Publicaties

Column EBN Bestuur – Vluchten kan niet meer & de Staat van onze Democratie

Het Nederlandse referendum over het EU associatieverdrag met de Oekraïne is achter de rug. 64% van 32% (= 21%) van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking heeft hardop nee gezegd, 11% hardop ja, en de rest is thuisgebleven.

De laatste weken is in de media veel gesproken over alle ter zake en minder ter zake doende motieven die onder het stemgedrag liggen, over referenda als breekijzer van democratische vernieuwing en over strategisch thuisblijven.

De morning-after is echter onbestemd en gaat vooral over wie welke gevolgen van de uitslag moet dragen. Het ironische van een referendum is dat mensen via ‘directe democratie’ eisen te spreken – hetgeen natuurlijk ieders goed recht is – om vervolgens weer terug te vallen in ‘representatieve democratie’ en anderen de kastanjes uit het vuur laten halen van de beslissing die uit het nationale stemgedrag is voortgerold.

Dus moet de regering het verdrag, dat reeds door alle andere 27 EU-lidstaten is aangenomen, ‘serieus heroverwegen’ en daarover in Brussel in gesprek. Over hoe de inhoud van die onderhandeling moet luiden, tast menigeen in het duister. Want het stemgedrag is diffuus: het nee van de SP is een ander nee dan dat van PVV, VVD of PvdA aanhangers of van Jort Kelder. Het ging duidelijk minder over de Oekraine dan over de EU als zodanig in de maar voortdurende crisis rond het Europese project. Het Burgercomité EU gaf zelfs expliciet aan dat het hun om andere issues dan een handelsverdrag met de Oekraine ging. De nee-stemmers willen ‘minder EU’, ‘geen EU’, ‘een ander EU’. Met welke opdracht de regering nu naar Brussel wordt gestuurd is volslagen onhelder en moet weer ‘in het parlement worden besproken’.

Mensen die heel dicht bij de associatieverdrag onderhandelingen staan, of de Oekraine goed kennen, staan er verslagen bij te kijken. Zij kennen de verdragsdetails en vragen zich af wat die in godsnaam te maken hebben met veel van de tegenwind die opnieuw is opgestoken.

Langzaam doemt dus een ander beeld op: het beeld van het fundamentelere onbehagen, het grote ongenoegen, de grote onzekerheid, dat zich al diverse malen eerder in het recente verleden in een ‘Nee’ heeft geuit en maar niet overgaat. Er is dus nood aan een alternatief scenario: er is een heel andere conversatie nodig die veel dieper steekt. Over de staat van onze wereld, de versnelling ervan waarvan Zygmunt Bauman, die onlangs sprak op de G10 in Amsterdam, zijn levenswerk heeft gemaakt. Over het wegvallen van houvast, het geen tijd hebben om nieuw houvast te scheppen. Over de oude ‘bestaansstrijd van allen tegen allen’ van Hobbes, die levensgroot opnieuw op de loer ligt. Over de wereld die zo schel en verschrikkelijk ongelijk is, dat mensen er zich eigenlijk voor willen blinderen.  Maar vluchten kan niet meer. De tijd is gekomen die fundamentelere ordeningen keihard onder ogen te zien. Nee zeggen bij een referendum is daarom echt niet voldoende.

Godelieve van Heteren

administrator_ebnColumn EBN Bestuur – Vluchten kan niet meer & de Staat van onze Democratie
read more

Fundamenteel gesprek nodig over democratische instrumenten na Nederlands ‘Nee’ in Oekraïne referendum

“Het geeft toch een beetje een katterig gevoel,” zegt mr Pieter Jan Wolthers, oud-ambassadeur voor Nederland in Kyiv, naar aanleiding van de uitkomst van het referendum over het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne: “Een lage opkomst, maar wel voldoende om het raadgevend referendum als zodanig geldig te doen zijn, en met twee-derde afwijzing van de goedkeuring van het Associatieverdrag.”

We interviewden Pieter Jan Wolthers eerder over zijn visies op dit verdrag (https://europesebeweging.nl/interview-over-associatie-overeenkomst-met-oekraine-met-oud-ambassadeur-mr-p-j-wolthers/).

Als mede-oprichter van de Stichting Stem voor Nederland was Wolthers de laatste maanden intensief betrokken bij de campagne van de voorstanders, zeker niet kritiekloos t.a.v. Oekraïne, maar wel met oog voor het belang van dit verdrag voor de toekomst, zowel van Oekraïne alsook van de EU en Nederland.

“Het is een vreemd proces geweest. Zeker na de zelfontmaskering van het Burgercomité EU, dat duidelijk heeft aangegeven dat het hun met hun ‘nee’-campagne helemaal niet om Oekraïne te doen was maar om verzet tegen de EU, dachten veel mensen uit het ja-kamp: ‘Daar ga ik dus niet meer aan meedoen!’. Die mensen zijn thuisgebleven, met alle gevolgen van dien.”

Wolthers is van huis uit jurist en heeft in zijn lange diplomatieke carrière te maken gekregen met verschillende gangbare instrumenten van de democratie. “Als een referendum bedoeld is om de burger dichter bij de politiek te brengen, dan moet worden geconstateerd dat dit hier toch faliekant is mislukt. Tweeëndertig procent opkomst, dat is slechter dan in de meest belabberde lokale verkiezingen. Ook als het ja-kamp zou hebben gewonnen, dan kan deze lage opkomst bepaald niet worden gevierd als een ‘feest van de democratie’.”

Wolthers is niet ten principale tegen referenda, maar denkt wel na over de mogelijke toegevoegde waarde ervan, zeker waar het thema van het referendum complexere zaken betreft: “Hier zit de crux van de zaak. Hoeveel vertrouwen hebben mensen nog in de reguliere democratische instrumenten? De klassieke democratische route is die van de parlementaire behandeling. Dat geldt voor wetten en verdragen. In die behandeling kunnen bredere argumenten naar voren worden gebracht en kunnen mensen, als individu of verenigd in belangenorganisaties, op allerlei manieren van zich laten horen. Ook over dit Associatieverdrag, waarvan de goedkeuring door het Kabinet aan het Nederlandse parlement is voorgesteld, is in dat parlement uitvoerig gesproken, eerst in de Tweede Kamer, daarna in de Eerste Kamer; en het voorstel werd telkens, op goede gronden, met ruime meerderheid aangenomen. Maar in het referendum van 6 april is door een meerderheid van uitgebrachte stemmen de goedkeuring aan dit verdrag alsnog onthouden, en, naar het voorkomt, helaas niet altijd op inhoudelijke, Oekraïne-gerelateerde gronden, maar eerder uit een emotioneel gevoelde weerzin tegen ‘Europa’ in het algemeen, waarop door de tegenstanders van het verdrag met succes kon worden ingespeeld.”

Wolthers vindt die ontwikkeling zeer verontrustend. “In de eerste plaats omdat de Europese Unie het volstrekt niet verdient zo te worden afgeserveerd – wij danken aan de naoorlogse Europese integratie immers een periode van vrede, stabiliteit en welvaart die in de wereld zonder precedent is . Maar tevens is het van groot belang te onderkennen dat de klassieke politieke besluitvormingsorganen blijkbaar niet meer worden vertrouwd. Mensen willen kennelijk, nadat alle constitutioneel vereiste stappen voor goedkeuring van een wet of verdrag zijn doorlopen en een besluit langs democratische weg tot stand is gekomen, alsnog een spaak in het wiel kunnen steken. Wat dit betekent voor politieke besluitvorming in het algemeen, is nog helemaal niet doordacht. Wat dit doet voor het vertrouwen dat landen onderling hebben in elkaar, vooral bij multilaterale afspraken, ook niet.”

Tot slot: Hoe reageren mensen in de Oekraïne?

Wolthers:“De uitslag is in Oekraïne met gemengde gevoelens ontvangen. Ik hoor sommige jongeren die zich door de uitslag van het Nederlandse referendum gelukkig niet laten ontmoedigen, zeggen: ‘We moeten het gewoon zelf doen’. Anderen voelen zich echter door Nederland in de steek gelaten: ‘Men moet ons niet’, is daar het gevoel, en dat speelt Poetin toch wel in de hand.”

administrator_ebnFundamenteel gesprek nodig over democratische instrumenten na Nederlands ‘Nee’ in Oekraïne referendum
read more

EMI and EBN on Brussels attacks

Het EBN bestuur ondersteunt de verklaring heden van de EMI over de gruwelijke aanslagen in Brussel.

Dear colleagues and friends,

As we are all trying to make sense of the tragic loss of life perpetrated by these senseless attacks, we would like to thank you for all your messages and to let you know that everyone at the EM International office are well and safe.

We hope that all our members, colleagues, partners and friends in Brussels are away from harm. Our thoughts go to the victims of today’s attacks and their families. Their suffering is ours too. We can only wish for no more news of casualties….

The dark forces of extremism, hate and violence and those xenophobic, populist, isolationist scaremongers who try to capitalise on today’s awful events can only be defeated if we do not allow our values and principles, our sense of solidarity and our commitment to our cause to waver.

Petros Fassoulas SG EMI and the team

administrator_ebnEMI and EBN on Brussels attacks
read more

Interview over Associatie Overeenkomst met Oekraïne, met oud-Ambassadeur mr. P.J. Wolthers

Op 6 april vindt in Nederland een raadgevend referendum plaats over de Wet tot goedkeuring van de Associatie-overeenkomst, die in 2014 tussen de Europese Unie en haar Lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds is gesloten. Dit associatieverdrag beoogt verregaande politieke en economische samenwerking tussen de EU en Oekraïne. Het verdrag is op 1 januari 2016 al gedeeltelijk in werking getreden. In september 2015 mobiliseerde echter het actiecomité GeenPeil voldoende Nederlanders om handtekeningen te zetten voor het houden van een raadgevend referendum over dit verdrag. Sedertdien wordt een fel debat gevoerd. Voorstanders van het verdrag wijzen op de economische voordelen ervan en op de bijdrage die de associatieovereenkomst kan leveren aan de opbouw van de rechtsstaat en politieke stabilisatie in Oekraïne. Tegenstanders benadrukken  daarentegen op dat Oekraïne een instabiel land is en dat dit verdrag de relatie tussen de EU en Rusland verder onder druk zet.

We spraken over de situatie in de regio en het referendum met oud-Ambassadeur mr. Pieter Jan Wolthers, die van 2009 tot zijn pensionering in mei 2013 in Kyiv werkzaam was. Hij pleit nadrukkelijk voor een ‘ja’-stem bij het aanstaande referendum.

Vraag: Hoe beoordeelt u het belang van het associatieverdrag met de Oekraïne voor de toekomst van het land? Wat zijn volgens u de kernpunten van de overeenkomst?
Wolthers: Omdat er hardnekkige misverstanden bestaan, wil ik voorop stellen dat de Associatieovereenkomst tussen de EU en haar Lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds een samenwerkingsverdrag is; dit verdrag gaat dus uitdrukkelijk niet over Oekraïense toetreding tot de EU. De in het verdrag beoogde samenwerking is buitengewoon belangrijk voor de ontwikkeling van Oekraïne, en het is tevens van groot belang voor onszelf.

De kerndoelstelling van de Associatieovereenkomst met Oekraïne is in feite tweeledig: economische integratie en politieke coördinatie. Dit is geen nieuw concept, want de EU heeft al met zo’n 20 landen, op verschillende continenten, associatieverdragen afgesloten. Het samenwerkingsverdrag met Oekraïne neemt in deze reeks echter wel een aparte plaats in, vanwege de omvang en de diepgang van zijn bepalingen. Niet eerder namelijk bestreek een handelsverdrag zoveel sectoren van de economie in een zo hoge mate van detail. Het doel is het creëren van een gelijk speelveld om wederzijdse markttoegang te vergemakkelijken. Het gaat niet alleen om afschaffing van douaneheffingen en andere handelsbarrières, maar – en dat is op termijn veel belangrijker – ook om de geleidelijke aanpassing van Oekraïense producten en productieprocessen aan de standaarden zoals wij die in Europa kennen binnen de Interne Markt. Dit zal geschieden doordat Oekraïne geleidelijk zijn wetgeving aanpast aan de onze. Te denken valt dan bijv. aan voorschriften op het terrein van de veilige omgang met gevaarlijke stoffen, voedselveiligheid, bescherming van consumenten en welzijn van dieren. Bijzonder is dus de gedetailleerdheid van dit samenwerkingsverdrag, maar ook het feit dat het hier gaat om op regels gestoelde, bindende normen, waarvan de naleving zal worden geverifieerd. Certificering en controles maken dus ook deel uit van de verdragsbepalingen.

Ervaringen uit eerdere associatieverdragen met andere landen leren dat van afsluiting van een dergelijk verdrag een krachtige stimulans op de economie uitgaat. Cijfers verzameld door Brussel geven aan dat op middellange termijn een BNP-groei van 6% voor het betrokken land valt te verwachten, op langere termijn doorgaans zelfs zo’n 12-13%. Ook van de Associatieovereenkomst met Oekraïne mag daarom worden verwacht dat deze ten goede zal komen aan de verdere ontwikkeling van de economie van het land, die ernstig heeft geleden onder plundering door oligarchen en onder de Russische agressie, maar die nu, met ondersteuning van o.m. het IMF, langzaam weer opkrabbelt uit het dal.

Naast de bepalingen die betrekking hebben op economische integratie en handel-gerelateerde bepalingen, die veruit het grootste deel van dit verdrag vormen (ca. 440 van de 486 artikelen), voorziet de tekst in bepalingen over versterkte politieke dialoog over thema´s die voor partijen belangrijk zijn. Hiermee wordt o.m. gedoeld op processen waarmee de EU de democratie en de rechtsstaat in Oekraïne verder wil versterken en haar normen en waarden op dit terrein wil overbrengen. Honderdduizenden Oekraïners hebben op Majdan laten zien, wat later in het Oekraïense Parlement en in de vorig jaar gehouden (en ordelijk verlopen) verkiezingen is bevestigd, dat Oekraïne definitief een streep wil zetten onder een verleden dat werd gekenmerkt door een politiek bewind in Sowjet-stijl – zonder transparantie, maar mét nepotisme en corruptie. In plaats daarvan wenst een groeiende meerderheid van het Oekraïense volk niets meer en niets minder dan een beter leven, naar Europees model, met goed bestuur, vrijheid tot zelfontplooiing en minder corruptie.

De versterkte politieke dialoog omvat ook voornemens om de wederzijdse veiligheid te bevorderen, door samenwerking in de bestrijding van terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit, handel in drugs en witwassen. Om illegale migratie tegen te gaan, zullen de EU en Oekraïne gaan samenwerken bij de verbetering van grensbeheer en de bestrijding van mensensmokkel en van smokkel in wapens.

Verder strekt de versterkte politieke dialoog zich ook uit tot buitenlands- en defensiebeleid, bijv. door afstemming van posities die in internationale fora worden ingenomen. Dit wil niet zeggen dat de EU, die immers geen militaire organisatie is, nu met Oekraïne een militaire samenwerking zou willen beginnen zoals die zelfs onder de EU-Lidstaten niet bestaat. Gestreefd wordt wel naar intensivering van de praktische samenwerking in conflictpreventie en crisisbeheersing, waarbij wordt gehoopt op Oekraïense deelname aan EU-geleide civiele en militaire operaties, oefeningen en opleidingen op het terrein van crisisbeheersing.

Al deze vormen van samenwerking hebben dus tot doel de binnen- en buitenlandse stabiliteit van Oekraïne te versterken. Dat is evident in het belang van Oekraïne, maar vanzelfsprekend is e.e.a. ook in ons eigen belang. De EU en wijzelf, als één van haar Lidstaten, zijn immers gebaat bij stabiliteit binnen de EU, maar ook bij de buren van de EU. Alle regeringen en parlementen in de EU-Lidstaten, waaronder in Nederland, hebben daarom, mede uit eigenbelang, besloten deze transitie van Oekraïne naar een pluriforme democratie met een marktgerichte economie te ondersteunen; graag vertrouw ik daarom erop dat ook de Nederlandse kiezers straks met hun ‘ja’ in het referendum tot uitdrukking zullen brengen dat zij stemmen voor Oekraïne én voor Nederland.

Vraag: U heeft zich aangesloten bij een actiecomité dat Nederlanders wil aansporen voor te stemmen. Wat zijn uw belangrijkste beweegredenen zo actief op te treden in dit verband?
Wolthers: Mijn belangrijkste beweegredenen spruiten voort uit mijn ervaringen gedurende vier jaar wonen en werken in Oekraïne. In die periode (2009-2013) heb ik alle 25 provincies van het land bezocht. Ik ben onder de indruk gekomen van het reusachtige potentieel dat Oekraïne biedt. Dit geldt in het bijzonder voor de agrarische sector, waar de Nederlandse expertise hoog staat aangeschreven, maar ook voor de (veelal verouderde) industrie die dringend behoefte heeft aan eigentijdse technologie en andere moderniseringsinvesteringen; voorts is de dienstensector (incl. ICT) veelbelovend, mede dankzij een hoogopgeleide en arbeidzame bevolking. Meer handel met, en meer Europese investeringen in, Oekraïne zullen het land vooruit helpen. Om handel en investeringen te laten opbloeien, is het echter voor de zakengemeenschap allereerst noodzakelijk dat er voorspelbaarheid heerst, en dat het bedrijfsleven het vertrouwen wordt gegeven dat investeringen beschermd zullen zijn; mocht onverhoopt een geschil ontstaan, dan moet men erop kunnen vertrouwen dat rechters onpartijdig en onkreukbaar zijn. Het gaat hier dus om een ingrijpend en alomvattend veranderingsproces, waarvoor de Associatieovereenkomst de leidraad biedt. En zo wordt het verdrag ook door de Oekraïners zelf gezien en gewaardeerd. Omdat ik zelf ten stelligste ervan overtuigd ben dat het Associatieverdrag, als hervormingsagenda voor Oekraïne, dat land grote voordelen zal brengen, wil ik natuurlijk ook graag dat anderen vanuit eenzelfde overtuiging vierkant achter dit samenwerkingsverdrag staan. Daarom heb ik besloten mij sterk te maken voor de ‘ja’-campagne via de Stichting Stem Voor Nederland, waarvan ik een van de mede-oprichters ben.

Vraag: Tegenstanders wordt verweten dat zij van dit Associatieverdrag een soort ‘tevredenheidstest’ over het functioneren van de EU maken. Hebben zij in uw ogen ook terechte zorgpunten? B.v. ten aanzien van de stabiliteit in de relatie met Rusland?
Wolthers: GeenPeil en anderen die vorig jaar campagne hebben gevoerd om een referendum over het samenwerkingsverdrag met Oekraïne te laten houden, hebben er nooit een geheim van gemaakt dat het hun in het geheel niet om Oekraïne te doen is. Op haar website, waar GeenPeil de vraag stelde waarom zij een referendum wilde, gaf zijzelf het onthullende antwoord: “Omdat de EU volstrekt ondemocratisch is. In Brussel luistert niemand naar de kiezer. (…) We willen een referendum afdwingen om een signaal te laten horen.” Elders werd gesproken over het mobiliseren van verzet tegen “uitwassen van het EU-beleid, zoals ongebreidelde uitdijing van de EU.” Die vertekende visie verklaart ook de leuze van GeenPeil: “Redt de democratie en stem tegen!”.

Ik deel de visie als zou de EU democratische legitimiteit missen, absoluut niet. De Europese Unie is immers niet een of ander vreemd extern fenomeen, maar de Europese Unie zijn wijzelf, en burgers hebben allerlei mogelijkheden om het EU-beleid te beïnvloeden, o.a. via nationale en Europese verkiezingen. Ook is er in het geheel geen sprake van een “ongebreidelde uitdijing” van de EU. Uitbreiding van de EU is een belangrijk en zorgvuldig voorbereid proces,  waarin iedere Lidstaat op vele niveaus mogelijkheden bezit om beslissingen mee te helpen sturen; iedere Lidstaat heeft bovendien zelfs een vetorecht indien zou   worden geoordeeld dat een kandidaat-Lidstaat onvoldoende zijn best heeft gedaan om te voldoen aan de stringente voorwaarden die de EU aan toetreders stelt. Maar ik wil graag nog eens benadrukken dat, anders dan sommigen ons misleidend willen doen geloven, een Oekraïens lidmaatschap van de EU in dit referendum überhaupt niet aan de orde is.

Zeer bedenkelijk vind ik dat het referenduminstrument – dat overigens 30 miljoen Euro kost – wordt gekaapt door lieden die er openlijk voor uitkomen dat zij heel andere doelen najagen en zich totaal niet om Oekraïne bekommeren. Het gevaar dreigt dat de Nederlanders, die zich op deze wijze voor het karretje van GeenPeil hebben laten spannen, straks de Oekraïners in de kou laten staan, terwijl die Oekraïners juist nu bij hun inspanningen ter modernisering van hun staatsinrichting en economie onze steun dubbel en dwars verdienen.

Wat betreft de betrekkingen met Rusland zien we dat tegenstanders van het samenwerkingsverdrag met Oekraïne ons proberen angst aan te jagen met scenario’s als zou het verdrag de relaties met Rusland op scherp zetten, en zelfs tot oorlog kunnen leiden. Ik verwerp deze ongefundeerde bangmakerij. Moskou heeft al bewezen dat het helemaal geen Associatieverdrag nodig had als excuus om, met schending van alle beginselen van internationaal recht en van verdragen waarbij het zelf partij is, de Krim te annexeren. Moskou is in oostelijk Oekraïne vervolgens ook nog begonnen een separatistisch vuurtje op te stoken door het te doen voorkomen alsof daar “een burgeroorlog woedt, waarin mensen die tot ‘de Russische wereld’ behoren het willoze slachtoffer worden van vervolging door de fascistische junta uit Kyiv.” Omdat deze Russische gedragslijn een ernstige inbreuk op de naoorlogse veiligheidsarrangementen in Europa vormt, hebben de EU, de VS en enkele andere staten sancties tegen Rusland afgekondigd. Als de Associatieovereenkomst door Nederlands toedoen niet rond zou komen, zou dit koren op de molen van het Kremlin zijn. Alles pleit dus ervoor om juist wel ‘ja’ te zeggen tegen het Associatieverdrag en daarmee het signaal aan het Kremlin te geven dat de toekomst van Oekraïne in Kyiv wordt beslist, en niet in Moskou. 

Vraag: De overeenkomst is gedeeltelijk al in werking getreden. Wat zijn de praktische gevolgen indien er uit het referendum een Nederlands ‘nee’ zou volgen met meer dan 30% opkomst?
Wolthers: Op het eerste gezicht lijken de praktische gevolgen van een onverhoopt negatief uitpakkend Nederlands referendum misschien niet erg groot, maar zij mogen toch ook weer niet worden onderschat.

In de eerste plaats is het zo, dat niet alleen Oekraïne, maar ook het Europees Parlement en 27 van de 28 EU-Lidstaten de Associatieovereenkomst hebben goedgekeurd en bekrachtigd; ook in Nederland hebben de beide Kamers van de Staten-Generaal de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst met grote meerderheid aanvaard (in de Tweede Kamer met 119 tegen 31 en in de Eerste Kamer met 54 tegen 19 stemmen), maar de inwerkingtreding van de goedkeuring is nu opgeschort als gevolg van de organisatie van het referendum. Indien ons land als enige EU-Lidstaat – terwijl ons land bovendien juist in deze periode het EU-Voorzitterschap bekleedt – de Associatieovereenkomst met Oekraïne in dit referendum zou afwijzen om redenen die weinig tot niets met Oekraïne te maken hebben, zou dit voor de Nederlandse regering een blamage zijn. Een ‘neen’ als uitslag van dit referendum zal het Nederlands internationaal aanzien schaden, nog afgezien van het feit dat het een volstrekt onverdiende klap in het gezicht van de Oekraïners zou vormen.

In praktisch-juridische zin moet de regering, in geval van een negatieve uitslag van het referendum, in overleg treden met de Tweede Kamer om te bepalen wat haar dan te doen staat. Veel zal afhangen van de stemverhouding tussen ‘voor’ en ‘tegen’ die uit de uitslag van het referendum zal blijken. Het betreft hier weliswaar een raadgevend referendum en dit betekent in theorie dat het een regering vrijstaat te beslissen om de uitkomst te volgen of deze naast zich neer te leggen; in de praktijk zal het echter moeilijk zijn het oordeel van de kiezers te negeren wanneer dit oordeel zou worden gegeven met overtuigende meerderheid bij een eveneens overtuigende opkomst. Ik reken echter graag erop dat de Nederlandse kiezers verstandig zullen zijn en dat zij op 6 april zullen gaan stemmen om een overtuigd ‘vóór’ te kunnen laten horen.

Vraag: Op welke wijze moet volgens u de relatie met de Oekraïne verder worden ontwikkeld?
Wolthers: Het is geen gemakkelijke opgave om een land dat nog tamelijk jong is en dat tot heel recent diep heeft geleden onder repressie, wanbestuur en corruptie, om te vormen tot een volwassen, ‘normale’ democratie met vrijemarkteconomie. Voor deze transformatie heeft Oekraïne om onze hulp verzocht. De Oekraïners, in het bijzonder de jongere generaties die per slot van rekening de toekomst van het land vormen, mogen wij daarom niet in de steek laten. Integendeel, met deze Associatieovereenkomst moeten we de Oekraïners de door hen gevraagde steun in de rug geven.

Maar daarbij moeten we tegelijkertijd duidelijk maken dat wij verwachten dat de Oekraïners ook zelf de handen uit de mouwen steken. Daarmee zijn zij, ondanks de noodzaak prioriteit te geven aan de verdediging van het land tegen externe agressie, al begonnen, en op diverse terreinen – hervorming openbaar bestuur, economische decentralisatie, instelling Anti-Corruptie Aanklager – is voortgang geboekt, ofschoon deze misschien langzamer gaat dan menigeen had gehoopt. Ook het vervolg van dit proces zal ongetwijfeld weerbarstig blijken, maar hier geldt dat er met vereende krachten meer kan worden bereikt dan wanneer ieder alleen voor zich optreedt. Oekraïne, de EU en haar Lidstaten, waaronder Nederland, hebben veel gemeenschappelijk belang bij een geslaagde transitie van Oekraïne; laten we er dus ook samen de schouders onder zetten!

administrator_ebnInterview over Associatie Overeenkomst met Oekraïne, met oud-Ambassadeur mr. P.J. Wolthers
read more

Herdenkingstoespraak voor dr. E.P. (‘Mom’) Wellenstein – door Laurens Jan Brinkhorst

Op vrijdag 4 maart is in een afgeladen Kloosterkerk in Den Haag ons beminde erelid dr. E.P. (Mom) Wellenstein herdacht. Namens allen die Europa een warm hart toedragen sprak oud-minister en persoonlijke vriend van Mom Wellenstein, Laurens-Jan Brinkhorst.

Het EBN bestuur en de Vereniging sluiten zich graag aan bij de woorden van grote genegenheid en waardering.

Hieronder volgt de rede van dhr. Brinkhorst:

“Met Mom Wellenstein is niet alleen een groot Europeaan, maar ook een bijzonder mens heengegaan. Op de vensterbank in zijn flat, recht tegenover de plaats waar hij de laatste tijd zat, stond een foto van de jonge Mom als ongeveer 8-jarige tussen zijn vader en zijn moeder. Met schrandere ogen kijkt hij je ietwat ondeugend en uitdagend aan. In dat portretje heb ik altijd de oorsprong gezien van de soevereine, onafhankelijk opererende man, die zoveel denkkracht uitstraalde.

Weinigen van zijn generatie hebben zo lang een scherpe, onderzoekende geest gehouden en zijn zo lang actief betrokken gebleven bij de wereld om hen heen. Met zijn grote ervaring sprak hij met gezag over een waaier van onderwerpen. Hij was een vraagbaak voor velen, een leermeester in letterlijke zin, maar hij kon ook goed luisteren en had steeds oog voor de mening van anderen. Drie jaar geleden zette hij op zijn onvermijdelijke ouderwetse tikmachine nog zijn zorgen op schrift over de zich voortslepende eurocrisis.  Wij hebben geen angst, maar sterker leiderschap nodig om de toekomst vorm te geven, was zijn aanhoudend devies.

Nog geen zes maanden geleden bezocht Jeroen Dijsselbloem hem om hem over zijn levenslijn te bevragen. Kort daarna deed hij van dit bezoek verslag in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer bij de aanbieding van zijn begroting op Prinsjesdag. Hij sprak over de betrokkenheid van Mom bij de verwezenlijking van het revolutionaire idee van samenwerking tussen landen die kort daarvoor nog in oorlog waren geweest en waarbij miljoenen mensenlevens waren verloren. Hij zei concluderend: “Op dat moment besefte ik dat ik tegenover een ontdekkingsreiziger zat. Het leven en werk van Wellenstein laat zien dat je ook op een eeuwenoud continent een nieuwe landkaart kunt uittekenen”.

Mom was inderdaad een ontdekkingsreiziger, maar bovenal behoorde hij tot de scheppers, die de nieuwe landkaart van Europa, die nu de Europese Unie is geworden, hebben ingekleurd en vorm gegeven. Zijn ervaringen als jong volwassene in het verzet en zijn gevangenschap in Scheveningen en het strafkamp Amersfoort, hebben op hem het effect van een pressurecooker gehad. Zelf heeft hij, levend in een onmenselijke situatie  in het contact met medegevangenen, toch zijn menselijke waardigheid weten te behouden. Hij heeft toen ook, door de omstandigheden versneld, zijn grote mensenkennis opgedaan, echt van onecht leren onderscheiden, wie kun je vertrouwen en wie verkoopt alleen praatjes, wie is een bedreiging en wie een mogelijke steun? In de hele oorlog ging het letterlijk steeds om leven en dood. Een beoordelingsfout kon meteen het einde betekenen. Tijdens het verzet heette hij zelf André en hij leerde zijn latere vrouw Inga eerst kennen als Paula. Dr. Max was Mejuffrouw Tellegen, zijn latere bazin als directeur van het Kabinet van de Koningin. Niets  was dus zoals het leek.

Hij is in die tijd niet cynisch of verbitterd geworden zoals vele anderen. Integendeel. Zijn oorlogservaringen maakten hem wel onverzettelijker in zijn morele oordelen. Hij wilde pas naar Spanje na de dood van Franco. Uniek is dat hij zijn verworven inzichten een positieve richting heeft gegeven. Het heeft zijn strijdbaarheid voor waarin hij geloofde versterkt: de perversie en verschrikkingen van het nationalisme waardoor Europese landen elkaar verscheurd hadden, waren geen eindpunt, maar konden het begin zijn van een nieuwe Europese samenleving.  Mitterrand zei vlak voor zijn overlijden: le nationalisme, c’est la guerre! Mom beaamde dat, maar het zijn lessen die wij in onze tijd lijken te hebben vergeten.

Mom geloofde in de opbouw van een nieuw Europa, maar zijn geloof had niets naïefs of zweverigs. Niet alleen had hij daarvoor teveel meegemaakt. Hij was bovenal een praktisch mens. Zijn grote betekenis is altijd geweest , het omzetten van idealen in de praktijk. Hij koos weliswaar na de oorlog voor een leven van maatschappelijke betrokkenheid, zijn eerdere roeping voor technische natuurkunde had hem geleerd altijd op haast ambachtelijke wijze te werk te gaan. Ook Europa moest steen voor steen worden opgebouwd, anders zou het bouwwerk nooit soliede worden. Dat was geen werk voor politici, maar voor ambachtslieden.

Daarom heeft  hij zelf ook nooit een politieke functie geambieerd. Men zei wel eens dat hij de beste minister van Buitenlandse Zaken was die Nederland nooit heeft gehad. Toen ik hem dat voorhield, zei hij met zijn zo typerende glimlach, dat hij invloed in continuïteit in het openbaar bestuur belangrijker vond en dat hij daarin altijd zijn rol had gezien. Hij voelde zich bovenal een “commis d’Etat”.

Toen hij in 2009 uit handen van de voormalige Luxemburgse Minister President Jacques Santer de Médaille d’Or du Mérite Européen ontving, zei hij het plan Schuman van 1950 als een “tweede bevrijding” te hebben ervaren. ”Letterlijk! Daar moest ik bij zijn!”, zei hij.

Zo ging hij al in 1953 met Jean Monnet, de eerste voorzitter van de Hoge Autoriteit naar Washington DC. Voor de wederopbouw van de Europese kolen- en staalindustrie was geld nodig en dat was er in Europa niet. Hij haalde toen de eerste kolen- en staallening op van $100 miljoen, voor die tijd een geweldig bedrag. Hij had gezien dat de Amerikanen voor het Europese project concrete steun wilden geven. Als goed onderhandelaar heeft hij daar toen meteen een prijskaartje aangehangen.

Na zijn functie als secretaris-generaal van de Hoge Autoriteit. sloeg  hij voor de toenmalige EEG als DG Buitenlandse Handel en daarna als DG Buitenlandse Betrekkingen de eerste piketpalen voor het optreden van de Gemeenschap in de wereld. Bij de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschap speelde hij als hoofdonderhandelaar een essentiële rol. Het is de ironie van de geschiedenis dat wij bijeen zijn bij het afscheid van Mom, op een moment dat met Brexit wellicht het V.K. uit de EU zal treden en de Unie zelf in zijn voegen kraakt. Wij missen in Europa op dit moment node de daadkracht, de inzichten en bovenal de wijsheid van onze geliefde Mom Wellenstein.

Tijdens het hoogtepunt van de Koude oorlog, heeft Mom met zijn Britse Commissaris Soames, schoonzoon van Winston Churchill, ook de eerste bouwstenen gelegd voor de Europese betrekkingen met de voormalige Sovjet Unie, voorzitter van de Comecon, met het neutrale Joegoslavië– gelegen in de schemerzone tussen NAVO en Warschaupact– en met China. Mom kon boeiend vertellen over de vele politieke valkuilen die in de contacten met die dictaturen moesten worden vermeden. Ook daar speelde zijn vroegere ervaring in de ondergrondse wereld van 1940-1945 een belangrijke rol.

Na 25 jaar dienst in Europa vond Mom dat het tijd werd voor meer onafhankelijkheid. Maar de publieke zaak liet hem niet los. Hij was jarenlang voorzitter van de examencommissie  voor de aanwerving van jonge diplomaten voor BZ, voorzitter van de Raad van Toezicht van Clingendael, erelid van de Europese Beweging. Zijn invloed was ook zichtbaar in vele rapporten van de Adviesraad Internationale Vraagstukken. Hij vervulde daarbij een sleutelrol en werd ook daar tot erevoorzitter benoemd.

Bezoeken aan Mom kenmerkten zich door een zeker ritueel. Wat fijn dat je er bent. Hoffelijk als altijd vroeg hij of hij een sigaartje mocht roken. Daarna: Doe je mee? Als zijn sigaar tijdens het gesprek meerdere malen uitging, stond hij erop die zelf weer aan te steken, een teken van zijn wens tot zelfstandigheid.

Bij al zijn voorkomendheid was hij soms glashard in zijn oordelen. Dat kwam  regelmatig tot uiting als wij samen op zondag de uitzending van Buitenhof volgden. De oordelen varieerden van : “uitstekend”, “goed geformuleerd”, tot “wat een geklets” of “goedkope prietpraat”. De laatste keer was nog geen drie weken geleden.

Hij heeft zijn geliefde Inga precies vijf jaar overleefd. De laatste tijd is hem heel zwaar gevallen. Maar hij klaagde nooit en bleef innig dankbaar voor de talloze bewijzen van genegenheid die hem ten deel vielen. Er waren momenten dat je in de rij moest staan voor zijn volle agenda van bezoekers. Veel trouwe vrienden (en vriendinnen) hebben hem regelmatig bezocht. Ik mag dit zeggen mede namens de verschillende tafels van de Witte waarvan hij deel uitmaakte. Ik noem met name de Europa tafel en de Wellenstein tafel waarvan hij de oprichter was en waarvan nu ook Edmond lid is. Voor velen van ons –oud en jong- vervulde hij de rol van slijpsteen van de geest. Wij hebben ons allen gelaafd aan zijn scherpe analyses, en aan zijn milde en afgewogen oordeel, zelfs  wanneer hij een andere mening was toegedaan. Hij verbond mensen en meningen en kon daardoor overtuigen. En dan laat ik zijn grote charme, hoffelijkheid en élégance nog buiten beschouwing.

Lieve Mom, het valt ons allen zwaar afscheid van je te moeten nemen, wij zullen je steeds gedenken, en zijn er van overtuigd dat je prachtige en zo waardige levensstijl voor altijd een voorbeeld zal blijven.

Zie verder: https://europesebeweging.nl/rip-dr-edmund-peter-mom-wellenstein/

administrator_ebnHerdenkingstoespraak voor dr. E.P. (‘Mom’) Wellenstein – door Laurens Jan Brinkhorst
read more

RIP dr. Edmund Peter (‘Mom’) Wellenstein

Zaterdag 27 februari is op 96-jarige leeftijd in Den Haag ons erelid dr. E.P. (‘Mom’) Wellenstein overleden. Een Europeaan van het eerste uur, en hartstochtelijk tot in de laatste jaren. Vanuit zijn rijke en veelzijdige ervaring in de opbouw van het naoorlogse Europa heeft hij generaties gevoed met zijn wijsheid, humor en ongeëvenaarde intellectuele generositeit. In tijden van onrust en verwarring bleef hij op de bres staan voor de kern van het Europese project. Zijn warme betrokkenheid zal node worden gemist.
Wij condoleren zijn nabestaanden en gedenken hem met diepe genegenheid en respect. Namens de EBN zal het bestuur aanwezig zijn bij de herdenkingsdienst op vrijdag 4 maart, 11 uur in de Kloosterkerk aan de Lange Voorhout in Den Haag. Moge hij rusten in vrede.

Voor het veelzijdig leven van dr. Wellenstein, zie:

• Necrologie Edmund Wellenstein (1919-2016). Wegbereider van Europa, door Joop Meijnen. NRC 1 maart, 2016, p. 4/5; http://www.nrc.nl/handelsblad/2016/02/29/wegbereider-voor-nieuw-europa-1595962?utm_source=NRC&utm_medium=banner&utm_campaign=Paywall
http://www.europa-nu.nl/id/vhdo1g7bp6xx/e_p_mom_wellenstein

Voor enkele onverminderd actuele opiniebijdragen van dr. Wellenstein, zie:

• Misleidende discussie over Europa in Nederland (uit december 2013) – http://www.nrc.nl/handelsblad/2013/12/06/misleidende-discussie-over-europa-in-nederland-1322059
• Cameron leidt Europese Unie het doolhof in (uit januari 2013) – http://www.nrc.nl/handelsblad/2013/01/29/cameron-leidt-europese-unie-het-doolhof-in-1201790
• Het zit heel anders met die euroscepsis (uit juli 2011) – http://www.nrc.nl/handelsblad/2011/07/23/het-zit-heel-anders-met- die-euroscepsis-12027058

administrator_ebnRIP dr. Edmund Peter (‘Mom’) Wellenstein
read more

A Dutch Presidency in a critical period Joost van Iersel

EBN member Joost van Iersel published the following analysis of the Dutch EU Presidency for the European Economic and Social Committee.

During the Dutch Presidency nearly all150 meetings of working groups and Informal Councils will take place in the Maritime Museum in Amsterdam. In the glorious 17th century, the headquarters of the Amsterdam Admiralty were located here.

The place is symbolic of global thinking and the preservation of open borders. Since the fifties, this has also been the Dutch trademark in the EU. It was at the origin of Dutch economic prosperity and has remained so long after any real political influence on the international scene had vanished. Inherent specialist expertise and qualities in trading, transport and logistics are also specific features of the Dutch contribution to the EU. Interests of big commercial companies, financing, and international transport are characteristic in the overall picture. Another remarkable stronghold is the agricultural sector. Dutch agribusiness is highly productive, resulting in a very strong position for the sector in Europe and beyond.

Commercial traditions, however, have not hampered a rise in manufacturing, although to a lesser degree than for instance in Germany, Italy or Sweden. Specialist expertise and a deeply felt need for continuous adjustment to changing international circumstances can only subsist, if they are sustained by a high standard of education.

In international rankings Dutch higher education makes generally scores very well. Surprisingly, in 2015 the Netherlands was ranked 5th in the World Competitiveness Ranking of the World Economic Forum. Unemployment is low by European standards. A very specific feature of the labour market is the very high number of self-employed without employees, about 12% of employed people. This phenomenon is largely the result of the flexibility of the labour market, and of the high penetration of ICT and creativity, leading to countless of start-ups and service providers.

So far, so good. But this rosy picture also has its dark sides that correspond to similar negative developments across Europe. Redundancies of large groups of workers, notably older employees with lower middle incomes which is largely a consequence of the rapid development of new production techniques in manufacturing and services, seem unstoppable. This phenomenon, linked to the recent deep financial and economic crisis, has promoted a climate of insecurity. Over the last few years economic insecurity has been the main worry of large parts of the Dutch population. This worry is now even surpassed by the feeling of insecurity and vulnerability among parts of the population due to the influx of refugees/migrants.

Europe is in full transition. In this critical period the government sees as its main task to keep the wheels turning. Due to the complicated political landscape – a de facto minority government, composed of unusual partners of liberals and social-democrats, (too) many political parties, and a strong and vociferous eurosceptical party (Wilders) – the governmental approach is low key. Maybe due to the Presidency Ministers have been highlighting the benefits of European integration. This is, by the way, in agreement with public opinion, which, according to regular enquiries, has on average a positive attitude towards the EU. It is noteworthy that the President of the euro area, the Dutch finance Minister, Mr Dijsselbloem, enjoys considerable popularity. The government says that it does not agree with deepening integration, but in practice it supports all proposals that envisage reinforced surveillance and better functioning of the euro area. It has an outspoken view on ‘less but better legislation’ in the Internal market and on free competition on a level playing field.

Despite Euroscepticism traditional viewpoints look like to regain ground in Dutch politics, although the picture remains confusing. Uncertainty prevails due to public opinion resisting the expected increase in the influx of refugees. This is a dominating theme. Directly related areas include strengthening the outer borders of the EU, the maintenance of Schengen – the government is firmly in favour – and possibly common military commitments in the Middle East. The government is in favour of closer defence cooperation as exists already with Germany and Belgium. The Presidency will pay specific attention to three main issues that are (rightly) considered as main challenges for the Union as a whole: the EU Urban Agenda, digitilisation and Smart industry (= 4.0), and Higher Education. Halfway through the Presidency, there will be a (consultative) referendum on the association treaty between the EU and Ukraine. As always in case of a referendum, the outcome is unpredictable, if not arbitrary, which means a headache for the Presidency, and possibly damaging political consequences. Otherwise it is wait and see, for circumstances are unstable anyway, consider the refugee issue, terrorism, the Middle East, Ukraine and Russia, the Brexit… The Netherlands is a sub-top European player with keen interests in European integration and stability, and with a solid and active, but meanwhile somewhat neglected, tradition in Europe’s policymaking. Given the increased uncertainties one may hope that the government puts its best foot forward.

administrator_ebnA Dutch Presidency in a critical period Joost van Iersel
read more

UK EU Referendum – Een Crash Course in Europese Zaken – G. van Heteren

Er zijn talloze manieren om op het naderende UK EU referendum te reageren.

Nogal wat mensen in Brussel, bijvoorbeeld, zijn al langer een beetje moe van de referendum ‘dreiging’ die maar boven de markt bleef hangen, en stellen nu met de Beatles: ”Let it be”. Anderen maken zich grote zorgen over de desintegratie effecten die een Brexit zou kunnen hebben. Weer anderen kijken met interesse naar de wijze waarop de juristen in Brussel de ‘deal’ hebben geconstrueerd: inderdaad een boeiende exercitie in hoe je interpretaties van de Verdragen kunt oprekken zonder ze te moeten wijzigen.  De hardliners in het Britse nee-kamp riepen natuurlijk al op voorhand en nog voordat er één letter naar buiten kwam dat Cameron’s ‘deal’ geen ‘deal’ was. En herhalen nu voor wie het maar wil horen dat de Britse ‘soevereiniteit’ nog steeds onder immense druk staat, geen Brit een ‘superstaat’ wil, en dat iedereen op het eiland beter af zal zijn in splendid isolation. Weer anderen winden zich op over Cameron’s motto ‘the best of both worlds’ en verwijten de Britten dat men schaamteloos van twee wallen wil eten. En de theaterliefhebbers onder de beschouwers konden zich in het weekend na de ‘deal’ vergapen aan een unieke opvoering waarin wereldpolitiek werd teruggebracht tot het niveau van een – increase the suspense – Eton vendetta tussen Boris en David.

Echter, al dit drama terzijde ontvouwt zich deze weken de complexiteit van de Europese realiteit. Nu er een harde datum is gesteld voor het referendum en de inzet dus reëel wordt, draaien oude en nieuwe media in Groot-Brittannie op volle toeren om alle kanten van de complexe keuze die voor ligt te belichten. Het uur van de waarheid nadert, en dus zien we ineens tal van historische reflecties over eerdere UK Europa keuzes op de BBC, horen we debatten over de rol van de Common Agricultural Policy voor de Britse boeren op het journaal, zien we  dagenlang nieuws gewijd aan de positie van het Europese Hof, vallen we in tal van debatten over het belang van de EU in de economische verhoudingen in allerlei sectoren van het Britse bedrijfsleven.

Wat jarenlang duwen, sleuren en trekken vergde, gebeurt nu met het grootste gemak: er worden honderden uren prime time mediatijd aan de voors en tegens van de EU gewijd. Wie deze weken de Britse media volgt, volgt een soort stoomcursus Europese Zaken, inclusief de inhoudelijke onzekerheid van een groot deel van de bevolking. Wat dit zal doen met de uiteindelijke keuze van een bevolking die zwaar verdeeld is op de thema’s van migratie, sociale zekerheid en duiding van waar het heil voor Groot Brittannie ligt, is onzeker. Maar terwijl de Britten dubben over hun keuze, kan heel Europa zich via de Britse media nu bijscholen, de crashcourse ‘EU in het kort’ gratis en voor niets volgen en zich afvragen of het op eigen vaderlandse bodem een referendum zo anders zou zijn als nu aan de overkant van de Noordzee.

Voor de Raadsbesluiten en de uitleg van de Britse regering:

http://www.consilium.europa.eu/en/meetings/european-council/2016/02/18-19/

http://www.consilium.europa.eu/en/policies/uk/2016-uk-settlement-process-timeline/

http://www.politico.eu/article/david-cameron-eu-reform-deal-scorecard-brexit-eu-referendum-agreement/

https://www.gov.uk/government/publications/the-best-of-both-worlds-the-united-kingdoms-special-status-in-a-reformed-european-union

administrator_ebnUK EU Referendum – Een Crash Course in Europese Zaken – G. van Heteren
read more

Hoeksma: Van ‘Common Market’ naar ‘Common Democracy’

Van EBN-lid Jaap Hoeksma van EuroKnow verschijnt op 4 maart het boek From Common Market to Common Democracy bij Wolf Legal Publishers.

Kernsuggestie in het boek is de oorspronkelijke term ‘ever closer union’ te vervangen door ‘common democracy’. Hoeksma’s hoofdstelling is hoogst actueel en luidt dat EU sinds de oprichting ervan in 1992 niet is geëvolueerd in de richting van een soevereine Staat Europa en evenmin een vrijhandelszone is geworden. De Unie is veeleer bezig zich te ontwikkelen van een samenwerkingsverband van staten naar een Europese democratie, met alle groeipijnen vandien. We spraken over deze stelling met de auteur.

Wat vindt u van de huidige situatie van de EU?
Hoeksma: “De EU leert met vallen en opstaan hoe ze zichzelf als unie van staten en burgers moet besturen. Tijdens de euro-crisis is geleerd dat je geen gezamenlijke munt kunt invoeren zonder maatregelen te nemen om die munt in tijden van nood te beschermen. Nu blijkt dat je ook geen binnengrenzen kunt afschaffen zonder de buitengrens te controleren. Het probleem is dus duidelijk. Wat mij grote zorgen baart, is dat de regeringsleiders niet bezig (lijken te) zijn met het oplossen van dat probleem, maar in plaats daarvan ongeneerd met elkaar aan het kibbelen zijn.”

In uw publicatie suggereert u dat het slimmer zou zijn de term ‘ever closer union’ te vervangen door ‘common democracy’. Waarom zo’n verandering?
Hoeksma: De term ‘ever closer union’ vormt een compromis uit de jaren vijftig van de vorige eeuw om het diepgaande verschil van mening tussen de federalisten en de soevereinisten betreffende het doel van de Europese samenwerking te overbruggen. Een halve eeuw later kun je constateren dat de EU geen staat is geworden en ook geen unie van staten vormt. Het doel van mijn voorstel is het oude ideaal te actualiseren en de EU een nieuw gevoel van zin en richting te geven.

Wat hoopt u met de publicatie van uw nieuwe boek te bereiken?
Hoeksma: De bedoeling van het boek is om de mensen een nieuw perspectief op de EU te bieden. Tot nu toe kijken we door de diplomatieke bril van staten naar de EU, maar je kunt de Unie ook beoordelen vanuit het burgerlijke gezichtspunt van democratie en rechtsstaat. Dan zie je iets heel anders! En dat opent ook allerlei mogelijkheden waarmee burgers niet alleen kunnen deelnemen aan de nationale democratie van hun land, maar ook veel sterker aan de gemeenschappelijke democratie-opbouw van de Unie.

Zie ook: http://njb.nl/blog/beyond-ever-closer-union-naar-een-nieuw-artikel-1.19108.lynkx

administrator_ebnHoeksma: Van ‘Common Market’ naar ‘Common Democracy’
read more

Einde van het liberale tijdperk in Polen? Interview met M. Bos-Karczewska

Sinds november 2015 is in Polen de conservatief nationalistische PiS aan de macht, als één-partij regering. De zorg groeit over het gevoerde beleid. Controversiële wetswijzigingen ten aanzien van het Constitutionele Hof en de publieke omroep, en benoemingsbeleid bij de centrale bank, omroepen en staatsbedrijven doen vrezen voor machtsconcentratie in het staatsapparaat. De Europese Commissie is inmiddels een onderzoek gestart naar in hoeverre de genoemde wetgeving de democratie en rechtsstaat ondermijnt. Malgorzata Bos-Karczewska, econoom, publicist en hoofdredacteur van de website nlvolgt de ontwikkelingen in Polen op de voet. We spraken haar over de ontwikkelingen.

 U heeft de afgelopen maanden geregeld uw zorgen geuit over de recente ontwikkelingen in Polen. Wat zijn uw grootste zorgpunten?

Bos- Karczewska: We zien het einde van het liberale tijdperk in Polen. De nationaal-conservatieve PiS (Recht en Rechtvaardigheid) heeft de absolute meerderheid in het parlement en gebruikt die als een vrijbrief om Polen naar haar inzicht om te bouwen. De PiS onder leiding van Jaroslaw Kaczy?ski  voert een politieke blitzkrieg. Wetswijzigingen  worden razendsnel door het parlement heen gejaagd. Een groot  zorgpunt is dat aan de trias politica wordt getornd in naam van de ‘goede verandering’.  De rechterlijke macht (o.a. het Constitutionele Hof) en de publieke media wil zij naar haar hand te zetten om het verzet van het establishment te breken.

Tegenstanders worden nu weggezet: in het beste geval als slechte patriotten, in het slechtste geval ronduit als landverraders. Subsidies gaan straks louter naar NGO’s die regeringsprogramma’s uitvoeren. De pluriformiteit van de Poolse samenleving krijgt zware  klappen. Het democratisch weefsel van de samenleving wordt aangetast.

Bovendien als de belofte van beter Polen en sociale rechtvaardigheid niet uitkomen, verliezen de Polen verder vertrouwen in de politiek en ook in het sociaal beleid.

De omwenteling is zorgwekkend, voor het land zelf, maar ook voor Europa. Euroscepticisme is in Polen niet een maatschappelijk symptoom maar de politieke strategie van PiS om Europa om te bouwen. PiS wil net als het VK van Cameron een beter Europa van gelijke soevereine lidstaten met veel beleidsvrijheid.

Hoe wordt in Polen gereageerd op drie maanden regeringsbeleid?

Bos- Karczewska: Polen is verdeeld in twee kampen. Een groot deel van de bevolking heeft geen moeite met het beleid, te weten 1. de PiS diehards (fundamentele katholieken), 2. mensen die zich uitgesloten voelen van de nieuwe welvaart, 3. conservatieve Polen die bezorgd zijn over hun Poolse identiteit en 4. mensen die de arrogantie van het Burgerplatform van Donald Tusk beu zijn. De onvrede is zo groot dat men PiS een kans gunt.

Echter, niet alleen de liberale elite is bezorgd. Veel Polen voelen onderhuids een terugkeer naar communistische tijden en vrezen een ‘democratuur’, waarin andersdenkenden verdacht zijn. Spontaan worden burgerlijke comités ter verdediging van democratie (KOD) opgericht.

Vele waakzame apolitieke Polen sluiten zich aan bij de protesten van KOD.  Opvallend zijn dat vooral 50-plussers uit de middenklasse die het communistische Polen (PRL) hebben meegemaakt en een referentiekader hebben.  Jongeren raakt het nog niet, zij zien het als een strijd onder een oude generatie politici, waar ze buik vol van hebben.

Het nieuwe beleid van de PiS-regering staat nu 100 dagen in de steigers, Polen beginnen er zelf iets van te merken. Journalisten en vele ambtenaren zijn hun baan kwijt. De kijkcijfers van het journaal op de publieke televisie – de tube van de regering – zijn flink gedaald.

“British settlement” vs  Walesa

Elke dag ontstaat er wel nieuwe ophef. Toen de Europese regeringsleiders zaten te onderhandelen met  Cameron over de “British settlement”,  ging in Polen alle aandacht uit naar de voormalige president Lech Walesa, de Nobelprijswinnaar (1983),  die als de leider van Solidarno?? de weg heeft bereid naar de vrijheid.  Hij  wordt  er opnieuw  van beschuldigd in de jaren 70 informant te zijn geweest van de communistische veiligheidsdienst. PiS wil hem kapot maken;  zijn historische verdiensten doen er niet toe. Hiermee willen ze de jongste geschiedenis van Polen herschrijven als een complot van liberalen en communisten.  Straks komen de kopstukken van het Burgerplatform (PO) aan bod. Ze krijgen de schuld voor de vliegtuigramp van Smolensk (2010) in de schoenen geschoven. Bij deze ramp is de tweelingbroer van Jaroslaw, president Lech Kaczy?ski omgekomen. Het is een afrekening met 25 jaar liberalisme en hun elites.

De Poolse regering is aan de macht gekomen door teleurstelling over de sociale ontwikkeling.  Gaat deze rechtse regering het waarmaken?

Bos- Karczewska: Economisch populisme viert hoogtij. De economische beloftes die PiS heeft gedaan zijn bedenkelijk. De beloofde verlaging van de pensioenleeftijd is in de huidige omstandigheden economisch onverantwoord. De drastische verhoging van de kinderbijslag (114 euro per maand voor een tweede kind, in Nederland is dat gemiddeld 75 euro per kind) stemmenkoperij. De aanstaande uitbetaling van de kinderbijslag in juli as. zorgt nu voor een toename van de populariteit van PiS.

PiS is meer bezig met het geld strooien dan met verstandig sociaal beleid voeren. Daarvoor is tijd en besef nodig, die heeft PiS niet. De financiering van deze plannen in 2017 baart grote zorgen. Het begrotingstekort gaat sterk oplopen.

Men pakt ook niet de perverse effecten aan van de arbeidsmarkt flexibilisering, met zijn ‘junk contracten’. Jongeren komen bedrogen uit. Polen heeft een doordacht sociaal beleid nodig, maar linkse partijen zijn niet in het parlement vertegenwoordigd.

De Europese Commissie bemoeit zich nu intensiever met de ontwikkelingen in Polen. Tegenstanders noemen dit ongewenste inmenging in binnenlandse aangelegenheden. Hoe beoordeelt u dit?

Bos- Karczewska: Twee pijlers van de democratische rechtstaat –  onafhankelijke toetsing aan grondrechten en persvrijheid – worden aangetast. Het Constitutioneel Hof verliest een deel van zijn onafhankelijkheid en wordt door nieuwe procedures vleugellam gemaakt. De nieuwe mediawet stelt de Poolse publieke omroep onder politiek toezicht.  De vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans wil nu ook opheldering over de nieuwe politiewet, die politie en geheime diensten het recht geeft burgers vrijwel onbeperkt te bespioneren.

Terecht is  de Europese Commissie in actie gekomen met de nieuwe procedure van het ‘rule of law’ mechanisme . De afgelopen jaren zien we dat meerdere EU-landen de regels van de rechtsstaat niet naleven: Hongarije, Slowakije en ook Frankrijk. Men trekt nu vooral lessen uit het geval Hongarije. Polen was tot voor kort het voorbeeld van een democratisch land in het nieuwe Europa. Nu zien we veel scherper toenemende illiberalisme in Centraal Europa.

Het is logisch dat de lidstaat in kwestie dit niet leuk vindt, het bestempelt als inmenging in interne zaken en het onrecht. Maar Polen tornt ook aan de huidige Europese architectuur. De regering stelt dat Europese Commissie bestaat uit niet-democratisch gekozen bestuurders  en daarom niet gelegitimeerd zou zijn om de Poolse regering een lesje te leren.

Veel Polen hebben echter hun hoop gevestigd op de Europese Unie en de Europese Commissie de laatste instantie die de Poolse regering tot de orde te roepen, getuige de EU-vlaggen op de protesten van KOD. Of dat lukt is een andere vraag, sancties zijn er niet, maar men begint met een dialoog. Het gaat ook om geloofwaardigheid van de EU en het EU-burgerschap.

Wat wordt niet goed begrepen, volgens u door mensen buiten Polen over de ontwikkelingen in uw moederland?

Bos- Karczewska: Wat in Polen gebeurt komt neer op de verwerping van de normen, principes, de manier waarop Polen na 1990 werd ingericht, aldus een rechtse Poolse publicist. Polen is een geopolitiek strategisch land, een buffer tussen Rusland en West-Europa en een belangrijke speler in Centraal Europa. Hoe moet de EU  handelen?

Polen is weer een probleemland geworden. Maar anders dan in 2005, toen PiS voor het eerst aan de macht kwam, is nu de context veranderd. De EU is getroffen door een reeks existentiële problemen: de migrantencrisis, de dreigende exit van het VK en de falende grensbewaking en de terreurdreiging.

Polen is de EU aan het testen. Wil men goed uit deze test  uitkomen, dan doet men er verstandig aan de grenzen van het toelaatbare te stellen,  meer flexibiliteit in te bouwen en scherpe deals voor te stellen. Oog hebben voor de belangen van Polen door bijvoorbeeld Nord Stream 2 te staken (besluit ligt bij Merkel) en daarvoor snellere sanering van koolmijnen vragen. Voor zeer specifieke Poolse situatie zou men bepaalde beleidsmarges kunnen gunnen. Dat geldt in het bijzonder voor vluchtelingenopname.  Hier moet men erkennen dat het nu anders niet kan, en slikken in naam van open Europa en liberale democratie.

ZIE voor achtergrond stukken en interviews met Malgorzata Bos:

Politieke blitzkrieg van PiS dwingt EU tot snelle reactie http://www.montesquieu-instituut.nl/id/vk0hlj4hlet6/nieuws/politieke_blitzkrieg_van_pis_dwingt_eu

Polen snakken naar sociale vernieuwing http://www.montesquieu-instituut.nl/id/vjuaar7lt2z1/polen_snakken_naar_sociale_vernieuwing

PiS wil na Polen ook Europa ombouwen http://www.montesquieu-instituut.nl/9353000/1/j9vvj72dlowskug/vk0wevsoe5pw

Wat gaat PiS met de absolute macht doen? http://www.montesquieu-instituut.nl/id/vjzbnz4zanz3/polen_na_de_verkiezingen_wat_gaat_pis

Nieuwsuur op 4-01-2016

http://www.npo.nl/dit-is-de-dag/04-01-2016/RBX_EO_701283/RBX_EO_2971151

administrator_ebnEinde van het liberale tijdperk in Polen? Interview met M. Bos-Karczewska
read more