Activiteiten

Europa Netwerk Noord Nederland – Referendum bepalend voor Nederlands EU-voorzitterschap

Misschien kun je het wel de Stelling van Tom Eijsbouts noemen: “Als fungerend voorzitter van de Europese ministerraden in de eerste helft van 2016 kan het Nederlandse kabinet er niet omheen het Associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne actief te verdedigen.” Hij zei dat op de netwerkbijeenkomst op donderdag 26 november 2015 van EU-netwerk Noord-Nederland in Groningen. [Lees meer]

Eijsbouts was ooit Europees journalist en is sinds 2000 hoogleraar Europees constitutioneel recht aan de Universiteit van Amsterdam en in de afgelopen vier jaar in Leiden. Op verzoek van het netwerk besprak hij het komende Nederlandse EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016 en de wijze waarop het kabinet er tot nu toe mee omspringt. Volgens hem zal het referendum op 6 april van het komend jaar het beeld van dat voorzitterschap bepalen.

Eijsbouts legde zijn gehoor in Groningen uit dat van het land, dat het EU-voorzitterschap vervult, verwacht mag worden dat het actief probeert de lopende dossiers zo goed mogelijk naar een succesvol slot te brengen. Eén van die lopende dossiers is het Associatieverdrag met Oekraïne. Daarom is de huidige inzet van het kabinet om het debat onder de Nederlandse bevolking over dat verdrag aan de kiezers te laten, in strijd met de verantwoordelijkheden van het voorzitterschap en “een schending van onze verplichtingen. Dat is Rutte onwaardig en het is onverantwoordelijk”, stelde Eijsbouts.

Als gevolg van zijn uiteenzetting ontspon zich in de zaal een levendig debat over de argumenten voor en tegen het Associatieverdrag. Een snelle peiling bracht aan het licht dat de meeste aanwezigen wel bereid zijn de pogingen van de Europese Unie te steunen om de ontwikkelingen in de Oekraïne richting meer vrijheid, Europese waarden en een versterking van de economie. Maar er werden ook pleidooien gehoord om ‘nee’ te stemmen, vanwege de nog steeds bestaande ernstige vormen van corruptie, economisch wanbeleid en schending van mensenrechten in dat land.

Eijsbouts zette in zijn rede uiteen dat Nederland nog steeds last heeft van oude Atlantische reflexen, waardoor er altijd sprake is van terughoudendheid als het gaat om Europese thema’s. Dat bleek heel duidelijk in 2005 toen het toenmalige kabinet niet van ganser harte het mede door ons land en tijdens ons voorzitterschap gesloten Europese grondwettelijke verdrag bleek te willen verdedigen.

Een actueel voorbeeld daarvan is de weigering van minister Koenders (buitenlandse zaken) om, zoals Letland vorig jaar wel deed, een goed gastheer te zijn voor een ontmoeting van nationale, Europese en Amerikaanse volksvertegenwoordigers. Dat betalen ze zelf maar, liet hij weten. Nederland wil nu eenmaal een “niet ambitieus voorzitter” zijn. Het is in de ogen van het kabinet wel een zware, maar niet een ambitieuze klus.

Zo zijn in ons land de Europese verkiezingen ook nooit belangrijk in de ogen van nationale politici. Maar als gewone burgers ervaren we dat niet zo. Wij voelen de betekenis van de Europese ontwikkelingen aan den lijve. Die hebben gewoon allerlei gevolgen voor en in ons dagelijks leven. Maar premier Rutte duikt, zei Eijsbouts.

Volgens de hoogleraar is in de loop van tientallen jaren de betekenis van de Europese samenleving alleen maar gegroeid. Dat gebeurde als het ware van crisis naar crisis. De eerste grote crisis situeert hij in 1949. Toen ging het om het overwinnen van de angsten bij Frankrijk ten opzichte van de wederopstanding van de Duitse staat, die al drie keer een grote oorlog had ontketend. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (opgericht in 1951) kan worden gezien als het antwoord op die crisis.

In 1989 viel de Berlijnse Muur. Diegenen, die zich dat nog herinneren zeggen allemaal dat ze er wel bij hadden willen zijn. Maar het leidde toch tot nieuwe crisisachtige verschijnselen in Europa. Het antwoord daarop was het Verdrag van Maastricht. Ook dat werd getekend tijdens een eerder Nederlands voorzitterschap, maar dat was geen gelukkig voorzitterschap. Op Zwarte Maandag 30 september 1991 werd ons de voorbereiding van dat verdrag uit handen genomen. Premier Lubbers en minister Van den Broek hadden niet opgelet en we waren door de Europese Commissie voor haar karretje gespannen.

De derde grote crisis viel rond 2009. Deze eurocrisis is nu met veel pijn en moeite bedwongen. Ze vormde een grote bedreiging voor onze woonplaats Europa, zoals Eijsbouts het ziet. Maar ondanks alle pijn en moeite en de vaak kleine stappen, die worden gezet, voelen we allemaal dat de Europese Unie is gegroeid in gezag, in aard en in mate van solidariteit. We weten nu langzamerhand ongeveer hoe de Europese Unie werkt. Belangrijk is nu dat we, normatief, zeggen: Hier staan we voor! Zodat we nu de vierde crisis, die rond de vluchtelingen, aankunnen, als het goed is.

Dat doen we niet in de eerste plaats voor de Europese Unie in de hoofdstad Brussel. Dat is een op het eerste gezicht weinig aantrekkelijke, politieke organisatie. Maar leer je met behulp van de kranten de kneepjes van het Europese politieke spel kennen, dan ga je dat vaak ook leuk vinden. Het lijkt misschien allemaal heel technisch. Maar het verveelt nooit.

Voorbeeld was 25 maart 2010 toen tijdens een Europese Raad (van politieke leiders van de EU) de eurocrisis aan bod kwam en toen de Britse premier daarom samen met de leiders van andere lidstaten buiten de euro ook de zaal moest verlaten. De Spaanse premier Zapatero dacht toen dat hij namens het roulerend voorzitterschap plaats kon nemen op de voorzittersstoel van deze Eurotop. Maar de pas in het ambt gekozen vaste voorzitter Van Rompuy van de Europese Raad bleef met instemming van alle anderen zitten en Zapatero moest afdruipen. Typisch zo’n onbelangrijk schijnende gebeurtenis, die veel zegt over het belang van de Europese Unie. Hoe het gezag van het centrum toeneemt en dat van het roulerend voorzitterschap terugloopt.

Dat is allemaal voor de fijnproevers. Maar stap eens op de fiets. Ons land is al mooi om op de fiets te doorkruisen. Europa is op de fiets nog veel mooier. Om dat Europa in stand te houden en te koesteren, daarvoor dient de Europese Unie.

Het Europese Dorp in Leeuwarden, 4 februari 2016

Het betoog van Tom Eijsbouts was mede getoonzet door de bijdrage van een groep studenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Zij zijn gegrepen door het feit dat Leeuwarden in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa zal zijn. Ze houden daarom op 4 februari 2016, tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap, een programma voor vol lezingen en workshops over Europa onder de titel: ‘Het Europese Dorp’. Dit vindt plaats in de Kuil van de NHL Hogeschool in Leeuwarden.

Europa, zo vertelden de studenten op de netwerkbijeenkomst in Groningen, is voor studenten vaak nog vaag en ver weg. Maar als we in Europese dorpen leven, willen we ook weten wat dat voor mogelijkheden geeft in onze studie en later bij ons werk. Wat zijn onze kansen en mogelijkheden?

Het programma kan worden gevolgd aan de hand van een ‘paspoort’, waarin kan worden genoteerd, welke lezingen, workshops of interactieve spellen zijn gevolgd. De prijs voor de beste bijdragen is een mooie reis naar Brussel.

Meer informatie: Eurovent2016@gmail.com

Koos van Houdt

 

administrator_ebnEuropa Netwerk Noord Nederland – Referendum bepalend voor Nederlands EU-voorzitterschap
read more

EU-Netwerk Noord Nederland 5 maart 2015 – Friese gedeputeerde Kramer wil sterke regio’s in Europa

In politiek Den Haag moeten ze ophouden te denken dat Nederland één regio in de Europese Unie vormt. Dat zegt Johannes Kramer, gedeputeerde voor de Fryske Nasjonale Party FNP in de provincie Fryslân. Kramer is niet alleen drijvende kracht achter de Onafhankelijke Senaatsfractie in de Eerste Kamer, maar ook actief Europeaan.

Hij voelt zich “goed vertegenwoordigd” in Europa, doordat de Europese Vrije Alliantie EVA met zeven leden onderdeel uitmaakt van de Groene fractie in het Europees Parlement. In de EVA zijn ook regionale partijen uit onder meer Spanje, Schotland, Wales en Letland vertegenwoordigd. Wie mocht denken dat de FNP de luiken sluit, niets met Nederland als geheel en al helemaal niets met de Europese Unie te maken wil hebben, heeft het mis.

Sterker nog, Kramer is actief bezig met het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking tussen Noord-Nederland en het noorden van Duitsland. Daar liggen volgens hem veel kansen. Die boodschap sprak hij luid en duidelijk uit tijdens een debat op 5 maart 2015 in Groningen over “Provincies en Europa” op weg naar verkiezingen voor Provinciale Staten op 18 maart. Kramer debatteerde daar, op een avond die was belegd door het EU-netwerk Noord-Nederland, met Nienke Homan (fractievoorzitter en lijsttrekker van GroenLinks in de provincie Groningen) en Johan Baltes (VVD’er in Provinciale Staten van Drenthe en voorzitter van DrEUN, een statenwerkgroep die zich bezig houdt met verbetering van de kennis over Europees beleid voor het werk in de Staten).

Dicht bij Statenleden
DrEUN is volgens Baltes opgezet, omdat het Europese beleid dicht bij de statenleden moet terecht komen. Je kunt je, aldus deze VVD’er, gewoon als Statenlid niet veroorloven er niets vanaf te weten. Heel veel van het provinciale beleid wordt nu eenmaal bepaald in de Europese Unie, stelde hij vast. Nienke Homan (GroenLinks): “Je merkt ook in de praktijk dat de Europese Unie veel meer is dan alleen een samenwerking tussen 28 hoofdsteden van lidstaten. De regionale samenwerking groeit merkbaar”.

Ook de Friese gedeputeerde Kramer was het daar mee eens. Hij sprak zich uit ten gunste van een krachtige regio Noord-Nederland. “Die is overigens goed op weg, maar het kan beter”, zei hij. Daarmee was de toon tijdens dat debat gezet. In het noorden is men niet zo bezig met de vraag of we eigenlijk niet zouden moeten stoppen met Europese samenwerking. Noord-Nederland werkt redelijk samen om er wat van te maken ten aanzien van het Europese regionale beleid. Het maakt in dat verband niet zoveel uit van welke politieke partij je mensen aan het woord laat.

Natuurlijk zijn er politieke verschillen over de inhoudelijke thema’s, maar de samenwerking van de noordelijke provincies met de Europese instellingen staat als een huis. Sterker nog, het handjevol mensen dat vanuit Noord-Nederland in het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel is gestationeerd, mag stevig worden uitgebreid. Daarvoor pleitte de Drentse VVD’er Baltes. Zijn opvatting werd gedeeld door de anderen.

De lobby van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland SNN (waarin de drie noordelijke provincies samenwerken) is nu “goed bedoeld, maar moet eigenlijk veel sterker. We moeten meer investeren in die lobby, onder meer om de positie van de duurzame landbouw in het noorden te versterken en veilig te stellen”, zei hij.

Basisregels
Baltes zei verder geen veranderingen te willen in de basisregels van de Europese Unie, zoals het gebruik van de euro, het vrije personenverkeer en de vrije handel op de Europese interne markt. Maar waar we echt wat aan moeten doen, zei hij, is het verminderen van de bureaucratie rond de Europese fondsen. “Dat is allemaal heel goed bedoeld, maar de regeldruk werkt zeer ontmoedigend”.

Meer echt debat ontstond over de stelling van de VVD’er, dat we moeten proberen soepeler om te gaan met Natura 2000, het Europese programma, waarin regionaal plattelandsgebieden worden beschermd vanwege de waardevolle natuur. Baltes: “We gaan voor ‘werk, werk, werk’ en dan belemmeren de huidige spelregels de groei van het aantal banen in landbouw en natuurbeheer.” Veel bedrijven in de agrarische sector zitten op slot. Dat is verkeerd, zei hij, want “banen gaan voor bomen”.

Dat was tegen het zere been van Nienke Homan (GroenLinks). “Juist daarom hebben we zoiets als Natura 2000 nodig, zei ze. Johannes Kramer zag het allemaal wat zonniger in. Jazeker, Nederland heeft met het aanmelden van 150 gebieden in Brussel simpelweg teveel gedaan. Maar als je kijkt naar de vier Friese gebieden, dan zie je dat het daar loopt als een trein. Mooie bescherming en uitbreiding van de natuur, terwijl er geen bedrijf op slot gezet behoefde te worden.

Proeftuin
Het noorden van Nederland wordt vaak gezien als proeftuin voor het gebruik van duurzame energie. Dat gaan we de komende periode ook merken. De EU werkt aan een Energy Union: minimaal 40% reductie van uitstoot van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990, en minimaal 27% duurzame energie in datzelfde jaar.

De politici die deze avond aan het woord kwamen, maakten allemaal duidelijk dat de afspraken rond het plaatsen van windmolens, wat hen betreft zullen worden nagekomen. Ook al zijn er vanuit de bevolking veel weerstanden vooral vanwege de geluidhinder die windmolens zouden veroorzaken in de achtertuin.

Nienke Homan zal vanuit GroenLinks in de komende periode in de Staten eraan werken dat zeker vijf dorpen op het platteland van Groningen ‘energieneutraal’ zullen worden. Dat betekent dat zo’n dorp via duurzame vormen van energie, die ter plekke wordt opgewekt, voldoende zal hebben voor het eigen gebruik. Energie zal steeds meer niet via grote en zelfs internationale voorzieningen en centrales worden opgewekt, maar steeds meer kleinschalig en decentraal, hoopt ze. De grote kolencentrale in de Eemshaven ten spijt.

Maar in Groningen is Energy Valley actief. Jawel, zegt mevrouw Homan, maar die zet nog veel te veel in op het gebruik van fossiele grondstoffen. Groningen als proeftuin voor kleine, decentrale energievoorziening is ook een antwoord, waardoor de gaskraan steeds verder dicht zal kunnen, denkt ze. Zoveel daadkracht was er bij de anderen nog niet. Johan Baltes: “Voor mij is voorloper zijn geen doelstelling op zich. Johannes Kramer: “Voorloper? Alleen als de bevolking daarin meekomt. Draagvlak is erg belangrijk”.

Culturele Hoofdstad van Europa
Iedereen in Noord-Nederland is intussen blij met de aandachtstrekker van Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa in 2018. Maar het is de vraag of ze in Leeuwarden zelf wel gediend zijn van al die aandacht. Daar willen ze liever de Fryske Mienskip van hoofdstad en omliggende provincie als centrale aandachtstrekker. Johannes Kramer bevestigde dat voor alle duidelijkheid nog maar even in het debat. Nienke Homan en Johan Baltes zaten er niet zo mee. Als men in Groningen en Drenthe kansen ziet om aan te sluiten, zal dat zeker gebeuren, zo verwachten ze.

door Koos van Houdt

administrator_ebnEU-Netwerk Noord Nederland 5 maart 2015 – Friese gedeputeerde Kramer wil sterke regio’s in Europa
read more

Montesquieu Instituut Winnaar van EBN EuroNederlander Award 2015

IMG_0309

Liesbeth Weijs en Nico Visser van het Montesquieu Instituut zijn op 18 juni uitgeroepen tot de winnaars van de EBN EuroNederlander van het Jaar Award. Ze bleven met 40% van de landelijke online stemmen voor op de twee andere nominaties: Rutger Wolfson & het programma team van het Internationale Film Festival Rotterdam voor de speciale Europa editie van het IFFR in 2014; en Egbert Fransen en Charlot Schans van Pakhuis De Zwijger in Amsterdam voor hun innovatieve programmering New Europe – Cities in Transition.

Tijdens de feestelijke ceremonie in Internationaal Perscentrum Nieuwspoort feliciteerde de nominatie commissie het Montesquieu Instituut met de Award en prees de winnaars voor ‘de niet aflatende energie waarmee ze inhoudelijk solide Europa debatten blijven organiseren, ondanks forse euroscepsis in den lande. Ook via de website Europa-Nu wordt zorg gedragen voor gedegen, geïnformeerde berichtgeving over Europese politieke en sociale ontwikkelingen.’

Liesbeth Visser stelde in de aansluitende paneldiscussie dat zij veel toekomst ziet in het actiever bijeenbrengen van mensen uit verschillende praktische achtergronden: wetenschap, politiek, journalistiek. ‘In die samenspraak zit zeker toekomst voor nieuwe Europese verhalen en verbeelding’.

Het Montesquieu Instituut is een multidisciplinair onderzoeks- en onderwijsinstituut op het snijvlak van democratie, politiek en parlementaire besluitvorming in Nederland en Europa. Het draagt bij aan de verzorging van debatreeksen, de Europa- en Montesquieulezingen, het Model European Parliament en de Europa-Nu website.

administrator_ebnMontesquieu Instituut Winnaar van EBN EuroNederlander Award 2015
read more

‘We@FF The Future: Een nieuwe agenda voor Europa’

Dinsdag 9 juni, Invitational ‘We@FF The Future: Een nieuwe agenda voor Europa’, Haagse Hogeschool, 16.30-18.30 uur

Brainstorm van jongeren over hun agenda voor de toekomst. Wat zijn de grote uitdagingen van deze tijd? Waar moeten we staan over 20 jaar? Welke rol moet en kan Europa hierin spelen: Wat moet er anders en beter?

Deze brainstorm is gekoppeld aan de EBN Nanke Meuter Award wedstrijd: wie wordt de meest creatieve agenda-setter voor Europa? Lees verder:

Na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs op 7 januari 2015, gingen in vele Europese steden miljoenen mensen de straat op. Geen beroepsdemonstranten, maar mensen die wilden gaan staan voor vrijheid van meningsuiting, verdraagzaamheid, respect voor culturele diversiteit en het vreedzaam oplossen van conflicten.

De energie van die demonstraties staat in schril contrast met berichten die rond Europa het dagelijkse nieuws domineren: De tweespalt, het politiek gehakketak, het logge Brussel, het fort Europa dat de poorten sluit voor mensen van elders.

In dit alles speelt een rare paradox. Er wordt gesproken over de toekomst van Europa, maar wie bepaalt eigenlijk die agenda. Er zijn vele jonge Europeanen met een eigen blik op de toekomst, maar officiële plannen voor hun toekomst worden elders gemaakt. Hoog tijd voor een bredere dialoog: FF @ The Future. Hoe kunnen we veel creatiever de toekomst tegemoet treden? Wat moet de agenda zijn? Hoe kunnen we optreden tegen de grote ongelijkheden en kansverschillen die er tussen mensen en generaties bestaan en sommigen tot geweld en wanhoopsdaden drijven?

administrator_ebn‘We@FF The Future: Een nieuwe agenda voor Europa’
read more

EU-Poort ‘EU: desintegratie of nieuwe verbeelding?’

Donderdag 18 juni, EU-Poort ‘EU: desintegratie of nieuwe verbeelding?’ Internationaal Perscentrum Nieuwspoort, Den Haag, 19.30-21.30 uur
(met tevens de uitreiking van de EuroNederlander van het Jaar).

Europa leeft in grote paradoxen. Terwijl iedere week duizenden mensen in gammele boten Europa trachten te bereiken, vragen binnen Europa veel mensen zich af waar het met het continent heen moet. Gesprekken over de trage economische groei, het democratisch tekort, het gebrek aan Europese ‘ziel’ en onderlinge solidariteit, de onduidelijkheid over wat Europa mensen doet of brengt, en speculaties over uittreden uit de Europese Unie (Grexit, Brexit…) houden de gemoederen bezig. Die discussies draaien vaak in voorspelbare cirkels, zonder duidelijk praktisch gevolg. ‘Europa is niet de Europese Unie’, stellen critici, maar wat het wel is, of hoe het zonder een Europese Unie verder zou moeten gaan komt niet boven tafel. Het lijkt een tijd van stuurloos ‘doormodderen’.

Tegelijkertijd zijn op tal van plaatsen mensen bezig met nieuwe praktische verbeelding van Europese kwesties, met scherpe analyses en kritische suggesties voor de toekomst. Levert dat reële aanknopingspunten op voor Europa? Nieuwe beelden van de betekenis van Europa lokaal of in de wereld? Nieuwe praktische politiek of aanpak van taaie problemen?

In het kader van de uitreiking van de EuroNederlander van het Jaar Award* stellen we deze vragen centraal. Met een kick-off door prof. Linda Senden (hoogleraar internationaal en Europees recht, Universiteit van Utrecht) over de prijs van desintegratie, ‘Europa: tegen de heilig verklaring van nationale soevereiniteit’ Gevolgd door een panelgesprek over nieuwe praktische verbeelding, m.m.v. de EuroNederlander nominees van dit jaar Rutger Wolfson (oud-directeur Internationale Film Festival Rotterdam); Egbert Fransen en Charlot Schans (New Europe – Cities in Transition/Pakhuis de Zwijger); Liesbeth Weijs (Montesquieu Instituut) en Nico Visser (website Europa-Nu), met journalisten Jos Heymans (RTL Nieuws) en Hans Nijenhuis (chef Opinie, NRC). En met u.
Moderator: Godelieve van Heteren (EBN)

 

AANMELDING
Toegang is gratis, maar gaarne aanmelding: ebnuitnodiging@outlook.com, ovv ‘registratie EU-Poort 18 juni’. Bij volle zaal hebben aangemelde personen voorrang.

PERSINFORMATIE
Voor nadere inlichtingen: Godelieve van Heteren (voorzitter EBN) email: vanheteren@bmg.eur.nl, tel: 0655197342 , of Mark Zellenrath (secretaris EBN) email: info@markzellenrath.com, tel: 0629191397

*De EuroNederlander Award wordt jaarlijks door de Europese Beweging Nederland (EBN) uitgereikt aan personen of organisaties die op bijzondere wijze hebben bijgedragen aan het Europese debat en nieuwe beeldvorming over Europa in Nederland. De EBN richt zich daarbij met name op de inspanningen van civiele partijen en netwerken.Tot uiterlijk woensdag 17 juni, 2015, 13.00 uur kunt u stemmen op een van de nominates van dit jaar via:

http://het-portaal.net/formulier/stem-hier-voor-de-euronederlander-award

 

administrator_ebnEU-Poort ‘EU: desintegratie of nieuwe verbeelding?’
read more

Boekpresentatie en lancering Nederlands-Griekse Mediacirkel

Maandag 29 juni, 15-17 uur Boekpresentatie en lancering Nederlands-Griekse Mediacirkel (met aansluitende borrel)

Locatie: Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam, zaal 105, Spuistraat 134, Amsterdam (borrel aansluitend in Leeuwenkuil, in zelfde gebouw)

Samen met het Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse Studies (NGNS), de opleiding Nieuwgriekse taal en cultuur van de UvA en uitgeverij EPO organiseert de EBN in een feestelijke bijeenkomst de presentatie van het boek ‘Groeten uit Griekenland’ van VRT-correspondent in Athene en blogger Bruno Tersago, en de lancering van de Nederlands-Griekse Mediacirkel. De NG Mediacirkel is een nieuw initiatief van Griekenlanddeskundigen m.m.v de EBN. Het heeft als doel de Nederlandse media van scherpere informatie over Griekenland en de Europese crises te voorzien.

Met inleidingen van Tatiana Markaki (NGNS, Nieuwgrieks UvA, Mediacirkel), Bruno Tersago (auteur ‘Groeten uit Griekenland’, Tim Vermast (vertegenwoordiger EPO uitgeverij), en Thomai Diamanti (namens de Mediacirkel). Moderator: Godelieve van Heteren (EBN)

administrator_ebnBoekpresentatie en lancering Nederlands-Griekse Mediacirkel
read more

EU-Poort: Een blauwdruk voor een hechte EMU

Donderdag 17 oktober vond de EU poort “Een blauwdruk voor een hechte EMU: uitholling van soevereiniteit of positieve investering in de toekomst?” plaats. Een jaar na de lancering van de ‘Blauwdruk voor een hechte economische en monetaire unie – aanzet tot een Europees debat’, en een maand na Prinsjesdag 2013 stonden we stil bij een aantal grote vragen en dilemma’s die de voortgaande integratie op financieel-economisch en monetair terrein oproept.

De inleidingen werden verzorgd door Lex Hoogduin (hoogleraar Monetaire Economie en Financiële instellingen aan de UvA en voormalig directeur van de Nederlandsche Bank) en Ben Crum (Universitair hoofddocent Politieke Theorie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam). Marit Maij (Tweede Kamerlid PvdA en woordvoerder Europa) sloot direct na de plenaire stemming in de Tweede Kamer aan.

Inhoudsopgave van deze pagina:

Verslag

Meer over…

1.

Verslag

Lex Hoogduin begon zijn inleiding met de constatering dat we vandaag de dag veel te veel kijken naar de problemen van de laatste jaren. Voor de totstandkoming van de EU moeten we een eeuw terug. De Europese integratie bood een nieuwe manier voor vreedzame samenwerking in een tot dan toe veelvuldig door oorlogen verscheurt continent. Het is nog steeds een zeer succesvol project, zij het dat het proces gepaard gaat met vallen en opstaan. Het is dan ook verstandig om ernaar te streven om deze lijn door te trekken en het integratiemechanisme leidend te laten zijn bij de oplossingen voor de problemen van nu.

We zijn in de grootste crisis ooit verzeild geraakt. Het is niet nuttig om vragen op te werpen als “was de invoering van de euro een goed idee?” aangezien afschaffing niet aan de orde is. Voor de basis van de EMU moeten we terug naar het Verdrag van Maastricht, dat was niet zo’n slecht verdrag. Wel hebben we sinds die tijd veel geleerd en moeten we reparaties aanbrengen, zoals een versterking van de afdwingbaarheid (zoals het sixpack). Misschien moeten we zelfs nog een stap verder gaan en de spelregels op centraal niveau afdwingbaar maken. Bij een meer centraal systeem horen ook een Eurominister van Financiën, een Bankenunie en één zetel van de EU in internationale overleggremia zoals het IMF. Dit vereist een beperkte overheveling van soevereiniteit. Er moet niet langer worden nagedacht over een bail out, of een ESM of ander noodfonds. Deze oplossingen gaat uit van het feit dat dingen mis kunnen gaan, maar dingen kunnen en mogen niet mis gaan en als het mis dreigt te gaan moeten we aan de rem trekken (en de regels afdwingen).

Ben Crum begon zijn inleiding met de constatering dat veel mensen in Nederland crisis moe beginnen te worden. We zitten in een situatie waar we liever niet hadden gezeten en waar dus ook geen makkelijke oplossingen voor zijn.

Kenmerkend voor de Europese lidstaten is een grote sociale diversiteit, die ook nog eens opmerkelijk robuust is. Deze diversiteit heeft een diepere basis en komt tot uitdrukking in de economische structuren in de lidstaten; zo zijn er diensten vs. Industrie economieën, verschillen in inkomen en grote conjunctuur verschillen. Het is dan ook de vraag of alle lidstaten met eenzelfde methode behandeld kunnen worden. De verschillende tradities, (welvaartstaat) modellen en economische omstandigheden geven voeding aan een legitieme diversiteit.

Wanneer we de verschillen doorvertalen naar de huidige crisis kunnen we constateren dat we de Europese Monetaire Unie (EMU) teveel vanuit een monetair en te weinig vanuit een economisch fiscaal perspectief hebben opgezet. De EMU was achteraf geen goed idee, dat hadden we niet moeten doen. Er is vandaag de dag geen politieke wil voor opheffing en het is economisch ook te risicovol. Er dienen dialogen tot stand te komen tussen de EU en de lidstaten om Europese kaders vorm te geven met feedback op nationaal niveau. We moeten de Brusselse top-down realiteit doorbreken. We moeten juist maatwerk leveren. Echter, het ingewikkelde van maatwerk is dat het politiek is.

Nationale parlementen en het Europese parlement staan buiten spel. Parlementen zijn verantwoordelijk voor besluiten op het niveau dat hen aangaat. Juist het Europees semester speelt tussen de het nationale en Europees niveau, waardoor de parlementen slechts het halve verhaal meekrijgen. Daarbij komt dat de ruimte van Commissaris Rehn zeer beperkt is en ook de Europese raad is niet aanspreekbaar.

Het is dan ook van belang om het proces inzichtelijker in te richten. Daartoe doet Ben Crum enkele concrete voorstellen:

Het opheffen euro is geen optie, maar individuele lidstaten moeten eruit kunnen (bijv. Cyprus);

Op nationaal niveau dienen de jaarlijkse EU begrotingsbesprekingen onderdeel te vormen van het politieke debat;

De aanbevelingen dienen naar nationale parlementen te worden opgestuurd voordat ze worden vastgesteld;

Commissaris Rehn dient in nationale parlementen het gesprek aan te gaan over de aanbevelingen;

Er komt een EU minister van financiën -hoge vertegenwoordiger voor Financieel en economisch beleid-, die permanent voorzitter is van de raad en de Commissie;

Er dient een formeel politiek moment te zijn voor de vaststelling van het kader voor begrotingsbeleid (en de speelruimte dient te worden vastgesteld met instemming van het EP);

Nationale en Europese parlementen moeten veel meer gaan samenwerken.

Voor Marit Marij was een belangrijke vraag hoe de Tweede kamer is aangesloten. We kunnen veel beter aangesloten zijn, niet alleen waar het gaat om monetair beleid maar op tal van beleidsterreinen. Het is zaak dat de Tweede kamer eerder in het Europese besluitvormingsproces inhaakt, bijvoorbeeld al in de groen- en witboek fase. Het Europese parlement moet de Europese Raad en Commissie controleren, er is echter weinig ruimte om tussentijds bij sturen. Brussel kent bijvoorbeeld geen moties van wantrouwen, waarmee individuele commissarissen tussentijds naar huis gestuurd kunnen worden.

De inleidingen vormden een mooie basis voor brede discussie, waarin aandacht was voor meer algemene vragen over de democratische legitimiteit en wat dat nu in de praktijk betekent voor burgers. Zo constateerde Bob Molenaar (erelid EBN) dat een Hagenaar geen last heeft van uitholling van soevereiniteit, maar van Brussel. Een belangrijke vraag is dan ook hoe we mensen die tot op heden niet aangehaakt zijn betrekken bij het Europese integratieproces? Ook werd de vraag gesteld of we ons niet veel te veel richten op institutionele oplossingen, terwijl de oorsprong van de crisis veel meer dient te worden gezocht in de meer fundamentele weeffouten in de hedendaagse economieën.

Daarnaast was er volop ruimte voor meer gedetailleerde vragen over de gewenste/ noodzakelijke reparatiescenario’s zoals de vraag of een 3% begrotingsnorm wel voldoende is om de opgebouwde schuldenberg op termijn weer af te breken.

Al met al een zeer geslaagde avond waar onder het genot van een drankje nog uitgebreid werd nagepraat.

verslag: Gera Arts

administrator_ebnEU-Poort: Een blauwdruk voor een hechte EMU
read more