Misschien kun je het wel de Stelling van Tom Eijsbouts noemen: “Als fungerend voorzitter van de Europese ministerraden in de eerste helft van 2016 kan het Nederlandse kabinet er niet omheen het Associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne actief te verdedigen.” Hij zei dat op de netwerkbijeenkomst op donderdag 26 november 2015 van EU-netwerk Noord-Nederland in Groningen. [Lees meer]
Eijsbouts was ooit Europees journalist en is sinds 2000 hoogleraar Europees constitutioneel recht aan de Universiteit van Amsterdam en in de afgelopen vier jaar in Leiden. Op verzoek van het netwerk besprak hij het komende Nederlandse EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016 en de wijze waarop het kabinet er tot nu toe mee omspringt. Volgens hem zal het referendum op 6 april van het komend jaar het beeld van dat voorzitterschap bepalen.
Eijsbouts legde zijn gehoor in Groningen uit dat van het land, dat het EU-voorzitterschap vervult, verwacht mag worden dat het actief probeert de lopende dossiers zo goed mogelijk naar een succesvol slot te brengen. Eén van die lopende dossiers is het Associatieverdrag met Oekraïne. Daarom is de huidige inzet van het kabinet om het debat onder de Nederlandse bevolking over dat verdrag aan de kiezers te laten, in strijd met de verantwoordelijkheden van het voorzitterschap en “een schending van onze verplichtingen. Dat is Rutte onwaardig en het is onverantwoordelijk”, stelde Eijsbouts.
Als gevolg van zijn uiteenzetting ontspon zich in de zaal een levendig debat over de argumenten voor en tegen het Associatieverdrag. Een snelle peiling bracht aan het licht dat de meeste aanwezigen wel bereid zijn de pogingen van de Europese Unie te steunen om de ontwikkelingen in de Oekraïne richting meer vrijheid, Europese waarden en een versterking van de economie. Maar er werden ook pleidooien gehoord om ‘nee’ te stemmen, vanwege de nog steeds bestaande ernstige vormen van corruptie, economisch wanbeleid en schending van mensenrechten in dat land.
Eijsbouts zette in zijn rede uiteen dat Nederland nog steeds last heeft van oude Atlantische reflexen, waardoor er altijd sprake is van terughoudendheid als het gaat om Europese thema’s. Dat bleek heel duidelijk in 2005 toen het toenmalige kabinet niet van ganser harte het mede door ons land en tijdens ons voorzitterschap gesloten Europese grondwettelijke verdrag bleek te willen verdedigen.
Een actueel voorbeeld daarvan is de weigering van minister Koenders (buitenlandse zaken) om, zoals Letland vorig jaar wel deed, een goed gastheer te zijn voor een ontmoeting van nationale, Europese en Amerikaanse volksvertegenwoordigers. Dat betalen ze zelf maar, liet hij weten. Nederland wil nu eenmaal een “niet ambitieus voorzitter” zijn. Het is in de ogen van het kabinet wel een zware, maar niet een ambitieuze klus.
Zo zijn in ons land de Europese verkiezingen ook nooit belangrijk in de ogen van nationale politici. Maar als gewone burgers ervaren we dat niet zo. Wij voelen de betekenis van de Europese ontwikkelingen aan den lijve. Die hebben gewoon allerlei gevolgen voor en in ons dagelijks leven. Maar premier Rutte duikt, zei Eijsbouts.
Volgens de hoogleraar is in de loop van tientallen jaren de betekenis van de Europese samenleving alleen maar gegroeid. Dat gebeurde als het ware van crisis naar crisis. De eerste grote crisis situeert hij in 1949. Toen ging het om het overwinnen van de angsten bij Frankrijk ten opzichte van de wederopstanding van de Duitse staat, die al drie keer een grote oorlog had ontketend. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (opgericht in 1951) kan worden gezien als het antwoord op die crisis.
In 1989 viel de Berlijnse Muur. Diegenen, die zich dat nog herinneren zeggen allemaal dat ze er wel bij hadden willen zijn. Maar het leidde toch tot nieuwe crisisachtige verschijnselen in Europa. Het antwoord daarop was het Verdrag van Maastricht. Ook dat werd getekend tijdens een eerder Nederlands voorzitterschap, maar dat was geen gelukkig voorzitterschap. Op Zwarte Maandag 30 september 1991 werd ons de voorbereiding van dat verdrag uit handen genomen. Premier Lubbers en minister Van den Broek hadden niet opgelet en we waren door de Europese Commissie voor haar karretje gespannen.
De derde grote crisis viel rond 2009. Deze eurocrisis is nu met veel pijn en moeite bedwongen. Ze vormde een grote bedreiging voor onze woonplaats Europa, zoals Eijsbouts het ziet. Maar ondanks alle pijn en moeite en de vaak kleine stappen, die worden gezet, voelen we allemaal dat de Europese Unie is gegroeid in gezag, in aard en in mate van solidariteit. We weten nu langzamerhand ongeveer hoe de Europese Unie werkt. Belangrijk is nu dat we, normatief, zeggen: Hier staan we voor! Zodat we nu de vierde crisis, die rond de vluchtelingen, aankunnen, als het goed is.
Dat doen we niet in de eerste plaats voor de Europese Unie in de hoofdstad Brussel. Dat is een op het eerste gezicht weinig aantrekkelijke, politieke organisatie. Maar leer je met behulp van de kranten de kneepjes van het Europese politieke spel kennen, dan ga je dat vaak ook leuk vinden. Het lijkt misschien allemaal heel technisch. Maar het verveelt nooit.
Voorbeeld was 25 maart 2010 toen tijdens een Europese Raad (van politieke leiders van de EU) de eurocrisis aan bod kwam en toen de Britse premier daarom samen met de leiders van andere lidstaten buiten de euro ook de zaal moest verlaten. De Spaanse premier Zapatero dacht toen dat hij namens het roulerend voorzitterschap plaats kon nemen op de voorzittersstoel van deze Eurotop. Maar de pas in het ambt gekozen vaste voorzitter Van Rompuy van de Europese Raad bleef met instemming van alle anderen zitten en Zapatero moest afdruipen. Typisch zo’n onbelangrijk schijnende gebeurtenis, die veel zegt over het belang van de Europese Unie. Hoe het gezag van het centrum toeneemt en dat van het roulerend voorzitterschap terugloopt.
Dat is allemaal voor de fijnproevers. Maar stap eens op de fiets. Ons land is al mooi om op de fiets te doorkruisen. Europa is op de fiets nog veel mooier. Om dat Europa in stand te houden en te koesteren, daarvoor dient de Europese Unie.
Het Europese Dorp in Leeuwarden, 4 februari 2016
Het betoog van Tom Eijsbouts was mede getoonzet door de bijdrage van een groep studenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Zij zijn gegrepen door het feit dat Leeuwarden in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa zal zijn. Ze houden daarom op 4 februari 2016, tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap, een programma voor vol lezingen en workshops over Europa onder de titel: ‘Het Europese Dorp’. Dit vindt plaats in de Kuil van de NHL Hogeschool in Leeuwarden.
Europa, zo vertelden de studenten op de netwerkbijeenkomst in Groningen, is voor studenten vaak nog vaag en ver weg. Maar als we in Europese dorpen leven, willen we ook weten wat dat voor mogelijkheden geeft in onze studie en later bij ons werk. Wat zijn onze kansen en mogelijkheden?
Het programma kan worden gevolgd aan de hand van een ‘paspoort’, waarin kan worden genoteerd, welke lezingen, workshops of interactieve spellen zijn gevolgd. De prijs voor de beste bijdragen is een mooie reis naar Brussel.
Meer informatie: Eurovent2016@gmail.com.
Koos van Houdt