mensen in Europa bindt en wat ons als Europa gezinde mensen te doen staat.

Allereerst zette het filmprogramma de schijnwerpers vol op de zuidoost kant van Europa. Dit is momenteel broodnodig. Met alle Brexit malheur zou je soms vergeten dat Europa groter is dan haar westflank. Teveel energie is de afgelopen jaren weggelekt in Brexit debatten en Europese onttakeling, in plaats van te investeren in nieuwe verbindingen. De EBN vindt al langer dat we veel meer energie zouden moeten steken in nieuwe relaties met landen die na 2004 met heel veel hoop en verwachting toetraden tot de EU. En die verbinding begint met elkaars geschiedenissen en verhalen te kennen. In een prachtige selectie van klassiekers en nieuwe films, documentaires en fictie, werden kijkers meegenomen in de culturele evolutie van Roemenië sinds de jaren twintig van de vorige eeuw. Duidelijk werd hoe gelaagd die ontwikkelingen zijn geweest en hoezeer de lang adem van diepe geschiedenissen vandaag de dag nog doorwerkt.

Daarnaast kwamen door de uitdagende selectie door festivalprogrammeur Andrei T?n?sescu thema’s aan de orde die – hoewel gesitueerd in een Roemeense context – een universele zeggingskracht hadden. Bijna alle films maakten spannende verbindingen tussen de grote historische ontwikkelingen en het dagelijks leven van mensen. Hoe is het om een tiener te zijn in een land dat grote politieke turbulentie beleeft, zoals in de film Alice T. van Radu Muntean (2018)? Hoe gaan we als mensen om met pijnlijke geschiedenissen, wat maken we zichtbaar, en wat verzwijgen we? Hoe houden we ons in een wereld vol propaganda, zoals in de Autobiography of Nicolae Ceausescu (2010/11), een bijna geheel uit propaganda-archiefbeelden opgebouwde compilatie van de hand van regisseur Andrei Ujica, die laat zien hoe een ‘propagandistisch wereldbeeld’ zich in een samenleving nestelt, en schuurt met de werkelijkheid en waarin de megalomanie en de meeloopcultuur je snel onder de huid gaan zitten. Of hoe om te gaan met de vraag wie nog kritiek kan leveren op een corrupt systeem en wat eigenlijk onze kritische instituties waard zijn, zoals in de adembenemend spannende documentaire Colectiv van Alexander Nanau (2019). Deze film bracht een journalistieke ontleding van het grote ziekenhuisschandaal dat aan het licht kwam na een grote brand in nachtclub Colectiv in Boekarest in 2015, een soort Roemeense Volendambrand. In de nasleep van de ramp werd duidelijk dat 37 van de gewonden waren overleden aan bacteriële infecties in lokale ziekenhuizen, die sjoemelden met verdunde desinfectiemiddelen. De speurtocht leidt tot de confrontatie met het fingerende corrupte staatssysteem.

Kijkend en luisterend naar zulke films werd het opnieuw zonneklaar dat hoewel we in Europa dicht op elkaar leven en de mediakanalen 24 uur per dag open staan, we vaak toch verbijsterend weinig van elkaar weten. Wat ons brengt bij het laatste punt. Misschien wel de allergrootste waarde van het festival was dat het een paar weken lang liet zien dat tussen Europeanen andere gesprekken en nieuwe gedeelde conversaties mogelijk zijn en ontwikkeld kunnen worden. Want tijdens het festival, in zalen met vaak zeer gemengd publiek, jong en oud, uit verschillende landen, kwamen boeiende gesprekken op gang over het grondweefsel van Europa. Hierbij bleek opnieuw wat een belangrijk democratisch hulpmiddel film kan zijn. Film nodigt laagdrempelig uit om diepere gezamenlijke reflecties aan te gaan.

Europa is een web van verhalen. Ruimte te scheppen om oude verhalen te exploreren, gedeelde geschiedenissen opnieuw tegen het licht te houden, en samen nieuwe verhalen te ontwikkelen is wellicht de belangrijkste culturele opgave voor nu. Als antidoot tegen alle politiek van haat, nijd, polarisatie en aftakeling.

(Tijdens het festival werd het boek Romanian Cinema Inside Out: Insights on Film Culture, Industry and Politics 1912 – 2019 gelanceerd. Met essays van Dominique Nasta, Gabriela Filippi, Iulia Popovici and Andrei State)

Europese BewegingFilm en nieuwe verhalen voor Europa – Impressies uit het Videograms of a Nation, Redux filmfestival
read more

Bekentenis Teheran zal Moskou niet doen buigen

Waaraan Iran reeds na een paar dagen niet kon ontkomen, weigert Rusland al meer dan vijf jaar, en het ziet er niet naar uit dat, zeker niet zolang Poetin aan de macht is, Rusland aan die weigering een einde te maken: de erkenning dat met haar wapens per abuis een burgervliegtuig uit de lucht is geschoten.

   Toegeven wat in Nederland alleen nog door een paar louche complotdenkers rondom Thierry Baudet wordt ontkend, zou namelijk ook het toegeven impliceren van directe Russische militaire steun aan de separatisten in oostelijk Oekraïne. En de instorting van het door het Kremlin daaromtrent opgetrokken leugenbouwwerk zou politiek alsnog zeer gevaarlijk kunnen worden voor de positie van Poetin.

   Niet dat de uiteindelijk onverwachts ruiterlijke erkenning van Teheran zónder politieke gevaren voor het desbetreffende regime is. Integendeel: het lijkt onvermoede oppositiekrachten te hebben losgemaakt, de demonstraties, waarin zelfs – ongehoord – om het vertrek van de opperste geestelijke leider Khamenei wordt geroepen, hebben de machthebbers na de (sterk georkestreerde) anti-Amerikaanse begrafenisdemonstratie rond de nationale held Soleimani volledig verrast. De vergissing die bijna tweehonderd veelal Iraanse burgers het leven heeft gekost wordt hen hoogst kwalijk genomen. De vragen van de demonstranten lopen daarmee sterk parallel aan die van de Canadezen en Oekraïners.

   Pikant detail: de regering in Kiev heeft Teheran gevraagd waarom, zo kort na de Amerikaanse dronemoord op Soleimani en het Iraanse rakettenantwoord daarop, niet allang het luchtruim gesloten was. Een terechte vraag, gezien de gespannen situatie en het grote risico van een militaire tegenactie van Amerikaanse zijde.

   Maar hoor wel, wie hem stelt! Het pikante is immers dat het uitgerekend Oekraïne is dat zich over die nalatigheid van Iran beklaagt – het land dat dat sluiten zelf in 2014 ook niet voor de Donbass had gedaan, met het neerschieten van de MH-17 als gevolg. In beide gevallen, toen en nu, bleef dat sluiten ongetwijfeld vooral om politiek-psychologische redenen uit – omdat daarmee Kiev respectievelijk Teheran impliciet zou moeten erkennen geen heer en meester over het eigen luchtruim meer te zijn.

   Wat dus moreel tegenover de nabestaanden onvergeeflijk is, is puur politiek daarom best verklaarbaar; zo’n tegenstelling komt dan ook wel vaker voor. En, gegeven het niet-sluiten van het luchtruim om de bedoelde redenen, is het vervolgens begrijpelijk dat in de hectische semi-oorlogssituatie die inmiddels was ontstaan, al snel een militaire vergissing wordt gemaakt. Het gevaar van de huidige ‘perfecte’ techniek is dat de minder perfecte mensen áchter die techniek in enkele seconden een beslissing moeten nemen, die meteen dodelijke gevolgen heeft. De bedenktijd is door al die geavanceerde techniek miniem. Vergelijk het met 1914: de mobilisatie duurde een maand, zodat men ook zo lang nog had terug gekund.

   Dat overhaaste gold voor de MH-17, het gold ook voor de Amerikanen die in 1988 een Iraans vliegtuig uit de lucht schoten. Het idee dat zulke misverstanden altijd en overal door probleemloze communicatie kunnen worden voorkomen – het argument dat Teheran eerst aanvoerde om de feitelijke toedracht als ondenkbaar te ontkennen – is zowel voor democratieën als dictaturen een illusie.

   Zodoende kan men beter het zekere voor het onzekere nemen, en dat betekent dat het enerzijds de verantwoordelijkheid van het desbetreffende land is om bijtijds het luchtruim te sluiten, en anderzijds de verantwoordelijkheid van een vliegtuigmaatschappij om, als dat toch niet gebeurt, zelf voor een andere vliegroute te kiezen, ook als dat een paar druppels kerosine extra kost en daarmee het verdienmodel van de aandeelhouders lichte schade oploopt.

   Wat dat betreft is het niet alleen opmerkelijk dat bij de MH-17 nooit aan de toenmalige KLM-top indringend de vraag is gesteld wat dat vliegtuig van haar en Malaysian Airlines daar eigenlijk deed, maar ook dat men daaruit in de directieburelen toch weinig lering lijkt te hebben getrokken, gezien de KLM-vliegroutes door het Midden-Oosten tot op die fatale woensdag 8 januari, terwijl na de aanslag op Soleimani al alle alarmbellen hadden moeten afgaan.

   Ik bedoel: ook op Schiphol kan men toch wel zelf de krant lezen, en daaruit destilleren dat het noch in de Donbass, noch in de Golf geheel vrede-op-aard is, dat militaire conflicten er noch in het ene noch in het andere geval nog uitsluitend met pijl en boog worden uitgevochten, zodat zelfs een zekere vlieghoogte tegen op de grond afgestoken vuurwerk geen absolute veiligheid meer biedt?

   Blijft de vraag, hoe met met zulke vergissingen om te gaan. Waarbij, om enig effect te hebben, voor ‘men’ beter Europa gelezen kan worden dan het land dat slachtoffer is, omdat men samen sterker staat. Beleidsmatig: Brussel moet de regie zelf veel meer in handen nemen en één lijn inzake vliegroutes in oorlogsgebieden trekken, en dat niet aan het inzicht van de marktpartijen zelf overlaten, waar commerciële belangen het te snel van veiligheidseisen blijken te winnen – denk ook aan die twee spontaan neergestorte Boeingtoestellen.

   Politiek: die afwikkeling is aanmerkelijk gecompliceerder. Dat blijkt nog steeds in het Russische geval. Poetin houdt immers, tegen alle evidente bewijzen in, stug vol dat Moskou niets met de MH-17 te maken heeft, en Den Haag heeft hier geen antwoord op. Even stug volhouden, zoals Stef Blok doet, dat Rusland schuld zal moeten bekennen, heeft tot dusverre tot niets geleid en zal ook in de toekomst tot niets leiden – zeker niet nu de Europese steun daarvoor gestaag afbrokkelt, omdat men elders beseft dat voor de oplossing van tal van problemen samenwerking met de Russen nu eenmaal onontkoombaar is en voortdurende herhaling van het eigen gelijk als effectieve Ruslandstrategie dan niet volstaat.

Thomas von der Dunk, 14 januari 2020

Europese BewegingBekentenis Teheran zal Moskou niet doen buigen
read more

Brussel moet Schotland straks gewoon welkom heten

Het gros van de peilingen in Engeland zelf zat er een maand geleden nog naast, en ik in mijn vorige column dus ook. Mede als gevolg van een uiterst zwakke campagne van Labour behaalden de Tory’s een ruime meerderheid. Tegen het simplistische en op valse beloftes gebaseerde, maar heldere ‘Get Brexit done’ van Boris Johnson konden zijn tegenstanders niet op. Ik zeg nadrukkelijk: Engeland – want Schotland koos, wèl geheel conform de voorspellingen, zijn eigen weg. 

Maar ten zuiden van de Muur van Hadrianus wist Jeremy Corbyn het toen zo onverwachtse kunststukje tegen Theresa May van twee jaar terug nu, tegen sommige verwachtingen in, niet te herhalen. Noodgedwongen bleef hij, omdat Labour zowel de meest pro-Europese als de meest anti-Europese kiesdistricten vertegenwoordigde, tot het laatst vaag over wat hij eigenlijk wilde, en daarmee deed de na drie jaar begrijpelijke Brexit-moeheid van veel kiezers hem de das om.

Eén voordeel heeft die ruime meerderheid beslist: voor geen enkele plank die Johnson vanaf vandaag gaat misslaan kan hij nog anderen de schuld geven. En er kan op zich dus ook eindelijk vaart gemaakt worden, wat de opluchting in Brussel verklaart, waar het Brexitgezeur sinds 2016 ook bijna alle energie heeft opgeslurpt. Alleen volgt nu een misschien nog veel ingewikkelder gedeelte van het hele proces: de onderhandelingen over een handelsverdrag.

Johnson heeft aangekondigd een “ambitieus handelsakkoord met de EU” te willen, waarin bedrijven zonder quota en tarieven zaken kunnen blijven doen. Dat heet dus gewoon een douane-unie, ook al mag dat zo van Londen niet heten. Wel, in dat geval is het simpel: dan kan – en moet! – de EU de nieuwe Britse regering gewoon het boekwerk met alle EU-regels voorleggen, met de opdracht dan bij het kruisje te tekenen. Om Britse goederen het Kanaal over te krijgen, zullen die aan de Europese regels moeten voldoen: niet alleen inzake productkwaliteit, ook inzake de sociaal-economische randvoorwaarden. Een soort Singapore voor de Europese kust, dat met lage standaarden op elk vlak – van arbeidsomstandigheden tot belastingfaciliteiten – voor oneerlijke concurrentie gaat zorgen, is onaanvaardbaar. Het kan niet zo zijn dat Brexit betekent dat het fiscale sjoemelparadijs zich van de Kanaaleilanden nu straks tot héél Groot-Britannië vergroot.

Dat laatste is wat de harde Brexiteers onder de Tory’s rond de neofeodale landheer Jacob Rees-Mogg, indachtig diens botte opmerking over de geringe zelfredzaamheid van de verbrande bewoners van de Grenfilltoren in Kensington, ongetwijfeld om het neoliberale ondernemersdom te behagen voor de geest staat: een verdere afbraak van sociale rechten en een verdere uitverkoop van de staat. Haaks overigens op wat Johnson de laatste maanden de verarmde Brexitaanhangers in de Midlands heeft beloofd: dat de nu ‘vrijkomende’ Britse EU-bijdrage in de volksgezondheid en de volkswoningbouw zal worden geïnvesteerd.

Wat dat betreft levert zijn ruime zege een interessante paradox op. Bij een kleinere meerderheid had hij minder electorale legitimatie voor een harde Brexit – de logische consequentie van een ultrakapitalistische vrijbuiterskoers – gehad, maar zou hij er door de hardliners in zijn eigen partij eerder toe gedwongen worden, omdat hij veel meer van hen afhankelijk zou zijn geweest – precies zoals die indertijd ook Cameron en May voortdurend in de houdgreep hielden.

Dát chantagemiddel is nu weg. Zijn grote meerderheid maakt het voor Johnson namelijk weliswaar gemakkelijker om op een harde Brexit in te zetten, maar maakt dat anderzijds ook minder onontkoombaar. De harde Brexiteers zullen er, nu de oppositie vleugellam is, onder verwijzing naar Johnsons zege op aandringen. Maar tegelijk kan die hen nu makkelijker negeren: zijn meerderheid is daarvoor ruim genoeg. En als hij de Labour-leenstemmen in de Midlands van 12 december de volgende verkiezingen wil behouden, zal hij dat ook moeten. Daar zitten namelijk enorm veel kiezers bij die altijd vanzelfsprekend Labour stemden, en deze keer alleen vanwege de Brexit de overstap hebben gemaakt. Johnson leek dat op de verkiezingsavond ook te beseffen, maar zulk besef slijt bij politici vaak snel.

Iets anders leek hij nog veel te weinig te beseffen: dat zijn legitimiteit in Schotse ogen het nulpunt nadert. De zege van de SNP is mede te danken aan de Brexitkoers van de Tory’s, in combinatie met de dreigende sociaal-economische consequenties daarvan. Van de harde bezuinigingspolitiek die sinds Camerons aantreden in 2010 de toon heeft gezet, moet men in Edinburgh weinig hebben. Met haar eigen zege op zak, eist SNP-leidster Nicola Sturgeon nu een nieuw referendum over Schotse onafhankelijkheid op. Het vorige, op het nippertje verloren, beschouwt zij niet zonder reden als moreel verjaard, omdat er indertijd nog van geen Brexit sprake was, en het toenmalige dreigement van Brussel dat een onafhankelijk Schotland daardoor buiten de EU zou vallen, nu niet meer opgaat.

Hoe harder de Brexit, hoe harder die roep om onafhankelijkheid in Schotland zal klinken; wat dat betreft staat Johnson ook van die kant onder zware druk. Zijn ‘nee’ van nu zal hij uiteindelijk niet kunnen volhouden – en een eventuele keuze voor de ‘Spaanse’ methode in Catalonië ingeval van separate Schotse stappen, zal het conflict pas echt op de spits drijven. Met het Noord-Ierse trauma in gedachten zal Londen dat uiteindelijk niet durven. Ook omdat het daarvoor, anders dan Madrid, onvoldoende steun in eigen land bezit.

Voor Brussel moet de positie in deze kwestie vanaf de aanvang helder zijn: een onafhankelijk Schotland is, net als iedere andere democratische rechtsstaat in Europa die aan de EU-regels wil voldoen, uiteraard als nieuw lid van harte welkom. Wil Brussel heel vilein zijn, dan kan het, als psychologisch drukmiddel, een al te bokkige Boris daaraan ook actief op gezette tijden herinneren.

Thomas von der Dunk, 16 december 2019

Europese BewegingBrussel moet Schotland straks gewoon welkom heten
read more